1903-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
De instellingen van het systeem van de
elektrisch bedienbare achterklep kun-
nen worden gewijzigd door het scherm
“Vehicle Settings” (voertuiginstellingen)
- PBD weer te geven via het scherm van het multi-informatiedisplay.
(Blz. 136)
De gewijzigde instelli ngen van de elektrisch
bedienbare achterklep worden niet gereset
door het UIT zetten van het contact. Om de
oorspronkelijke instellingen te herstellen,
moeten deze worden teruggezet op het
scherm van het multi -informatiedisplay.
De geopende positie van de elektrisch
bedienbare achterklep kan worden
aangepast.
1 Stop de beweging van de achter-
klep in de gewenste positie.
(Blz. 181)
2 Houd de schakelaar van de elek-
trisch bedienbare achterklep op de
achterklep gedurende ongeveer 2
seconden ingedrukt.
Wanneer het instellen is voltooid, klinkt de
zoemer 4 maal.
OPMERKING
●Parkeer de auto niet in de buurt van
objecten die kunnen bewegen en in
contact kunnen komen met de onder-
zijde van het midden van de achterbum-
per, zoals gras of bomen.
Als de auto enige tijd geparkeerd is in
de buurt van objecten die kunnen bewe-
gen en in contact kunnen komen met de
onderzijde van het midden van de ach-
terbumper, zoals gras of bomen, werkt
de sensor regeling voetbediening moge-
lijk niet. Verplaats in dat geval de auto
en controleer vervolgens of de sensor
regeling voetbediening werkt. Laat de
auto nakijken door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige als de sensor
niet werkt.
●Stel de sensor regeling voetbediening
en zijn omgeving niet bloot aan krach-
tige schokken.
Als de sensor regeling voetbediening of
zijn omgeving blootgesteld zijn aan
krachtige schokken, werkt de sensor
regeling voetbediening mogelijk niet
goed meer. Laat de auto nakijken door
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige als de sensor regeling voet-
bediening in de volgende situaties niet
werkt.
• De sensor regeling voetbediening of zijn omgeving zijn blootgesteld aan krach-
tige schokken.
• Er zitten krassen of beschadigingen op de onderzijde van het midden van de
achterbumper.
●Demonteer de achterbumper niet.
●Breng geen stickers aan op de achter-
bumper.
●Breng geen lak aan op de achterbum-
per.
●Deactiveer de sensor regeling voetbe-
diening als er op de elektrisch bedien-
bare achterklep een fietsendrager of
een vergelijkbaar zwaar onderdeel
gemonteerd is. ( Blz. 136)
Wijzigen van instellingen van
de elektrisch bedienbare
achterklep (auto's met
elektrisch bedienbare
achterklep)
Aanpassing van de geopende
positie van de achterklep
(auto's met elektrisch
bedienbare achterklep)
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book P age 190 Monday, October 7, 2019 3:26 PM
1943-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
via de portieren die de elektronische sleu-
tel signaleren.
●Zelfs als de elektroni sche sleutel zich bui-
ten de auto bevindt, kan de motor mogelijk
gestart worden als de elektronische sleutel
zich in de buurt van de ruit bevindt.
●De portieren worden mogelijk ontgrendeld
als er een grote hoeveelheid water op de
portiergreep terechtk omt, bijvoorbeeld tij-
dens een zware regenbui of in een was-
straat, wanneer de elektronische sleutel
zich binnen het detectiegebied bevindt.
(Als de portieren niet worden geopend en
gesloten, worden deze na ongeveer 30
seconden automatisch weer vergrendeld.)
●Als de afstandsbediening wordt gebruikt
om de portieren te vergrendelen terwijl de
elektronische sleutel z ich in de nabijheid
van de auto bevindt, bestaat de mogelijk-
heid dat de portieren niet ontgrendeld wor-
den door de instapfunctie. (Gebruik de
afstandsbediening om de portieren te ont-
grendelen.)
●Wanneer u de vergrendelsensor aanraakt
terwijl u handschoenen draagt, kan de
reactie van het systeem trager zijn of wor-
den de portieren mogelijk niet ontgrendeld.
Trek uw handschoenen uit en raak de ver-
grendelsensor opnieuw aan.
●Wanneer de vergrendelactie is uitgevoerd
met de vergrendelsensor, worden maxi-
maal tweemaal achter elkaar identificatie-
signalen getoond. Vervolgens worden
geen identificatiesignalen gegeven.
●Als de portiergreep nat wordt terwijl de
elektronische sleutel z ich binnen het werk-
zame gebied bevindt, k an het portier her-
haaldelijk worden vergrendeld en
ontgrendeld. Volg in dat geval de correctie-
procedure hieronder bij het wassen van de
auto:
• Plaats de elektronische sleutel op een afstand van ten minste 2 meter van de
auto. (Zorg ervoor dat de sleutel niet
gestolen wordt.)
• Schakel de energiebespaarmodus van de elektronische sleutel in om het Smart
entry-systeem met startknop uit te schake-
len. ( Blz. 192)
●Als de elektronische sleutel zich in de auto
bevindt en een portiergreep wordt nat tij-
dens het wassen van de auto, wordt er
mogelijk een melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay en klinkt er een zoemer buiten de auto. Vergrendel alle
portieren om het alarm uit te schakelen.
●De vergrendelsensor werkt mogelijk niet
goed wanneer deze in contact komt met
ijs, sneeuw, modder, enz. Maak de ver-
grendelsensor schoon en probeer deze
nogmaals te bedienen, of gebruik de ver-
grendelsensor in het onderste gedeelte
van de portiergreep.
●Bij een plotselinge nadering van het detec-
tiegebied of de portiergreep kan het voor-
komen dat de portieren niet ontgrendeld
worden. Laat in dat geval de portiergreep
los en controleer of de portieren worden
ontgrendeld voordat u opnieuw aan de por-
tiergreep trekt.
●Als er zich een andere elektronische sleu-
tel binnen het detectiegebied bevindt, is de
reactietijd voor het ontgrendelen van de
portieren nadat een portiergreep is vastge-
pakt, mogelijk langer.
■Als er gedurende langere tijd niet met
de auto wordt gereden
●Auto's met instapfunctie: Bewaar, om dief-
stal van de auto te voorkomen, de elektro-
nische sleutel niet binnen een afstand van
2 m van de auto.
●Het Smart entry-systeem met startknop
kan vooraf worden uitgeschakeld.
(
Blz. 698)
●De energiebespaarmodus kan het energie-
verbruik van de elektronische sleutels ver-
lagen. ( Blz. 192)
■Voor een juiste bediening van het sys-
teem
Zorg ervoor dat u de elek tronische sleutel bij
u hebt als u het systeem bedient. Houd bij
auto's met instapfunct ie de elektronische
sleutel niet te dicht bij de auto als u het sys-
teem van buitenaf bedient.
Afhankelijk van de positie en de conditie
waarin de elektronische sleutel wordt
bewaard, wordt de sleutel mogelijk niet cor-
rect door het systeem gesignaleerd, waar-
door het systeem wellicht niet juist
functioneert. (Het ala rm kan per ongeluk
afgaan of de functie die voorkomt dat de por-
tieren per ongeluk worden vergrendeld, werkt
mogelijk niet.)
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book P age 194 Monday, October 7, 2019 3:26 PM
255
3
3-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
Voordat u gaat rijden
■Voorkomen van een onjuiste werking
van de sensoren (auto's met binnen-
spiegel met automatische antiverblin-
dingsstand)
Raak de sensoren niet aan en bedek ze ook
niet, omdat hierdoor de werking van de sen-
soren in negatieve zin beïnvloed kan worden.
*: Indien aanwezig
Digitale binnenspiegel*
De digitale binnenspiegel is een
systeem dat gebruikmaakt van een
camera op de achterzijde van de
auto. Het beeld van die camera
wordt weergegeven op het display
van de digitale binnenspiegel.
De digitale binnen spiegel kan met
behulp van de hendel worden
gewijzigd tussen de modus voor
de optische spiegel en de modus
voor de digitale spiegel.
Dankzij de digitale binnenspiegel
kan de bestuurder het beeld ach-
ter de auto zien, ondanks obsta-
kels, zoals hoofdsteunen of
bagage. Ook worden de achter-
stoelen niet weergegeven en
wordt de privacy van de passa-
giers verbeterd.
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernsti g letsel tot gevolg
hebben.
■Voordat u de digitale binnenspiegel
gebruikt
●Stel de spiegel af voordat u gaat rijden.
( Blz. 257)
• Wijzig de modus naar de modus voor de optische spiegel en stel de positie van
de digitale binnenspiegel zo af dat het
gebied achter uw auto goed te zien is.
• Wijzig de modus naar de modus voor de digitale spiegel en wijzig de display-
instellingen.
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book P age 255 Monday, October 7, 2019 3:26 PM
259
3
3-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
Voordat u gaat rijden
ogen vermoeid raken. Stel de digitale bin-
nenspiegel in op een geschikte helderheid.
Als uw ogen vermoeid raken, schakel dan
over naar de modus optische spiegel.
●De helderheid van de digitale binnenspie-
gel wordt automatisch aangepast overeen-
komstig de helderheid van het gebied voor
uw auto.
■Voorkomen van storingen in de licht-
sensoren
Raak de lichtsensoren niet aan en bedek ze
niet, om te voorkomen dat er storingen in ont-
staan.
■Schoonmaken van het spiegelop-
pervlak
Als het spiegeloppervl ak vuil is, is het
beeld op het display mogelijk moeilijk te
zien.
Reinig het spiegeloppervlak voorzich-
tig met een zachte, droge doek.
■Schoonmaken van de camera
Als de cameralens vuil is, is het weer-
gegeven beeld mogelijk niet helder.
Reinig in dat geval de lens met een
zachte, vochtige doek.
■De camera
De camera van de digitale binnenspiegel
bevindt zich op de in de afbeelding aange-
geven plaats.
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan ernstig letsel tot gevolg
hebben.
■Tijdens het rijden
●Verstel de digitale binnenspiegel niet tij-
dens het rijden en pas ook de display-
instellingen niet aan.
Breng de auto tot stilstand en bedien de
bedieningstoetsen van de digitale bin-
nenspiegel.
Als u dat niet doet, kunt u een stuurfout
maken, waardoor een ongeval kan ont-
staan.
●Let altijd op de omgeving van de auto.
Het formaat van de voertuigen en andere
objecten lijkt mogelijk anders in de modus
digitale spiegel en de modus optische
spiegel.
Let bij het achteruitrijden rechtstreeks op
de veiligheid van het gebied rondom de
auto, met name achter de auto.
Bovendien lijkt de omgeving mogelijk
schemerig wanneer een voertuig in het
donker, zoals 's nachts, van achteren
nadert.
Schoonmaken van de digitale
binnenspiegel
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book P age 259 Monday, October 7, 2019 3:26 PM
4
277
4
Rijden
Rijden
4-1. Voordat u gaat rijdenRijden met de auto ................ 279
Lading en bagage .................. 286
Rijden met een aanhangwagen
(Azerbeidzjan, Georgië,
Tadzjikistan en
Turkmenistan) ..................... 288
Rijden met een aanhangwagen (behalve
Azerbeidzjan, Georgië,
Tadzjikistan en
Turkmenistan) ..................... 288
4-2. Rijprocedures Contactslot (auto's zonder Smart entry-systeem en
startknop) ............................ 298
Startknop (auto's met Smart entry-systeem en
startknop) ............................ 300
Automatische transmissie...... 304
Multidrive CVT ....................... 308
Handgeschakelde transmissie .......................... 313
Richtingaanwijzerschakelaar ...316
Parkeerrem ............................ 317
Brake Hold-systeem .............. 320
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Lichtschakelaar...................... 322
AHB (Automatic High Beam) ...325
Schakelaar mistlampen ......... 328
Ruitenwissers en -sproeiers .. 329
Achterruitenwisser en -sproeier ......................... 3324-4. Tanken
Openen van de tankdop ......... 334
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Toyota Safety Sense .............. 336
PCS (Pre-Crash Safety- systeem) .............................. 347
LTA (Lane Tracing Assist)....... 355
LDA (Lane Departure Alert met stuurregeling) ................ 364
RSA (Road Sign Assist) ......... 372
Dynamic Radar Cruise Control met volledig
snelheidsbereik .................... 376
Dynamic Radar Cruise Control ................................. 388
Cruise control ......................... 399
Snelheidsbegrenzer ............... 402
BSM (Blind Spot Monitor)....... 404
Toyota Parking Assist-sensor ...419
PKSB (Parking Support Brake) .................................. 427
Parking Support Brake- functie (voor stilstaande
objecten) .............................. 431
Parking Support Brake- functie (voor voertuigen die
achterlangs rijden) ............... 437
Stop & Start-systeem ............. 441
Rijmodusselectieschakelaar... 449
Multi-terrain Select (AWD- uitvoeringen) ........................ 451
Schakelaar SNOW-modus (AWD-uitvoeringen) ............. 454
Downhill Assist Control........... 455
Uitlaatgasfilter systeem ........... 457
Ondersteunende systemen .... 458
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book P age 277 Monday, October 7, 2019 3:26 PM
3224-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
4-3.Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Bedien de schakelaar om de
verlichting als volgt in te schakelen:
1 De parkeerlichten voor, achter-
lichten, kentekenplaat- en dash-
boardverlichting gaan branden.
2 De koplampen en alle verlich-
ting die hierboven genoemd is,
gaan branden.
3 De koplampen, dagrijverlich-
ting ( Blz. 322) en alle verlichting
die hierboven geno emd is, worden
automatisch in- en uitgeschakeld.
■De AUTO-modus kan worden gebruikt
als
Het contact staat AAN.
■Dagrijverlichting
Om uw auto overdag beter zichtbaar te
maken voor andere weggebruikers, wordt de
dagrijverlichting aut omatisch ingeschakeld als de motor wordt gestart en de parkeerrem
wordt gedeactiveerd met de lichtschakelaar
in de stand . (Brandt helderder dan de
parkeerlichten voor.) Dagrijverlichting is niet
ontworpen voor gebruik in het donker.
■Sensor koplampregeling
De werking van de sensor kan in negatieve
zin beïnvloed worden als er iets over de sen-
sor heen geplaatst wordt of als er iets op de
ruit wordt aangebracht waardoor de sensor
wordt afgeschermd. Hierdoor kan de sensor
niet op de juiste manier de hoeveelheid
omgevingslicht signaleren, waardoor het
automatische koplampsysteem mogelijk
onjuist functioneert.
■Automatisch uitschakelsysteem ver-
lichting
Type A
De verlichting wordt automatisch uitgescha-
keld als het contact in stand ACC of UIT
wordt gezet en het bestuurdersportier wordt
geopend.
Zet om de verlichting weer in te schakelen
het contact AAN of zet de lichtschakelaar een
keer in stand en daarna weer in stand
of .
Type B
●Wanneer de lichtschakelaar in de stand
of staat: De koplampen en de
mistlampen voor worden automatisch uit-
geschakeld als het contact in stand ACC of
UIT wordt gezet.
●Wanneer de lichtschakelaar in de stand
staat: De koplampen en alle overige
verlichting worden automatisch uitgescha-
keld als het contact in stand ACC of UIT
wordt gezet.
Zet om de verlichting weer in te schakelen
het contact AAN of zet de lichtschakelaar een
Lichtschakelaar
De koplampen kunnen handmatig
of automatisch worden bediend.
Inschakelen van de koplampen
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book P age 322 Monday, October 7, 2019 3:26 PM
323
4
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Rijden
keer in stand en daarna weer in stand
of .
■Zoemer verlichting
Auto's zonder Smart entry-systeem en
startknop
Er klinkt een zoemer wanneer het contact in
stand ACC of UIT wordt gezet, de sleutel
wordt verwijderd en het bestuurdersportier
wordt geopend terwijl de verlichting is inge-
schakeld.
Auto's met Smart entry-systeem en start-
knop
Er klinkt een zoemer als het contact in stand
ACC of UIT wordt gezet en het bestuurders-
portier wordt geopend terwijl de verlichting is
ingeschakeld.
■Automatische verticale koplampverstel-
ling
De koplamphoogte wordt automatisch gere-
geld op basis van het aantal passagiers in de
auto en de mate van belading om verblinding
van andere weggebruikers door de koplam-
pen te voorkomen.
■Energiebesparende functie
Type A
Om te voorkomen dat de accu van de auto
ontladen raakt wanneer de koplampen en/of
de achterlichten aan zijn terwijl het contact
UIT wordt gezet, schakelt de energiebespa-
rende functie van de accu alle verlichting na
ongeveer 20 minuten automatisch uit.
Onder de volgende omstandigheden wordt
de energiebesparende functie van de accu
eenmaal uitgeschakeld en vervolgens weer
geactiveerd. Alle verlichting gaat 20 minuten
nadat de energiebesparende functie van de
accu weer is geactiveerd automatisch uit:
●Wanneer de lichtschakelaar wordt bediend
●Wanneer een portier wordt geopend of
gesloten
Type B
Om te voorkomen dat de accu van de auto
ontladen raakt wanneer de lichtschakelaar in
de stand staat terwijl het contact UIT
wordt gezet, schakelt de energiebesparende functie van de accu alle verlichting na onge-
veer 20 minuten automatisch uit.
Onder de volgende omstandigheden wordt
de energiebesparende functie van de accu
eenmaal uitgeschakeld en vervolgens weer
geactiveerd. Alle verl
ichting gaat 20 minuten
nadat de energiebesparende functie van de
accu weer is geactiveerd automatisch uit:
●Wanneer de lichtschakelaar wordt bediend
●Wanneer een portier wordt geopend of
gesloten
■Als “Headlight System Malfunction Visit
Your Dealer” (Storing in koplampsys-
teem. Ga naar uw dealer) op het multi-
informatiedisplay wordt weergegeven
Er is mogelijk een storing in het systeem aan-
wezig. Laat de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instellingen (bijv. gevoeligheid lichtsensor)
kunnen worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoon-
lijke voorkeur sinstellingen: Blz. 701)
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de
accu
Laat de verlichting niet langer branden dan
noodzakelijk is als de motor niet draait.
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book P age 323 Monday, October 7, 2019 3:26 PM
325
4
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Rijden
*: Indien aanwezig
1
Druk de Automa tic High Beam-
schakelaar in. 2
Duw de hendel van u af terwijl de
lichtschakelaar in de stand of
staat.
Het controlelampje van het Automatic High
Beam-systeem gaat branden als het sys-
teem werkt.
■Voorwaarden voor het automatisch in-
of uitschakelen van het grootlicht
●Als aan alle onderstaande voorwaarden is
voldaan, wordt het grootlicht automatisch
ingeschakeld (na ongeveer 1 seconde):
• De rijsnelheid is hoger dan ongeveer 30 -
40 km/h
*-.
• Het gebied voor de auto is niet verlicht.
• Er zijn geen tegenliggers of voorliggers met ingeschakelde koplampen of achter-
lichten.
• Er bevinden zich weinig straatlantaarns op de weg voor u.
●Als aan een van onderstaande voorwaar-
den is voldaan, wordt het grootlicht auto-
matisch uitgeschakeld:
• De rijsnelheid wordt lager dan ongeveer 25
- 30 km/h
*.
• Het gebied voor de auto is verlicht.
• Tegenliggers of voorliggers hebben de koplampen of achterlichten ingeschakeld.
• Er bevinden zich veel straatlantaarns op de weg voor u.
*: De rijsnelheid waarbij het grootlicht auto-
matisch ingeschakel d-/uitgeschakeld
wordt, kan variëren, a fhankelijk van het
land waarvoor de auto is goedgekeurd.
AHB (Automatic High
Beam)*
Het Automatic High Beam-sys-
teem maakt gebruik van een inge-
bouwde camerasensor om de
helderheid van bijvoorbeeld de
straatverlichting en de verlichting
van tegenliggers en voorliggers te
meten, en schakelt indien nodig
automatisch het gr ootlicht in of
uit.
WAARSCHUWING
■Beperkingen van het Automatic High
Beam-systeem
Vertrouw niet blindelings op het Automatic
High Beam-systeem. Rij d altijd voorzich-
tig, houd hierbij de omgeving in de gaten
en schakel indien nodig handmatig het
grootlicht in of uit.
■Voorkomen van onjuiste werking van
het Automatic High Beam-systeem
Voorkom overbelading van uw auto.
Inschakelen van het Automatic
High Beam-systeem
pM_RAV4_OM_OM42C76E_(EE).book P age 325 Monday, October 7, 2019 3:26 PM