Page 177 of 272

177
In geval van pech
8
► Draai de slotbout (indien aanwezig) met wielsleutel 5 en dop 8 vast.► Draai de overige wielbouten vast met alleen wielsleutel 5.► Berg het gereedschap op.
NOTIC E
Bevestiging van een stalen reservewiel of een noodreservewielIndien uw auto is voorzien van lichtmetalen velgen is het normaal dat bij het monteren van het reservewiel de ringen van de bouten de stalen velg of het noodreservewiel niet raken. Als de bouten volledig zijn aangedraaid, zorgt het conische draagvlak van de bouten dat het wiel stevig vastzit.
WARNI NG
Na het verwisselen van een wielBerg het wiel met de lekke band op in de houder.
Ga zo snel mogelijk naar een TOYOTA-dealer of een gekwalificeerde werkplaats.Laat de lekke band nakijken. Na controle kan de monteur u vertellen of de band kan worden gerepareerd of moet worden vervangen.
NOTIC E
Sommige rijhulpsystemen moeten worden uitgeschakeld, zoals de Active Safety Brake.
NOTIC E
Als uw auto is voorzien van een bandenspanningswaarschuwingssysteem, controleer dan de bandenspanning en initialiseer het systeem opnieuw.Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over het bandenspanningswaarschuwingssysteem.
NOTIC E
Wiel met wieldopPlaats bij het monteren van het wiel de wieldop door eerst de inkeping uit te lijnen met het ventiel. Druk de wieldop vervolgens over de hele omtrek met de palm van uw hand op zijn
plaats.
NOTIC E
Op dit label zijn de bandenspanningen aangegeven.
Vervangen van een lamp
NOTIC E
Onder bepaalde weersomstandigheden (lage temperatuur, vochtigheid) kan zich een laagje condens aan de binnenzijde van de koplampen en de achterlichten vormen; dit verdwijnt enkele minuten na het ontsteken van de lampen.
WARNI NG
De koplampunits zijn voorzien van een lampglas van polycarbonaat met een beschermende coating:► reinig de koplampen nooit met een droge of schurende doek en gebruik geen schoonmaak- of oplosmiddelen,► gebruik een spons en zeepsop of een
pH-neutraal product,► wanneer u met een hogedrukreiniger hardnekkig vuil probeert te verwijderen, houd de straal dan nooit langdurig op de lampunits en de
Page 178 of 272

178
randen ervan gericht, om beschadiging van de beschermende coating en de afdichtrubbers te voorkomen.
WARNI NG
Bij het vervangen van een lamp moet het contact UIT zijn en moet de verlichting minstens enkele minuten uitgeschakeld zijn: risico van ernstige brandwonden!
Raak de lamp niet met de vingers aan, maar gebruik een niet-pluizende doek.Het is van belang dat u uitsluitend anti-ultravioletlampen (UV) monteert om beschadiging van de koplamp te voorkomen.Vervang een kapotte lamp altijd door een nieuwe lamp van hetzelfde type en met dezelfde specificaties.
WARNI NG
Openen van de motorkap/toegang tot de lampenGa voorzichtig te werk als de motor warm is: risico van brandwonden!Houd rekening met voorwerpen of kleding die in de bladen van de koelventilator kunnen komen: risico van verstikking!
NOTIC E
Halogeenlampen (Hx)Controleer voor een goede kwaliteit van de verlichting of de lamp op de juiste wijze in de behuizing is geplaatst.
WARNI NG
Na het verwisselen van een lampVoer voor de montage dezelfde handelingen in omgekeerde volgorde uit.Sluit uiterst zorgvuldig de beschermkap om ervoor te zorgen dat de lampunit goed wordt afgedicht.
Typen lampen
Uw auto is voorzien van verschillende typen lampen. Verwijder ze als volgt:
Type AGlassokkellamp: de lamp is gemonteerd met een drukbevestiging. Trek de lamp daarom voorzichtig los.
Type BLamp met bajonetsluiting: druk de lamp iets in en draai deze linksom.
Type CHalogeenlamp: maak de borgveer los.
Type DHalogeenlamp: draai de lamp linksom.
NOTIC E
Controleer na het voltooien van de handelingen de werking van de verlichting.
Verlichting voor
Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over het vervangen van een lamp en in het bijzonder over de typen lampen.
1.Positielicht/dagrijverlichting.Type A, W21/5W
2.Grootlicht.Type C, H1
3.Dimlicht.Type C, H7
Page 179 of 272
179
In geval van pech
8
4.Richtingaanwijzer.Type B, PY21W
5.Mistlamp.Type D, H11
Zijknipperlicht
Type A, WY5W-5W (oranje)
– Druk het zijknipperlicht naar achteren en trek het los.– Breng het zijknipperlicht aan door het er naar voren toe in te steken en vervolgens naar achteren te bewegen.De oranje lampen (richtingaanwijzers en zijknipperlichten) moeten worden vervangen door lampen van dezelfde kleur en met dezelfde specificaties.
Dimlicht
Type C, H7
► Verwijder de beschermkap door aan de lip te trekken. ► Draai het geheel ten opzichte van de behuizing.► Trek de stekker van de lamp los.► Verwijder de lamp en vervang hem.
NOTIC E
Zorg ervoor dat u de beschermkap zo terugplaatst dat de lip bereikbaar is.
Positielicht/dagrijverlichting
Type A, W21/5W
► Draai de stekker een kwartslag rechtsom.► Trek de stekker van de lamp los.► Verwijder de lamp en vervang hem.
Page 180 of 272
180
Grootlicht
Type C, H1
► Verwijder de beschermkap door aan de lip te trekken.► Maak het geheel los van de behuizing.► Trek de stekker van de lamp los.► Verwijder de lamp en vervang hem.
NOTIC E
Zorg ervoor dat u de beschermkap zo terugplaatst dat de lip bereikbaar is.
Richtingaanwijzers
Type B, PY21W
NOTIC E
Het snel knipperen van de richtingaanwijzers (links of rechts) geeft aan dat één of meerdere lampen aan die zijde defect zijn.
► Draai de stekker een kwartslag linksom.► Trek het geheel uit de behuizing.► Verwijder de lamp en vervang hem.
Mistlampen voor
Type D, H11
► Steek een sleufkopschroevendraaier tussen de lampunit en de behuizing.► Wip de behuizing voorzichtig los.
► Verwijder de twee bevestigingsbouten van de module.► Neem de module uit de behuizing.
Page 181 of 272

181
In geval van pech
8
► Druk op de borgklem en maak de stekker los.► Draai de lamphouder los door hem een kwartslag linksom te draaien.► Verwijder de lamphouder.► Vervang de defecte lamp.
NOTIC E
Voor het vervangen van deze lampen kunt u ook contact opnemen met een TOYOTA-dealer of een gekwalificeerde werkplaats.
Achterlichten
Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over het vervangen van een lamp en in het bijzonder over de typen lampen.
Met achterdeuren/achterklep
1.Remlichten/positielicht.Type B, P21/5W
2.Richtingaanwijzers.Type B, PY21W (oranje)
3.Achteruitrijlicht.Type B, P21W
4.Mistachterlicht.Type B, P21W
► Neem vanuit het interieur de stekker aan de achterzijde van de lampunit los.
► Verwijder de twee bevestigingsbouten met behulp van de meegeleverde Torx-sleutel.
Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over de gereedschapsset.► Trek vanaf de buitenzijde de lampunit naar u toe (auto met achterdeuren) of in de richting van het midden van de auto (auto met achterklep).
► Beweeg de borglippen naar buiten en verwijder vervolgens de lamphouder.► Druk de defecte lamp iets in en draai hem een kwartslag linksom om hem te verwijderen.► Vervang de lamp.
Page 182 of 272

182
NOTIC E
Zorg er bij het monteren voor dat de borglippen en de bedrading weer correct worden teruggeplaatst om te voorkomen dat de bedrading klem komt te zitten.
NOTIC E
Nadat de lamp van een richtingaanwijzer achter is vervangen, duurt het opnieuw initialiseren ten minste ongeveer 2 minuten.
Kentekenplaatverlichting
Type A, W5W - 5 W
Met achterdeuren
► Maak de interieurbekleding los.► Neem de stekker los door de lip opzij te bewegen.► Draai de lamphouder los door hem een kwartslag linksom te draaien.► Vervang de lamp.
► Plaats de lamphouder terug en sluit de stekker weer aan.► Plaats de bekleding terug.
Met achterklep
► Verwijder het kunststof lampglas met een schroevendraaier.► Vervang de lamp.► Plaats het kunststof lampglas terug en druk dit vast.
Derde remlicht
Type A, W16W - 16 W
– Draai de twee moeren los.– Druk de pennen samen.– Neem indien nodig de stekker los om de lamp te verwijderen.– Vervang de lamp.
Vervangen van een
zekering
Toegang tot het gereedschap
De tang voor het verwijderen van zekeringen bevindt zich aan de achterzijde van het deksel van de zekeringenkast.
Page 183 of 272

183
In geval van pech
8
► Trek het deksel eerst linksboven en dan rechtsboven los.► Verwijder het deksel volledig.► Haal de tang uit de houder.
Vervangen van een zekering
Voordat u een zekering vervangt, dient u:► De oorzaak van de storing te achterhalen en deze te verhelpen.► Alle stroomverbruikers uit te schakelen.► De auto stil te zetten met het contact UIT.► De defecte zekering op te sporen aan de hand van de beschikbare zekeringtabellen en schema's.Bij het vervangen van een zekering moet u het volgende doen:► Gebruik de speciale tang om de zekering uit de zekeringkast te verwijderen en controleer of het smeltdraadje van de zekering intact is.► Vervang een defecte zekering altijd door een zekering met dezelfde stroomsterkte (zelfde kleur). Het gebruik van een zekering met een afwijkende stroomsterkte kan storingen veroorzaken: kans op brand!
Als de storing zich na het vervangen van de zekering opnieuw voordoet, laat dan het elektrische systeem controleren door een TOYOTA-dealer of een gekwalificeerde werkplaats.
NOTIC E
De zekeringtabellen en bijbehorende schema's zijn op te vragen bij een TOYOTA-dealer of een gekwalificeerde werkplaats.
WARNI NG
Het vervangen van een zekering die niet is opgenomen in de zekeringtabellen kan tot ernstige storingen leiden. Neem contact op met een TOYOTA-dealer of een gekwalificeerde werkplaats.
GoedDefect
Tang
NOTIC E
Elektrische accessoires monterenHet elektrische systeem van uw auto is ontworpen om te werken met zowel standaard
als optionele uitrusting.Neem contact op met een TOYOTA-dealer of een gekwalificeerde werkplaats voordat u andere elektrische verbruikers of accessoires in
uw auto monteert.
WARNI NG
TOYOTA is niet aansprakelijk voor kosten die voortvloeien uit storingen veroorzaakt door het monteren van accessoires die niet door TOYOTA aanbevolen en geleverd worden en niet volgens de voorschriften van het merk zijn gemonteerd. Dit geldt met name als het totale stroomverbruik van alle extra verbruikers meer dan 10 milliampère bedraagt.
NOTIC E
Neem voor meer informatie over de montage van een trekhaak of taxi-uitrusting contact op met een TOYOTA-dealer.
Zekeringen dashboard
De zekeringenkast bevindt zich aan de onderzijde van het dashboard (linkerzijde).
Toegang tot de zekeringen
► Trek het deksel eerst linksboven en dan rechtsboven los.De aanwezigheid van de hieronder beschreven zekeringen is afhankelijk van de uitrusting van uw auto.
Page 184 of 272
184
Zekeringnr.Stroom-sterkte (A)Functies
F110Draadloze smart-phonelader, elek-trochromatische binnenspiegel.
F415Claxon.
F620Ruitensproeier-pomp.
F71012V-aansluiting (achter).
F1030Module elektri-sche vergren-deling.
F1310Bedieningsele-menten audio- en telematicasys-teem.
Zekeringnr.Stroom-sterkte (A)Functies
F145Alarm, overbe-ladingsindicator, geavanceerde telematica-een-heid.
F193Interfacemodule aanhangwagen.
F223Scherm Sur-round Rear Vision.
F235Algemene inter-facemodule aan-hangwagen.
F275Extra verwar-ming.
F2920Audiosysteem, touchscreen.
F321512V-aansluiting (voor).
F345Spiegelbedie-ning.
F365USB-aansluiting.
Zekeringkast in de
motorruimte
De zekeringenkast bevindt zich in de motorruimte, naast de accu.
Toegang tot de zekeringen
► Maak de twee vergrendelingen A los.► Verwijder het deksel.► Vervang de zekering.► Sluit wanneer u klaar bent voorzichtig het deksel en maak de twee vergrendelingen A vast
voor een goede afdichting van de zekeringenkast.