Page 49 of 277

Buitenste zitplaatsen op tweede zitrij (monopost-stoelen)
Kinderen mogen op een buitenste zitplaats op de tweede zitrij worden geplaatst in een kinderzitje
met gor delbevestiging of in een ISOFIX-kinderzitje. Op een buitenste zitplaats achterin mag u een
in de rijrichting geplaatst of tegen de rijrichting in geplaatst ISOFIXof i-Size (i-U) kinderzitje
gebruiken. De buitenste zitplaatsen op de tweede zitrij zijn geschikt voor het gebruik van de
volgende ISOFIX-lengteklassen:
• Lengteklasse A*, B, en B1, in de rijrichting geplaatst.
• Lengteklasse C*, D en E tegen de rijrichting in geplaatst.
Grotere kinderen mogen ook op een buitenste zitplaats op de tweede zitrij op een zitverhoger van
Type B2 of B3 worden geplaatst, die is bevestigd volgens de instructies van de fabrikant van het
kinderzitje.
Opmerking: Om grote tegen de rijrichting in geplaatste ISOFIX-kinderzitjes (lengteklasse C) te
kunnen installeren, dient u de stoel mogelijk helemaal naar achteren te zetten en de
overeenkomstige voorstoel halverwege naar voren te zetten (tot 13 cm vóór de achterste stand),
de stoel te verhogen (3 cm boven de laagste stand) en de rugleuning 15 graden schuin te zetten
(of 10 graden naar achteren vanuit de voorste stand).
Opmerking: Op de buitenste zitplaatsen op de tweede zitrij wordt het gebruik van bovenste
bevestigingsriemen ondersteund (zie Bovenste riemen bevestigen op pagina 55).
Opmerking: Alle gewichtsklassen worden ondersteund. Veilig kinderen vervoeren
48 Handleiding Model X
Page 50 of 277
Attentie: Gebruik Makk
elijk instappen (zoals beschreven in Bestuurderspr o
Page 51 of 277

Middelste zitplaats op tweede zitrij (achterbank of monopost)
Kinderen mogen op de middelste zitplaats achterin worden geplaatst met een tegen de rijrichting
in geplaa tst kinderzitje met gordelbevestiging. Kinderen mogen op de middelste zitplaats achterin
worden geplaatst met een tegen de rijrichting in geplaatst of een in de rijrichting geplaatst
kinderzitje.
Grotere kinderen mogen op de middelste zitplaats op de tweede zitrij op een zitverhoger van
Type B2 of B3 worden geplaatst, die is bevestigd volgens de instructies van de fabrikant van het
kinderzitje.
Opmerking: De middelste zitplaats op de tweede zitrij is niet is uitgerust met onderste
verankeringspunten voor ISOFIX-kinderzitjes.
Opmerking: Alle gewichtsklassen worden ondersteund. Attentie: In aut
o's met een derde zitrij mag u niet de knop op de rugleuning gebruiken voor
een buitenste zitplaats op achterbank op de tweede zitrij wanneer een kind op de tweede
zitrij zit. Als deze knop wordt bediend, worden de gecombineerde linker en middelste
zitplaats naar voren gekanteld waardoor de inzittende bekneld kan raken. Als u deze knop
gebruikt, mag u er niet op vertrouwen dat de Model X automatisch de inzittenden in de auto
detecteert en daar rekening mee houdt. Gebruik deze knop alleen wanneer de zitplaatsen op
de tweede zitrij niet bezet zijn. Zie Toegang tot de stoelen op de derde rij (indien aanwezig) -
achterbanken op pagina 36. Attentie: V
oordat u gaat rijden na het installeren van een kinderzitje op de tweede zitrij, moet
u controleren dat de waarschuwing "stoel ontgrendeld" NIET wordt weergegeven op het
touchscreen of instrumentenpaneel. Deze waarschuwing betekent dat de stoel onveilig is Veilig kinderen vervoeren
50 Handleiding Model X
Page 52 of 277
voor een inzittende, omdat deze niet is teruggezet in de veilige, vergrendelde stand. Als deze
w
aarschuwing wordt weergegeven op het touchscreen of instrumentenpaneel, zet de stoel of
rugleuning dan iets naar voren totdat deze stevig in zijn stand wordt vergrendeld en het
bericht niet langer wordt weergegeven. Veilig kinderen vervoeren
Stoelen en veiligheidsvoorzieningen
51
Page 53 of 277
Zitplaatsen op de derde zitrij
Kinderen mogen op een zitplaats op de derde zitrij worden geplaatst in een kinderzitje met
gor delbevestiging.
Grotere kinderen mogen ook op zitplaats op de derde zitrij op een zitverhoger van Type B2
worden geplaatst, die is bevestigd volgens de instructies van de fabrikant van het kinderzitje.
Opmerking: Om ruimte te maken voor groot tegen de rijrichting in geplaatst kinderzitje, dient u
mogelijk de betr e
Page 54 of 277

Plaatsen van kinderzitjes met
gor
delbevestiging
Volg altijd de gedetailleerde aanwijzingen van
de fabrikant van het kinderzitje. Volg deze
algemene richtlijnen voor kinderzitjes met
gordelbevestiging:
• Controleer of het kinderzitje geschikt is voor het gewicht, de lengte en de leeftijd
van het kind.
• Zorg dat het kind niet te dikke kleding draagt.
• Leg geen voorwerpen tussen het kind en het kinderzitje.
• Verstel vóór aanvang van iedere rit de riemen van het kinderzitje voor ieder kind.
1. Plaats het kinderzitje op de geschikte
zitplaats en trek de veiligheidsgordel
volledig uit. Plaats en bevestig het
kinderzitje volgens de instructies van de
fabrikant van het kinderzitje. 2.
Laa
t de gordel strak oprollen, zorg dat er
geen speling overblijft door het zitje bij
het oprollen van de gordel stevig in de
stoel van de auto te drukken.
3. Bevestig de bovenste
bevestigingsriem(en) volgens de
instructies van de fabrikant van het
kinderzitje (zie Bovenste riemen
bevestigen op pagina 55). ISOFIX-kinderzitjes plaatsen
De buit
enste zitplaatsen op de tweede zitrij
zijn uitgerust met ISOFIX/i-Size
verankeringspunten. Deze verankeringspunten
bevinden zich tussen de zitting en de
rugleuning. De exacte locatie van elk
verankeringspunt wordt aangegeven met een
markering (hieronder afgebeeld) op de
rugleuning, direct boven het betr e
Page 55 of 277

Banken:
Om een ISOFIX/i-Size-kinderzitje te plaatsen,
dient u z
orgvuldig de instructies van de
fabrikant van het kinderzitje te lezen en te
volgen. In deze instructies wordt beschreven
hoe u het kinderzitje op de
verankeringspunten schuift totdat het zitje
hoorbaar vastklikt. Mogelijk moet u het
kinderzitje stevig tegen de rugleuning drukken
om het goed te bevestigen. Voordat u een kind in het kinderzitje zet, dient
u t
e controleren of het kinderzitje stevig is
bevestigd. Pak de voorkant van het kinderzitje
aan weerszijden vast en probeer:
• Het kinderzitje heen en weer te draaien.
• Het kinderzitje van de stoel te trekken.
Als het kinderzitje draait of van de stoel
beweegt, zijn beide vergrendelingen niet
volledig in de verankeringspunten van de stoel
bevestigd. Plaats het zitje dan opnieuw en
probeer het nog eens. Het is essentieel dat
beide vergrendelingen op het kinderzitje
volledig zijn bevestigd. Attentie: Gebruik geen ISOFIX/i-Siz
e
verankeringen met een kinderzitje of
zitverhogers die zijn voorzien van een
integrale veiligheidsgordel als het totale
gewicht van het kind en het kinderzitje
hoger is dan 33 kg.
Steunpoot
De zitplaa
tsen op de eerste en tweede zitrij in
de Model X ondersteunen het gebruik van een
kinderzitje met een steunpoot. Als het
kinderzitje is uitgerust met een steunpoot, trek
de steunpoot dan uit volgens de instructies
van de fabrikant van het kinderzitje. Veilig kinderen vervoeren
54 Handleiding Model X
Page 56 of 277
Bovenste riemen bevestigen
De zitplaa tsen op de tweede en derde zitrij
ondersteunen het gebruik van bovenste
riemen. Als volgens de instructies van de
fabrikant van het kinderzitje een bovenste
riem moet worden bevestigd, bevestig dan de
haak van de riem aan het verankeringspunt
achter de betr e