Overzicht
Interieur
Opmerking: In aut
o's met rechtse besturing zitten veel van de bovenstaande bedieningselementen
op dezelfde plaats, maar dan gespiegeld aan de rechterzijde van de auto.
1. Portiergrepen interieur (Portieren van binnenuit openen op pagina 13)
2. Verkeersbewuste cruise control (Verkeersbewuste cruise control op pagina 124) en
Stuurautomaat (Stuurautomaat op pagina 131)
3. Grootlicht (Grootlicht op pagina 79), signalen van richtingaanwijzers (Richtingaanwijzers op
pagina 80), ruitenwissers en -sproeiers (Ruitenwissers en -sproeiers op pagina 87)
4. Toetsen op het stuur - links (Toetsen links op het stuur gebruiken op pagina 67)
5. Instrumentenpaneel (Instrumentenpaneel op pagina 81)
6. Toetsen op het stuur - rechts (Toetsen rechts op het stuur gebruiken op pagina 68)
7. Selectiehendel (Schakelen op pagina 75)
8. Touchscreen (Overzicht touchscreen op pagina 4)
9. Knop dashboardkastje (Dashboardkastje op pagina 28)
10. Climate control (Climate control op pagina 170)
11. Schakelaars ruitbediening (Openen en sluiten op pagina 21)
12. Schakelaars spiegelverstelling (Spiegels op pagina 71)
13. Stoelen (Voorstoelen en achterbank op pagina 32)
14. Stuurkolomverstelling (niet zichtbaar in bovenstaande afbeelding) (Stuur op pagina 67)
15. Claxon (Claxon op pagina 70)
16. Remmen (Remmen en stoppen op pagina 89)
17. Gaspedaal (Acceleratiemodi op pagina 97)
18. Alarmknipperlichten (Alarmknipperlichten op pagina 80)
19. Bekerhouders (Bekerhouders op pagina 30) Interieur
2 Handleiding Model X
Instrumentenpaneel - Rijden
W anneer de Model X rijdt (of klaar is om weg te rijden), geeft het instrumentenpaneel uw huidige
rijstatus weer, samen met een real-time visualisatie van de weg zoals gedetecteerd door de
Autopilot-componenten (zie Over Autopilot op pagina 121). De visualisatie zoomt indien nodig
automatisch in en uit om u te informeren wanneer een voertuig in de dode hoek wordt
gedetecteerd.
Opmerking: De onderstaande afbeelding is uitsluitend bedoeld ter verduidelijking. Afhankelijk van
de voertuigopties, de softwareversie en het land van bestemming kan de informatie op het
touchscreen enigszins afwijken. 1.
C
ontrolelampjes bovenaan geven de status weer (zie Instrumentenpaneel op pagina 81).
2. Wanneer u actief naar een bestemming navigeert, worden hier navigatie-instructies
weergegeven. Gebruik de linkerknoppen op het stuur om te wijzigen wat u links op het
instrumentenpaneel ziet wanneer er geen navigatie-instructies worden weergegeven (zie
Toetsen links op het stuur gebruiken op pagina 67).
3. Verkeersbewuste cruise control rijdt op een ingestelde snelheid. Wanneer Verkeersbewuste
cruise control beschikbaar is maar u geen cruisesnelheid hebt ingesteld, is dit pictogram grijs
en wordt de snelheid niet weergegeven (zie Verkeersbewuste cruise control op pagina 124).
Opmerking: Op wegen waar de kaartinformatie aangeeft dat een voorwaardelijke
snelheidslimiet van toepassing is (bijvoorbeeld een snelheidslimiet vanwege tijdstip of
weersomstandigheden), verschijnt onder de eerste snelheidslimiet een tweede snelheidslimiet.
Het is de verantwoordelijkheid van de bestuurder om te bepalen of de voorwaardelijke
snelheidslimiet van toepassing is en de rijsnelheid aan te passen.
4. Rijsnelheid.
5. Stuurautomaat stuurt de Model X actief. Wanneer Stuurautomaat beschikbaar maar niet
geactiveerd is, wordt het pictogram grijs weergegeven (zie Stuurautomaat op pagina 131).
6. Op de Energie-gr a
Tractie Controle
Hoe het w
erkt
Tractie Controle is een systeem dat
voortdurend de snelheid van de voor- en
achterwielen controleert. Als de wielen van de
Model X hun grip verliezen, wordt het
doorslippen van de wielen tegengegaan door
de remmen te bedienen en het
motorvermogen te beperken. Tractie Controle
is standaard ingeschakeld. Onder normale
omstandigheden moet dit ingeschakeld blijven
om maximale veiligheid te garanderen. Dit gele controlelampje op het
ins
trumentenpaneel gaat knipperen
telkens wanneer Tractie Controle
actief de remdruk en het
motorvermogen regelt om
doorslippen te minimaliseren. Als het
controlelampje continu blijft
branden, is er een storing van Tractie
Controle gedetecteerd. Neem
contact op met Tesla Service. Attentie: T
ractie Controle kan geen
aanrijdingen door gevaarlijk rijgedrag of
te hoge snelheden in bochten voorkomen.
Doorslippen van de wielen toestaan
Om de wielen met een beperk
te snelheid te
laten doorslippen, kunt u Slip start
inschakelen. Slip start kan alleen worden
ingeschakeld wanneer de Model X 48 km/h of
langzamer rijdt. Slip start wordt automatisch
uitgeschakeld wanneer de snelheid 80 km/h
overschrijdt.
Slip start dient onder normale
omstandigheden niet te worden ingeschakeld.
Schakel het alleen in wanneer u bewust wilt
dat de wielen doorslippen, zoals bij:
• Wegrijden op een gladde ondergrond, zoals grind of sneeuw
• Rijden in diepe sneeuw, zand of modder
• Schommelen om uit een kuil of gat weg te komen
Als u de wielen wilt laten doorslippen, tikt u
op Bediening > Rijden > Tractie Controle > Slip
start Op het instrumentenpaneel wordt
een w
aarschuwingsbericht
weergegeven wanneer Slip start is
ingeschakeld. Hoewel Slip start automatisch wordt
uit
geschakeld wanneer u de Model X een
volgende keer start, wordt sterk aanbevolen
het systeem onmiddellijk uit te schakelen
zodra de omstandigheden dit toelaten.
Opmerking: Slip start kan niet worden
ingeschakeld wanneer u actief gebruikmaakt
van Verkeersbewuste cruise control. Tractie Controle
Rijden
93
• De lading op de aanhanger gelijkmatig is
v erdeeld, zodat de kogeldruk ca. 4% van
het totale aanhangergewicht bedraagt
zonder dat de in Trekgewicht genoemde
maximale kogeldruk wordt overschreden. Attentie: De k
ogeldruk moet ca. 4%
bedragen van het totale
aanhangergewicht, zonder dat de in
Trekgewicht genoemde maximale
kogeldruk wordt overschreden. Als de
aanhanger niet goed wordt beladen (bijv.
te veel lading aan de achterkant) kan de
aanhanger gaan slingeren, waardoor de
auto mogelijk onbeheersbaar wordt. Attentie: Z
org er altijd voor dat de lading
in de aanhanger is gezekerd en niet kan
gaan schuiven. Bewegende/schuivende
lading kan ertoe leiden dat de auto
onbeheersbaar wordt, wat ongevallen
met ernstig of zelfs dodelijk letsel tot
gevolg kan hebben.
Aanhangermodus Aanhangermodus (s
tand aanhangwagen
trekken) moet bij het trekken van een
aanhanger altijd zijn ingeschakeld. Als u de
elektrische aansluiting van een aanhanger
aansluit, schakelt de Model X automatisch
Aanhangermodus in. Als u de elektrische
aansluiting van de aanhanger loskoppelt,
wordt de Aanhangermodus uitgeschakeld. Tik
op Bediening > Rijden > Aanhangermodus op
het touchscreen om Aanhangermodus
handmatig in of uit te schakelen. Een van de
volgende controlelampjes gaat branden in het
instrumentenpaneel: Aanhangermodus is actief.
De Model X detecteert een
aansluiting v
oor
aanhangerverlichting, maar
Aanhangermodus is uitgeschakeld.
Waarschijnlijk is een draagaccessoire
aangesloten. De Model X detecteert een defecte
elek
trische verbinding voor de
aanhangerverlichting. De
aanhangerverlichting werkt mogelijk
gedeeltelijk of helemaal niet. Stop de
auto zodra dit veilig kan en
inspecteer de aanhangerverlichting
op defecte kabels of aansluitingen.
Als de problemen zijn verholpen
maar het rode pictogram nog steeds
wordt weergegeven, schakel dan
Aanhangermodus uit en vervolgens
weer in.
Opmerking: In situa
ties waarin de Model X een
zware lading detecteert, neemt de auto aan
dat er een aanhanger is aangekoppeld en
wordt Aanhangermodus automatisch
ingeschakeld. Er verschijnt een melding op het
instrumentenpaneel waaruit blijkt dat
Aanhangermodus is ingeschakeld. Wanneer
Aanhangermodus automatisch is ingeschakeld
omdat er een zware lading is gedetecteerd,
kunt u de Aanhangermodus-instelling alleen
wijzigen door de Model X tot stilstand te
brengen en de stand P (Parkeren) in te
schakelen of de stand N (Neutraal) in te
schakelen en de parkeerrem via het
touchscreen handmatig in te schakelen
(Bediening > Rijden > E-Brake en
uitschakelen > Parkeerrem).
Sommige functies van Autopilot
(Stuurautomaat, Voorrijden, Rijstrookhulp,
etc.) en de functionaliteit van de
parkeersensoren achter zijn mogelijk niet
beschikbaar wanneer Aanhangermodus is
ingeschakeld. Daarnaast verschilt de werking
van de volgende functies:
• Verkeersbewuste cruise control vergroot de afstand tot de auto voor u.
• Het luchtveringssysteem voert geen snelheidsafhankelijke aanpassingen uit
tussen STANDAARD en LAAG.
• Het luchtveringssysteem verhoogt niet automatisch de rijhoogte op basis van
opgeslagen locaties.
• Waarschuwing voor zijdelingse botsing is actief, maar automatisch ingrijpen op de
besturing is uitgeschakeld.
• De remkracht van Automatisch remmen bij noodstop (zie Botsing ontwijkingshulp
op pagina 152) wordt aanzienlijk begrensd. Attentie: V
ertrouw er niet op dat Model X
de aanhanger detecteert en automatisch
Aanhangermodus inschakelt. Controleer
altijd op Aanhangermodus is Aanhangers trekken en accessoires dragen
Rijden
111
Functies
De ze veiligheidsfuncties zijn beschikbaar op
elke Model X:
• Rijstrookhulp (zie Rijstrookhulp op pagina 149).
• Botsing ontwijkingshulp (zie Botsing ontwijkingshulp op pagina 152).
• Snelheidshulp (zie Snelheidshulp op pagina 156).
• Automatisch grootlicht (zie Grootlicht op pagina 79).
Deze comfortfuncties van Autopilot zijn
bedoeld om de inspanningen van de
bestuurder te verminderen:
• Verkeersbewuste cruise control (zie Verkeersbewuste cruise control op pagina
124)
• Stuurautomaat (zie Stuurautomaat op pagina 131)
• Auto baan verwisselen (zie Auto baan verwisselen op pagina 133)
• Parkeerautomaat (zie Parkeerautomaat op pagina 139)
• Voorrijden (zie Voorrijden op pagina 141)
• Slim voorrijden (Slim voorrijden op pagina 145)
• Navigeren met Autopilot (zie Navigeren met Autopilot op pagina 134)
Opmerking: Afhankelijk van de marktregio, de
aangeschafte opties en de softwareversie is
uw auto mogelijk niet uitgerust met alle
Autopilot-functies.
U kunt enkele van deze functies in- en
uitschakelen en in sommige gevallen de
werking ervan bepalen. Tik op Bediening >
Autopilot om toegang te krijgen tot de
instellingen.
Rijden om camera's te kalibrerenModel X moet met veel precisie manoeuvreren
wanneer Autopilot-functies worden gebruikt.
Daarom moeten enkele camera's een
zelfkalibratieproces uitvoeren voordat
bepaalde functies (bijvoorbeeld
Verkeersbewuste cruise control of
Stuurautomaat) voor de eerste keer of na
bepaalde servicereparaties kunnen worden
gebruikt. Voor uw gemak verschijnt er een
waarschuwing op het instrumentenpaneel. De kalibratie is normaal voltooid nadat er
32-40 km is ger
eden, maar de afstand varieert
afhankelijk van de weg- en
omgevingsomstandigheden. Bij rijden op een
rechte weg met goed zichtbare
rijstrookmarkeringen kan de Model X de
kalibratie sneller uitvoeren. Wanneer de
kalibratie is voltooid, zijn de Autopilot-functies
gereed voor gebruik. Neem alleen contact op
met Tesla als uw Model X het kalibratieproces
niet heeft voltooid nadat u 160 km hebt
gereden.
Opmerking: Wanneer u voordat het
kalibratieproces volledig is uitgevoerd
probeert een functie te gebruiken die niet
beschikbaar is, wordt de functie niet
ingeschakeld en verschijnt er een bericht op
het instrumentenpaneel.
Opmerking: Model X moet het kalibratieproces
herhalen wanneer door Tesla onderhoud is
uitgevoerd aan de camera's of, in sommige
gevallen, na een software-update.
Opmerking: Het zelfkalibratieproces waarbij
met de auto moet worden gereden is alleen
van toepassing op de Model X gebouwd na
ongeveer 12 oktober 2016.
Beperkingen
De prestaties van de Autopilot-componenten
kunnen door veel factoren worden beïnvloed,
waardoor ze mogelijk niet werken zoals
bedoeld. Deze factoren omvatten (maar zijn
niet beperkt tot):
• Slecht zicht (bij zware regenval, sneeuw, mist enz.).
• Fel licht (door koplampen van tegenliggers, direct zonlicht, etc.).
• Schade of obstakels veroorzaakt door modder, ijs, sneeuw enz.
• Interferentie of belemmering door object(en) die op de auto zijn bevestigd
(zoals een
Verkeersbewuste cruise control
Opmerking: V
erkeersbewuste cruise control is
een BÈTA-functie.
Opmerking: Als uw auto niet is uitgerust met
een optioneel Autopilot-pakket, raadpleeg dan
de handleiding op het touchscreen van uw
auto voor instructies voor het gebruik van de
cruise control.
Verkeersbewuste cruise control (indien
aanwezig) gebruikt de naar voren gerichte
camera's en de radarsensor om te bepalen of
zich vóór u een voertuig bevindt in dezelfde
rijstrook. Als het gebied vóór de Model X vrij
is, houdt Verkeersbewuste cruise control een
ingestelde snelheid aan. Als er een auto wordt
gedetecteerd, zorgt Verkeersbewuste cruise
control ervoor dat de Model X indien nodig
afremt om een tijdgerelateerde afstand te
behouden tot de voorligger, tot aan de
ingestelde snelheid. Met Verkeersbewuste
cruise control blijft het noodzakelijk om op de
weg voor u te letten en indien nodig zelf te
remmen.
Verkeersbewuste cruise control is
hoofdzakelijk bedoeld voor rijden op droge,
rechte wegen, zoals snelwegen. Cruise control
mag niet in de stad gebruikt worden. Attentie: V
erkeersbewuste cruise control
is uitsluitend bedoeld om uw rijcomfort
en gemak te vergroten en is geen
waarschuwings- of vermijdingssysteem
voor botsingen. Het is uw
verantwoordelijkheid om alert te blijven,
veilig te rijden en de auto te allen tijde
onder controle te hebben. Vertrouw nooit
alleen op Verkeersbewuste cruise control
om de Model X voldoende af te remmen.
Blijf altijd op de weg voor u letten en zorg
ervoor dat u klaar bent om in te grijpen.
Als u dit niet doet, kan dit tot ernstig of
zelfs dodelijk letsel leiden. Attentie: Ondanks da
t Verkeersbewuste
cruise control in staat is voetgangers en
• Uw huidige rijsnelheid. De
minimumsnelheid die u k unt instellen is
30 km/h en de maximumsnelheid is 150
km/h. De bestuurder blijft te allen tijde
verantwoordelijk voor het kiezen van een
veilige snelheid op basis van de
rijomstandigheden en de
maximumsnelheid.
• De snelheidslimiet, inclusief eventuele marges die u hebt ingesteld (zie
Snelheidshulp op pagina 156).
Om de cruisesnelheid in te stellen op uw
huidige rijsnelheid beweegt u de cruise
control-hendel omhoog of omlaag. Om de cruisesnelheid in te stellen op de
snelheidslimiet, inclusief e
ventuele marges die
u hebt ingesteld met Snelheidshulp, trekt u de
cruise control-hendel naar u toe. Wanneer u al
sneller rijdt dan de snelheidslimiet, wordt de
snelheid niet ingesteld op de snelheidslimiet,
maar op uw huidige rijsnelheid. Wanneer u de
cruise control-hendel omhoog of omlaag
beweegt nadat u Verkeersbewuste cruise
control hebt ingesteld op de snelheidslimiet,
verandert de ingestelde snelheid in uw huidige
rijsnelheid. Na het instellen van de cruisesnelheid laat u
het gaspedaal los. V
erkeersbewuste cruise
control handhaaft nu de ingestelde snelheid. Wanneer de cruisesnelheid is
inges
teld, wordt het
snelheidsmeterpictogram op
het instrumentenpaneel
blauw en geeft de ingestelde
snelheid weer.
Opmerking: W
anneer u de cruise control-
hendel twee keer naar u toe trekt, wordt
Stuurautomaat geactiveerd (mits deze functie
is ingeschakeld zoals beschreven in
Stuurautomaat op pagina 131). Als u in dit
geval nog niet bij een ingestelde snelheid rijdt,
wordt de cruisesnelheid ingesteld op uw
huidige rijsnelheid of op de snelheidslimiet
(inclusief eventuele ingestelde marges), welke
van de twee het hoogst is. Attentie: W
anneer u de cruisesnelheid
aanpast aan de maximumsnelheid,
verandert de ingestelde snelheid niet als
de maximumsnelheid verandert. U moet
de cruise control-hendel opnieuw naar u
toetrekken om de nieuwe snelheidslimiet
als cruisesnelheid te gebruiken. U kunt uw
cruisesnelheid op elk gewenst moment
ook handmatig aanpassen (zie De
ingestelde snelheid wijzigen op pagina
126). Attentie: V
ertrouw niet alleen op
Verkeersbewuste cruise control of
Snelheidshulp voor het bepalen van de
juiste cruisesnelheid. Kies altijd een veilige
snelheid op basis van de
rijomstandigheden en de geldende
maximumsnelheid.
Rijden met de ingestelde snelheid
V
erkeersbewuste cruise control handhaaft de
ingestelde cruisesnelheid zolang er geen
voorligger voor de Model X wordt
gedetecteerd. Wanneer u achter een
gedetecteerde voorligger rijdt, verhoogt of
verlaagt Verkeersbewuste cruise control de
snelheid van de Model X om een
geselecteerde volgafstand te bewaren (zie De
afstand tot de voorligger instellen op pagina
128), tot de ingestelde snelheid.
Verkeersbewuste cruise control past de
cruisesnelheid ook aan in bochten.
U kunt op elk willekeurig moment zelf
accelereren als u bij een ingestelde snelheid
rijdt, maar als u het gaspedaal loslaat, hervat
Verkeersbewuste cruise control het rijden bij
de ingestelde snelheid. Verkeersbewuste cruise control
Autopilot
125
Opmerking: Als V
erkeersbewuste cruise
control de Model X actief afremt om de
geselecteerde afstand tot de voorligger te
bewaren, gaan de remlichten branden om het
achteropkomende verkeer te waarschuwen.
Wellicht bemerkt u een lichte beweging van
het rempedaal. Als Verkeersbewuste cruise
control er echter voor zorgt dat de Model X
accelereert, beweegt het gaspedaal niet. Attentie: V
erkeersbewuste cruise control
kan er in sommige gevallen toe leiden dat
de Model X onnodig of onverwachts
afremt. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren als
een voorligger op korte afstand wordt
gevolgd of wanneer voertuigen of
objecten op naastgelegen rijstroken (met
name in bochten) worden gedetecteerd. Attentie: V
anwege inherente beperkingen
van het boord-GPS (Global Positioning
System), kunnen zich situaties voordoen
waarin Verkeersbewuste cruise control de
auto afremt, met name bij snelwegafritten
waar een bocht wordt gedetecteerd
en/of wanneer u actief naar een
bestemming navigeert en niet de route
volgt. Attentie: V
erkeersbewuste cruise control
kan niet elk object detecteren. Daarom
kan het, met name in situaties waarin u
sneller rijdt dan 80 km/h, gebeuren dat
het systeem niet remt/vertraagt wanneer
voertuigen of objecten zich slechts voor
een deel in de rijstrook bevinden of
wanneer uw voorligger van rijbaan wisselt
waarna er zich voor u plotseling een
stilstaand of langzaam rijdend voertuig of
object op de rijstrook bevindt. Let altijd
op de weg voor u en zorg ervoor dat u
onmiddellijk kunt ingrijpen. Als u volledig
vertrouwt op Verkeersbewuste cruise
control om een botsing te voorkomen,
kan dit tot ernstig letsel of de dood
leiden. Bovendien kan Verkeersbewuste
cruise control reageren op voertuigen of
objecten die ofwel niet bestaan of zich
niet op uw rijstrook bevinden. Hierdoor
kan het gebeuren dat de Model X
onnodig afremt. Attentie: V
erkeersbewuste cruise control
is mogelijk niet in staat de snelheid
voldoende te regelen door onvoldoende
remvermogen of door hellingen. Het kan
ook gebeuren dat het systeem de afstand
tot een voorligger verkeerd inschat.
Tijdens afdalingen kan de snelheid
toenemen, waardoor de Model X de
ingestelde snelheid (en mogelijk de
toegestane maximumsnelheid) overschrijdt. Vertrouw nooit alleen op
V
erkeersbewuste cruise control om de
auto voldoende af te remmen om een
botsing te voorkomen. Houd uw ogen
altijd op de weg gericht terwijl u rijdt en
wees erop voorbereid dat u mogelijk
moet ingrijpen. Als u volledig vertrouwt
op Verkeersbewuste cruise control om de
auto voldoende af te remmen en een
botsing te voorkomen, kan dit tot ernstig
letsel of de dood leiden.
Voertuigen inhalen in niet-
inhaals
troken
Als u 80 km/h of sneller rijdt, vereist
Verkeersbewuste cruise control dat u
Verkeersbewuste cruise control zich op een
inhaalstrook bevindt om een ander voertuig in
te halen. Als u zich niet op een inhaalstrook
bevindt (rechts van een voertuig bij
rechtsrijdend verkeer of links van een voertuig
bij linksrijdend verkeer), voorkomt
Verkeersbewuste cruise control dat u andere
voertuigen inhaalt. In plaats daarvan mindert
de Model X vaart tot de snelheid van het
andere voertuig, alsof dit zich in dezelfde
rijstrook als uw auto bevindt. Als u het
gaspedaal intrapt om het voertuig in te halen,
staat Verkeersbewuste cruise control toe dat u
voertuigen inhaalt wanneer u zich niet op een
inhaalstrook bevindt, totdat u van rijstrook
wisselt of de cruise control hervat (de functie
voorkomt dan weer dat u voertuigen inhaalt
wanneer u zich niet op een inhaalstrook
bevindt).
Opmerking: U bent zelf verantwoordelijk voor
het volgen van alle verkeersregels met
betrekking tot inhalen en het gebruik van niet-
inhaalstroken.
De ingestelde snelheid wijzigen
Als u de ingestelde snelheid wilt veranderen
bij gebruik van Verkeersbewuste cruise
control, beweegt u de cruise control-hendel
omhoog (sneller) of omlaag (langzamer)
totdat de gewenste snelheid wordt
weergegeven. Verkeersbewuste cruise control
126 Handleiding Model X