Inhoudsopgave
Ov
erzicht............................................................ 2
Interieur...........................................................................................2
Exterieur......................................................................................... 3
Overzicht touchscreen..............................................................4
Openen en sluiten......................................... 10
Sleutels en portieren................................................................ 10
Ruiten............................................................................................. 21
Achterbak.................................................................................... 23
Voorbak........................................................................................ 26
Opbergruimte en elektronica in het interieur................ 28
Zonnekleppen............................................................................. 31
Stoelen en veiligheidsvoorzieningen..... 32
Voorstoelen en achterbank...................................................32
Veiligheidsgordels.................................................................... 38
Veilig kinderen vervoeren.......................................................41
Airbags......................................................................................... 60
Rijden................................................................ 64
Bestuurderspr o
Stoelen en veiligheidsvoorzieningen
Voorstoelen en achterbank
C
orrecte houding
De stoel, de hoofdsteun, de gordel en de
airbag vormen een combinatie die zorgt voor
een optimale veiligheid. Een juist gebruik
geeft een maximale bescherming. Stel de stoel zo in dat u de veiligheidsgordel
goed k
unt dragen en u zo ver mogelijk van de
airbag zit:
1. Ga rechtop zitten met beide voeten op de
vloer en met de rugleuning niet meer dan
30 graden achterover.
2. Zorg dat u goed bij de pedalen kunt en
dat uw armen iets gebogen zijn als u het
stuur vastpakt. De afstand tussen borst en
het midden van de airbag moet minstens
25 cm bedragen.
3. Leg de schoudergordel midden over uw
schouder, zorg dat uw nek vrij blijft. Leg
de heupgordel strak over de heupen, niet
over uw buik.
Model X stoelen hebben ingebouwde
hoofdsteunen die niet versteld of verwijderd
kunnen worden. De voorstoelen verstellen
1.
Z
et de stoel naar voren/achteren en
verstel de hoogte en hellingshoek van de
stoel.
2. Rugleuning verstellen.
3. Lendensteun verstellen. Attentie: V
oordat u een voorstoel verstelt,
dient u te controleren of de omgeving van
de stoel vrij is van obstakels (personen en
voorwerpen). Attentie: V
erstel de stoelen niet onder het
rijden. Dit vergroot de kans op een
aanrijding. Attentie: Rijd niet met de aut
o als de
rugleuning van de stoel achterover
gekanteld is. Dit is gevaarlijk en kan
ernstig letsel veroorzaken als u bij een
aanrijding onder de gordel doorschiet.
Zorg dat de rugleuning van de stoel Voorstoelen en achterbank
32 Handleiding Model X
1.
Hoofdsteun naar voren klappen.
2. Rugleuning naar voren klappen.
Opmerking: Verwijder alle spullen van de
stoelen en van de vloer voordat u
rugleuningen van de derde zitrij neerklapt. Het
kan zijn dat de stoelen op de tweede rij iets
naar voren geschoven moeten worden om de
rugleuningen van de stoelen volledig neer te
klappen.
Opmerking: Als u rijdt met naar voren
geklapte zitplaatsen op de derde zitrij is
mogelijk meer geluid en/of trilling
waarneembaar vanuit de achterkant van de
auto (achterbak, wielophanging, etc.).
Opmerking: Om de stoelen te verhogen, houd
u de toets op de buitenste bovenhoek van de
stoel ingedrukt en trekt u de rugleuning
omhoog totdat deze op zijn plaats wordt
vergrendeld. Probeer de rugleuning naar voren
te trekken om te controleren of deze goed
vastzit. Attentie: C
ontroleer altijd of de stoelen en
rugleuningen zijn vergrendeld in de
rechtopstand voordat u gaat rijden.
Wanneer u dit niet doet, vergroot u de
kans op letsel.
Stoelverwarming
De v
oorstoelen zijn uitgerust met
thermostatisch geregelde stoelverwarming
met 3 standen (1 = laagste stand, 3 = hoogste
stand). Zie Climate control op pagina 170 voor
de bediening van de stoelverwarming.
Als de Model X is uitgerust met het Cold
Weather-pakket, kunt u ook de
stoelverwarming van alle achterstoelen, de
verwarmde ruitenwissers en ruitensproeiers
bedienen door te tikken op de
bedieningselementen voor climate control op
het touchscreen (zie Climate control op
pagina 170). Attentie: Om v
erbranding bij langdurig
gebruik te voorkomen, moeten mensen
met aandoeningen aan het zenuwstelsel
of een verminderde gevoeligheid voor
pijn vanwege diabetes, leeftijd,
neurologische problemen enz. extra
voorzichtig zijn bij het gebruik van de
climate control en de stoelverwarming.
Stoelhoezen Attentie: Gebruik geen s
toelhoezen in de
Model X. Deze zouden bij een aanrijding
de goede werking van de zijairbags in de stoelen kunnen verstoren. Als de auto is
uit
gerust met een systeem voor het
detecteren van inzittenden dat wordt
gebruikt om de status van de frontairbag
aan passagierszijde te bepalen, kunnen
stoelhoezen de werking van dit systeem
ook verstoren. Voorstoelen en achterbank
Stoelen en veiligheidsvoorzieningen
37
Veilig kinderen vervoeren
Fr
ontairbag passagierszijde moet UIT zijn Attentie: Laa
t een kind nooit plaatsnemen op een tegen de rijrichting in geplaatst kinderzitje
op de passagiersstoel voorin. Dit kan tot ERNSTIG of zelfs DODELIJK LETSEL leiden.
Controleer altijd of deze airbag UIT is (zie Airbags op pagina 60).
Raadpleeg het volgende label dat op de zonnekleppen is aangebracht: Om de frontairbag aan passagierszijde uit te schakelen, tikt u op Bediening > V
eiligheid en
beveiliging > Frontairbag passagierszijde (zie Airbags op pagina 60).
De status van de frontairbag aan passagierszijde wordt in de bovenhoek van het touchscreen
aangegeven: Als een kind op de passagiersstoel voorin zit, controleer dan altijd voordat u
gaa
t rijden of de frontairbag aan passagierszijde UIT is. Om een volwassene die vervolgens plaatsneemt op de passagiersstoel voorin
t
e beschermen, moet de frontairbag aan passagierszijde weer worden
ingeschakeld. Attentie: Als een kind plaa
tsneemt op de voorpassagiersstoel, is het de verantwoordelijkheid
van de bestuurder om te controleren of de frontairbag aan passagierszijde is uitgeschakeld. Attentie: Als de s
tatus van de frontairbag aan passagierszijde niet aan de bovenstaande
voorwaarden voldoet, neem dan onmiddellijk contact op met Tesla.
Geschiktheid en plaatsen van kinderzitjes Alle v
eiligheidsgordels van de Model X zijn bedoeld voor volwassenen. Bij het vervoeren van
kinderen moet u het volgende doen:
• Gebruik een kinderzitje dat geschikt is voor de leeftijd, het gewicht of de lengte van het kind (zie Aanbevolen kinderzitjes op pagina 42).
• Gebruik een kinderzitje dat geschikt is voor de betr e
Passagiersstoel voorin
Attentie: Laa
t nooit een kind op de voorpassagiersstoel zitten wanneer de frontairbag aan
passagierszijde actief is. Dit kan tot ernstig of zelfs dodelijk letsel leiden. Attentie: Om een kinder
zitje met gordelbevestiging op de voorstoel te kunnen plaatsen, moet
u de stoel in de middelhoge stand (ca. 3 cm verhogen) zetten.
Opmerking: De pas
sagiersstoel voorin is uitgerust met onderste verankeringspunten voor ISOFIX-
kinderzitjes. Ook is de passagiersstoel voorin niet voorzien van een bovenste verankeringspunt. Als de frontairbag aan passagierszijde is uitgeschakeld en de hoogte van de zitting in de
middels
te stand is gezet, mogen kinderen op de voorstoel worden geplaatst als een van de
volgende soorten kinderzitjes met gordelbevestiging wordt gebruikt:
• In de rijrichting geplaatst, universeel.
• Tegen de rijrichting in geplaatst, universeel.
Opmerking: De passagiersstoel voorin is uitgerust met onderste verankeringspunten voor
ISOFIX/i-Size kinderzitjes. Veilig kinderen vervoeren
44 Handleiding Model X
Gewichtsklasse Gewicht kind
Frontairbag
pas
sagierszijde AAN Frontairbag
pas
sagierszijde UIT
Klasse 0 Tot 10 kg Niet toegestaanToegestaan
Klasse 0+ Tot 13 kg Niet toegestaanToegestaan
Klasse I 9 tot 18 kg Niet toegestaanToegestaan
Klasse II 15 tot 25 kg Niet toegestaanToegestaan
Klasse III 22 tot 36 kg Niet toegestaanToegestaan Veilig kinderen vervoeren
Stoelen en veiligheidsvoorzieningen
45
Technische informatie
ECE 16-07 Bijlage 17, Aanhangsel 3, T abel 1 Stoelpositienummer (zie onder)
1 en 3
Airbag pas
s
UIT 1 en 3
Airbag pas
s
AAN 4 5 6 7 9
Toegestane
ge
wichtsklassen 0, 0+, I,
II, III Nee 0, 0+, I,
II, III0, 0+, I,
II, III 0, 0+, I,
II, III 0, 0+, I,
II, III 0, 0+, I,
II, III
Geschikt voor universele
gor
delbevestiging? Ja (*1) Nee Ja Ja Ja Ja (*4) Ja (*4)
Geschikt voor i-Size? Nee Nee Ja Nee Ja Nee Nee
Geschikt voor
lengt
erichting (L1/L2)? Nee Nee L1 (*3) Nee Nee Nee Nee
Grootste geschikte tegen
de rijrichting in geplaa
tste
ISOFIX (R1/R2X/R2/R3). Nee Nee R3 (*2) Nee R3 (*2) Nee
(*5)Nee
(*5)
Grootste geschikte in de
rijrichting geplaa
tst
ISOFIX-zitje (F1/F2X/F2/
F3). Nee Nee F3 Nee F3 Nee
(*5)Nee
(*5)
Grootste geschikte
zitv
erhoger (B2/B3). B3 Nee B3 (*6) B3 (*6) B3 (*6) B2 B2
Geschikt voor steunpoot? Ja Nee Ja Ja Ja Nee Nee
*OPMERKINGEN:
1. Om een kinder
zitje met gordelbevestiging op de voorstoel te kunnen plaatsen, moet u de stoel
in de middelhoge stand zetten.
2. Om een ISOFIX-kinderzitje op een zitplaatsen op de tweede of derde zitrij te kunnen plaatsen,
dient u de overeenkomstige stoel daarvóór halverwege naar voren te zetten. Verstel de
rugleuning 15 graden ten opzichte van de voorste stand. Alleen voorstoel - zet de zitting 3 cm
omhoog vanuit de laagste stand.
3. Links op de achterbank op de tweede zitrij mag een reiswieg worden gebruikt, niet op
monopost-stoelen.
4. Wanneer een gordelbevestiging op de derde zitrij is geïnstalleerd, kunnen de buitenste en
middelste zitplaatsen op de tweede zitrij niet worden gebruikt.
5. ISOFIX op de derde zitrij is beschikbaar in auto's die vóór oktober 2019 zijn gefabriceerd.
6. Op de buitenste zitplaatsen mogen twee of drie zitverhogers van type B3 of B2 worden
gebruikt.
De gespen voor veiligheidsgordels voor volwassenen bevinden zich op geen enkele zitplaats in
lengterichting tussen ISOFIX-verankeringspunten. Overzicht van stoelpositienummers
Stoelpositie
Locatie in auto
1 Linksvoor (alleen auto's met stuur rechts) Veilig kinderen vervoeren
Stoelen en veiligheidsvoorzieningen
57
Waarschuwingen m.b.t. kinderzitjes
Attentie: Gebruik nooit een t
egen de
rijrichting in geplaatst kinderzitje op een
stoel die wordt beschermd door een
actieve frontairbag aan passagierszijde.
Dit kan tot ernstig of zelfs dodelijk letsel
leiden. Raadpleeg het
waarschuwingslabel op de zonneklep. Attentie: Sommige kinder
zitjes zijn zo
ontworpen dat zij op de autostoel worden
bevestigd door middel van een
heupgordel of door middel van het
heupgedeelte van een driepuntsgordel.
Bij een botsing lopen kinderen gevaar als
het kinderzitje niet goed in de auto is
vastgezet. Attentie: Gebruik geen in de rijrichting
geplaa
tst kinderzitje totdat uw kind meer
dan 9 kg weegt en zelfstandig kan zitten.
Tot de leeftijd van twee jaar zijn de
ruggengraat en nek van kinderen niet
voldoende ontwikkeld om letsel te
vermijden bij een frontale botsing. Attentie: Neem bab
y's en kinderen nooit
op schoot mee. Kinderen moeten altijd
vervoerd worden in een goedgekeurd en
geschikt kinderzitje. Attentie: V
olg de aanwijzingen in deze
handleiding en de aanwijzingen van de
fabrikant van het kinderzitje om er zeker
van te zijn dat kinderen veilig vervoerd
worden. Attentie: Kinder
en moeten worden
vervoerd in een tegen de rijrichting in
geplaatst. kinderzitje waarbij zo lang
mogelijk de 5-puntsgordel wordt gebruikt
totdat het kind de maximale lengte of het
maximale gewicht van het tegen de
rijrichting in geplaatste kinderzitje bereikt. Attentie: Z
org er bij het vervoer van
grotere kinderen voor dat het hoofd
wordt ondersteund en dat de
veiligheidsgordels goed zijn afgesteld en
bevestigd. Het schoudergedeelte van de
gordel mag niet tegen het gezicht of de
nek komen en het heupgedeelte mag niet
op de buik rusten. Attentie: Maak nooit tw
ee kinderzitjes
vast aan één verankeringspunt. Eén
verankeringspunt is mogelijk niet sterk
genoeg om bij een zware aanrijding twee
zitjes vast te houden. Attentie: V
erankeringspunten van
kinderzitjes zijn alleen bestand tegen
krachten die correct geplaatste kinderzitjes er op kunnen uitoefenen. Ze
mogen in geen ge
val worden gebruikt
voor veiligheidsgordels van volwassenen
of andere veiligheidsriemen, of voor het
bevestigen van items of uitrusting aan de
auto. Attentie: C
ontroleer de gordels en de
bevestigingsriemen altijd op slijtage en
beschadiging. Attentie: Laa
t een kind nooit alleen
achter, ook niet als het kind in het zitje
vastzit. Attentie: Gebruik nooit een kinder
zitje dat
eerder aan een aanrijding is blootgesteld.
Voer het zitje dan af en laat het
vervangen conform de aanwijzingen van
de fabrikant van het kinderzitje. Veilig kinderen vervoeren
Stoelen en veiligheidsvoorzieningen
59