Starten en uitschakelen
S
tarten
Bij het openen van een portier schakelt de
Model X het instrumentenpaneel en het
touchscreen in en kunt u alle
bedieningselementen gebruiken.
Rijden met de Model X:
1. PRESS THE BRAKE PEDAL - de Model X wordt ingeschakeld en is klaar om te
rijden.
2. SELECT A GEAR - beweeg de schakelhendel helemaal naar beneden
voor vooruitrijden (D) en helemaal
omhoog voor achteruitrijden (R). Zie
Schakelen op pagina 75.
Opmerking: Als de functie Pincode voor rijden
is ingeschakeld (zie Pincode voor rijden op
pagina 194), moet u ook een geldige pincode
invoeren op het touchscreen voordat u kunt
rijden met de Model X.
Opmerking: Als Automatisch ontgrendelen is
uitgeschakeld en u niet binnen ongeveer vijf
minuten het rempedaal intrapt, om de Model X
te starten, wordt een bericht weergegeven op
het instrumentenpaneel en dient u de Model X
met de sleutel te vergrendelen en vervolgens
weer te ontgrendelen voordat u de auto start.
Alles wat van belang is tijdens het rijden,
wordt op het instrumentenpaneel van de
Model X weergegeven.
Sleutel niet aanwezig
Als de Model X geen sleutel detecteert
wanneer u op het rempedaal trapt, verschijnt
er een bericht op het instrumentenpaneel dat
er geen sleutel aanwezig is.
Als u deze melding ziet, plaats de sleutel dan
in de bekerhouder in de middenconsole, waar
de Model X de sleutel het beste kan
detecteren. Als de Model X de sleutel dan nog steeds niet
det
ecteert, houd de sleutel dan tegen de
middenconsole, direct onder de 12V-
aansluiting (zie 12V-stopcontact op pagina
29). Als de sleutel nog steeds niet wordt
gedetecteerd, verwijder dan de batterij van de
sleutel en probeer het opnieuw. Zie Batterij in
sleutel vervangen op pagina 12. Of probeer
een andere sleutel. Neem contact op met Tesla
als een andere sleutel ook niet werkt.
Of de Model X de sleutel kan detecteren,
hangt van verschillende factoren af.
Voorbeelden daarvan zijn een lege batterij in
de sleutel, interferentie van andere apparatuur
die gebruik maakt van radiosignalen en fysieke
obstakels tussen de zender en de ontvanger.
Houd de sleutel altijd bij u. Na het rijden is de
sleutel nodig om de Model X na uitschakeling
opnieuw te kunnen starten. Bij het verlaten
van de Model X moet u de sleutel meenemen
om de Model X handmatig of automatisch te
vergrendelen.
Uitschakelen Zet de auto na het rijden in stand P (Parkeren)
door de toets op het uiteinde van de
selectiehendel in te drukken. De parkeerrem
wordt automatisch ingeschakeld en alle
systemen blijven werken. Als u met de sleutel
de Model X verlaat, zal de auto zichzelf
automatisch uitschakelen en gaan het
instrumentenpaneel en het touchscreen uit.
Model X schakelt zichzelf ook automatisch uit
als de auto langer dan 15 minuten in de stand
P (Parkeren) staat, ook als u nog achter het
stuur zit.
Hoewel dit gewoonlijk niet nodig is, kunt u de
Model X uitschakelen terwijl u achter het stuur
zit, op voorwaarde dat de auto stilstaat. Tik op
Bediening > Veiligheid en beveiliging >
Uitschakelen. Model X schakelt zichzelf
automatisch weer in als u het rempedaal
intrapt of het touchscreen aanraakt.
Opmerking: Model X zet de auto automatisch
in de stand P (Parkeren) zodra gedetecteerd is
dat u de auto hebt verlaten, ook al hebt u zelf
eerst naar de stand N (Neutraal) geschakeld.
Zie Uw auto in de stand N (Neutraal) houden
(sleepmodus) op pagina 76 als u de Model X
in Neutraal wilt laten staan. Starten en uitschakelen
Rijden
73
• De lading op de aanhanger gelijkmatig is
v erdeeld, zodat de kogeldruk ca. 4% van
het totale aanhangergewicht bedraagt
zonder dat de in Trekgewicht genoemde
maximale kogeldruk wordt overschreden. Attentie: De k
ogeldruk moet ca. 4%
bedragen van het totale
aanhangergewicht, zonder dat de in
Trekgewicht genoemde maximale
kogeldruk wordt overschreden. Als de
aanhanger niet goed wordt beladen (bijv.
te veel lading aan de achterkant) kan de
aanhanger gaan slingeren, waardoor de
auto mogelijk onbeheersbaar wordt. Attentie: Z
org er altijd voor dat de lading
in de aanhanger is gezekerd en niet kan
gaan schuiven. Bewegende/schuivende
lading kan ertoe leiden dat de auto
onbeheersbaar wordt, wat ongevallen
met ernstig of zelfs dodelijk letsel tot
gevolg kan hebben.
Aanhangermodus Aanhangermodus (s
tand aanhangwagen
trekken) moet bij het trekken van een
aanhanger altijd zijn ingeschakeld. Als u de
elektrische aansluiting van een aanhanger
aansluit, schakelt de Model X automatisch
Aanhangermodus in. Als u de elektrische
aansluiting van de aanhanger loskoppelt,
wordt de Aanhangermodus uitgeschakeld. Tik
op Bediening > Rijden > Aanhangermodus op
het touchscreen om Aanhangermodus
handmatig in of uit te schakelen. Een van de
volgende controlelampjes gaat branden in het
instrumentenpaneel: Aanhangermodus is actief.
De Model X detecteert een
aansluiting v
oor
aanhangerverlichting, maar
Aanhangermodus is uitgeschakeld.
Waarschijnlijk is een draagaccessoire
aangesloten. De Model X detecteert een defecte
elek
trische verbinding voor de
aanhangerverlichting. De
aanhangerverlichting werkt mogelijk
gedeeltelijk of helemaal niet. Stop de
auto zodra dit veilig kan en
inspecteer de aanhangerverlichting
op defecte kabels of aansluitingen.
Als de problemen zijn verholpen
maar het rode pictogram nog steeds
wordt weergegeven, schakel dan
Aanhangermodus uit en vervolgens
weer in.
Opmerking: In situa
ties waarin de Model X een
zware lading detecteert, neemt de auto aan
dat er een aanhanger is aangekoppeld en
wordt Aanhangermodus automatisch
ingeschakeld. Er verschijnt een melding op het
instrumentenpaneel waaruit blijkt dat
Aanhangermodus is ingeschakeld. Wanneer
Aanhangermodus automatisch is ingeschakeld
omdat er een zware lading is gedetecteerd,
kunt u de Aanhangermodus-instelling alleen
wijzigen door de Model X tot stilstand te
brengen en de stand P (Parkeren) in te
schakelen of de stand N (Neutraal) in te
schakelen en de parkeerrem via het
touchscreen handmatig in te schakelen
(Bediening > Rijden > E-Brake en
uitschakelen > Parkeerrem).
Sommige functies van Autopilot
(Stuurautomaat, Voorrijden, Rijstrookhulp,
etc.) en de functionaliteit van de
parkeersensoren achter zijn mogelijk niet
beschikbaar wanneer Aanhangermodus is
ingeschakeld. Daarnaast verschilt de werking
van de volgende functies:
• Verkeersbewuste cruise control vergroot de afstand tot de auto voor u.
• Het luchtveringssysteem voert geen snelheidsafhankelijke aanpassingen uit
tussen STANDAARD en LAAG.
• Het luchtveringssysteem verhoogt niet automatisch de rijhoogte op basis van
opgeslagen locaties.
• Waarschuwing voor zijdelingse botsing is actief, maar automatisch ingrijpen op de
besturing is uitgeschakeld.
• De remkracht van Automatisch remmen bij noodstop (zie Botsing ontwijkingshulp
op pagina 152) wordt aanzienlijk begrensd. Attentie: V
ertrouw er niet op dat Model X
de aanhanger detecteert en automatisch
Aanhangermodus inschakelt. Controleer
altijd op Aanhangermodus is Aanhangers trekken en accessoires dragen
Rijden
111