Page 153 of 216

151
Mistlampen
Ty p e C, H1 – 55W
F
V
er wijder de drie klemmen en de schroef
waarmee de spatplaat onder de bumper is
bevestigd.
F
D
uw de spatplaat naar boven.
F
N
eem de stekker van de lamphouder los
door op de lip aan de bovenzijde te drukken.
F
D
ruk de lamp iets in en draai hem een
kwart omwenteling linksom om hem te
verwijderen.
F
V
ervang de lamp.
F
C
ontroleer na het aanbrengen van de kap of
deze rondom goed afdicht.
Zijknipperlichten
Ty p e A , W Y5W – 5W (amberkleurig)
F
V
er wijder de lamphouder door de twee
klemmen (boven en onder) met duim en
wijsvinger samen te drukken.
F
V
ervang de eenheid (lamphouder en
gloeilamp).
F
V
oer het monteren van de eenheid en de
spatplaat in omgekeerde volgorde uit. F
D
ruk het zijknipperlicht naar achteren en
trek het naar voren toe los.
F
N
eem contact op met het PEUGEOT-
netwerk om een nieuw zijknipperlicht te
verkrijgen. Dit onderdeel vormt één geheel.
F
B
reng het zijknipperlicht vanaf de
achterzijde aan en duw het ver volgens naar
voren.
8
Storingen verhelpen
Page 154 of 216

152
Achterlichten
1.Remlichten/parkeerlichten
Ty p e B , P21/5W – 21/5W
2. Richtingaanwijzers
Ty p e B , PY21W – 21W (amberkleurig)
3. Achteruitrijlichten
Ty p e B , P21W – 21W
4. Mistachterlicht
Ty p e B , P21W – 21W
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de typen lampen .Wassen met hogedrukspuit
Probeer hardnekkig vuil niet met een
hogedrukspuit van de koplampen,
achterlichten en omgeving te verwijderen,
om te voorkomen dat de vernislaag en de
afdichting ervan beschadigd raken.
Deze procedure vereist het gebruik van
de sleutel die bij het gereedschap voor het
verwisselen van een wiel is meegeleverd. Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het ver wisselen van
een wiel .
F K ijk welke lamp defect is en open de
achterdeuren vervolgens 180°.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de achterdeuren en
in het bijzonder over het onder een hoek
van 180° openen hier van.
Plafonniers
Ty p e A , 12V5W – 5W
Voor/achter
F
M
aak het lampglas los door een kleine
schroevendraaier in de openingen aan de
buitenzijde van de plafonnier te steken.
F
V
er wijder de lamp en ver vang deze.
F
B
evestig het lampglas in de behuizing en
controleer of het goed is vastgeklikt.
Storingen verhelpen
Page 155 of 216

153
Om de lampunit te verwijderen:
F a uto's met achterklep, trek de lampunit in de
richting van het midden van de auto,
F
a
uto's met achterdeuren, trek de lampunit
naar u toe.
F
V
erwijder de twee bevestigingsbouten met
behulp van de meegeleverde sleutel.
F
T
rek de lampunit vanaf de buitenzijde naar
buiten.
F
Houd de lampunit vast en neem de stekker los.
F Beweeg de 4 klemmen opzij en ver wijder vervolgens de lamphouder. F
D
ruk de defecte lamp iets in en draai hem
linksom om hem te verwijderen.
F
V
ervang de lamp.
Zorg bij het aanbrengen er voor dat de
klemmen en de bedrading weer correct
worden teruggeplaatst om te voorkomen
dat de bedrading klem komt te zitten.
Nadat de lamp van de richtingaanwijzer achter
vervangen is, duurt het initialiseren meer dan
2
minuten.
Kentekenplaatverlichting
Ty p e A
, W5W – 5W
Met achterklep
F Ver wijder de kunststof kap met behulp van
een schroevendraaier.
F
V
ervang de lamp.
F
B
reng de kunststof kap aan en druk deze
vast.
Met achterdeuren
F Maak de binnenbekleding los.
F N eem de stekker los door de lip opzij te
bewegen.
F
D
raai de lamphouder een kwartslag
linksom.
F
V
ervang de lamp.
F
P
laats de lamphouder terug en sluit de
stekker aan.
F
P
laats de binnenbekleding terug.
8
Storingen verhelpen
Page 156 of 216

154
Derde remlicht
Ty p e A , W16W – 16W
F
D
raai de twee moeren los.
F
D
ruk de pennen samen.
F
N
eem indien nodig de stekker los om het
remlicht te verwijderen.
F
V
ervang de lamp.
Een zekering vervangen
De zekeringkasten bevinden zich: Informatie voor professionele reparateurs:
raadpleeg het schema van de "Methoden"
voor uitgebreide informatie over de
zekeringen en relais. Dit schema kunt u
opvragen bij het dealernetwerk.
Zekeringen vervangen
GoedDefect
PEUGEOT is niet aansprakelijk voor
kosten die voortvloeien uit storingen
veroorzaakt door het monteren van extra
accessoires die door PEUGEOT noch
aanbevolen noch geleverd worden en die
bovendien niet volgens haar specificaties
zijn gemonteerd. Dit geldt met name
als het gezamenlijke stroomverbruik
van de extra accessoires meer dan
10
milliampère bedraagt.
-
a
an de onderzijde van het dashboard aan
de linkerzijde (achter het deksel),
-
o
nder de motorkap (naast de accu).
Afhankelijk van de uitvoering is
uw auto voorzien van een extra
zekeringkast voor de trekhaak,
de aansluitingen bestemd voor
carrosserieombouw en de
aansluitingen van de Plancher
Cabine-uitvoeringen. Deze
bevindt zich aan de rechterzijde
achter het laadschot.
De verstrekte informatie heeft alleen betrekking
op de zekeringen die de gebruiker kan
ver vangen met behulp van de tang achter het
dashboardopbergvak aan de rechterzijde.
Raadpleeg voor alle andere werkzaamheden
het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats. Voordat u een zekering ver vangt, dient u eerst
de oorzaak van de storing op te sporen en te
(laten) verhelpen.
F
G
ebruik de tang.
Ver vang een defecte zekering altijd door
een zekering met dezelfde stroomsterkte.
Storingen verhelpen
Page 157 of 216
155
Zekeringen dashboard
Kantel het deksel voor toegang tot de
zekeringen.Zekeringen
F Stroomsterkte
A Functie
1 15Ruitenwisser achter
2 –
30 Vrij
Centrale vergrendeling
3 5Airbags
4 10Airconditioning, diagnoseaansluiting, buitenspiegelverstelling,
koplampverstelling
5 30Elektrisch bedienbare ruiten
6 30Sloten
7 5Plafonnier achter, kaartleeslampen voor, plafondlamp
8 20
Audiosysteem, display, detectie te lage bandenspanning, alarmsysteem en sirene
93012V-aansluiting voor en achter
10 15Middenconsole
11 15Stuurslot lage stroomsterkte
12 15Regen-/lichtsensor, airbags
13 5Instrumentenpaneel
14 15Parkeerhulp, automatische airconditioning, handsfree set
15 30Sloten
16 -Vrij
17 40Achterruit-/buitenspiegelverwarming
8
Storingen verhelpen
Page 158 of 216
156
Zekeringen interieur
ZekeringenFStroomsterkte AFunctie
1 -Vrij
2 20Stoelverwarming
3 -Vrij
4 15Relais inklapbare
buitenspiegels
5 15Relais aansluiting
koeluitrusting
Zekeringen voor trekhaakaansluiting/
trekhaak/carrosserieombouw/
plancher cabine
De benamingen zijn slechts ter indicatie, want
deze aanvullende zekeringkast heeft betrekking
op andere informatie die afhankelijk is van de
ombouwer/carrosseriebouwer voor wie het
handboek niet als technische ondersteuning
kan worden gebruikt.
Zekeringen
F Stroomsterkte
A Functie
1 15Vrij
2 15Contactrelais, optionele generator
3 1512V-voeding aanhanger
4 15Continuvoeding voor ombouwers/carrosseriebouwers
5 40Alarmknipperlichten
Storingen verhelpen
Page 159 of 216
157
Zekeringen motorruimte
Maak na het openen van de motorkap de
betreffende zekeringkast los en kantel deze
omlaag om bij de zekeringen te komen.Zekeringen
F Stroomsterkte
A Functie
1 20Motormanagement
2 15Claxon
3 10Ruitensproeierpomp voor en achter
4 –
20 Vrij
LED
5 15Motorcomponenten
6 10Stuurhoeksensor, ESP
7 10Remlichtschakelaar, koppelingspedaalschakelaar
8 25Startmotor
9 10Koplampverstelmotor, wagenparkbeheermodule
10 30Motorcomponenten
11 40Vrij
12 30Ruitenwissers
13 40Intelligente servicecentrale (BSI)
14 30Pomp
15 10Grootlicht rechts
16 10Grootlicht links
17 15Dimlicht rechts
18 15Dimlicht links
8
Storingen verhelpen
Page 160 of 216

158
Accu
Procedure voor het gebruik van een hulpaccu
voor het starten van de motor met behulp van
startkabels en voor het laden van een lege
accu.Na het monteren van de accu duurt
het even voordat het Stop & Start-
systeem weer zal werken; hoe lang dit
duurt is afhankelijk van klimatologische
omstandigheden en de laadtoestand van
de accu (kan tot ongeveer 8 uur duren).
Bij de accu van het Stop & Start-systeem
hoeven de accukabels tijdens het opladen
niet losgenomen te worden.
De accu opladen met een
acculader
F Maak de accukabels los.
F V olg de aanwijzingen van de fabrikant van
de acculader.
F
S
luit de accukabels weer aan, te beginnen
met de minkabel -).
F
C
ontroleer de staat van de accupolen en
de klemmen. Indien ze bedekt zijn met een
(witte of groene) oxidatielaag, neem dan
de accukabels los en reinig de polen en de
klemmen.
Starten van de motor met
een hulpaccu en startkabels
F Sluit het andere uiteinde van de groene of zwarte kabel aan op een massapunt van de
auto met de lege accu (zo ver mogelijk bij
de accu vandaan).
F
S
tel de startmotor in werking en laat de
motor draaien.
F
W
acht tot de motor stationair draait en
neem dan de kabels los.
Het is raadzaam de accu los te koppelen
als uw auto langer dan een maand buiten
gebruik is.
Wacht 2
minuten na het afzetten van het
contact alvorens de accu los te koppelen.
Neem een accukabel nooit los bij draaiende
motor.
Laad de accu niet op zonder de accukabels los
te nemen.
Wacht na het opnieuw aansluiten van de accu
en het aanzetten van het contact 1
minuut voor
u de auto start, hierdoor kunnen de elektrische
systemen geïnitialiseerd worden. Raadpleeg,
wanneer hierna toch storingen optreden, het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Wacht na het ver vangen van een lamp
ongeveer 3
minuten alvorens de accu weer aan
te sluiten.
Deze sticker hoort bij het Stop & Start-
systeem en geeft aan dat er een speciale
12V-loodaccu is gebruikt die alleen
losgekoppeld en/of vervangen mag worden
door een dealer van het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Als deze aanbevelingen niet worden
opgevolgd, kan dit vroegtijdige slijtage van
de accu tot gevolg hebben.
F
S
luit de rode kabel aan op de pluspolen (+)
van de twee accu's.
F
S
luit een uiteinde van de groene of
zwarte kabel aan op de minpool (-) van de
hulpaccu.
Storingen verhelpen