Page 49 of 216

47
De rugleuning rechtop zetten
F Ontgrendel de rugleuning door aan de hendel te trekken en zet de rugleuning
ver volgens terug in de oorspronkelijke
stand.
F
C
ontroleer of de rugleuning correct
vergrendeld is.
De stoel neerklappen De stoel in terugzetten
Let bij het terugklappen van de stoel erop
dat:
-
d
it niet verhinderd wordt door voeten
van passagiers op de 3e zitrij die zich
op de verankeringspunten bevinden,
-
d
e stoel zorgvuldig is vergrendeld op
d e v l o e r,
-
d
e veiligheidsgordel beschikbaar is
voor de passagier.
Modulariteit stoelen 3e zitrij
De rugleuning in de tafelstand
zetten
F Beweeg de hoofdsteun omlaag tot tegen de aanslag.
F
Z
et de stoel in de tafelstand.
F
T
rek aan de rode riem aan de achterzijde
van de stoel om de steunen uit de
verankeringspunten op de vloer te
verwijderen.
F
K
antel de gehele stoel naar voren. F achteren.
De rugleuning rechtop zetten
F Ontgrendel de rugleuning door aan de hendel
te trekken en zet de rugleuning ver volgens
terug in de oorspronkelijke stand.
F Controleer of het geheel correct is
verankerd.
De stoel in de neergeklapte stand
zetten
F Gebruik de hendel om de rugleuning op de stoel te klappen.
F
Z
et de rugleuning in de tafelstand.
3
Ergonomie en comfort
Page 50 of 216
48
Let erop dat het terugklappen van de stoel niet
verhinderd wordt door voeten van passagiers op
de 3e zitrij die zich op de verankeringspunten
van de stoel op de 2e zitrij bevinden.
Uitstappen
F Zet de hoofdsteun helemaal omlaag.
F
B
edien de gele hendel aan de achterzijde
van de rugleuning van de stoel van de 2e
zitrij.
F
K
lap de rugleuning neer in de tafelstand.
De stoel terugzetten
Controleer:
- o f de zitting goed is vergrendeld op de
v l o e r,
-
o
f de veiligheidsgordel beschikbaar is
voor de passagier.
Instappen naar en
uitstappen vanaf de 3e zitrij
Instappen
F Til de stang (uitgerust met een rode riem) aan de achterzijde van de stoel op om de
steunen uit de verankeringspunten op de
vloer te verwijderen.
F
K
antel de gehele stoel naar voren.
F
D
ruk op de rode knop.
F
K
antel de gehele stoel naar achteren. F
Z
et de stoel van de 2e zitrij in de tafelstand.
F
K
antel de stoel naar de neergeklapte stand
voor toegang.
Ergonomie en comfort
Page 51 of 216

49
Zorg dat de middelste veiligheidsgordel
goed in de behuizing in de hemelbekleding
is opgeborgen.
Bediening stoelen 2e zitrij
De stoel verwijderen
De stoel terugplaatsen
Het label op de stoel duidt de positie aan
waarop de stoel moet worden aangebracht.
F
T
rek aan de rode riem om de stoel in de
neergeklapte stand te zetten.
F
K
antel de gehele stoel naar voren.
F
S
tap uit via de schuifdeur. F
S
chuif indien nodig de voorstoelen naar
voren.
F
Z
et de hoofdsteun omlaag.
F
Z
et de stoel in de neergeklapte stand.
F
K
antel de gehele stoel naar voren en breng
deze ver volgens omhoog. Let erop dat het vergrendelen van de stoel
niet wordt verhinderd door voor werpen of
voeten van passagiers achterin die zich op
de verankeringspunten bevinden.Bediening stoelen 3e
zitrij
De stoel verwijderen
F Plaats de haken van de voorste steunen
tussen de twee stangen.
F
K
lap de stoel terug om de achterste
verankeringspunten te bevestigen.
F
B
edien de hendel om de rugleuning in de
oorspronkelijke stand te zetten.
F
Z
et de hoofdsteun omhoog.
3
Ergonomie en comfort
Page 52 of 216

50
De stoel terugplaatsen
Op het stoellabel staat vermeld waar de stoel
moet worden geplaatst. F
Z
et de hoofdsteun omlaag.
F
Z
et de stoel in de neergeklapte stand.
F
K
antel het geheel naar voren.
F
H
oud de neergeklapte stoel aan beide
zijden vast, kantel de stoel naar voren en
breng deze omhoog.
F
P
laats de haken van de voorste steunen
tussen de twee stangen.
F
L
et er op dat de achterste
verankeringspunten niet worden
geblokkeerd en dat de veiligheidsgordel
juist geplaatst en toegankelijk is.
F
K
lap de stoel naar achteren om de achterste
steunen te vergrendelen.
F
G
ebruik de hendel om de rugleuning in de
oorspronkelijke stand te zetten.
F
Z
et de hoofdsteun omhoog. Leg geen zware of harde voor werpen op
de rugleuningen die een tafel vormen;
deze kunnen bij een noodstop of een
aanrijding veranderen in gevaarlijke
projectielen.
Na de verschillende handelingen:
-
v
er wijder een hoofdsteun niet zonder
deze op te bergen; bevestig hem aan
een steun in de auto,
- z org er voor dat passagiers de
veiligheidsgordels altijd kunnen
bereiken en makkelijk kunnen
vastmaken,
-
g
a niet rijden voordat alle passagiers
hun veiligheidsgordel hebben
vastgemaakt en afgesteld,
-
e
en passagier op de 3e zitrij mag de
verankeringspunten van de stoel op de
2e zitrij niet afdekken,
-
e
en passagier op de 3e zitrij mag de
stoel voor hem/haar op zitrij 2 niet in
de neergeklapte stand hebben staan;
dit is om te voorkomen dat de stoel
onver wacht in de richting van de
passagier kantelt en letsel veroorzaakt.
Dubbele cabine
Achterbank
De dubbele cabine bestaat uit een achterbank
voor 3 personen (zitrij 2), waar van de
eendelige rugleuning is geïntegreerd in het
beschermingsrooster.
Toegang tot de achterbank vindt plaats via de
schuifdeur.
Ergonomie en comfort
Page 53 of 216

51
De bank in de neergeklapte stand zetten
F Schuif indien nodig de voorstoelen naar voren en zet de middelste veiligheidsgordel
vast.
F
C
ontroleer of de riemen en geleiders
van de veiligheidsgordels correct langs
de zijpanelen zijn geplaatst, zodat het
verschuiven van de rugleuning niet wordt
belemmerd.
F
O
ntgrendel de rugleuning door aan hendel
A te trekken. F
K
lap met dezelfde hand de rugleuning en
het bijbehorende rooster op de stoel.
F
H
oud de rode riem vast (als een
handgreep), til het geheel verticaal omhoog
en ondersteun de beweging tot aan de
neergeklapte stand.
De opgeklapte zitting steunt tegen de
rugleuningen van de stoelen op de eerste zitrij.
De bank terugplaatsen in de zitpositie
F Houd in één beweging de rode lus vast en trek deze horizontaal naar achteren.
Ondersteun de beweging tot de steunen
van de achterbank in de vloer worden
vergrendeld.
F
Z
et de rugleuning rechtop. De hendel A
wordt automatisch ontgrendeld.
F
C
ontroleer of de vergrendeling bij de
onderzijde van de achterbank correct is
nadat deze in de zitpositie is gezet.
Laat het geheel niet plotseling vallen.
3
Ergonomie en comfort
Page 54 of 216

52
Modulariteit en configuratie van zitplaatsen
De diverse handelingen moet worden
uitgevoerd bij stilstaande auto.
Configuraties uitvoeringen met 5 zitplaatsen
Hoofdsteunen en
veiligheidsgordels
De drie zitplaatsen zijn voorzien van
veiligheidsgordels met oprolautomaten. De
veiligheidsgordels van de buitenste zitplaatsen
zijn aan de carrosseriepanelen bevestigd. De
veiligheidsgordel van de middelste zitplaats is
aan de rugleuning van de zitplaats bevestigd.
Elke stoel beschikt over een hoofdsteun die
aan het laadschotrooster bevestigd is en
verwijderd kan worden.Ver wijder een hoofdsteun niet zonder
deze op te bergen en aan een steun te
bevestigen,
Rijd niet met passagiers achterin zonder
dat de hoofdsteunen op hun plek zijn
aangebracht.
Het is niet nodig tijdens de kantelbeweging
met de vrije arm te assisteren, geleiden of
vast te houden.
De bevestigingen van de achterste
veiligheidsgordels zijn niet ontworpen
voor het vastzetten van de lading. Gebruik
hier voor uitsluitend de sjorogen op de vloer.
De achterbank van de dubbele cabine is
niet geschikt voor het bevestigen van een
kinderzitje.
Ergonomie en comfort
Page 55 of 216
53
Configuraties uitvoeringen met 7 zitplaatsenIndeling laadruimte
Voorbeelden van indelingen die praktisch zijn
en gebruiksgemak bieden:
3
Ergonomie en comfort
Page 56 of 216

54
Middenconsole met
opbergruimte
Deze console biedt een aanzienlijke
hoeveelheid extra opbergruimte: hij kan
ver wijderd worden en kan worden vastgeklemd
op een voetstuk dat aan de achterzijde ook
over twee bekerhouders beschikt.
Zorg er voor dat het voor werp (fles, blikje enz.)
stevig in de bekerhouder wordt geplaatst en dat
het tijdens het rijden niet kan omvallen.
Er kan in dat geval vloeistof gemorst worden,
die bij contact met schakelaars op het
dashboard en de middenconsole storingen
veroorzaakt.
Wees altijd voorzichtig.
Voorzieningen vóór
1.Onderste dashboardkastje (met of zonder
deksel).
Bovenste dashboardkastje
Dit bevindt zich in het dashboard, achter het
stuurwiel.
De uitsparing maakt het openen van het deksel
gemakkelijker. Begeleid deze tot de aanslag.
Begeleid om het te sluiten het deksel omlaag
en druk ver volgens kort op het midden er van.
Het morsen van vloeistof kan kortsluiting
veroorzaken, wat tot brand kan leiden.
Rijd nooit met een geopend
dashboardkastje wanneer een passagier
voorin zit. Bij hard remmen kan dit letsel
tot gevolg hebben. 2.
Opbergvak en flessenhouder (1,5 l).
3. Opbergvak zijkant.
4. Tassenhaak.
Hieraan kunnen alleen zachte en niet al te
zware tassen worden opgehangen.
Ergonomie en comfort