Page 105 of 293

Instrumenten en bedieningsorganen103Displays
Driver Information Center
Het Driver Information Center is
ondergebracht in de instrumenten‐
groep.
Op het Driver Information Center
verschijnen:
● kilometerteller en dagteller
● digitale snelheidsaanduiding
● menu rit- / verbruiksinformatie
● schakelindicatie
● service-informatie
● boord- en waarschuwingsinfor‐ matie
● bestuurdersondersteuningsbe‐ richten
● pop-upberichten
● AdBlue-informatie
● krachtstroom
● actieradius autonomieMenu’s en functies selecteren
U selecteert de menu’s en functies
met de knoppen op de richtingaanwij‐
zerhendel.
Draai aan het stelwiel om een pagina van het menu rit-/verbruiksinformatie
te kiezen.
Druk op SET / CLR om een functie te
bevestigen of resetten.
Eventueel verschijnt er boord- en
onderhoudsinformatie op het Driver
Information Center. Blader door
berichten door aan het stelwiel te
draaien. Bevestig berichten door op
SET / CLR te drukken.
Ook kunnen sommige menu's
worden geselecteerd via de toets
CHECK .
Druk op CHECK om tussen de betref‐
fende menu's te schakelen.
Boordinformatie 3 109.
Page 106 of 293

104Instrumenten en bedieningsorganenMenu rit-/verbruiksinformatie
U hebt de keuze uit verschillende
pagina's met diverse informatie.
Draai aan het stelwiel om een pagina te selecteren.
Informatiepagina:
Actieradius brandstof
De actieradius wordt berekend op
basis van het huidige brandstofpeil en
het momentane verbruik. Op het
display verschijnen gemiddelde
waarden.
Na het tanken wordt de nieuwe actie‐ radius na korte tijd automatisch bijge‐
werkt.
Wanneer het brandstofpeil laag is,
verschijnt er een bericht op het
display en gaat de controlelamp o op
de brandstofmeter branden 3 100.
Actueel brandstofverbruik
Weergave van het actuele verbruik.
Pagina dagteller 1:
Gemiddelde snelheid
Weergave van de gemiddelde snel‐
heid. De meting kan op elk moment opnieuw worden gestart.
Gemiddeld brandstofverbruik
Weergave van het gemiddelde
verbruik. De meting kan altijd
opnieuw worden ingesteld en begint
met een standaardwaarde.
Afgelegde afstand
Geeft de actuele afstand aan voor dagteller 1 sinds de reset.
De waarden voor pagina dagteller 1
zijn te resetten door enkele seconden
op SET / CLR te drukken.
Pagina dagteller 2:
Gemiddelde snelheidWeergave van de gemiddelde snel‐
heid. De meting kan op elk moment
opnieuw worden gestart.
Gemiddeld brandstofverbruik
Weergave van het gemiddelde
verbruik. De meting kan altijd
opnieuw worden ingesteld en begint
met een standaardwaarde.
Afgelegde afstand
Geeft de actuele afstand aan voor
dagteller 2 sinds de reset.
De waarden voor pagina dagteller 2
zijn te resetten door enkele seconden
op SET / CLR te drukken.
Pagina digitale snelheid Digitale weergave van de huidige
snelheid.
Teller autostop-tijd
Een teller houdt de autostop-tijd bij
tijdens een rit. Bij inschakeling van
het contact wordt de teller op nul
gezet.
Kompaspagina
Geeft de geografische rijrichting aan.
Page 107 of 293

Instrumenten en bedieningsorganen105Lege pagina
Er verschijnt geen rit- / verbruiksinfor‐
matie.
AdBlue Druk steeds op CHECK totdat het
AdBlue-menu verschijnt.
Actieradius AdBlue
Geeft een schatting van het AdBlue-
peil. Een melding geeft aan of het peil in orde of te laag is.
3 149.
Krachtstroom Geeft de huidige krachtstroom in het
hybridesysteem aan, bijv. wanneer
de auto elektrisch rijdt of wanneer er
energie wordt geregenereerd.
Actieradius autonomie Toont de geselecteerde rijmodus, de
actieradius van de hoogspannings‐
accu en de gecombineerde actiera‐
dius, d.w.z. de actieradius van de
hoogspanningsaccu en de brandstof‐
tank.Info-Display
Het Info-Display zit in het instrumen‐
tenpaneel bij de instrumentengroep.
Afhankelijk van de configuratie is de
auto uitgevoerd met een
● Graphic-Info-Display
of
● 7" Colour-Info-Display met touch-
functie
of
● 8" Colour-Info-Display met touch-
functie
Op de Info-Displays kan het volgende worden aangegeven:
● tijd 3 85
● buitentemperatuur 3 85
● datum 3 85
● Infotainmentsysteem, zie beschrijving in de handleidingInfotainment
● achteruitkijkcamera 3 199
● panoramazichtsysteem 3 195
● parkeerhulpinstructies 3 185
● navigatie, zie beschrijving in de handleiding Infotainment● auto- en systeemberichten3 109
● persoonlijke instellingen 3 110
● weergave van de huidige krachtsroom in het hybridesys‐
teem
● weergave van het gemiddelde brandstof- en stroomverbruik
● instellingen voor programmeer‐ baar opladen 3 208
● instellingen voor eSave-functie
Graphic-Info-Display
Druk op X om het display in te scha‐
kelen.
Page 108 of 293

106Instrumenten en bedieningsorganenDruk op MENU om de hoofdmenupa‐
gina te selecteren.
Druk op èäåé om een menupagina
te kiezen.
Druk op OK om een geselecteerde
optie te bevestigen.
Druk op BACK om een menu af te
sluiten zonder een instelling te wijzi‐
gen.
7" Colour-Info-Display
Menu's en instellingen selecteren
Via het display krijgt u toegang tot de
menu's en instellingen.Druk op X om het display in te scha‐
kelen.
Druk op ; om de startpagina weer te
geven.
Tik met een vinger op het gewenste
pictogram op het scherm.
Tik op een pictogram om de desbe‐
treffende functie te selecteren.
Tik op 9 om naar het bovenliggende
menu terug te keren.
Druk op ; om terug te gaan naar de
startpagina.
Raadpleeg de handleiding Infotain‐
ment voor meer informatie.
Persoonlijke instellingen 3 110.
8" Colour-Info-Display
Menu's en instellingen selecteren
Het display werkt op drie manieren:
● via toetsen onder het display● door bediening van het aanraak‐ scherm
● via spraakherkenningGebruik knoppen en aanraakscherm
Druk op X om het display in te scha‐
kelen.
Druk op SET om de systeeminstellin‐
gen (eenheden, taal, tijd en datum) te kiezen.
Druk op Í om de auto-instellingen of
rijfuncties te kiezen.
Tik met een vinger op het gewenste
displaypictogram of de functie van het
menu.
Bevestig een gewenste functie of
selectie door deze aan te raken.
Page 109 of 293

Instrumenten en bedieningsorganen107Tik op r op het display om een menu
af te sluiten zonder een instelling te
wijzigen.
Raadpleeg de handleiding Infotain‐
ment voor meer informatie.Spraakherkenning
Raadpleeg de handleiding Infotain‐
ment voor de beschrijving.
Persoonlijke instellingen 3 110.
Krachtstroom
Dit menu geeft de huidige energie‐
stroom binnen het hybridesysteem
weer. De componenten zijn gemar‐
keerd als ze actief zijn.
1. Druk op m.
2. Kies Stroom.
Verschillende kleuren geven aan welke motor wordt gebruikt en of er
energie wordt geregenereerd.
● groen: elektromotor actief
● oranje: verbrandingsmotor actief
● blauw: energie regenereren
Gemiddeld verbruik Dit menu geeft het gemiddelde elek‐
trische en brandstofverbruik tijdens
de huidige trip weer. De huidige trip
wordt onderverdeeld in tijdfasen.
Voor elke tijdfase wordt het gemid‐
delde brandstofverbruik weergege‐
ven. De tijdfasen kunnen worden
gewijzigd.
1. Druk op m.
2. Kies Statistieken .
3. Druk op + en - om de tijdfasen te
wijzigen.
Stroomverbruik
Het stroomverbruik wordt weergege‐
ven in kWh/100 km.
● De groene balkjes geven het stroomverbruik van de accu
weer.
● De blauwe balkjes geven de teruggewonnen stroom uit het
remmen en decelereren van de
auto weer. Deze energie wordt deels gebruikt om de weer accuop te laden.
Page 110 of 293

108Instrumenten en bedieningsorganenBrandstofverbruik
De oranje balkjes geven het gemid‐ delde brandstofverbruik in liter per
100 kilometer weer.
eSave-functieMet deze functie kunt u stroom van de
hoogspanningsaccu voor later
gebruik leveren, bijv. voor rijden in
gebieden voor alleen elektrische
voertuigen. Het is mogelijk om alle
stroom van de accu of een deel ervan te reserveren.
Let op
Als er meer energie wordt gevraagd
dan de hoogspanningsaccu kan
leveren, laadt de verbrandingsmotor
de accu op. Hierdoor werkt deze
minder goed en neemt het brand‐
stofverbruik toe.
U kunt de functie inschakelen op het Colour-Info-Display.
1. Druk op m.
2. Kies eSave.
3. Selecteer de afstand waarvoor stroom moet worden gereser‐
veerd of reserveer de gehele
capaciteit van de hoogspannings‐
accu.
4. Druk op AAN.5. Schakel over op de elektrische modus om de gereserveerde
stroom te gebruiken.
De instelling van deze functie wordt bij het uitschakelen van het contact
niet opgeslagen.
Smartphone-app Met de myOpel smartphone app kunt
u bepaalde autofuncties bedienen/
weergeven.
Download voor het bedienen van
deze functie de app van Apple App
Store of Google Play Store.
Page 111 of 293

Instrumenten en bedieningsorganen109Boordinformatie
Meldingen worden weergegeven op
het Driver Information Center, in
sommige gevallen samen met een
geluidssignaal.
Druk op SET / CLR om een bericht te
bevestigen.
Boord- en onderhoudsinformatie De boordinformatie verschijnt in de
vorm van teksten. Volg de instructies
van deze teksten.
Berichten op het
Colour-Info-Display
Sommige belangrijke berichten
kunnen tevens op het Info-Display
worden weergegeven. Sommige
berichten verschijnen slechts enkele
seconden als pop-up.
Geluidssignalen Het waarschuwingssignaal voor
veiligheidsgordels die niet zijn omge‐
daan, heeft voorrang boven alle
andere geluidssignalen.
Bij het starten van de motor of
tijdens het rijden
In de volgende gevallen klinkt er een
geluidssignaal
● een veiligheidsgordel is niet omgedaan
● een van de portieren of de achterklep is niet goed gesloten
● een bepaalde snelheid wordt met
aangetrokken handrem overge‐
schreden
● cruise control schakelt automa‐ tisch uit● een geprogrammeerde snelheid of maximumsnelheid wordt over‐
schreden
● een waarschuwingsbericht verschijnt op het Driver Informa‐
tion Center
● de elektronische sleutel bevindt zich niet in het interieur
● de parkeerhulp detecteert een obstakel
● de auto wisselt onbedoeld van rijstrook
● het uitlaatfilter bereikt de maxi‐ male verzadigingsgraad
Als er diverse waarschuwingen tege‐
lijkertijd verschijnen, klinkt er slechts
één waarschuwingssignaal
Bij het parkeren van de auto en /
of het openen van het
bestuurdersportier
● Bij ingeschakelde buitenverlich‐ ting.
Page 112 of 293

110Instrumenten en bedieningsorganenTijdens een Autostop● Als het bestuurdersportier open‐ staat.
● Als niet voldaan is aan een van de voorwaarden voor het herstar‐ten van de motor.Persoonlijke
instellingen
U kunt het gedrag van de auto naar
wens afstemmen door de instellingen in het Info-Display aan te passen.
Afhankelijk van het uitrustingsniveau
en de specifieke regelgeving in uw
land, zijn sommige van de hieronder
beschreven functies mogelijk niet
aanwezig.
Sommige functies worden alleen weergegeven of zijn alleen actief bij
een draaiende motor.
Graphic-Info-DisplayDruk op MENU om de menupagina te
openen.
Gebruik de vierwegknop voor bedie‐
ning van het display:
Kies ˆ Configuratie Persoonlijke
instellingen I OK .
Eenheidsinstellingen
Kies Configuratie display I OK .
Kies Selectie eenheden I OK .
Kies de gewenste instellingen I OK .
Taalinstellingen
Kies Configuratie display I OK .
Kies Taalkeuze I OK .
Kies de gewenste taal I OK .
Auto-instellingen
Kies Autoparameters definiëren I
OK .
In de bijbehorende submenu's kunt u
de volgende instellingen veranderen:
● Verlichting
Follow-Me-Home-verlichting :
Activering en instelling van de inschakelduur.