KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTEN- PANEEL
34
LAMPJES EN BERICHTEN
BELANGRIJK Het waarschuwingslampje op het instrumentenpaneel gaat branden en er verschijnt een speciaal bericht en/of er klinkt
een geluidssignaal, wanneer van toepassing. Deze meldingen zijn korte waarschuwingen en mogen vanwege hun beknopte karakter
niet worden beschouwd als volledig en/of een alternatief voor de informatie die is opgenomen in het Instructieboek. Het wordt
daarom geadviseerd het instructieboek altijd aandachtig te lezen. Zie de informatie in dit hoofdstuk in de gevallen dat een storing
wordt gemeld.
BELANGRIJK De storingen die op het display worden weergegeven, kunnen worden onderverdeeld in twee categorieën: ernstige
storingen en minder ernstige storingen. Ernstige storingen worden herhaaldelijk en langdurig weergegeven. Minder ernstige
storingen worden kort herhaaldelijk weergegeven. De herhaaldelijke weergave op het display van beide categorieën kan onderbroken
worden. Het lampje op het instrumentenpaneel blijft branden tot de oorzaak van de storing is verholpen.
LAMPJES OP INSTRUMENTENPANEEL
Lampjes op het paneelBetekenis Wat te doen
Herstel het remvloeistofniveau en controleer of het
lampje is uitgegaan.
Als het waarschuwingslampje blijft branden, neem dan
contact op met een speciaal Alfa Romeo Servicepunt.
Zet de handrem los, controleer daarna of het lampje
gedoofd is.
Als het waarschuwingslampje blijft branden, neem dan
contact op met een speciaal Alfa Romeo Servicepunt.
ONVOLDOENDE REMVLOEISTOF/HANDREM
INGESCHAKELD
Het waarschuwingslampje gaat branden wanneer de
contactsleutel naar de stand MAR wordt gedraaid en
moet enkele seconden later doven.
Remvloeistofniveau te laag
Dit lampje gaat branden wanneer het remvloeistofniveau
in het reservoir zich onder het minimumpeil bevindt,
bijvoorbeeld door een lek in het remcircuit.
Handrem aangetrokken
Het lampje gaat branden wanneer de handrem is
aangetrokken.
35
Lampjes op het paneelBetekenisWat te doen
Rijd heel voorzichtig naar het dichtstbijzijnde
Alfa Romeo Servicepunt
om het systeem onmiddellijk te laten controleren.
20) 21)
Raadpleeg het Alfa Romeo Servicenetwerk voor een
permanente uitschakeling van de zoemer van het
SBR-systeem (Seat Belt Reminder).
Het systeem kan via het instellingenmenu opnieuw
worden ingeschakeld.
EBD-FOUT
Wanneer de lampjes x(rood) en >(geel) bij draaiende
motor tegelijk gaan branden, dan is er een storing in het
EBD-systeem of is het systeem niet beschikbaar. In dit
geval kunnen de achterwielen bij hard remmen plotseling
blokkeren waardoor de auto begint te slippen.
Op het display verschijnt een speciaal bericht.
STORING AIRBAG
Wanneer de contactsleutel naar MAR wordt gedraaid,
gaat het lampje branden, maar dit moet na enkele
seconden doven.
Als het lampje brandt, dan duidt dit op een storing in het
airbagsysteem.
Op het display verschijnt een speciaal bericht.
VEILIGHEIDSGORDELS NIET VASTGEMAAKT
(waar aanwezig)
Het waarschuwingslampje blijft branden, als de auto
stationair draait en de veiligheidsgordel van de
bestuurder niet naar behoren is vastgemaakt.
Het waarschuwingslampje gaat knipperen en er klinkt een
zoemer, als met de auto wordt gereden, terwijl de
veiligheidsgordel van de bestuurder niet naar behoren is
vastgemaakt.
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTEN- PANEEL
36
Lampjes op het paneelBetekenisWat te doen
Rijd zeer voorzichtig en neem zo snel mogelijk contact op
met een speciaal
Alfa Romeo Servicepunt.
ABS-FOUT
Het lampje gaat branden wanneer de contactsleutel naar
de stand MAR wordt gedraaid, maar het moet even later
doven. Het lampje gaat branden om een systeemstoring
aan te geven.
In dat geval blijft het remsysteem normaal werken, maar
met uitsluiting van het ABS-systeem.
Op het display verschijnt een speciaal bericht.
FRONTAIRBAG PASSAGIERSZIJDE UITGESCHAKELD
Het lampje
“gaat branden wanneer de frontairbag aan
passagierszijde is uitgeschakeld.
Wanneer de airbag van de passagier op de voorstoel is
ingeschakeld en de contactsleutel naar MAR wordt
gedraaid, gaat het lampje
“ongeveer 4 seconden continu
branden, waarna het zou moeten doven.
Als het lampje knippert, dan duidt dit op een storing van
het airbagwaarschuwingslampje.
22)
Rijd zeer voorzichtig en neem zo snel mogelijk contact op
met een speciaal Alfa Romeo Servicepunt.
37
Lampjes op het paneelBetekenisWat te doen
Laat in dit geval het gaspedaal los om de motortoeren te
laten zakken tot het lampje stopt met knipperen. Rijd
verder met een gematigde snelheid en vermijd
omstandigheden waardoor het lampje weer gaat
knipperen. Neem zo snel mogelijk contact op met een
speciaal Alfa Romeo Servicepunt.
Als het lampje Uknippert, betekent dit dat de
katalysator beschadigd zou kunnen zijn.
3)
Onder deze omstandigheden kan het voertuig met
gematigde snelheid en zonder te veel motorbelasting,
blijven rijden. Het langdurig rijden met continu brandend
lampje kan tot schade leiden.
Neem zo snel mogelijk contact op met een speciaal Alfa
Romeo Servicepunt. STORING INSPUIT- / EOBD-SYSTEEM
Onder normale omstandigheden, wanneer de
contactsleutel naar MAR wordt gedraaid, gaat het lampje
Ubranden maar dit moet doven zodra de motor is
gestart.
De verkeerspolitie beschikt over speciale apparatuur
waarmee de werking van het lampje Ukan worden
gecontroleerd.
Neem in elk geval de wettelijke voorschriften in acht van
het land waarin u rijdt.
Wanneer het lampje Ublijft branden of tijdens het rijden
gaat branden, wijst dit op een onjuiste werking van het
inspuitsysteem; met name duidt een continu brandend
lampje op een storing in het brandstoftoevoer-/
inspuitsysteem die zou kunnen leiden tot overmatige
uitlaatgasemissies, mogelijk prestatieverlies, slechte
rijeigenschappen en een hoog brandstofverbruik.
Bij sommige versies verschijnt een speciaal bericht op het
display.
Het lampje Ugaat uit als de storing is verholpen, maar
nog wel is opgeslagen in het systeem.
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTEN- PANEEL
38
Lampjes op het paneelBetekenisWat te doen
In elke situatie waarin op het display het bericht
“Raadpleeg instructieboek” wordt weergegeven, is het
van ESSENTIEEL belang om de inhoud van de paragraaf
“Wielen” in het hoofdstuk “Technische gegevens” te
raadplegen, en moeten de aanwijzingen die u daarin vindt
strikt worden opgevolgd.
Lage bandenspanning - Zie handleiding
Het waarschuwingslampje gaat branden en er verschijnt
een speciaal bericht op het display, om aan te geven dat
de bandenspanning lager is dan de aanbevolen waarde
en/of dat de band langzaam spanning verliest. Onder deze
omstandigheden kunnen de optimale levensduur van de
banden en het brandstofverbruik niet gegarandeerd
worden.
Indien twee of meer banden zich in de bovengenoemde
toestand bevinden, worden de aanduidingen m.b.t. iedere
band in volgorde op het display weergegeven.
Neem zo snel mogelijk contact op met een speciaal Alfa
Romeo Servicepunt. TPMS-systeemstoring
Het lampje gaat branden wanneer er een storing in het
TPMS wordt gedetecteerd.
Als op een of meerdere wielen geen sensoren zijn
gemonteerd, verschijnt er een bericht op het display tot
de oorspronkelijke condities zijn hersteld.BELANGRIJK Rijd niet verder met een of meerdere lekke
banden, dit kan de bestuurbaarheid van de auto in gevaar
brengen. Breng het voertuig tot stilstand, voorkom bruusk
remmen en sturen. Repareer de band(en) onmiddellijk met
behulp van de speciale kit (zie de paragraaf “Een wiel
repareren” in het hoofdstuk “Noodgevallen”) en neem zo
snel mogelijk contact op met een speciaal Alfa Romeo
Servicepunt. TPMS-SYSTEEM
39
Lampjes op het paneelBetekenisWat te doen
WAARSCHUWINGSLAMPJE ASR UIT
Wanneer de contactsleutel naar MAR wordt gedraaid,
gaat het lampje branden maar het moet doven zodra de
motor is gestart.
Het waarschuwingslampje gaat branden wanneer de ASR-
functie of de elektronische stabiliteitsregeling (ESC)
uitgeschakeld is (bij de keuze van de “Race” modus).
Het ASR-lampje gaat uit.
Neem zo snel mogelijk contact op met een speciaal
Alfa Romeo Servicepunt, om het probleem te laten
verhelpen.
Neem zo snel mogelijk contact op met een speciaal Alfa
Romeo Servicepunt. ELEKTRONISCH STABILITEITSREGELSYSTEEM ESC
Als de de contactsleutel naar MAR wordt gedraaid, gaat
het lampje branden, maar het moet doven zodra de motor
is gestart.
Inwerkingtreding van het systeem wordt aangegeven
door het knipperen van het waarschuwingslampje: dit
geeft aan dat de stabiliteit en de grip van de auto in
kritieke toestand verkeren.
Als het lampje niet uitgaat of aanblijft terwijl de motor
draait, is een storing in het ESC-systeem gedetecteerd.
Hill Holder-systeemstoring
Het digitale waarschuwingslampje
*gaat branden en op
het display verschijnt het speciale bericht, dat een storing
van het Hill Start-systeem aangeeft.
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTEN- PANEEL
40
Lampjes op het paneelBetekenisWat te doen
LINKER RICHTINGAANWIJZER
Het lampje gaat branden wanneer de
richtingaanwijzerhendel omlaag wordt verplaatst of,
samen met de rechter richtingaanwijzer, wanneer de
drukknop voor de alarmknipperlichten wordt ingedrukt.
RECHTER RICHTINGAANWIJZER
Het lampje gaat branden wanneer de
richtingaanwijzerhendel omhoog wordt verplaatst of,
samen met de linker richtingaanwijzer, wanneer de
drukknop voor de alarmknipperlichten wordt ingedrukt.
GROOTLICHT
Het lampje gaat branden wanneer het grootlicht wordt
ingeschakeld.
STADSLICHT EN DIMLICHT
Het lampje gaat branden wanneer het stadslicht en het
dimlicht worden ingeschakeld.
FOLLOW ME HOME
Dit lampje gaat branden (samen met een bericht op het
display) wanneer deze functie in gebruik is
(zie de paragraaf “Follow me home” in “Buitenverlichting”
in het hoofdstuk “Kennismaking met de auto”).
41
LAMPJES OP HET PANEEL
Lampjes op het paneelBetekenisWat te doen
LAGE MOTOROLIEDRUK
Wanneer de contactsleutel naar MAR wordt gedraaid,
gaat het digitale waarschuwingslampje branden maar het
moet doven zodra de motor is gestart. Het digitale
waarschuwingslampje gaat continu branden en er
verschijnt een bericht op het display wanneer het systeem
detecteert dat de motoroliedruk onvoldoende is.
AFGEWERKTE MOTOROLIE (waar aanwezig)
Het digitale lampje gaat knipperen en bij sommige versies
verschijnt een speciaal bericht op het display.
Afhankelijk van de versie kan het digitale
waarschuwingslampje op verschillende manieren
knipperen:
– elke twee uur 1 minuut;
– cycli van 3 minuten met intervallen van 5 seconden
waarin het lampje niet brandt totdat de olie wordt
ververst.
Na de aanvankelijke waarschuwing blijft het digitale
waarschuwingslampje, elke keer als de motor wordt
gestart, op dezelfde manier knipperen tot de olie is
ververst. In aanvulling op het lampje verschijnt er een
speciaal bericht op het display (voor bepaalde versies).
Het knipperen van het digitale waarschuwingslampje
moet niet als een storing worden beschouwd, maar wil de
bestuurder erop wijzen dat de motorolie moet worden
ververst na een normaal gebruik van het voertuig. Vergeet
niet dat motorolie sneller verslechterd als de auto voor
korte ritten wordt gebruikt, waardoor de motor niet op
temperatuur kan komen.
4)
Neem zo snel mogelijk contact op met een speciaal
Alfa Romeo Servicepunt om het probleem te laten
verhelpen.
23)