297
5
Handleiding Supra 5-1. MOBILITEIT
MOBILITEIT
Neem contact op
met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige als u geen
beschadiging aan een band kunt consta-
teren.
2Repareer de lekke band met bij-
voorbeeld de bandenreparatieset
of verwissel het wiel.
De bandenreparatievloeistof van bij-
voorbeeld een bandenreparatieset
kan schade veroorzaken aan de
TPM-wielelektronica. Laat de elektro-
nica bij de eerstkomende gelegen-
heid vervangen.
■Veiligheidsaanwijzingen
■Maximale snelheid
Als een band beschadigd is, kunt u uw
reis voortzetten. Rijd echter niet sneller
dan 80 km/h.
■Doorrijden met een lekke band
Houd u aan het volgende als u met een
lekke band doorrijdt:
1Vermijd krachtig of plotseling rem-
men en dito stuurbewegingen.
2Rijd niet sneller dan 80 km/h.
3Controleer zodra de mogelijkheid
zich voordoet de bandenspanning
van alle vier de banden.
Bij banden met een speciale goedkeuring:
als alle vier de banden de juiste banden- spanning hebben, is het bandenspan-
ningscontrolesysteem mogelijk niet gereset.
Reset het systeem.
■Maximale rijafstand met een lekke
band
De maximale rijafs
tand is afhankelijk
van de belading en van op de auto uit-
geoefende krachten die op hun beurt
afhankelijk zijn van bijvoorbeeld de rij-
snelheid, het wegprofiel en de buiten-
temperatuur. De rijafstand kan korter of,
bij een zorgvuldigere rijstijl, langer zijn.
Als de auto gemiddeld beladen is en
onder gunstige omstandigheden wordt
gebruikt, kan tot wel 80 km worden
afgelegd.
■Rijeigenschappen met bescha-
digde banden
Beschadigde banden hebben invloed
op de rijeigenschappen, wat onder
andere kan leiden tot:
• Sneller tractieverlies.
• Een langere remweg.
• Veranderingen in de zelfsturende eigenschappen.
Pas uw rijstijl aan. Voorkom abrupte
stuurbewegingen en rijd niet over
obstakels zoals stoepranden of door
kuilen.
■Definitief einde van de band
Trillingen en harde bijgeluiden tijdens
het rijden kunnen wijzen op een defi-
nitief einde van de band.
Verlaag uw snelheid en breng de
auto tot stilstand. Delen van de band
kunnen losraken, wat tot een ongeval
zou kunnen leiden.
Rijd niet door, maar neem contact op
met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
Run-flat banden
WAARSCHUWING
Een run-flat band m et een lage span-
ning of zonder spanning heeft invloed
op de rijeigenschap pen van de auto.
Zo kan de stabilitei t van de besturing
tijdens het remmen afnemen, kan de
remweg langer zijn en kunnen de zelf-
sturende eigenschappen verande-
ren. Er bestaat een kans op
ongevallen. Rijd voorzichtig en niet
sneller dan 80 km/h.
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 297 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
298
Handleiding Supra5-1. MOBILITEIT
De bandenspanning is afhankelijk
van de temperatuur van de band.
De bandenspanning stijgt als de tem-
peratuur van de band stijgt, bijvoor-
beeld tijdens het rijden of door
blootstelling aan zonlicht.
De bandenspanning daalt als de tem-
peratuur van de band afneemt.
Hierdoor kan, gelet op de gegeven
waarschuwingslimieten, een waar-
schuwing worden gegeven als de
temperatuur sterk daalt.
Na een aan de temperatuur gerela-
teerde waarschuwing worden de
voorgeschreven bandenspannings-
waarden weer weergegeven op het
regeldisplay als de auto een korte
afstand heeft afgelegd.
Het systeem waarschuwt mogelijk
niet als de band door externe facto-
ren plotseling zwaar beschadigd
raakt.
Banden met een s
peciale goedkeu-
ring: het systeem werkt niet correct
als het niet is gere set en kan dan
bijvoorbeeld aangeven dat een
band lek is terwijl de spanning
ervan in orde is.
• Er is een wiel zonder TPM-wiele- lektronica gemonteerd, bijvoor-
beeld een noodreservewiel: laat
de wielen indien nodig controleren.
• Storing: laat het systeem controle-
ren.
• Storing door systemen of appara- ten met dezelfde radiofrequentie:
het systeem wordt automatisch
opnieuw geactiveerd bij het verla-
ten van het storingsveld.
• Bij banden met een speciale goed-
keuring: het systeem kon de reset-
procedure niet voltooien. Reset
het systeem nogmaals.
Als run-flat banden zijn gemonteerd
of als een bandenreparatieset
wordt gebruikt, hoeft een wiel met
een lekke band niet altijd onmiddel-
lijk te worden verwisseld.
Beperkingen van het
systeem
Temperatuur
Plotselinge daling van de
bandenspanning
Systeem niet gereset
Storing
Melding
Het gele waarschuwings-
lampje knippert en brandt
vervolgens permanent. Er
wordt een voertuigmelding
weergegeven. Dalingen in
de bandenspanning worden
niet gesignaleerd.
Maatregel
Verwisselen van een wiel
Algemeen
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 298 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
303
5
Handleiding Supra 5-1. MOBILITEIT
MOBILITEIT
7
Krik de auto omhoog tot het vol-
ledige oppervlak van de voet
van de krik op de grond steunt
en het desbetreffende wiel zich
maximaal 3 cm boven de grond
bevindt.
Monteer nooit meer dan één nood-
reservewiel op de auto, indien ver-
eist.
1 Draai de wielbouten los.
2 Verwijder het wiel.
3 Monteer het nieuw e wiel of het
noodreservewiel en draai ten
minste twee wielbouten kruise-
lings handvast.
Als niet door de fabr ikant van uw auto
origineel geleverde lichtmetalen velgen
zijn gemonteerd, moeten mogelijkerwijs
de wielbouten worden gebruikt die
horen bij deze velgen.
4 Draai de overige wielbouten
handvast en draai vervolgens
alle wielbouten kruiselings vast.
5 Draai de hendel van de krik
linksom om de krik in te draaien
en de auto te laten zakken.
6 Verwijder de krik en berg hem
goed op. 1
Draai de wielbou ten kruiselings
vast. Het aanhaalmoment is 140
Nm.
2 Berg indien nodig het wiel met
de lekke band op in de bagage-
ruimte.
Vanwege zijn formaat kan het wiel met
de lekke band niet onder de vloer van
de bagageruimte worden opgeborgen.
3 Neem de eerstvolgende gele-
genheid te baat om de banden-
spanning te controleren en
indien nodig aan te passen.
4 Reset het bandenspan-
ningscontrolesysteem (TPM).
5 Controleer met een gekali-
breerde momentsleutel of de
wielbouten correct zijn vastge-
zet.
6 Ga naar de dichtstbijzijnde
erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige om de
beschadigde band te laten ver-
vangen.
Bij een lekke band kan het noodre-
servewiel worden g ebruikt om het
wiel met de lekke band te vervan-
gen. Het noodreservewiel is
bedoeld voor tijde lijk gebruik, tot de
lekke band is vervangen.
Monteren van een wiel
Na het verwisselen van het
wiel
Noodreservewiel
Principe
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190
3.book Page 303 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
451
Handleiding SupraAlfabetische index
Ontgrendelingssignalen,
zie Bevestigingssig nalen ............ 91
Ontgrendeltoets, zie Automatische t ransmissie ... 143
Oog voor slepen ........................... 348
Opbergmogelijkheden.................. 260
Opbergnet, bagageruimte ............ 263
Openen en sluiten .......................... 74
Oppompen, banden ...................... 278
Oproepen stand buitenspiegels .... 91
Oproepen stand stoelverstelling... 91
Oproepen stand stuurwielverstelling ..................... 91
Opslag, banden ............................ 284
Oververhitting van de motor, zie Koelvloeistoftemperatuur .... 158
P
Paddle shift-schakelaars op
het stuurwiel ............................... 143
Parkeerhulp, zie Parking Sensors ....................................... 237
Parkeerlichten ............................... 173
Parkeerrem.................................... 137
Parkeersensoren .......................... 237
Parking Sensors met noodremfunctie, zie
Noodremfunctie.......................... 240
Pauzeaanbevelingen, zie Driver Attention Control ............ 213
Pechhulp ....................................... 337
Pechhulpdienst ............................. 337
Persoonlijk profiel, z ie Bestuurdersprofielen ............... 86
Persoonlijke gegevens wissen ..... 65
Persoonlijke instellingen, zie Bestuurdersprofielen ................... 86
Persoonlijke voorkeursinstellingen, zie
SPORT-modusschakelaar ......... 149
Petrol ............................................. 307
Plaats voor kinderen .................... 110
Plaatsen kinderzitje ...................... 111 Plaatsen van baby- en
kinderzitjes.................................. 111
Portiervakken ................................ 261
Principe woordherkenning, zie Invoervergelijking ................... 48
Profielen, zie Bestuurdersprofielen ................... 86
R
Radiografische afstandsbediening,
zie Afstandsbediening ................. 74
Rechts rijden, instelling verlichting ................................... 176
Recycling ....................................... 318
Regeldisplay.................................... 50
Regeldisplay, instellingen .............. 61
Regelsystemen, rijstabiliteit ........ 215
Regensensor ................................. 141
Reinigen, head-up display ........... 354
Reiniging van displays, schermen .................................... 354
Remlichten, zie Lampen en lichten .......................................... 327
Remmen, aanwijzingen ................270
Remsysteem.................................. 267
Reparatievloeistof, zie Mobiliteitssysteem ............... 285
Repareren van lekke banden ....... 285
RES CNCL-toets, zie Adaptive Cruise Control ............................ 225
RES CNCL-toets, zie Cruise control ....................... 222
Reservewiel, zie
Noodreservewiel....... .................. 303
Reset, bandenspannings- controlesysteem (TPM) .............. 294
Rij-informatie, algemeen .............. 267
Rij-informatie, inrijden.................. 266
Rijassistentie, zie Toyota Supra Safety ............. 192
Richtingaanwijzer, controlelampje ............................ 156
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 451 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM