10
Handleiding Supra1-1. AANWIJZINGEN
wetgeving inzake productaanspra-
kelijkheid. Om aan deze verplichtin-
gen te voldoen, heeft de
autofabrikant tec
hnische gegevens
van de auto nodig. Gegevens van
de auto kunnen ook worden
gebruikt om garantieclaims van
klanten te controleren.
Fout- en gebeurtenisgeheugens in
de auto kunnen worden gereset
wanneer een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige
reparatie- of onderhoudswerk-
zaamheden uitvoert.
Afhankelijk van de uitrusting van de
auto kunnen de volgende comfort-
en individuele instellingen in de
auto worden opges lagen en op elk
moment worden ge wijzigd of gere-
set.
Deze omvatten bijvoorbeeld:
• Instellingen voor de stoelpositie.
• Instellingen voor de wielop- hanging en klimaatregeling.
Gegevens kunnen indien nodig in
het entertainment- en communica-
tiesysteem van de auto worden
geïmporteerd, bijvoorbeeld via een
smartphone.
Afhankelijk van de uitrusting van de
auto omvatten deze gegevens:
• Multimediagegevens zoals muziek, video's of foto's voor
weergave in een geïntegreerd
multimediasysteem. • Adresboekgegevens voor
gebruik in combinatie met een
geïntegreerd handsfree-sys-
teem of een geïntegreerd navi-
gatiesysteem.
• Ingevoerde navigatiebestemmin-
gen.
• Gegevens over het gebruik van internetdiensten.
Deze gegevens kunnen lokaal in de
auto worden opgeslagen of staan
op een apparaat dat in de auto is
aangesloten, bijvoorbeeld een
smartphone, USB-stick of
MP3-speler. Als deze gegevens in
de auto worden opgeslagen, kun-
nen ze op elk ge wenst moment
worden gewist.
Deze gegevens worden alleen
doorgegeven aan derden als hier
tijdens het gebruik van online dien-
sten uitdrukkelijk om is gevraagd.
De overdracht is afhankelijk van de
geselecteerde instellingen voor het
gebruik van de diensten.
Afhankelijk van de uitrusting kun-
nen mobiele apparaten die in de
auto zijn aangesloten, bijvoorbeeld
smartphones, worden bediend via
de bedieningselementen van de
auto.
Geluid en afbeeldingen van het
mobiele apparaat kunnen worden
afgespeeld en weergegeven via het
multimediasysteem. Tegelijkertijd
wordt bepaalde informatie naar het
mobiele apparaat verzonden.
Afhankelijk van het t ype integratie
omvat deze bijvoorbeeld positiege-
gevens en andere algemene voer-
tuiginformatie. Di t optimaliseert de
manier waarop geselecteerde
Gegevensinvoer en
gegevensoverdracht in de
auto
Algemeen
Integratie van m obiele apparaten
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 10 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
35
2
Handleiding Supra 2-1. KORTE UITLEG
KORTE UITLEG
1
Tik op de achter ste rand van de
tankdopklep om hem te openen.
2 Draai de tankdop linksom.
3 Plaats de tankdop in de houder
op de tankdopklep.
Voor een optimaal brandstofver-
bruik moet de benzine zwavelvrij of
zwavelarm zijn.
Brandstoffen waarvan op de pomp
is aangegeven dat ze metaal bevat-
ten, mogen niet worden gebruikt.
→ Blz. 307 De informatie over de bandenspan-
ning is te vinden op de banden-
spanningssticker op de portierstijl.
Bandenspanningscontrolesysteem
(TPM):
Reset het bandenspanningscontro-
lesysteem (TPM) voor banden
waarvan de bandenspanning niet
wordt weergegeven op het regel-
display.
Controleer regelmatig en pas indien
nodig aan:
• Minstens tweemaal per maand.
• Voor een lange rit.
Bediening
klimaatregeling.
Handmatige bediening
luchtstroom.
Tankstop
Tanken
Tankdop
Benzine
ToetsFunctieWielen en banden
Informatie bandenspanning
Na het aanpassen van de
bandenspanning
Controleren van de
bandenspanning
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 35 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
88
Handleiding Supra3-1. BEDIENING
Ongeacht de gebruikte afstandsbe-
diening kan een ander bestuurders-
profiel worden opgeroepen. Dit geeft
de bestuurder de mogelijkheid zijn
persoonlijke voorkeursinstellingen op
te roepen, ook al heeft hij de auto
ontgrendeld met de afstandsbedie-
ning van een andere bestuurder.
Via Toyota Supra Command:
1“My Vehicle” (mijn auto)
2“Driver profiles” (bestuurderspro-
fielen)
3Selecteer een bestuurdersprofiel.
4“OK”
• De in het geselecteerde bestuur- dersprofiel opgeslagen instellingen
worden automatisch toegepast.
• Het geselecteerde bestuurders- profiel wordt toegewezen aan de
afstandsbediening die momenteel
wordt gebruikt.
• Als het bestuurdersprofiel al aan een andere afstandsbediening is
toegewezen, is dit vanaf dat
moment van toepassing op beide
afstandsbedieningen.
In het gastprofiel kunnen persoon-
lijke instellingen worden opgesla-
gen die niet in een van de drie
bestuurdersprofielen worden opge-
slagen.
Via Toyota Supra Command:
1 “My Vehicle” (mijn auto)
2 “Driver profiles” (bestuurders-
profielen) 3
“Drive off (guest)” (wegrijden
(gast))
4 “OK”
Het gastprofiel kan niet worden her-
noemd. Het wordt n iet toegewezen
aan de op dat moment gebruikte
afstandsbediening.
Om verwarring van bestuurderspro-
fielen te voorkom en is het mogelijk
om het op dat moment gebruikte
bestuurdersprofiel een eigen naam
te geven.
Via Toyota Supra Command:
1 “My Vehicle” (mijn auto)
2 “Driver profiles” (bestuurders-
profielen)
3 Selecteer een bestuurderspro-
fiel.
Het met dit symbool gemarkeerde
bestuurdersprofiel kan worden her-
noemd.
4 “Change driver profile name”
(wijzig naam best uurdersprofiel)
5 Voer een profielnaam in.
6 Selecteer het symbool.
De instellingen va n het actieve
bestuurdersprofiel worden gereset
naar de fabrie ksinstellingen.
Via Toyota Supra Command:
1 “My Vehicle” (mijn auto)
2 “Driver profiles” (bestuurders-
profielen)
3 Selecteer een bestuurderspro-
fiel.
Profielbeheer
Een bestuurdersprofiel selecteren
Gastprofiel
Het bestuurdersprofiel hernoemen
Het bestuurdersprofiel resetten
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 88 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
89
3
Handleiding Supra 3-1. BEDIENING
BEDIENING
Het met dit symbool gemarkeerde
bestuurdersprofiel kan worden gereset.
4“Reset bestuurdersprofiel”
5 “OK”
De meeste instellingen van het op
dat moment gebruikte bestuurders-
profiel kunnen worden geëxpor-
teerd.
De exportfunctie kan nuttig zijn om
een back-up te maken van persoon-
lijke instellingen en deze later weer
te kunnen oproepen, bijvoorbeeld
voordat de auto naar de werkplaats
wordt gebracht. Bestuurdersprofie-
len waarvan een back-up is
gemaakt kunnen worden overge-
bracht naar een andere auto.
Via Toyota Supra Command:
1“My Vehicle” (mijn auto)
2“Driver profiles” (bestuurderspro-
fielen)
3Selecteer een bestuurderspro-
fiel.
Het met dit symbool gemarkeerde
bestuurdersprofiel kan worden geëxpor-
teerd.
4“Export driver pro file” (bestuur-
dersprofiel exporteren)
5Selecteer een medium waarop
het geëxporteerde bestuurders-
profiel moet worden opgeslagen.
• “USB device” (USB-apparaat)
Selecteer indien nodig het USB-opslag-
medium, zie blz.
69.
De bestaande instellingen van het
op dat moment gebruikte bestuur-
dersprofiel worden overschreven
door de instellingen van het geïm-
porteerde bestuurdersprofiel.
Via Toyota Supra Command:
1“My Vehicle” (mijn auto)
2“Driver profiles” (bestuurderspro-
fielen)
3Selecteer het bestuurdersprofiel
dat mag worden overschreven.
Het met dit symbool gemarkeerde
bestuurdersprofiel kan worden over-
schreven.
4“Import driver profile” (importeer
bestuurdersprofiel)
5Selecteer het medium waarvan-
daan het bestuurdersprofiel moet
worden geïmporteerd.
• USB-opslagmedium: “USB device” (USB-apparaat)
Selecteer indien nodig het USB-opslag-
medium.
6Selecteer het te importeren
bestuurdersprofiel.
Het is niet altijd mogelijk om een
afstandsbediening aan alleen een
bestuurder toe te wijzen. Dat kan in
de volgende situaties het geval zijn:
• De voorpassagier ontgrendelt de
auto met zijn afstandsbediening
terwijl iemand anders de bestuur-
der is.
• De bestuurder ontgrendelt de auto via het Smart entry-systeem met
startknop en heeft meerdere
afstandsbedieningen bij zich.
Een bestuurdersprofiel exporteren
Een bestuurdersprofiel importeren
Beperkingen van het
systeem
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 89 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
150
Handleiding Supra3-1. BEDIENING
De rijmodus NORMAL wordt auto-
matisch geselecteerd wanneer de
Drive Ready-modus wordt inge-
schakeld.
■Principe
Evenwichtige configuratie tussen
dynamisch en efficiënt rijden.
■Principe
Dynamische configuratie voor een
betere wendbaarheid met een
geoptimaliseerde wielophanging.
■Inschakelen
■Principe
In de rijmodus SPORT INDIVI-
DUAL zijn individuele instellingen
mogelijk.
■Configureren
Via Toyota Supra Command:
1 “My Vehicle” (mijn auto)
2 “Vehicle settings” (instellingen
auto)
3 “Configure SPORT INDIVI-
DUAL” (configureer SPORT
INDIVIDUAL)
4 “Customise Settings” (persoon-
lijke voorkeursinstellingen)
5 Selecteer de gewenste instel-
ling.
De instelling wordt opgeslagen voor
het op dat moment gebruikte
bestuurdersprofiel.
Reset de persoon lijke voorkeursin-
stellingen na ar de standaardinstel-
ling:
“Reset to SPORT STANDARD”
(resetten naar SPORT STAN-
DARD).
Rijmodi
Toets in de auto
ToetsRijmodusConfigu-
ratie
SPORTSPORTAanpas-
sen
Rijmodi in detail
NORMAL
SPORT
Druk op de toets.
SPORT INDIVIDUAL
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 150 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
165
3
Handleiding Supra 3-1. BEDIENING
BEDIENING
4
“Instrument cluster” (instrumen-
tenpaneel)
5 “On-board computer” (boord-
computer)
6 Selecteer de gewenste instel-
ling.
De instelling wordt opgeslagen voor
het op dat moment gebruikte
bestuurdersprofiel.
■Weergeven/resetten kilometer-
teller
• Houd de toets ingedrukt om de dagteller te resetten.
■Weergave
■Principe
De actieradius geeft de afstand aan
die nog kan wor den afgelegd met
de huidige hoeveelheid brandstof in
de tank.
■Algemeen
De geschatte actieradius die moge-
lijk is met de rester ende brandstof
wordt permanent weergegeven op
het instrumentenpaneel.
Er wordt kort een voertuigmelding
weergegeven wanneer de actiera-
dius klein is. Bij een dynamische
rijstijl, bijvoorbee ld bij het snel
nemen van bochten, kan de motor
afslaan.
Als de actieradius kleiner wordt dan
ongeveer 50 km, wordt de voertuig-
melding continu weergegeven.
■Veiligheidsaanwijzing
■Weergave
■Principe
Het actuele brandstofverbruik geeft
aan hoeveel brandstof er op dat
moment wordt gebruikt. Het is
mogelijk om de zuinigheid en mili-
euvriendelijkheid van uw rijstijl te
controleren.
Gedetailleerde informatie
Kilometerteller en dagteller
• Druk op de toets om de dagteller weer te geven.
Als de Drive
Ready-modus wordt uitge-
schakeld, wordt de totaal
gereden afstand en de
dagteller weergegeven.
Actuele actieradius.
OPMERKING
Als de actieradius kleiner wordt dan
50 km, is het moge lijk dat de motor
onvoldoende brandstof toegevoerd
krijgt. De motor k an dan afslaan. Er
bestaat een kans op schade. Ga op
tijd tanken.
Brandstofverbruikdisplay
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 165 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
166
Handleiding Supra3-1. BEDIENING
■Algemeen
Het actuele brandstofverbruik wordt
door middel van balkjes weergege-
ven op het instrumentenpaneel.
■Weergave
■Algemeen
De gemiddelde rijsnelheid en het
gemiddelde brandstofverbruik wor-
den berekend voor de afstand die is
afgelegd sinds de laatste keer dat de
boordcomputer is gereset.
Bij de berekening van de gemiddelde
rijsnelheid wordt geen rekening
gehouden met de momenten waarop
de auto heeft stilgestaan en de motor
handmatig is uitgeschakeld.
■Resetten van de gemiddelde
waarden
Houd de toets op de richtingaanwij-
zerhendel ingedrukt.
■Weergave
De boordcomputer toont verschil-
lende voertuiggerelateerde gege-
vens, bijvoorbeeld gemiddelde
waarden, op het regeldisplay.
Op het regeldisplay zijn twee types
boordcomputers beschikbaar:
• “On-board computer” (boord- computer): gemiddelde waarden,
bijvoorbeeld het brandstofver-
bruik, worden weergegeven. De
waarden kunnen afzonderlijk
worden gereset.
• “Trip computer” (dagteller): de
waarden geven een overzicht
van een bepaalde route en kun-
nen zo vaak als nodig worden
gereset.
Via Toyota Supra Command:
1 “My Vehicle” (mijn auto)
Gemiddelde rijsnelheid en
gemiddeld brandstofverbruik
Boordcomputer op het
regeldisplay
Principe
Algemeen
De boordcomputer of
dagteller oproepen
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190
3.book Page 166 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
167
3
Handleiding Supra 3-1. BEDIENING
BEDIENING
2
“Driving information” (rij-infor-
matie)
3 “On-board computer” (boord-
computer) of “Trip computer”
(dagteller)
Via Toyota Supra Command:
1 “My Vehicle” (mijn auto)
2 “Driving information” (rij-infor-
matie)
3 “On-board computer” (boord-
computer)
4 “Consumption” (verbruik) of
“Speed” (snelheid)
5 “OK”
Via Toyota Supra Command:
1 “My Vehicle” (mijn auto)
2 “Driving information” (rij-infor-
matie)
3 “Trip computer” (dagteller)
4 Kantel de controller indien nodig
naar links.
• “Reset” (resetten): alle waar- den worden gereset.
• “Reset automatically” (auto- matisch resetten): alle waarden
worden gereset wanneer de auto
ongeveer 4 uu r stilstaat.
5 Selecteer indi en nodig “OK”.
Afhankelijk van de voertuigspecifi-
caties kunnen het actuele vermogen en koppel op het regel-
display worden weergegeven.
De volgende informatie wordt weer-
gegeven:
Koppel.
Vermogen.
Via Toyota Supra Command:
1 “My vehicle” (mijn auto)
2 “Sport displays” (sportieve weer-
gave)
Er kan een snelheidslimiet worden
ingesteld waarbij een waarschu-
wing wordt geactiveerd wanneer
deze wordt bereikt.
De waarschuwing wordt herhaald
als de rijsnelheid de ingestelde
snelheidslimiet opnieuw over-
schrijdt, nadat deze met meer dan
5 km/h is gezakt.
Via Toyota Supra Command:
1 “My Vehicle” (mijn auto)
De boordcomputer resetten
De dagteller resetten
Sportieve weergave
Principe
Weergave op het
regeldisplay
Overzicht
Weergaven
Snelheidswaarschuwing
Principe
Algemeen
Wijzigen van de
snelheidswaarschuwing
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 167 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM