681-3. Noodoproep
Controlelampjes
Microfoon
Luidspreker
*: Deze toets is bestemd voor commu-nicatie met de eCall-medewerker.
Andere SOS-toetsen van overige
systemen van een au to hebben geen
betrekking op het apparaat en zijn
niet bestemd voor communicatie met
de eCall-medewerker.
Type B
Toets SOS
*
Controlelampjes
Microfoon
Luidspreker
*: Deze toets is bestemd voor commu- nicatie met de eCall-medewerker.
Andere SOS-toetsen van overige
systemen van een au to hebben geen
betrekking op het apparaat en zijn
niet bestemd voor communicatie met
de eCall-medewerker.
■Automatische noodoproepen
Als een airbag wordt geactiveerd,
belt het systeem automatisch het eCall-controlecentrum.
* De mede-
werker van het controlecentrum
ontvangt de locatie van auto, het
tijdstip waarop het ongeval plaats-
vond en het VIN van de auto en
probeert de inzittenden van de auto
te spreken om de e rnst van de situ-
atie te beoordelen. Als de inzitten-
den niet in staat zijn om te
communiceren, behandelt de
medewerker de oproep als een
noodgeval, neemt h ij of zij contact
op met de dichtstbijzijnde hulpdien-
sten (112, enz.) en verzoekt hij of zij
om assistentie ter plaatse.
*: In sommige gevallen kan er geen
oproep worden verzonden.
(→Blz. 69)
■Handmatige noodoproepen
Druk in een noodsituatie op de
toets SOS om het eCall-controle-
centrum te bellen.
* De medewerker
van het controlecentrum zal de
locatie van uw auto bepalen, de
situatie beoordelen en de beno-
digde hulpdiensten sturen.
Open de afdekking voordat u op de
toets SOS drukt.
Als u per ongeluk op de toets SOS hebt
gedrukt, zeg dan tegen de medewerker
dat er geen sprake is van een noodge-
val.
Noodoproepdiensten
B
C
D
A
B
C
D
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 68 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM
701-3. Noodoproep
WAARSCHUWING
• Tijdens een noodoproep doet het systeem herhaaldelijk een poging om contact op te
nemen met het eCall-controlecentrum. Als
er echter als gevolg van een slechte ont-
vangst geen contact kan worden gelegd
met het eCall-controlecentrum, kan het
systeem mogelijk geen contact maken
met het mobiele netwerk en wordt de
noodoproep beëindigd zonder dat er ver-
binding is gemaakt. Het rode controle-
lampje knippert gedurende ongeveer 30
seconden om aan te geven dat de verbin-
ding is verbroken.
●Als de spanning van de accu afneemt of
als de accu is losgenomen, kan het sys-
teem mogelijk geen verbinding maken
met het eCall-controlecentrum.
■Als het noodoproepsysteem wordt ver-
vangen door een nieuw exemplaar
Het noodoproepsysteem moet worden gere-
gistreerd. Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
■Voor uw veiligheid
●Rijd voorzichtig.
De functie van dit systeem is om u te hel-
pen bij het plaatsen van een noodoproep
bij ongevallen, zoals een verkeersongeval
of een plotseling medisch noodgeval. Het
systeem biedt de bestuurder en de passa-
giers op geen enkele wijze bescherming.
Rijd voorzichtig en doe voor uw veiligheid
altijd uw veiligheidsgordel om.
●Geef bij noodgevallen uw leven en de
levens van anderen topprioriteit.
●Wanneer u een branderige lucht of
anderszins een vreemde lucht ruikt, ver-
laat dan de auto en zoek onmiddellijk een
veilige plek op.
●Als de airbags worden geactiveerd terwijl
het systeem normaal werkt, verzendt het
systeem een noodoproep. Het systeem
verzendt ook een noodoproep als de auto
van achteren wordt aangereden of als de
auto over de kop slaat, zelfs als de air-
bags niet worden geactiveerd.
●Plaats om veiligheidsredenen geen
noodoproep tijdens het rijden.
Wanneer u tijdens het rijden belt, kan het
zijn dat u het stuurwiel niet goed kunt
bedienen, waardoor er een ongeval kan
ontstaan.
Breng de auto tot stilstand en controleer
of de omgeving veilig is alvorens een
noodoproep te plaatsen.
●Vervang zekeringen altijd door de voorge-
schreven zekeringen. Als u andere zeke-
ringen gebruikt, kan er kortsluiting in het
circuit optreden en kan er brand ontstaan.
●Wanneer u het systeem gebruikt terwijl er
rook is of sprake is van een ongewone
geur, kan er brand ontstaan. Stop onmid-
dellijk met het gebruik van het systeem en
neem contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
OPMERKING
■Voorkomen van schade
Voorkom dat er vloeistof op het paneel
van de toets SOS, enz. komt en sla er niet
tegenaan.
■In geval van een storing in het
paneel van de toet s SOS, de luid-
spreker of de micro foon tijdens een
noodoproep of een handmatige
onderhoudscontrole
Het is wellicht niet mogelijk om
noodoproepen te doen, de systeemstatus
te bevestigen of te communiceren met de
medewerker van het eCall-controlecen-
trum. Als de apparatuur beschadigd is,
neem dan contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 70 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM
4344-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■ABS (antiblokkeersysteem)
Helpt het blokkeren van de wielen te
voorkomen bij plotseling remmen of
remmen op een glad wegdek
■Brake Assist
Zorgt voor een grotere remkracht
nadat het rempedaal is ingetrapt als
het systeem oordeelt dat er sprake
is van een noodstop
■VSC (Vehicle Stability Control)
Helpt de bestuurder de auto onder
controle te houden bij uitwijkma-
noeuvres en het nemen van boch-
ten op een glad wegdek.
■VSC+ (Vehicle Stability Con-
trol+)
Coördineert de werking van ABS-,
TRC-, VSC- en EPS-systemen.
Zorgt ervoor dat de voertuigstabili-
teit behouden blijft bij uitwijkma-
noeuvres op een glad wegdek door
de stuurcommando's aan te passen.
■Trailer Sway Control (indien
aanwezig)
Helpt de bestuurder om de aan-
hangwagen weer onder controle te
krijgen door op af zonderlijke wie-
len remdruk uit te oefenen en het
aandrijfkoppel te verminderen wan-
neer wordt gesignaleerd dat de
aanhangwagen slingert.
■Secondary Collision Brake
(indien aanwezig)
Als de airbagsensor een aanrijding
signaleert, worden de remmen en
remlichten automatisch geregeld
om de rijsnelheid te verlagen en te
helpen de kans op verdere schade
ten gevolge van een tweede aanrij-
ding te verkleinen.
■TRC (Traction Control)
Zorgt ervoor dat de aandrijfkracht
behouden blijft en v oorkomt dat de
aandrijvende wielen gaan doorslip-
pen bij het wegrijden met de auto of
bij het accelereren op gladde
wegen
■Active Cornering Assist (ACA)
Helpt te voorkomen dat de auto
naar de buitenkant van de bocht
uitwijkt door remre geling uit te oefe-
nen op de wielen aan de binnen-
zijde wanneer tijdens het rijden in
een bocht wordt geprobeerd te
accelereren
■Hill Start Assist Control
Helpt te voorkomen dat de auto
achteruit rolt bij helling op wegrij-
den
Ondersteunende
systemen
Om de veiligheid en de presta-
ties tijdens het rijden te verbe-
teren is uw auto uitgerust met
de volgende systemen die
automatisch in werking treden
als de omstandigheden daar
om vragen. Houd er echter
rekening mee dat dit aanvul-
lende systemen zijn en ver-
trouw niet in al te sterke mate
op deze systeme n als u de
auto bedient.
Overzicht van de
ondersteunende systemen
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 434 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM
437
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Automatisch opnieuw inschakelen
van de TRC, de Tr
ailer Sway Con-
trol en het VSC-systeem
Als de TRC, de Trailer Sway Control en
het VSC-systeem zijn uitgeschakeld,
worden deze automatisch opnieuw inge-
schakeld in de volgende situaties:
●Als het contact UIT wordt gezet.
●Als alleen het TRC- systeem wordt uit-
geschakeld, wordt de TRC weer inge-
schakeld zodra de rijsnelheid
toeneemt.
Als zowel het TRC- als het VSC-sys-
teem is uitgeschakeld, worden deze
niet automatisch weer ingeschakeld
als de rijsnelheid toeneemt.
■Geluiden en trillingen tijdens de
werking van de Active Cornering
Assist
Tijdens de werking van de Active Corne-
ring Assist kunnen geluiden en trillingen
vanuit het remsysteem worden waarge-
nomen, maar deze duiden niet op een
storing.
■Geluiden en trillingen tijdens het
schakelen tussen het AWD-sys-
teem en voorwi elaandrijving
Als de auto schakelt tussen AWD en
voorwielaandrijving of andersom kunnen
er geluiden en trilli ngen ontstaan maar
deze duiden niet op een storing.
■Geluid EPS
Wanneer het stuurwiel bediend wordt,
kan het geluid van een elektromotor
(zoemend geluid) hoorbaar zijn. Dit is
normaal en duidt niet op een storing.
■Gereduceerde bekrachtiging door
het EPS-systeem
De mate van bekrachtiging door het
EPS-systeem wo rdt gereduceerd om
het systeem tegen oververhitting te
beschermen als er gedurende langere
tijd veel stuurbewegingen worden uitge-
voerd. Hierdoor kan de besturing zwaar
aanvoelen. Draai, al s dat het geval is,
niet overmatig aan het stuur of breng de
auto tot stilstand en schakel de motor
uit. Het EPS-systeem moet binnen 10
minuten weer normaal werken.
■Werkingsvoorwaarden Secondary
Collision Brake
De rijsnelheid is ongeveer 10 km/h of
hoger en de airbagsensor signaleert een
aanrijding. (De Secondary Collision
Brake werkt niet wanneer de rijsnelheid
lager is dan ongeveer 10 km/h.)
■Automatisch uitschakelen Secon-
dary Collision Brake
De Secondary Collision Brake wordt in
de volgende situaties automatisch uitge-
schakeld:
●De rijsnelheid wordt lager dan onge-
veer 10 km/h
●Er verstrijkt een bepaalde tijd tijdens
de werking
●Het gaspedaal wordt flink ingetrapt.
■Werkingsvoorwaarden van de
Active Cornering Assist
Het systeem werkt onder de volgende
omstandigheden:
●Werking van de TRC/VSC
●Het systeem signaleert dat de auto
naar de buitenkant van de bocht uit-
wijkt wanneer tijdens het nemen van
de bocht wordt gepr obeerd te accele-
reren
●Het rempedaal wordt losgelaten
■Voorwaarden voor werking nood-
stopsignaal
Als aan de volgende voorwaarden wordt
voldaan, werkt het noodstopsignaal:
●De alarmknipperlichten zijn uit.
●De werkelijke rijsne lheid is hoger dan
55 km/h.
●Het systeem oordeelt op basis van de
deceleratie van de auto dat het om
een noodstop gaat.
■Automatisch uitschakelen van
noodstopsignaal
Het noodstopsignaal wordt in de vol-
gende situaties uitgeschakeld:
●De alarmknipperlichten worden inge-
schakeld.
●Het systeem oordeelt op basis van de
deceleratie van de auto dat het niet
om een noodstop gaat.
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 437 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM
515
6
6-2. Gebruik van de interieurverlichting
Voorzieningen in het interieur
1
Schakelt de stand DOOR in
Wanneer een portier wordt geopend
terwijl de stand DOOR is ingeschakeld,
gaan de lampjes branden.
2Schakelt de verlichting uit
■Interieurverlichting achter
1 Schakelt de verlichting uit
2 Schakelt de stand DOOR in
Wanneer een portier wordt geopend
terwijl de stand DOOR is ingeschakeld,
gaat de verlichting branden.
3Schakelt de verlichting in Schakelt de verlichting in/uit
■Instapverlichting
De verlichting wordt automatisch in-/uit-
geschakeld afhankelijk van de stand van
het contact, de aanwezigheid van de
elektronische sleutel, het vergren-
deld/ontgrendeld zijn van de portieren
en het geopend/gesloten zijn van de
portieren.
■Voorkomen dat de accu te ver ont-
laden raakt
Als de interieurverlichting aan wordt
gelaten wanneer het contact UIT wordt
gezet, gaat de verlichting na 20 minuten
automatisch uit.
■Als de airbags worden geactiveerd
Als een van de airbags wordt geacti-
veerd of bij een harde aanrijding van
achteren wordt de interieurverlichting
automatisch ingeschakeld.
De interieurverlichting wordt na onge-
veer 20 minuten automatisch uitgescha-
keld.
De interieurverlichting kan handmatig
worden uitgeschakeld. Om verdere aan-
rijdingen te voorkomen verdient het ech-
ter aanbeveling de verlichting te laten
branden totdat de veiligheid gegaran-
deerd is.
(De interieurverlicht ing worden mogelijk
niet automatisch ingeschakeld, afhanke-
lijk van de kracht en de omstandigheden
van de aanrijding.)
Bedienen van de
leeslampjes
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 515 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM
5346-4. Gebruik van de overige voorzieningen in het interieur
Een handgreep aan het dak kan ter
ondersteuning van uw lichaam wor-
den gebruikt wanneer u zit. De handgrepen achter zijn voorzien
van kledinghaakjes.
OPMERKING
■Voorkomen van beschadiging
van de armsteun
Plaats geen al te z ware last op de
armsteun.
Handgrepen
WAARSCHUWING
■Handgrepen
Gebruik de handgreep niet bij het in-
of uitstappen of bij het opstaan vanaf
uw zitplaats.
OPMERKING
■Voorkomen van beschadiging
van de handgreep
Hang geen zware voorwerpen aan de
handgreep en belas t de greep niet
overmatig.
Kledinghaakjes
WAARSCHUWING
■Zaken die niet aan het kleding-
haakje mogen worden gehangen
Hang geen kleerhangers, harde voor-
werpen of voorwerpen met scherpe
punten aan het kledi nghaakje. Als de
curtain airbags geactiveerd worden,
kunnen deze voorwerpen projectie-
len worden en ernsti g letsel veroorza-
ken.
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 534 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM
539
7
7-1. Onderhoud en verzorging
Onderhoud en verzorging
Verwijder vuil en stof met een
stofzuiger. Veeg vuile oppervlak-
ken schoon met een in lauw
water gedompelde doek.
Als het vuil niet kan worden ver-
wijderd, verwijder het dan met
een zachte doek met water met
ongeveer 1% reinigingsmiddel.
Verwijder alle sporen van het rei-
nigingsmiddel en water grondig
met een schone, vochtige doek.
■Schoonmaken van de vloerbedek-
king
Er zijn verschillende reinigingsmiddelen
op schuimbasis in de handel verkrijg-
baar. Gebruik een spons of een borstel
om het schuim aan te brengen. Wrijf met
elkaar overlappende cirkels. Gebruik
geen water. Veeg vuile oppervlakken
schoon en laat ze drogen. Het beste
resultaat wordt verkregen als de vloer-
bedekking zo droog mogelijk wordt
gehouden.
■Omgaan met de veiligheidsgordels
Maak de veiligheidsgor dels schoon met
een mild sop, lauw water en een doek of
spons. Controleer ook de gordels regel-
matig op overmatige slijtage, rafels en
scheuren.
Reinigen en bescher men
van het interieur van uw
auto
Reinig de onderdelen en mate-
rialen op de daarvoor juiste
wijze.
Beschermen van het
interieur
WAARSCHUWING
■Water in de auto
●Mors geen vloeistof in het interieur
van de auto.
Anders kunnen de elektrische
onderdelen en dergelijke defect
raken of vlam vatten.
●Voorkom dat onderdelen of de
bedrading van het S RS in het interi-
eur nat worden. ( →Blz. 39)
Een elektrische storing kan ervoor
zorgen dat de airbags worden
geactiveerd of niet op de juiste
wijze werken, waardoor ernstig let-
sel kan ontstaan.
●Auto's met draadloze lader:
Laat de draadloze lader
(→Blz. 529) niet nat worden. Als
dat wel gebeurt, kan de lader over-
verhit raken, wa t kan leiden tot
brandwonden of een elektrische
schok, waarbij ernstig letsel kan
ontstaan.
■Reinigen van het interieur (met
name het dashboard)
Gebruik geen autowas of lakcleaner.
Het dashboard kan in de voorruit wor-
den weerkaatst; hierdoor kan het
gezichtsveld van d e bestuurder wor-
den belemmerd wat een ernstig onge-
val tot gevolg kan hebben.
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 539 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM
5968-1. Belangrijke informatie
8-1.Belangrijke informatie
Druk op de schakelaar.
Alle richtingaanwijzers gaan knipperen.
Druk nogmaals op de schakelaar om ze
weer uit te schakelen.
■Alarmknipperlichten
●Als de alarmknipperlichten langere tijd
worden gebruikt ter wijl de motor niet
draait, kan de accu ontladen raken.
●Als een van de airbags wordt geacti-
veerd of bij een harde aanrijding van
achteren worden de alarmknipperlich-
ten automatisch ingeschakeld.
De alarmknipperlichten worden na
ongeveer 20 minuten automatisch uit-
geschakeld. Druk tweemaal op de
schakelaar om de alarmknipperlichten
handmatig uit te schakelen. (De
alarmknipperlichten worden mogelijk
niet automatisch i ngeschakeld, afhan-
kelijk van de krac ht en de omstandig-
heden van de aanrijding.)
1 Trap het rempedaal met beide
voeten stevig in.
Rem niet “pompend”; hierdoor is meer
kracht nodig om de aut o tot stilstand te
brengen.
2 Zet de selectiehendel in stand
N.
Als de selectiehendel in stand N
is gezet
3 Zet na het afremmen de auto stil
op een veilige plaats langs de
weg.
4 Zet de motor af.
Als de selectiehendel niet in
stand N kan worden gezet
3 Blijf het remp edaal met beide
voeten intrappen om de rijsnel-
heid van de auto zo veel moge-
lijk af te remmen.
4 Voer de volgende procedure uit
om de motor uit te zetten:
Alarmknipperlichten
De alarmknipperlichten wor-
den gebruikt om andere
bestuurders te waarschuwen
wanneer de auto tot stilstand
moet worden gebracht, bij-
voorbeeld bij pech.
Bedieningsinstructies
Als uw auto in geval van
nood tot stilstand moet
worden gebracht
Breng de auto alleen in nood-
gevallen, bijvoorbeeld wanneer
de auto niet op de normale
manier stilgezet kan worden,
als volgt tot stilstand:
De auto tot stilstand
brengen
pM_RAV4_OM_OM42D03E_(EE).book P age 596 Wednesday, March 20, 2019 2:08 PM