1221-5. Antidiefstalsysteem
■Onderhoud van het systeem
De auto is voorzien van een onderhouds-
vrij alarmsysteem.
■Activeren van het alarm
Het alarm kan in de volgende situaties
geactiveerd worden:
(Door het stopzetten van het alarm wordt
het systeem gedeactiveerd.)
●De portieren worden ontgrendeld met de
mechanische sleutel.
●Een persoon in de auto opent een por-
tier, de achterklep of de motorkap of ont-
grendelt de auto met de vergrendelknop
aan de binnenzijde.
●De 12V-accu wordt opgeladen of ver-
vangen terwijl de auto is vergrendeld.
(→ Blz. 565)
■Door alarmsysteem bediende portier-
vergrendeling
In de volgende gevallen worden, afhanke-
lijk van de situatie, de portieren automa-
tisch vergrendeld om potentiële indringers
buiten de auto te houden:
●Wanneer een in de auto achtergebleven
persoon het portier ontgrendelt en het
alarm wordt geactiveerd.
●Terwijl het alarm is geactiveerd, ont-
grendelt een in de auto achtergebleven
persoon het portier.
●Bij het bijladen of vervangen van de
12V-accu.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
(indien aanwezig)
Het alarm kan zo worden ingesteld, dat het
wordt uitgeschakeld wanneer de mechani-
sche sleutel wordt gebruikt om de auto te
ontgrendelen.
(Systemen met mogelijkheden voor per-
soonlijke voorkeursinstellingen:
→ Blz. 588)
■Signalering inbraaksensor en
hellingsensor
De inbraaksensor signaleert
indringers of een beweging in de
auto.
De hellingsensor signaleert een
verandering van de hoek van de
auto ten opzichte van het wegdek,
die bijvoorbeeld ontstaat als de
auto weggesleept wordt.
Dit systeem is ontworpen om diefstal
te voorkomen, maar een optimale
beveiliging tegen elke vorm van
inbraak kan niet worden gegaran-
deerd.
OPMERKING
■Ervoor zorgen dat het systeem
goed werkt
Verander of verwijder het systeem niet.
Na veranderen of verwijderen kan de
juiste werking van het systeem niet wor-
den gegarandeerd.
Inbraaksensor en
hellingsensor
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 122 Friday, March 22, 2019 11:40 AM
123
1
1-5. Antidiefstalsysteem
Veiligheid en beveiliging
■De inbraaksensor en
hellingsensor inschakelen
Als het alarm wordt ingeschakeld,
worden de inbraaksensor en de hel-
lingsensor automatisch ingesteld.
( →Blz. 121)
■De inbraaksensor en de helling-
sensor uitschakelen
Als u huisdieren of bewegende voor-
werpen in de auto achterlaat, moet u
ervoor zorgen dat u de inbraaksensor
en de hellingsensor uitschakelt voor-
dat u het alarm instelt, omdat deze
sensoren reageren op bewegingen
binnen in de auto.
1 Zet het contact UIT.
2 Druk op de uitschakeltoets van de
inbraaksensor en hellingsensor.
Druk opnieuw op de toets om de inbraak-
sensor en de hellingsensor weer in te
schakelen.
Telkens wanneer de inbraaksensor en de
hellingsensor worden uitgeschakeld/inge-
schakeld, wordt er een melding weerge-
geven op het multi-informatiedisplay.
■Uitschakelen en automatisch weer
inschakelen van de inbraaksensor en
hellingsensor
●Het alarm wordt ingeschakeld zelfs wan-
neer de inbraaksensor en de hellingsen-
sor zijn uitgeschakeld.
●Nadat de inbraaksensor en de helling-
sensor uitgeschakeld zijn, worden deze
opnieuw ingeschakeld door op de start-
knop te drukken of de portieren te ont-
grendelen met de instapfunctie (indien
aanwezig) of de afstandsbediening.
●De inbraaksensor en de hellingsensor
zullen automatisch weer worden inge-
schakeld wanneer het alarmsysteem
weer wordt ingeschakeld.
■Informatie over de inbraaksensor
De sensor activeert in de volgende geval-
len mogelijk het alarm:
●Er bevinden zich nog personen of huis-
dieren in de auto.
●Een zijruit of het panoramadak (indien
aanwezig) is open.
In dit geval registreert de sensor mogelijk
het volgende:
• Wind of beweging van voorwerpen, zoals bladeren en insecten, in de auto
• Ultrasoongolven van apparaten, zoals de inbraaksensoren van andere auto's
• Het bewegen van mensen buiten de
auto
●Er bevinden zich onstabiele voorwer-
pen, zoals loshangende accessoires of
kleding aan kledinghaakjes, in de auto.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 123 Friday, March 22, 2019 11:40 AM
1241-5. Antidiefstalsysteem
●De auto is geparkeerd op een plek waar
extreme trillingen of geluiden optreden,
zoals in een parkeergarage.
●Er wordt ijs of sneeuw van de auto ver-
wijderd, waardoor de auto herhaaldelijk
wordt blootgesteld aan schokken of tril-
lingen.
●De auto staat in een wasstraat of een
hogedruk-wasinstallatie.
●De auto is blootgesteld aan schokken
die het gevolg zijn van hagel, onweer of
andere van buitenaf komende her-
haalde schokken of trillingen.
■Informatie over de hellingsensor
De sensor activeert in de volgende geval-
len mogelijk het alarm:
●De auto wordt vervoerd per boot, aan-
hangwagen, trein, enz.
●De auto staat geparkeerd in een par-
keergarage.
●De auto bevindt zich in een wasstraat
waarin de auto verplaatst wordt.
●Een van de banden verliest zijn span-
ning.
●De auto wordt opgekrikt.
●Er doet zich een aardbeving of wegver-
zakking voor.
OPMERKING
■Ervoor zorgen dat de inbraaksen-
sor goed werkt
●Raak de sensoren niet aan en bedek
ze ook niet, omdat hierdoor de wer-
king van de sensoren in negatieve zin
beïnvloed kan worden.
●Spuit geen luchtverfrisser of andere
producten rechtstreeks in de openin-
gen van de sensoren.
●Als u andere accessoires installeert
dan originele Toyota-onderdelen of
wanneer u voorwerpen achterlaat tus-
sen de bestuurdersstoel en de stoel
van de voorpassagier, werkt de
inbraaksensor mogelijk minder goed.
●De werking van de inbraaksensor
wordt mogelijk gestopt wanneer de
elektronische sleutel zich in de buurt
van de auto bevindt.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 124 Friday, March 22, 2019 11:40 AM
187
3
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
3-2.Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
■Gebruik van de instapfunctie
(auto's met Smart entry-sys-
teem, startknop en instapfunc-
tie)
Zorg dat u de elektronische sleutel bij
u hebt om deze functie in te kunnen
schakelen.
1 Pak de voorportiergreep vast om
de portieren te ontgrendelen.
Zorg ervoor dat u de sensor aan de ach-
terzijde van de portiergreep aanraakt.
De portieren en de achterklep kunnen
gedurende 3 seconden na het vergrende-
len niet worden ontgrendeld.
2Raak de vergrendelsensor (de
inkeping aan de bovenzijde van
de portiergreep) aan om de por-
tieren te vergrendelen.
Controleer of het portier goed vergrendeld is.
■Gebruik van de afstandsbedie-
ning
1 Vergrendelen van alle portieren
Controleer of het portier goed vergrendeld
is.
Ingedrukt houden om de zijruiten en het
panoramadak (indien aanwezig) te slui-
ten.
*
2Ontgrendelen van alle portieren
Ingedrukt houden om de zijruiten en het
panoramadak (indien aanwezig) te ope-
nen.
*
*
: Deze instellingen moeten aan de per- soonlijke voorkeur worden aangepast
door een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
■Instellen van de ontgrendelfunctie
(auto's met Smart entry-systeem,
startknop en instapfunctie)
Het is mogelijk om in te stellen welke por-
tieren met de instapfunctie via de
afstandsbediening worden ontgrendeld.
1 Zet het contact UIT.
2 Schakel de inbraaksensor en de hel-
lingsensor van het alarmsysteem uit
om tijdens het veranderen van de
instellingen het alarm niet onbedoeld
te activeren. (indien aanwezig)
(→ Blz. 122)
3 Houd de toets of inge-
drukt en houd tegelijkertijd de toets
gedurende ongeveer 5 secon-
Por tieren
De auto kan worden vergrendeld
en ontgrendeld met behulp van
de instapfunctie, de afstandsbe-
diening of de schakelaar van de
centrale vergrendeling.
Van buitenaf ontgrendelen
en vergrendelen van de
portieren
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 187 Friday, March 22, 2019 11:40 AM
1883-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
den ingedrukt als het controlelampje in
de sleutel uit is.
De instelling verandert telkens wanneer
een handeling wordt uitgevoerd, zoals
hieronder is aangegeven. (Als u de instel-
ling opnieuw wilt wijzigen, laat u de toet-
sen los, wacht u ten minste 5 seconden en
herhaalt u vervolgens stap 3.)
Auto's met een alarm: om te voorkomen
dat het alarm onbedoeld wordt geacti-
veerd, moet u de portieren ontgrendelen
met de afstandsbediening en een portier
openen en sluiten als de instellingen een-
maal zijn gewijzigd. (Als er binnen 30
seconden nadat op is gedrukt
geen portier wordt geopend, worden de
portieren weer vergr endeld en wordt het
alarm automatisch ingeschakeld.)
Zet het alarm onmiddellijk uit wanneer dit
wordt geactiveerd. ( →Blz. 121)
■Systeem voor crash portierontgrende-
ling
Als de auto aan een sterke schok wordt blootgesteld, worden alle portieren ont-
grendeld. Of het systeem in werking
treedt, is afhankelijk van de kracht van de
schok of het type ongeval.
■Feedbacksignalen
Portieren: De alarmknipperlichten knippe-
ren om aan te geven dat de portieren zijn
vergrendeld/ontgrendeld met behulp van
de instapfunctie (indien aanwezig) of de
afstandsbediening. (Vergrendeld: een-
maal; ontgrendeld: tweemaal)
Zijruiten en panoramadak (indien aanwe-
zig): Er klinkt een zoemer om aan te geven
dat de zijruiten en het panoramadak wor-
den bediend met behulp van de afstands-
bediening.
■Beveiligingsfunctie
Als er niet binnen ongeveer 30 seconden
na het ontgrendelen van de auto met de
instapfunctie (indien aanwezig) of de
afstandsbediening een portier wordt
geopend, zorgt de beveiligingsfunctie
ervoor dat de auto weer automatisch wordt
vergrendeld. (Afhankelijk van de locatie
van de elektronische sleutel wordt echter
mogelijk vastgesteld dat de sleutel in de
auto is. In dit geval blijft de auto mogelijk
ontgrendeld.)
■Wanneer het portier niet kan worden
vergrendeld met de vergrendelsensor
aan de bovenzijde van de portier-
greep (auto's met Smart entry-sys-
teem, startknop en instapfunctie)
Als het portier niet kan worden vergren-
deld, zelfs niet wanneer het sensorgebied
bovenaan wordt aangeraakt, kunt u probe-
ren de sensorgebieden bovenaan en
onderaan tegelijkertijd aan te raken.
Wanneer u handschoenen draagt, trek
deze dan uit.
■Zoemer centrale vergrendelingAls geprobeerd wordt de portieren te ver-
grendelen met de instapfunctie (indien aan-
wezig) of de afstandsbediening wanneer
een portier niet geheel gesloten is, klinkt er
gedurende 5 seconden een zoemer. Sluit
Multi-informatie-
display/piepsignaalOntgrendelfunctie
(auto's met linkse besturing)
(auto's met rechtse besturing)
Exterieur: 3 keer een piepsignaal
Interieur: Eén bel- signaal
Als u de portiergreep
van het bestuurders-
portier vasthoudt,
wordt alleen het
bestuurdersportier
ontgrendeld.
Als u de portiergreep
van het voorpassa-
giersportier vasthoudt
of op de schakelaar
achterklep openen
drukt, worden alle por-
tieren ontgrendeld.
Exterieur: Twee piepsignalen
Interieur: Eén bel- signaal
Als u de portiergreep
van het voorpassa-
giersportier of
bestuurdersportier
vasthoudt of op de
schakelaar achterklep
openen drukt, worden
alle portieren ontgren-
deld.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 188 Friday, March 22, 2019 11:40 AM
189
3
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
het portier volledig om de zoemer uit te
schakelen en vergrendel de portieren
opnieuw.
■Het alarm inschakelen (indien aanwe-
zig)
Wanneer de portieren worden vergrendeld,
wordt het alarmsystee
m ingeschakeld.
(
→Blz. 121)■Omstandigheden die de werking van
het Smart entry-systeem met startknop
en de afstandsbediening beïnvloeden
→Blz. 206■Wanneer het Smart entry-systeem met
startknop of de afstandsbediening niet
goed werkt
●Gebruik de mechanische sleutel om de
portieren te vergrendelen en ontgrende-
len. (
→Blz. 564)●Vervang de sleutelbatterij door een nieuw
exemplaar als deze ontladen raakt.
(
→Blz. 501)■Als de 12V-accu is ontladenDe portieren kunnen niet worden vergren-
deld en ontgrendeld met het Smart entry-
systeem met startknop o f de afstandsbedie-
ning. Vergrendel of ontgrendel de portieren
met de mechanische sleutel. (
→Blz. 564)■Persoonlijke voorkeursinstellingenBepaalde instellingen (bijvoorbeeld de ont-
grendelfunctie met behulp van een sleutel)
kunnen worden gewijzigd.
(Systemen met moge lijkheden voor per-
soonlijke voorkeursinstellingen:
→Blz. 590)
■Gebruik van de schakelaar van
de centrale vergrendeling
1 Vergrendelen van alle portieren
2 Ontgrendelen van alle portieren
WAARSCHUWING
■Voorkomen van ongevallenNeem bij het rijden met de auto de vol-
gende voorzorgsmaatregelen in acht.
Het niet in acht nemen van deze voor-
schriften kan ertoe leiden dat er per onge-
luk een portier wordt geopend en dat er
iemand uit de auto valt, waardoor ernstig
letsel kan ontstaan.
●Controleer of alle portieren volledig
gesloten zijn.
●Trek tijdens het rijden niet aan de bin-
nenportiergreep. Wees vooral voorzich-
tig bij de voorportieren. Deze portieren
kunnen zelfs worden geopend als de
vergrendelknoppen in de stand ver-
grendeld staan.
●Activeer de kindersloten op de achter-
portieren als er kinderen achter in de
auto vervoerd worden.
■Als een portier wordt geopend of
gesloten
Controleer de omgeving van de auto; let
er bijvoorbeeld op of de auto op een hel-
ling staat, of er voldoende ruimte is om het
portier te openen en of het hard waait.
Houd bij het openen of sluiten van het por-
tier de portiergreep goed vast, zodat u
bent voorbereid op eventuele onver-
wachte bewegingen.
■Bij het gebruik van de afstandsbe-
diening of mechanische sleutel en
het bedienen van de elektrisch
bedienbare ruiten of het panorama-
dak (indien aanwezig)
Bedien de elektrisch bedienbare ruit of het
panoramadak nadat u hebt gecontroleerd
of er geen risico is dat een passagier met
een lichaamsdeel bekneld kan raken tus-
sen de zijruit of het panoramadak. Laat
tevens de afstandsbediening of mechani-
sche sleutel niet bedienen door kinderen.
Het kan gebeuren dat een lichaamsdeel
van een kind of een andere passagier
klem komt te zitten tussen de zijruit of het
panoramadak.
Van binnenuit ontgrendelen
en vergrendelen van de
portieren
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 189 Friday, March 22, 2019 11:40 AM
193
3
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
■Gebruik van de instapfunctie
(auto's met Smart entry-sys-
teem, startknop en instapfunc-
tie)
Zorg dat u de elektronische sleutel bij
u hebt om deze functie in te kunnen
schakelen. 1
Ontgrendelen van alle portieren
De portieren en de achterklep kunnen
gedurende 3 seconden na het vergrende-
len niet worden ontgrendeld.
2Vergrendelen van alle portieren
Controleer of het portier goed vergrendeld
is.
■Gebruik van de afstandsbedie-
ning
→Blz. 187
■Feedbacksignalen
De alarmknipperlichten knipperen om aan
te geven dat de portieren zijn vergren-
deld/ontgrendeld met behulp van de
instapfunctie (indien aanwezig) of de
afstandsbediening. (Vergrendeld: een-
maal; ontgrendeld: tweemaal)
■Beveiligingsfunctie
Als er niet binnen ongeveer 30 seconden
na het ontgrendelen van de auto met de
instapfunctie of de afstandsbediening een
portier wordt geopend, zorgt de beveili-
gingsfunctie ervoor dat de auto weer auto-
matisch wordt vergrendeld. (Afhankelijk
van de locatie van de elektronische sleutel
wordt echter mogelijk vastgesteld dat de
sleutel in de auto is. In dit geval blijft de
auto mogelijk ontgrendeld.)
■Gebruik van de schakelaar van
de centrale vergrendeling
→Blz. 189
WAARSCHUWING
●Trek nooit aan de steun van de ach-
terklepgasdemper (auto's zonder
elektrisch bedienbare achterklep)
( → Blz. 195) of aan de achterklepspin-
del (auto's met elektrisch bedienbare
achterklep) ( →Blz. 202) om de ach-
terklep te sluiten en hang niets aan de
steun van de achterklepgasdemper
(auto's zonder elektrisch bedienbare
achterklep) of aan de achterklepspin-
del (auto's met elektrisch bedienbare
achterklep).
Als dat wel gebeurt, kunnen uw han-
den bekneld raken of kan de steun
van de achterklepgasdemper (auto's
zonder elektrisch bedienbare achter-
klep) of de achterklepspindel (auto's
met elektrisch bedienbare achterklep)
afbreken, waardoor een ongeval kan
ontstaan.
●Auto's zonder elektrisch bedienbare
achterklep: Als er op de achterklep
een fietsendrager of een vergelijkbaar
zwaar onderdeel gemonteerd is, kan
de achterklep na het openen plotse-
ling dichtvallen waardoor lichaamsde-
len bekneld kunnen raken en letsel
kan optreden. Wij raden u aan om ori-
ginele Toyota-onderdelen te gebrui-
ken wanneer u accessoires op de
achterklep wilt monteren.
Van buitenaf vergrendelen
en ontgrendelen van de
achterklep
Van binnenuit ontgrendelen
en vergrendelen van de
achterklep
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 193 Friday, March 22, 2019 11:40 AM
1983-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Als het contact UIT wordt gezet, gaat de
verlichting na 20 minuten automatisch uit.
1 Aan
2 Uit
■Sluitsysteem achterklep
Wanneer de achterklep nog enigszins
geopend is, zal het sluitsysteem van de
achterklep deze automatisch volledig slui-
ten.
Het sluitsysteem van de achterklep wordt
bediend, ongeacht de status van het contact.
■Werkingsvoorwaarden elektrisch
bedienbare achterklep
De achterklep kan in de volgende gevallen
automatisch worden geopend en gesloten:
●Wanneer de elektrisch bedienbare ach-
terklep is ingeschakeld. ( →Blz. 149)
●Wanneer de achterklep is ontgrendeld.
Als echter de schakelaar achterklep ope-
nen wordt ingedrukt terwijl u de elektroni-
sche sleutel bij u hebt, wordt de elektrisch
bedienbare achterklep bediend, ook wan-
neer de achterklep is vergrendeld.
( → Blz. 196)
●Wanneer het contact AAN staat, kan in
aanvulling op het bovenstaande de ach-
terklep worden bediend wanneer aan de
onderstaande voorwaarden wordt vol-
daan:
• De parkeerrem is geactiveerd
• Het rempedaal is ingetrapt
• De selectiehendel staat in stand P.
■Werking van de elektrisch bedienbare
achterklep
●Er klinkt een zoemer om aan te geven
dat de achterklep wordt geopend/geslo-
ten.
●Wanneer het systeem van de elektrisch
bedienbare achterklep is uitgeschakeld,
kan de achterklep niet elektrisch worden
bediend, maar kan hij wel met de hand
worden geopend en gesloten.
●Wanneer de elektrisch bedienbare ach-
terklep automatisch wordt geopend en er iets abnormaals wordt gesignaleerd
als gevolg van menselijk handelen of
een voorwerp, wordt de beweging
gestopt.
■Klembeveiliging
De elektrisch bedienbare achterklep is aan
beide zijden voorzien van sensoren. Als
iets de werking van de elektrisch bedien-
bare achterklep tijdens het sluiten hindert,
beweegt de achterklep automatisch in de
tegenovergestelde richting of stopt deze
met bewegen.
■Functie beveiliging tegen dichtvallen
Wanneer er tijdens het automatisch ope-
nen van de elektrisch bedienbare achter-
klep overmatige kracht op de klep wordt
uitgeoefend, stopt de beweging van de
elektrisch bedienbare achterklep om te
voorkomen dat deze dichtvalt.
■Bekrachtigingsfunctie sluitsysteem
achterklep
Wanneer de achterklep handmatig omlaag
wordt geduwd terwijl deze op een open
positie gestopt is, sluit de achterklep auto-
matisch volledig.
■Uitgestelde vergrendelingsfunctie
achterklep (indien aanwezig)
Met deze functie wordt het vergrendelen
van alle portieren van tevoren uitgesteld
wanneer de elektrisch bedienbare achter-
klep is geopend.
Wanneer de volgende procedure is
gevolgd, worden alle portieren maar niet
de elektrisch bedienbare achterklep ver-
grendeld. Vervolgens wordt de elektrisch
bedienbare achterklep vergrendeld als
deze wordt gesloten.
1 Sluit alle portieren, behalve de achter-
klep.
2 Vergrendel tijdens het sluiten van de
elektrisch bedienbare achterklep de
portieren met het Smart entry-sys-
teem met startknop vanaf de voorpor-
tieren ( →Blz. 187) of de
afstandsbediening. ( →Blz. 187)
De alarmknipperlichten knipperen om aan
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 198 Friday, March 22, 2019 11:40 AM