7
517
7
Bij problemen
Bij problemen
7-1. Belangrijke informatieAlarmknipperlichten............. 518
Als uw auto in geval van nood tot stilstand moet
worden gebracht ............... 518
Als de auto va stzit in
stijgend water.................... 5197-2. Stappen die genomen moeten
worden in noodgevallen
Als uw auto moet worden gesleept ............................ 521
Als u denkt dat er iets mis is ................................ 525
Als een waarschuwingslampje gaat branden of een
waarschuwingszoemer
klinkt ................................. 527
Als er een waarschuwingsmelding
wordt weergegeven .......... 537
Als uw auto een lekke band heeft (auto's zonder
een reservewiel) ...............540
Als uw auto een lekke band heeft (auto's met
een reservewiel) ...............552
Als het hybridesysteem niet kan worden gestart .... 561
Als u uw sleutels verliest .... 562
Als de tankdopklep niet kan worden geopend ........ 563
Als de elektronische sleutel niet goed werkt...... 563
Als de 12V-accu is ontladen............................ 565
Als uw auto oververhit raakt ................................. 570
Als de auto vast komt te zitten ............................. 574
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 517 Friday, March 22, 2019 11:40 AM
5187-1. Belangrijke informatie
7-1.Belangrijke informatie
Druk op de schakelaar.
Alle richtingaanwijzers gaan knipperen.
Druk nogmaals op de schakelaar om ze
weer uit te schakelen.
■Alarmknipperlichten
●Als de alarmknipperlichten gedurende
langere tijd worden gebruikt terwijl het
hybridesysteem niet in werking is (terwijl
het controlelampje READY niet brandt)
kan de 12V-accu ontladen raken.
●Als een van de airbags wordt geacti-
veerd of bij een harde aanrijding van
achteren worden de alarmknipperlichten
automatisch ingeschakeld.
De alarmknipperlichten worden na
ongeveer 20 minuten automatisch uitge-
schakeld. Druk tweemaal op de schake-
laar om de alarmknipperlichten
handmatig uit te schakelen. (De alarm-
knipperlichten worden mogelijk niet
automatisch ingeschakeld, afhankelijk
van de kracht en de omstandigheden
van de aanrijding.)
1Trap het rempedaal met beide
voeten stevig in.
Rem niet “pompend”; hierdoor is meer
kracht nodig om de auto tot stilstand te
brengen.
2Zet de selectiehendel in stand N.
Als de selectiehendel in stand N is
gezet
3 Zet na het afremmen de auto stil
op een veilige plaats langs de
weg.
4 Schakel het hybridesysteem uit.
Als de selectiehendel niet in stand
N kan worden gezet
3 Blijf het rempedaal met beide voe-
ten intrappen om de rijsnelheid
van de auto zo veel mogelijk af te
remmen.
Alarmknipperlichten
De alarmknipperlichten worden
gebruikt om andere bestuurders
te waarschuwen wanneer de
auto tot stilstand moet worden
gebracht, bijvoorbeeld bij pech.
Bedieningsinstructies
Als uw auto in geval van
nood tot stilstand moet
worden gebracht
Breng de auto alleen in noodge-
vallen, bijvoorbeeld wanneer de
auto niet op de normale manier
stilgezet kan worden, als volgt
tot stilstand:
De auto tot stilstand
brengen
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 518 Friday, March 22, 2019 11:40 AM
541
7
7-2. Stappen die genomen moe
ten worden in noodgevallen
Bij problemen
Breng de auto tot stilstand op een
veilige plaats en een stevige,
vlakke ondergrond.
Activeer de parkeerrem.
Zet de selectiehendel in stand P.
Schakel het hybridesysteem uit.
Schakel de alarmknipperlichten in.
(→Blz. 518)
Auto's met elektrisch bedienbare
achterklep: Schakel de elektrisch
bedienbare achterklep uit.
(→Blz. 195)
Controleer de mate waarin de
band beschadigd is.
Een band mag alleen met de banden-
reparatieset worden gerepareerd
indien de beschadiging te wijten is
aan perforatie van het loopvlak door
een spijker of schroef.
• Haal de spijker of schroef niet uit de band. Door het verwijderen van
de spijker of de schroef kan het gat
groter worden waardoor de band
niet meer tijdelijk gerepareerd kan
worden.
• Rijd de auto naar voren tot het gat, voor zover zichtbaar, zich boven
aan de band bevindt om lekkage
van bandenreparatievloeistof te
voorkomen.
■Een lekke band die niet kan worden
gerepareerd met de bandenreparatie-
set
In de volgende gevallen is reparatie van
de band met behulp van de bandenrepara-
tieset niet mogelijk. Neem contact op met
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
●De band is beschadigd door rijden met
onvoldoende spanning
●De band loopt leeg door een scheur in
of beschadiging van de flank
●De band is zichtbaar van de velg afgelo-
pen
●Het lek in of de beschadiging van het
loopvlak is 4 mm of groter
●De velg is beschadigd
●Twee of meer banden zijn lek
●De band is op meerdere plaatsen lek of
beschadigd
●Wanneer de bandenreparatievloeistof
over de uiterste houdbaarheidsdatum is
Voordat u de band repareert
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 541 Friday, March 22, 2019 11:40 AM
5527-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Breng de auto tot stilstand op een veilige plaats en een stevig e, vlakke
ondergrond.
Activeer de parkeerrem.
Zet de selectiehendel in stand P.
Schakel het hybridesysteem uit.
Schakel de alarmknipperlichten in. ( →Blz. 518)
Auto's met elektrisch bedienbare achterklep: Schakel de elektrisch bedien-
bare achterklep uit. ( →Blz. 204)
Als uw auto een lekke band heeft (auto's met een
reser vewiel)
Uw auto is voorzien van een reservewiel. De lekke band kan word en
vervangen door het reservewiel.
Meer informatie over banden: →Blz. 475
WAARSCHUWING
■Als uw auto een lekke band heeft
Rijd niet door met een lekke band.
Zelfs als er over een korte afstand met een lekke band wordt doorgereden, kunnen
band en velg zodanig beschadigd worden dat reparatie niet meer mogelijk is en kan er
een ongeval ontstaan.
Voor het opkrikken van de auto
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 552 Friday, March 22, 2019 11:40 AM
565
7
7-2. Stappen die genomen moe
ten worden in noodgevallen
Bij problemen
3Trap het rempedaal stevig in en
controleer of op het multi-
informatiedisplay wordt weerge-
geven.
4 Druk kort en krachtig op de start-
knop.
Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwali-
ficeerde en uitgeruste deskundige als
het hybridesysteem nog steeds niet
kan worden gestart.
■Uitschakelen van het hybridesysteem
Zet de selectiehendel in stand P en druk
op de startknop zoals u normaal doet bij
het uitschakelen van het hybridesysteem.
■Vervangen van de sleutelbatterij
Omdat deze procedure een noodmaatre-
gel is, wordt geadviseerd de batterij van de
elektronische sleutel zo snel mogelijk te
laten vervangen als deze ontladen is.
( → Blz. 501)
■Alarm (indien aanwezig)
Het alarmsysteem wordt niet ingeschakeld
als de mechanische sleutel wordt gebruikt
om de portieren te vergrendelen.
Het alarm kan worden geactiveerd als een
portier met de mechanische sleutel wordt
ontgrendeld terwijl het alarmsysteem is
ingeschakeld. ( →Blz. 121)
■Wijzigen van de st anden van het con-
tact
Laat het rempedaal los en druk tijdens
stap 3 hierboven op de startknop.
Het hybridesysteem wordt niet ingescha-
keld en de stand verandert iedere keer dat
de knop wordt ingedrukt. ( →Blz. 285)
Als u de beschikking hebt over een
set startkabels en een tweede voer-
tuig met een 12V-accu, kunt u uw
auto starten met behulp van de
onderstaande hulpstartprocedure.
1 Auto's met alarm: ( →Blz. 121)
Controleer of u de elektronische
sleutel bij u hebt.
Als u de startkabels aansluit, kan het
alarm afgaan of kunnen de portieren wor-
den vergrendeld, afhankelijk van de situa-
tie. ( →Blz. 122)
2 Open de motorkap ( →Blz. 464)
en het deksel van de zekeringen-
kast.
Als de 12V-accu is
ontladen
Als de 12V-accu van de auto ont-
laden is, kan het hybridesysteem
met behulp van de onderstaande
procedures worden gestart.
U kunt ook contact opnemen
met een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskun-
dige.
Starten van het
hybridesysteem
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 565 Friday, March 22, 2019 11:40 AM
5888-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
Sommige voorkeursinstellingen zijn van invloed op de instellingen van andere
functies. Neem voor meer informatie contact op met een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
Auto's met navigatiesysteem of multimediasysteem: Instellingen die u met
het scherm van het navigatiesysteem of multimediasysteem kunt w ijzigen
Instellingen die u met behulp van het multi-informatiedisplay k unt wijzigen
Instellingen die door een erkende Toyota-dealer of hersteller/r eparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige kunnen
worden gewijzigd
Definitie van symbolen: O = beschikbaar, – = niet beschikbaar
■Alarm ( →Blz. 121)
*: Indien aanwezig
WAARSCHUWING
■Tijdens het aanpassen van de per-
soonlijke voorkeursinstellingen
Zorg dat de auto geparkeerd staat op
een plaats met voldoende ventilatie,
aangezien het hybridesysteem tijdens
het instellen moet draaien. In een afge-
sloten ruimte, zoals een garage, kunnen
uitlaatgassen die het schadelijke kool-
monoxide (CO) bevatten, zich ophopen
en in de auto terechtkomen. Dit kan
zeer schadelijk zijn voor de gezondheid.
OPMERKING
■Tijdens het aanpassen van de per-
soonlijke voorkeu rsinstellingen
Zorg ervoor dat het h ybridesysteem tij-
dens het instellen draait, om te voorko-
men dat de 12V-accu ontladen raakt.
Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke
voorkeursinstellingen
FunctieStandaard
instellingPersoonlijke voorkeurs-
instelling
Aanpassen van de gevoeligheid
van de inbraaksensor wanneer
een ruit is geopend
*StandaardLaag––O
Schakelt het alarm uit wanneer de
portieren worden ontgrendeld met
de mechanische sleutel
UitAan––O
A
B
C
ABC
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 588 Friday, March 22, 2019 11:40 AM
591
8
8-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
Voertuigspecificaties
■Smart entry-systeem met startknop*1 en afstandsbediening (
→Blz. 164,
205)
*1: Indien aanwezig
*2: Sommige uitvoeringen
■Smart entry-systeem met startknop*1 ( →Blz. 205)
*1: Indien aanwezig
*2: Auto's zonder supervergrendeling
*3: Auto's met supervergrendeling
*4: Deze instelling kan worden gewijzigd als de instelling Ontgren delen portier met Smart
entry-systeem en startknop is ingesteld op “Bestuurdersportier” .
FunctieStandaard
instellingPersoonlijke voorkeurs- instelling
Werkingssignaal (alarmknipper-
lichten)*2AanUitO–O
Zoemervolume*25UitO–O1 - 7
Tijd tot na het ontgrendelen, zon-
der dat een portier wordt
geopend, de portieren automa-
tisch weer worden vergrendeld
30 seconden
60 seconden
O–O120 seconden
Waarschuwingszoemer geopend
portier (tijdens het vergrendelen)AanUit––O
FunctieStandaard instellingPersoonlijke
voorkeurs- instelling
Smart entry-syst eem met start-
knopAanUit––O
Ontgrendelen portier met Smart
entry-systeem en startknopAlle portierenBestuurderspor-
tierO–O
Aantal opeenvolgende portierver-
grendelingen2 keer*2Zo veel als
gewenst*2
––OZo veel als gewenst*32 keer*3
Tijd die verstrijkt voordat alle por-
tieren worden ontgrendeld wan-
neer de portiergreep van het
bestuurdersportier wordt vastge-
pakt
*4
Uit
1,5 seconde
––O2 seconden
2,5 seconde
ABC
ABC
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 591 Friday, March 22, 2019 11:40 AM
599
8
8-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen
Voertuigspecificaties
■Verlichting (
→Blz. 431)
*1: Alleen auto's met Smart entry-syst eem en startknop
*2: Indien aanwezig
■Persoonlijke voorkeursinstellingen auto
●Wanneer de functie koppeling van portiervergrendeling aan rijsn elheid en de functie
koppeling van portiervergrendeling aan stand selectiehendel all ebei zijn ingeschakeld,
werkt het portierslot als volgt.
• Als de auto wordt gestart terwijl alle portieren zijn vergrendeld, werkt de functie koppe- ling van rijsnelheid aan portiervergrendeling niet.
• Als de auto wordt gestart terwijl een van de portieren is ontgrendeld, werkt de functie
koppeling van rijsnelheid aan portiervergrendeling wel.
• Als de selectiehendel in een andere stand dan P wordt gezet, w orden alle portieren
vergrendeld.
●Als het Smart entry-systeem met startknop is uitgeschakeld, kan selecteer te ontgren-
delen portier niet worden ingesteld.
●Als de portieren niet worden geopend nadat de portieren zijn on tgrendeld en de functie
automatisch opnieuw vergrendelen wordt geactiveerd, worden er signalen gegene-
reerd overeenkomstig de instellingen van het bedieningssignaal (alarmknipperlichten).
FunctieStandaard
instellingPersoonlijke voorkeurs-
instelling
Tijd die verstrijkt voordat de inte-
rieurverlichting uitgaat15 seconden
Uit
O–O7,5 seconden
30 seconden
Werking nadat het contact UIT is
gezetAanUit––O
Werking als de portieren worden
ontgrendeldAanUit––O
Werking wanneer u de auto
nadert terwijl u de elektronische
sleutel bij u draagt
*1AanUit––O
Voetenruimteverlichting*2AanUit––O
ABC
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 599 Friday, March 22, 2019 11:40 AM