Page 49 of 272

49
Ergonomie en comfort
3
► Trek aan de riem 3 om de stoelverankeringen te openen.► Houd de riem 3 vast en til de stoel op.De stoel terugzetten► Trek aan de riem 3 om de stoelverankeringen te openen.► Houd de riem 3 vast en plaats de stoelverankeringen in de bevestigingspunten op de vloer.► Laat de riem 3 los.► Voorkom dat een voorwerp of de voeten van een passagier een belemmering voor de achterste bevestigingspunten 4 vormen en dat de veiligheidsgordel correct is geplaatst en beschikbaar is.► Klap de stoel naar achteren om de achterste verankeringen te bevestigen.► Gebruik de handgreep 1 om de rugleuning in de oorspronkelijke stand te zetten.► Zet de hoofdsteun omhoog.
Hoogteverstelling
hoofdsteun
► Trek de hoofdsteun zo ver mogelijk omhoog (inkeping) om hem in de hoogste stand te zetten.► Druk op de nok A en trek de hoofdsteun omhoog om hem te verwijderen.► Steek de pennen van de hoofdsteun recht in de openingen van de rugleuning tot de hoofdsteun op zijn plaats blijft om de hoofdsteun terug te plaatsen.► Druk gelijktijdig op de nok A en op de hoofdsteun om de hoofdsteun lager te zetten.
WARNI NG
Voor de veiligheid is het frame van de hoofdsteun voorzien van inkepingen om te voorkomen dat de hoofdsteun zakt in het geval van een aanrijding.De hoofdsteun is goed afgesteld als de bovenzijde van de hoofdsteun zich ter hoogte van de bovenzijde van het hoofd bevindt.Rijd nooit zonder hoofdsteunen. De hoofdsteunen moeten zijn geplaatst en correct zijn afgesteld.
WARNI NG
Ga nooit rijden met passagiers op de achterstoelen als de hoofdsteunen zijn verwijderd of niet in de hoge stand staan; de hoofdsteunen moeten zijn geplaatst en in de hoge stand staan.
NOTIC E
Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer informatie over de veiligheidsgordels.
Page 50 of 272

50
Voorzieningen in het
interieur
Matten
Plaatsen
Gebruik bij het voor de eerste keer plaatsen van de mat aan de bestuurderszijde alleen de bevestigingen die zich in het bijgeleverde zakje bevinden.
De andere matten worden gewoon op de vloerbedekking gelegd.
Verwijderen/plaatsen
► Verwijderen van de mat aan bestuurderszijde: schuif de stoel naar achteren en maak de bevestigingen los.► Plaatsen: plaats de mat en zet deze vast door erop te drukken.► Controleer of de mat niet kan schuiven.
WARNI NG
Voorkomen dat de pedalen blijven hangen:– Gebruik alleen matten die geschikt zijn voor de bevestigingen die al aanwezig zijn in de auto. Deze bevestigingen moeten worden gebruikt.– Leg nooit twee matten op elkaar.Het gebruik van matten die niet door TOYOTA zijn goedgekeurd, kan de bediening van de pedalen hinderen en de werking van de cruise control/snelheidsbegrenzer belemmeren.De goedgekeurde matten zijn voorzien van twee bevestigingen onder de stoel.
Het dak en zijn opbergvakken
Opbergvak boven de voorruit en centraal opbergvak
Het opbergvak boven de voorruit (1) bevindt zich boven de zonnekleppen en kan worden gebruikt
om verschillende voorwerpen in op te bergen.Er bevindt zich een opbergvak (2) in de hemelbekleding.
De maximaal toegestane belasting is 6 kg.
WARNI NG
Bij abrupte vertraging van de auto kunnen voorwerpen die in het centrale opbergvak van het dak zijn geplaatst veranderen in projectielen.
Opbergvak achterin
Dit opbergvak is bereikbaar vanaf de achterstoelen
en vanuit de bagageruimte van de auto.De capaciteit is 60 liter en de maximaal toegestane belasting is 10 kg.
► Verschuif vanaf de achterstoelen de klepjes van het opbergvak achter om het te openen.
Page 51 of 272

51
Ergonomie en comfort
3
► Plaats vanuit de bagageruimte uw duim op de uitsparing van het opbergvak achter en trek aan de handgreep om het opbergvak te openen.
WARNI NG
Open het opbergvak achter voorzichtig om te voorkomen dat de erin opgeborgen voorwerpen eruit vallen.
Sfeer binnenverlichting
De sfeer van de binnenverlichting kan worden ingesteld in het configuratiemenu van de auto.
Zonnescherm
Openen/sluiten
► Houd de knop ingedrukt; het zonnescherm gaat open/dicht en stopt wanneer u de knop loslaat.
WARNI NG
Als het zonnescherm ergens op stuit tijdens de beweging, moet u de bewegingsrichting omkeren. Druk hiertoe op de desbetreffende schakelaar.Wanneer de bestuurder de knop voor openen/sluiten van het zonnescherm indrukt, moet hij er zeker van zijn dat er geen voorwerpen of personen zijn die de beweging van het zonnescherm hinderen.De bestuurder moet ervoor zorgen dat passagiers het zonnescherm correct gebruiken.Let extra goed op kinderen bij het bedienen van het zonnescherm.
12V-
accessoireaansluiting(en)
► Gebruik een geschikte adapter om een 12V-accessoire (met een maximaal vermogen van 120 W) aan te sluiten.
WARNI NG
Houd rekening met het maximale vermogen om schade aan uw accessoire te voorkomen.
Page 52 of 272

52
WARNI NG
Het aansluiten van een elektrisch apparaat dat niet is goedgekeurd door TOYOTA, zoals een lader met een USB-aansluiting, kan een negatieve invloed hebben op de werking van de elektrische systemen van de auto, waardoor er storingen kunnen optreden in de vorm van een slechte radio-ontvangst of storing op de beeldschermen.
USB-aansluiting(en)
De aansluitingen 1 en 2 kunnen worden gebruikt voor het opladen van een draagbaar apparaat.
U kunt via aansluiting 1 ook audiobestanden afspelen via de luidsprekers van de auto.
NOTIC E
Tijdens het gebruik van de USB-aansluiting wordt het draagbare apparaat automatisch opgeladen.Er wordt een melding weergegeven als het stroomverbruik van het draagbare apparaat hoger is dan de door de auto geleverde stroomsterkte.Zie het hoofdstuk Audio en telematica voor meer informatie over het gebruik van deze voorziening.
Aansluiting 1 kan ook worden gebruikt om een smartphone via MirrorLinkTM, Android Auto® of CarPlay® te verbinden, zodat u bepaalde apps van uw smartphone via het touchscreen kunt gebruiken.Om de beste resultaten te bereiken, moet u de kabel van de fabrikant gebruiken of een kabel die
door de fabrikant is goedgekeurd.Deze apps kunnen worden beheerd met de toetsen op het stuurwiel of van het audiosysteem.
220V/50Hz-aansluiting
AC 220 V
50Hz 120W
Bevindt zich op de zijkant van het middelste opbergvak.Deze aansluiting (max. vermogen: 150 W) werkt als de motor draait, maar ook in de STOP-stand bij auto's met een Stop & Start-systeem.► Verwijder het deksel.► Controleer of het groene lampje brandt.► Sluit uw elektrische apparaat (telefoonlader, laptop, CD/DVD-speler, flessenwarmer, enz.) aan.Bij een storing in de aansluiting gaat het groene lampje knipperen.Laat het systeem controleren door een TOYOTA-dealer of een gekwalificeerde werkplaats.
WARNI NG
Sluit altijd maar één apparaat aan op de aansluiting (verlengsnoeren of verdeelstekkers zijn niet toegestaan).
Sluit alleen apparaten aan die voldoen aan isolatieklasse II (op het apparaat aangegeven).Gebruik geen apparaten met een metalen behuizing (zoals een elektrisch scheerapparaat).
Page 53 of 272

53
Ergonomie en comfort
3
NOTIC E
Om veiligheidsredenen wordt de stroomtoevoer naar deze aansluiting bij overbelasting automatisch onderbroken; dit gebeurt ook als er andere omstandigheden zijn die daar aanleiding toe geven (bijzondere weersomstandigheden, zware belasting van de elektrische installatie van de auto, enz.). Het groene lampje gaat dan uit.
Draadloze smartphonelader
Met dit systeem kan externe apparatuur, zoals een smartphone, door middel van magnetische inductie draadloos worden opgeladen. Het systeem voldoet aan de norm Qi 1.1.Het op te laden apparaat moet zelf compatibel zijn met de Qi-norm of moet zijn voorzien van een compatibele hoes of houder.Het laadgedeelte is te herkennen aan het symbool Qi.De lader werkt als de motor draait en in de STOP-stand van het Stop & Start-systeem.
Het opladen wordt aangestuurd door de smartphone.Bij uitvoeringen met Keyless entry and start kan de werking van de lader tijdelijk worden onderbroken bij het openen van een portier of bij het uitzetten van het contact.
Laden
► Zorg ervoor dat het laadgebied vrij is en plaats een apparaat in het midden ervan.
Zodra het apparaat wordt gedetecteerd, gaat het lampje van de lader groen branden. Het lampje blijft branden zolang de batterij wordt opgeladen.
WARNI NG
Het systeem kan niet meerdere apparaten tegelijkertijd opladen.
WARNI NG
Zorg dat er geen metalen voorwerpen (munten, sleutels, afstandsbediening van de auto, enz.) in het laadgebied liggen tijdens het opladen van een apparaat – kans op oververhitting of onderbreking van het opladen.
Controle van de werking
De status van het lampje geeft de werking van de lader aan.
Status van het lampjeBetekenis
UitMotor uitgezet.Geen compatibel apparaat gedetecteerd.Opladen voltooid.
Brandt permanent groenCompatibel apparaat gedetecteerd.Opladen bezig.
Knippert oranjeDetectie van een vreemd voorwerp op het laadgedeelte.Apparaat niet goed gecentreerd op het laadgedeelte.
Brandt permanent oranje
Storing van de laadindicator van het apparaat.Temperatuur van de batterij van het apparaat te hoog.Storing van de lader.
Als het lampje oranje brandt:
– verwijder het apparaat en plaats het opnieuw in het midden van het laadgedeelte.of
Page 54 of 272

54
– verwijder het apparaat en probeer het een kwartier later nog eens.Laat als het probleem blijft bestaan, het systeem controleren door een TOYOTA-dealer of een gekwalificeerde werkplaats.
Opbergvakken in de vloer
Er bevinden zich twee opbergvakken in de voetenruimte van de tweede zitrij.► Om de opbergvakken te openen steekt u uw vingers in de uitsparing en tilt u het deksel op.
Uitklaptafeltjes
► Trek het tafeltje omhoog om het te gebruiken.Om veiligheidsredenen komt het uitklaptafeltje bij overmatige belasting vanzelf los.► Trek het tafeltje omlaag om het op te bergen.
WARNI NG
Leg geen zware of harde voorwerpen op de uitklaptafeltjes. Deze kunnen bij een noodstop of een aanrijding veranderen in gevaarlijke
projectielen.
Zonneschermen voor de
zijruiten
De ruiten van de schuifdeuren zijn voorzien van zonneschermen (afhankelijk van de uitvoering).
► Pak het zonnescherm aan de lip vast om het
scherm omhoog of omlaag te bewegen.
NOTIC E
Om te voorkomen dat het zonnescherm beschadigd raakt:– Beweeg het zonnescherm voorzichtig omhoog of omlaag met de lip.– Zorg dat de lip goed is bevestigd voordat u de schuifdeur opent.
Bagagenet voor hoge
belading
Dit net, dat aan de bovenste bevestigingen en de onderste sjorogen of nokken wordt vastgemaakt, maakt het mogelijk de auto tot aan het dak te beladen:– Achter de voorstoelen (eerste zitrij) wanneer de achterstoelen zijn neergeklapt.– Achter de achterstoelen (tweede zitrij).
Page 55 of 272

55
Ergonomie en comfort
3
NOTIC E
Controleer bij het plaatsen van het net of de gespen van de riemen zichtbaar zijn vanuit de bagageruimte; hierdoor is het gemakkelijker de riemen te ontspannen of aan te spannen.
WARNI NG
Verwijder de bagageafdekking (afhankelijk van de uitvoering).
Bevestigen achter de eerste zitrij
► Open de kapjes van de bovenste bevestigingen 1.► Rol het bagagenet voor hoge belading uit.► Plaats een van de uiteinden van de metalen
stang van het net in de desbetreffende bovenste bevestiging 1 en doe vervolgens hetzelfde met het andere uiteinde.
► Trek de riemen volledig uit.
► Sla beide riemen om stang 3 onder de zitting van de voorstoel (zitrij 1) en bevestig de veerhaak aan de ring van de desbetreffende riem.► Klap de achterstoelen neer.► Span de riemen aan zonder de achterstoelen weer op te klappen.► Controleer of het net goed is bevestigd en gespannen.
Bevestigen achter de tweede zitrij
► Klap de bagageafdekking in of verwijder deze.► Open de kapjes van de bovenste bevestigingen 2.► Rol het bagagenet voor hoge belading uit.► Plaats een van de uiteinden van de metalen stang van het net in de desbetreffende bovenste bevestiging 2 en doe vervolgens hetzelfde met het andere uiteinde.► Bevestig de haak van beide riemen van het net aan het desbetreffende sjoroog 4 (op de vloer).► Span de riemen aan.► Controleer of het net goed is bevestigd en gespannen.
WARNI NG
Gebruik nooit de ISOfix-ring. Deze is bedoeld voor de bevestiging van de riem van een kinderzitje met bevestiging aan de bovenste gordel (Top Tether).
Page 56 of 272

56
Bagageafdekking met twee
standen (uitneembaar)
L1
L1
Deze kan in twee verschillende standen worden geplaatst: hoog en laag.De bagageafdekking bestaat uit twee opvouwbare delen.► Pak de bagageafdekking bij het inklappen vanuit de bagageruimte vast en vouw het achterste deel op het voorste deel in de richting van de achterstoelen. Vanuit de onderste stand kunt u de bagageafdekking opgevouwen opbergen door deze
richting de rugleuningen van de achterstoelen te schuiven.► Pak de bagageafdekking bij het uitklappen vanuit de bagageruimte vast en klap deze uit tot de achterstijlen.
NOTIC E
Het maximaal toegestane gewicht op de bagageafdekking is 25 kg.
Bagageafdekking
L2
L2
In de configuratie met 5 zitplaatsen is de bagageafdekking achter de tweede zitrij bevestigd; de stoelen van de derde zitrij zijn dan weggeklapt.In de configuratie met 7 zitplaatsen is de bagageafdekking achter de derde zitrij opgeborgen.
WARNI NG
Bij hard remmen kunnen op de bagageafdekking geplaatste voorwerpen veranderen in gevaarlijke projectielen.
Plaatsen
► Breng het linker en rechter uiteinde van het oprolmechanisme in de uitsparingen A aan.► Rol het afdekscherm af tot aan de stijlen van de achterklep.► Breng de geleiders van het afdekscherm in de rails van de stijlen bij B aan.
► Afhankelijk van de uitvoering kunt u toegang tot de bagageruimte verkrijgen door de achterruit te openen en de geleiders van de bagageafdekking aan de rails van de stijlen bij C te bevestigen