Page 345 of 754

3444-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
PRIUS_OM_OM47C37E_(EE)
■Werkingsvoorwaarden
Het Pre-Crash Safety-systeem wordt ingeschakeld en het systeem oordeelt
dat een aanrijding aan de voorzijde met een voertuig of een voe tganger
waarschijnlijk is.
Voor de werking van elke functie gelden de volgende snelheden:
● Pre-Crash-waarschuwing:
• De rijsnelheid ligt tussen ongeveer 10 en 180 km/h. (Voor het s ignaleren
van een voetganger ligt de rijsnelheid tussen ongeveer 10 en 80 km/h.)
• Het snelheidsverschil tussen uw auto en het voertuig of de voe tganger
voor u is ongeveer 10 km/h of groter.
● Pre-Crash Brake Assist:
• De rijsnelheid ligt tussen ongeveer 30 en 180 km/h. (Voor het signaleren
van een voetganger ligt de rijsnelheid tussen ongeveer 30 en 80 km/h.)
• Het snelheidsverschil tussen uw auto en het voertuig of de voe tganger is
ongeveer 30 km/h of groter.
● Pre-Crash Brake-functie:
• De rijsnelheid ligt tussen ongeveer 10 en 180 km/h. (Voor het s ignaleren
van een voetganger ligt de rijsnelheid tussen ongeveer 10 en 80 km/h.)
• Het snelheidsverschil tussen uw auto en het voertuig of de voe tganger
voor u is ongeveer 10 km/h of groter.
Het systeem werkt in de volgende situaties mogelijk niet:
● Als een accupool is losgenomen en weer aangesloten en er vervol gens
gedurende een bepaalde tijd niet met de auto is gereden
● Als de selectiehendel in stand R staat
● Als de VSC wordt uitgeschakeld (a lleen de Pre-Crash-waarschuwingsfunc-
tie werkt)
■ Voetgangerdetectiefunctie
■ Uitschakelen van de Pre-Crash Brake-functie
Als zich een van de volgende situaties voordoet terwijl de Pre- Crash Brake-
functie in werking is, wordt deze functie uitgeschakeld:
● Het gaspedaal wordt diep ingetrapt.
● Er wordt een scherpe stuurbeweging gemaakt of het stuurwiel wor dt plotse-
ling gedraaid.
Het Pre-Crash Safety-systeem signaleert
voetgangers op basis van de grootte, het
profiel en de beweging van een gesigna-
leerd object. Afhankelijk van de helder-
heid van het omgevingslicht en de
beweging, het postuur en de hoek van het
gesignaleerde object wordt een voetgan-
ger mogelijk niet gesignaleerd, waardoor
het systeem niet goed werkt. (
Blz. 349)
PRIUS_OM_OM47C37E_(EE).book Pag e 344 Tuesday, November 20, 2018 2:06 PM
Page 346 of 754

3454-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
PRIUS_OM_OM47C37E_(EE)■
Omstandigheden waaronder het systeem mogelijk werkt, zelfs als er
geen kans op een aanrijding is
● In bepaalde situaties, zoals de onderstaande, oordeelt het syst eem mogelijk
dat een aanrijding aan de voorzijde waarschijnlijk is en treedt het in werking.
• Wanneer een voertuig of een voetganger wordt gepasseerd
• Bij het veranderen van rijstrook tijdens het inhalen van een v oorligger
• Bij het inhalen van een voorligger die van rijstrook verandert
• Wanneer u snel een voorligger nadert
• Als de voorzijde van de auto omhoog of omlaag gaat, bijvoorbee ld op
een oneffen of golvend wegdek
• Bij het naderen van objecten in de berm, zoals vangrails, telefoonpalen, bomen of muren
• Bij het inhalen van een voorligger die
een bocht naar links of rechts maakt
• Bij het passeren van een voertuig dat stilstaat op de rijstrook voor het tege-
moetkomend verkeer om rechtsaf of
linksaf te slaan
• Bij het rijden op een weg waar de relatieve positie ten opzichte van de
voorligger in een naastliggende rij-
strook kan veranderen, zoals op een
bochtige weg
• Wanneer er bij het begin van een bocht een voertuig, voetganger of
object naast de weg aanwezig is
PRIUS_OM_OM47C37E_(EE).book Pag e 345 Tuesday, November 20, 2018 2:06 PM
Page 347 of 754

3464-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
PRIUS_OM_OM47C37E_(EE)• Bij het rijden op een smalle rijbaan omringd door een construc
tie, zoals
een tunnel of een stalen brug
• Als er zich metalen objecten (putdeksel, stalen plaat enz.), o pstaande
randen of uitstekende delen bevinden op het wegdek of in de ber m
• Bij het snel naderen van een slagboom van een elektronische to lpoort,
slagboom bij een parkeerterrein of andere afscheiding die open en dicht
gaat
• Bij het wassen van de auto in een wasstraat
• Als de auto wordt geraakt door water, sneeuw, stof enz. dat wo rdt opge-
spat door een voorligger
• Bij het rijden door stoom of rook
• Als er patronen of verf op de weg of op een muur aanwezig zijn /is die
kunnen/kan worden aangezien voor een voertuig of voetganger
• Als een overstekende voetganger de
auto zeer dicht nadert
• Bij het onder lage constructies doorrij- den (laag plafond, verkeersbord enz.)
• Wanneer boven op een helling onder een object (billboard, enz.) door wordt
gereden
• Bij het rijden door of onder objecten die in contact kunnen komen met de
auto, zoals hoog gras, boomtakken of
een spandoek
PRIUS_OM_OM47C37E_(EE).book Pag e 346 Tuesday, November 20, 2018 2:06 PM
Page 348 of 754

3474-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
PRIUS_OM_OM47C37E_(EE)• Wanneer dicht bij een object wordt gereden dat radiogolven wee
rkaatst,
zoals een grote vrachtwagen of een vangrail
• Als wordt gereden in de buurt van een televisiezendmast, radio zender,
elektriciteitscentrale of andere locatie waar sterke radiogolven of elektro-
magnetische velden aanwezig zijn
■ Situaties waarin het systeem mogelijk niet goed werkt
● In sommige situaties, zoals onderstaande, wordt een voertuig mo gelijk niet
gesignaleerd door de radarsensor en de camerasensor, waardoor h et sys-
teem niet goed werkt:
• Als een tegenligger de auto nadert
• Als de voorligger een motorfiets of fiets is
• Bij het naderen van de zijkant of voorkant van een voertuig
• Als de achterzijde van de voorligger smal is, zoals een lege t ruck
• Als de voorligger een lading vervoert die uitsteekt voorbij de achterbumper
• Als de voorligger een onregelmatige vorm heeft, zoals een trac tor of een
zijspan
• Als de zon of ander licht rechtstreeks op een voorligger schij nt
• Als een voertuig de auto snijdt of plotseling opdoemt van naast een ander voertuig
• Als de voorligger een abrupte beweging maakt (zoals een uitwij kmanoeu-
vre, plotseling versnellen of afremmen)
• Bij het plotseling invoegen vlak achter een voorligger • Als de voorligger een lage achterzijde
heeft, zoals een oprijwagen
• Als de voorligger een extreem grote bodemvrijheid heeft
• Als de voorligger zich niet direct voor uw auto bevindt
PRIUS_OM_OM47C37E_(EE).book Pag e 347 Tuesday, November 20, 2018 2:06 PM
Page 349 of 754

3484-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
PRIUS_OM_OM47C37E_(EE)• Bij slecht weer zoals bij hevige regen, mist, sneeuw of een za
ndstorm
• Als de auto wordt geraakt door water, sneeuw, stof enz. dat wo rdt opge-
spat door een voorligger
• Bij het rijden door stoom of rook
• Bij het rijden in een omgeving waarbij de helderheid van het o mgevings-
licht plotseling verandert, zoals bij het in- of uitrijden van een tunnel
• Wanneer een zeer fel licht, bijvoorbeeld de zon of de koplampen van
tegemoetkomend verkeer, rechtstreeks in de camerasensor schijnt
• Als er weinig omgevingslicht is, zoals tijdens de schemering, of 's nachts
of in een tunnel
• Nadat het hybridesysteem gestart is, is er gedurende een bepaa lde tijd
niet met de auto gereden
• Bij het afslaan naar links/rechts en gedurende een paar second en na het
afslaan naar links/rechts
• Bij het rijden in een bocht en een paar seconden na het rijden in een
bocht
• Als uw auto in een slip raakt
• Als de wielen niet goed zijn uitgelijnd
• Als een ruitenwisserblad de camerasensor blokkeert
• De auto schommelt
• Er wordt gereden met extreem hoge snelheden
• Als op een helling wordt gereden
• Wanneer de radarsensor of de camerasensor niet goed is uitgeli jnd
● In sommige situaties, zoals de onderstaande, kan wellicht onvol doende
remkracht worden gerealiseerd, waardoor het systeem mogelijk ni et goed
werkt:
• Als de remfuncties niet optimaal kunnen functioneren, bijvoorb eeld door-
dat onderdelen van het remsysteem extreem koud of warm, of nat zijn
• Als de auto niet goed wordt onderhouden (extreem versleten remdelen of banden, onjuiste bandenspanning, enz.)
• Als er met de auto gereden wordt op grind of een andere gladde onder-
grond
• Wanneer de voorzijde van de auto is
verhoogd of verlaagd
PRIUS_OM_OM47C37E_(EE).book Pag e 348 Tuesday, November 20, 2018 2:06 PM
Page 350 of 754

3494-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
PRIUS_OM_OM47C37E_(EE)●
Sommige voetgangers, zoals onderstaande, worden mogelijk niet g esigna-
leerd door de radarsensor en de camerasensor, waardoor het syst eem niet
goed werkt:
• Voetgangers kleiner dan ongeveer 1 m of groter dan ongeveer 2 m
• Voetgangers die breed vallende kleding (regenjas, lange rok en z.) dra-
gen, waardoor hun silhouet onduidelijk wordt
• Voetgangers die grote voorwerpen dragen, een paraplu vasthoude n enz.
waardoor een deel van hun lichaam niet zichtbaar is
• Voetgangers die vooroverbuigen of gehurkt zitten
• Voetgangers die een wandelwagentje, rolstoel, fiets of ander v oertuig
voortduwen
• Groepen voetgangers die dicht bij elkaar lopen
• Voetgangers die witte kleding dragen en er extreem licht uitzi en
• Voetgangers in het donker, bijvoorbeeld 's nachts of in een tu nnel
• Voetgangers waarvan de kleding ongeveer dezelfde kleur of held erheid
heeft als de omgeving
• Voetgangers vlak bij muren, hekken, vangrails of grote objecte n
• Voetgangers die zich op de weg op een metalen object (putdekse l, stalen
plaat enz.) bevinden
• Voetgangers die snel lopen
• Voetgangers die plotseling van snelheid veranderen
• Voetgangers die van achter een voertuig of een groot object ko men ren-
nen
• Voetgangers die zich heel dicht bij de zijkant van de auto (buitenspiegel,
enz.) bevinden
PRIUS_OM_OM47C37E_(EE).book Pag e 349 Tuesday, November 20, 2018 2:06 PM
Page 351 of 754

3504-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
PRIUS_OM_OM47C37E_(EE)■
Als het waarschuwingslampje PCS k nippert of gaat branden en er een
waarschuwingsmelding wordt weergegeven op het multi-informatied is-
play
Het Pre-Crash Safety-systeem is mogelijk tijdelijk niet beschikbaar of er is
mogelijk sprake van een storing in het systeem.
● In de volgende situaties gaat het waarschuwingslampje uit, verd wijnt de
melding en werkt het systeem weer normaal als weer aan de norma le wer-
kingsvoorwaarden wordt voldaan:
• Als de radarsensor, de camerasensor of het gedeelte rond elke sensor
heet is, zoals in de zon
• Als de radarsensor, de camerasensor of het gedeelte rond elke sensor
koud is, zoals in een extreem koude omgeving
• Wanneer een sensor voor vuil is of bedekt is met sneeuw, enz.
• Als het gedeelte van de voorruit vóór de camerasensor is beslagen of
wanneer er condens of ijs op de voorruit zit
(Ontwasemen van de voorruit: Blz. 504)
• Als de camerasensor wordt geblokkeerd, bijvoorbeeld wanneer de motor-
kap open is of een sticker is bevestigd op de voorruit in de bu urt van de
camerasensor
● Als het waarschuwingslampje PCS blijft knipperen of branden, of als de
waarschuwingsmelding niet verdwijnt terwijl de auto weer in ord e is, is er
mogelijk een storing aanwezig in het systeem. Laat de auto onmiddellijk
nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateu r of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■ Als de VSC wordt uitgeschakeld
●Als de VSC wordt uitgeschakeld ( Blz. 486), worden ook het Pre-Crash
Brake Assist-systeem en de Pre-Crash Brake-functie uitgeschakel d.
● Het waarschuwingslampje PCS gaat branden en “VSC Turned Off Pre -Colli-
sion Brake System Unavailable” (VS C uitgeschakeld, Pre-Crash Brake-sys-
teem niet beschikbaar) wordt weergegeven op het multi-informati edisplay.
PRIUS_OM_OM47C37E_(EE).book Page 350 Tuesday, November 20, 2018 2:06 PM
Page 352 of 754
351
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
PRIUS_OM_OM47C37E_(EE)
LDA (Lane Depar ture Alert met
stuurregeling)
*
Als wordt gereden op autowegen en snelwegen met witte (gele) lijnen
waarschuwt deze functie de bestuurder als de auto de rijstrook dreigt
te verlaten en helpt hij om de auto in de rijstrook te houden d oor het
stuurwiel te bedienen.
Het LDA-systeem herkent zicht-
bare witte (gele) lijnen met de
camerasensor aan de bovenzijde
van de voorruit.
: Indien aanwezig
Overzicht van functies
PRIUS_OM_OM47C37E_(EE).book Pag e 351 Tuesday, November 20, 2018 2:06 PM