281
4
COROLLA_TMUK_EE 4-2. Rijprocedures
Rijden
■Voorwaarden voor werking Brake
Hold-systeem
Het Brake Hold-systee m kan onder de vol-
gende omstandigheden niet geactiveerd
worden:
●Het bestuurdersportier is niet gesloten.
●De bestuurder draagt geen veiligheids-
gordel.
Als onder een van de bovenstaande
omstandigheden het Brake Hold-systeem
is ingeschakeld, wordt het systeem uitge-
schakeld en gaat het controlelampje voor
de stand-bystand van het Brake Hold-sys-
teem uit. Wanneer een van deze omstan-
digheden zich voordoet terwijl het systeem
de remmen vasthoudt, klinkt een waar-
schuwingszoemer en wordt een melding
weergegeven op het multi-informatiedis-
play. De parkeerrem wordt dan automa-
tisch geactiveerd.
■Brake Hold-functie
●Nadat het systeem ongeveer 3 minuten
de remmen heeft vastgehouden en het
rempedaal niet ingetrapt wordt, wordt
automatisch de parkeerrem geactiveerd.
In dat geval klinkt een zoemer en ver-
schijnt er een waarschuwingsmelding op
het multi-informatiedisplay.
●Trap het rempedaal krachtig in en druk
opnieuw op de schakelaar om het sys-
teem te deactiveren.
●De Brake Hold-functie kan de auto
mogelijk niet stilhouden op een steile
helling. In deze situatie kan het nodig
zijn dat de bestuurder zelf het rempe-
daal ingetrapt houdt. Er klinkt een waar-
schuwingszoemer en het
multi-informatiedisplay zal de bestuur-
der over de situatie informeren. Lees de
op het multi-informatiedisplay weerge-
geven waarschuwingsmelding en volg
de aanwijzingen op.
■Wanneer de parkeerrem automatisch
geactiveerd wordt terwijl het systeem
de remmen vasthoudt
Voer een van de volgende handelingen uit
om de parkeerrem te deactiveren.
●Trap het gaspedaal in. (De parkeerrem
zal niet automatisch gedeactiveerd wor- den als de veiligheidsgordel niet is vast-
gemaakt.)
●Bedien de parkeerremschakelaar terwijl
u het rempedaal intrapt.
Controleer of het waarschuwingslampje
van de parkeerrem uitgaat. ( →Blz. 277)
■Wanneer een contr ole door een
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige nodig is
Als het controlelampje stand-bystand
Brake Hold-systeem ( groen) niet brandt
terwijl de Brake Hold-schakelaar wordt
ingedrukt en aan de werkingsvoorwaarden
van het Brake Hold-systeem is voldaan, is
het systeem mogelijk defect. Laat de auto
nakijken door een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
■Als “Brake Hold Malfunction Press
Brake to Deactivate Visit Your Dealer”
(Storing in Brake Hold-functie. Trap
rempedaal in om te deactiveren. Ga
naar uw dealer) of “Brake Hold
Malfunction Visit Your Dealer” (Sto-
ring in Brake Hold-functie. Ga naar
uw dealer) op het multi-informatiedis-
play wordt weergegeven
Er is mogelijk een storing in het systeem
aanwezig. Laat de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Waarschuwingsmeldingen en zoe-
mers
Waarschuwingsmeldingen en zoemers
worden gebruikt om een systeemstoring
aan te geven of om de bestuurder te infor-
meren dat hij extra moet opletten. Lees de
op het multi-informatiedisplay weergege-
ven waarschuwingsmelding en volg de
aanwijzingen op.
■Als het controlelampje Brake
Hold-systeem in werking knippert
→ Blz. 606
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 281 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
312
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ond
ersteunende systemen
*: Indien aanwezig
Het systeem kan de volgende zaken
signaleren:
Voertuigen
Fietsers
Voetgangers ■
Pre-Crash-waarschuwing
Als het systeem vaststelt dat de kans
op een frontale aanrijding groot is,
klinkt er een zoemer en wordt er een
waarschuwingsmelding weergege-
ven op het multi-informatiedisplay om
de bestuurder aan te sporen een uit-
wijkmanoeuvre uit te voeren.
■ Pre-Crash Brake Assist
Wanneer het systeem oordeelt dat
een aanrijding aan de voorzijde waar-
schijnlijk is, past het een grotere rem-
kracht toe in relatie tot de kracht
waarmee het rempedaal wordt inge-
trapt.
■ Pre-Crash Brake-systeem
Wanneer het systeem oordeelt dat de
kans op een frontale aanrijding zeer
groot is, worden de remmen automa-
tisch bekrachtigd om te helpen een
aanrijding te voorkomen of de snel-
heid van de aanrijding te verlagen.
PCS (Pre-Crash
Safety-systeem)*
Het Pre-Crash Safety-systeem
maakt gebruik van een radarsen-
sor en een camera voor om
objecten ( →Blz. 315) vóór de
auto te signaleren. Wanneer het
systeem oordeelt dat de kans op
een frontale aanrijding met een
object groot is, wordt een waar-
schuwing geactiveerd om de
bestuurder aan te sporen om uit
te wijken en wordt de potentiële
remdruk verhoogd om de
bestuurder te helpen een aanrij-
ding te voorkomen. Wanneer het
systeem oordeelt dat de kans op
een frontale aanrijding met een
object zeer groot is, worden de
remmen automatisch bekrach-
tigd om te helpen een aanrijding
te voorkomen of om de impact
van een aanrijding te helpen ver-
minderen.
Het Pre-Crash Safety-systeem
kan worden in-/uitgeschakeld en
het waarschuwingstijdstip kan
worden gewijzigd. ( →Blz. 314)
Signaleerbare objecten
Systeemfuncties
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 312 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
314
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ond
ersteunende systemen
■In-/uitschakelen van het
Pre-Crash Safety-systeem
Het Pre-Crash Safety-systeem kan
worden ingeschakeld/uitgeschakeld
via ( →Blz. 659) van het
multi-informatiedisplay.
Het systeem wordt iede re keer wanneer
het contact AAN wordt gezet automatisch
ingeschakeld.
Als het systeem word t uitgeschakeld,
gaat het waarschuwingslampje PCS
branden en wordt er een melding weer-
gegeven op het multi-informatiedisplay.
■ Wijzigen van de timing van de
Pre-Crash-waarschuwing
De timing van de Pre-Crash-waar-
schuwing kan worden gewijzigd via
(→Blz. 659) van het multi-infor-
matiedisplay.
De instelling van de timing van de waar-
schuwing blijft behouden als het contact UIT
wordt gezet. Als het Pre-Crash Safety-sys-
teem echter is uitgeschakeld en weer is
ingeschakeld, wordt de timing weer inge-
steld op de standaardinstelling (gemiddeld).
1 Vroeg
2 Gemiddeld
Dit is de standaardinstelling.
3Laat
WAARSCHUWING
●Als niet op een stabiele wijze kan
worden gereden met de auto, bijvoor-
beeld als hij betrokken is geweest bij
een ongeval of als er storingen zijn
●Als sportief met de auto wordt gere-
den of als op onverharde wegen
wordt gereden
●Als de banden niet de juiste banden-
spanning hebben
●Als de banden zeer versleten zijn
●Als er een andere maat banden dan
voorgeschreven is gemonteerd
●Als er sneeuwkettingen zijn aange-
bracht
●Wanneer er een compact reservewiel
is gemonteerd of een bandenrepara-
tieset is gebruikt
●Als er tijdelijk uitrusting (sneeuw-
ploeg, enz.) die de radarsensor of de
camera voor kan hinderen op de auto
is geplaatst
Wijzigen van instellingen
van het Pre-Crash
Safety-systeem
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 314 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
319
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Als de VSC wordt uitgeschakeld
●Als de VSC wordt uitgeschakeld
(→
Blz. 441), worden ook de Pre-Crash
Brake Assist-functie en de Pre-Crash
Brake-functie uitgeschakeld.
●Het waarschuwingslampje PCS gaat
branden en “VSC Turned OFF Pre-Colli-
sion Brake System Unavailable” (VSC
uitgeschakeld, Pre-Crash Brake-sys-
teem niet beschikbaar) wordt weergege-
ven op het multi-informatiedisplay.
*: Indien aanwezig
LTA (Lane Tracing
Assist)*
Als wordt gereden op autowe-
gen en snelwegen met witte
(gele) rijstrookmarkeringen,
waarschuwt deze functie de
bestuurder als d e auto de rij-
strook of rijbaan
* dreigt te verla-
ten en helpt hij om de auto op de
rijstrook of rijbaan
* te houden
door het stuurwiel te bedienen.
Daarnaast biedt het systeem
stuurassistentie om de auto in
de rijstrook te houden als de
Dynamic Radar Cruise Control
met volledig snelheidsbereik is
ingeschakeld.
Het LTA-systeem herkent witte
(gele) rijstrookmarkeringen of de
rijbaan
* met behulp van de
camera voor. Het detecteert ook
voorliggers met behulp van de
camera voor en de radar.
*: De grens tussen asfalt en de kant van de weg, zoals gras, grond of een
stoeprand
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 319 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
321
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
WAARSCHUWING
●Wanneer het display voor rijden met
de volgregeling wordt weergegeven
(
→ Blz. 325) en de voorligger van rij-
strook wisselt. (Uw auto volgt moge-
lijk de voorligger en wisselt ook van
rijstrook.)
●Wanneer het display voor rijden met
de volgregeling wordt weergegeven
( → Blz. 325) en de voorligger slingert.
(Mogelijk gaat uw auto dienovereen-
komstig ook slingeren en verlaat
mogelijk de rijstrook.)
●Wanneer het display voor rijden met
de volgregeling wordt weergegeven
( → Blz. 325) en de voorligger zijn rij-
strook verlaat. (Uw auto volgt moge-
lijk de voorligger en verlaat mogelijk
de rijstrook.)
●Wanneer het display voor rijden met
de volgregeling wordt weergegeven
( → Blz. 325) en de voorligger zeer
dicht op de rijstrookmarkering
links/rechts rijdt. (Uw auto volgt
mogelijk de voorligger en verlaat
mogelijk de rijstrook.)
●Er wordt gereden in een scherpe bocht.
●Er bevinden zich naast de weg objec-
ten die onterecht kunnen worden
aangezien voor witte (gele) lijnen
(vangrails, stoepranden, reflecte-
rende palen, enz.).
●Er wordt met de auto gereden op een
plaats waar de weg zich splitst,
wegen samenkomen, enz.
●Vanwege wegwerkzaamheden bevin-
den zich asfaltreparatiemarkeringen,
witte (gele) lijnen enz. op de weg.
●Er zijn schaduwen op de weg die
parallel lopen aan de witte (gele) lij-
nen of deze bedekken.
●Er wordt met de auto gereden in een
gebied zonder witte (gele) lijnen,
zoals voor een tolboom of kaartauto-
maat of op een kruising.
●De witte (gele) lijnen zijn onderbroken
of er zijn verhoogde rijstrookmarkerin-
gen of stenen aanwezig.
●De witte (gele) lijnen zijn niet of moei-
lijk te zien door zand, enz.
●Er wordt met de auto gereden op een
wegdek dat nat is door regen, plas-
sen, enz.
●De verkeerslijnen zijn geel (waardoor
ze mogelijk moeilijker te herkennen
zijn dan witte lijnen).
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 321 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
323
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■
Werking Lane Departure Alert
Wanneer het systeem vaststelt dat de
auto de rijstrook of de rijbaan
* dreigt
te verlaten, wordt er een waarschu-
wing weergegeven op het multi-infor-
matiedisplay en klinkt er een
waarschuwingszoemer om de
bestuurder te waarschuwen.
Wanneer de waarschuwingszoemer
klinkt, controleer dan het gebied rondom
uw auto en stuur de auto voorzichtig terug
naar het midden van de rijstrook.
Auto's met Blind Spot Monitor: Wanneer
het systeem vaststelt dat de auto de rij-
strook dreigt te verlaten en dat de kans op
een aanrijding met een inhalende auto in
de naastgelegen rijstrook groot is, treedt
de Lane Departure Alert in werking, zelfs
wanneer de richtingaanwijzers zijn inge-
schakeld.
*: De grens tussen asfalt en de kant van de weg, zoals gras, grond of een stoeprand
■ Stuurassistentiefunctie
Wanneer het systeem vaststelt dat de
auto de rijstrook of de rijbaan
* dreigt
te verlaten, helpt het systeem voor
zover nodig om de auto in de rijstrook
te houden door kortstondig het stuur-
wiel licht te bedienen.
Als het systeem signaleert dat het stuurwiel
een bepaalde periode niet bediend is of dat
het stuurwiel niet stevig wordt vastgehou-
den, wordt een waarschuwing weergege-
ven op het multi-informatiedisplay en wordt
de functie tijdelijk uitgeschakeld.
Auto's met Blind Spo t Monitor: Wanneer
het systeem vaststelt dat de auto de rij-
strook dreigt te verlaten en dat de kans op
een aanrijding met een inhalende auto in
de naastgelegen rijstrook groot is, treedt de
stuurassistentiefuncti e in werking, zelfs
wanneer de richtingaanwijzers zijn inge-
schakeld.
*: De grens tussen asfalt en de kant van de
weg, zoals gras, grond of een stoeprand
Functies die zijn opgenomen
in het LTA-systeem
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 323 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
324
COROLLA_TMUK_EE4-5. Gebruik van de ond
ersteunende systemen
■Waarschuwingsfunctie slinge-
ren auto
Wanneer de auto in een rijstrook slin-
gert, klinkt er een zoemer en wordt er
een melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay om de
bestuurder te waarschuwen.
■ Lane Centering-functie
Deze functie is gekoppeld aan het
Dynamic Radar Cruise Control-sys-
teem met volledig snelheidsbereik en
levert de benodigde assistentie door
het stuurwiel te bedienen om de auto
op zijn huidige rijstrook te houden.
De Lane Centering-functie werkt niet als
het Dynamic Radar Cruise Control-sys-
teem met volledig snelheidsbereik niet is
ingeschakeld. In gevallen waarin de witte (gele) rij-
strookmarkeringen niet (goed) zichtbaar
zijn, bijvoorbeeld wanneer u in een file
staat, treedt deze functie in werking om te
helpen een voorligger te volgen door de
positie van die voorligger in de gaten te
houden.
Als het systeem signal
eert dat het stuur-
wiel een bepaalde periode niet bediend is
of dat het stuurwiel niet stevig wordt vast-
gehouden, wordt een waarschuwing
weergegeven op het multi-informatiedis-
play en wordt de functie tijdelijk uitge-
schakeld.
Druk op de toets LTA om het LTA-sys-
teem in te schakelen.
Het controlelampje LTA gaat branden en
er wordt een melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay.
Druk nogmaals op de toets LTA om het
LTA-systeem uit te schakelen.
Inschakelen van het
LTA-systeem
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 324 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
325
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Als het LTA-systeem wordt in- of uitge-
schakeld, blijft de status van het LTA-sys-
teem de volgende keer dat de motor
wordt gestart ongewijzigd.
Controlelampje LTA
Aan de hand van de verlichtingsstatus
van de indicator wordt de bestuurder
geïnformeerd over de bedrijfsstatus van
het systeem.
Brandt wit: LTA-systeem is in werking.
Brandt groen: De stuurassistentie van de
stuurassistentiefunctie of de Lane Cente-
ring-functie is in werking.
Knippert oranje: Lane Departure
Alert-functie is in werking.
Display werking van ondersteu-
ning stuurwielbediening
Wordt weergegeven wanneer het
multi-informatiedisplay wordt overgescha-
keld op het informatiescherm voor onder-
steunende systemen.
Geeft aan dat de stuurassistentie van de
stuurassistentiefunctie of de Lane Cente-
ring-functie is
in werking is.
Beide buitenkanten van de rijstrook wor-
den weergegeven: Geeft aan dat de
stuurwielassistentie van de Lane Cente-
ring-functie in werking is.
Eén buitenkant van de rijstrook wordt
weergegeven: Geeft aan dat de stuurwiel-
assistentie van de stuurassistentiefunctie
in werking is.
Beide buitenkanten van de rijstrook knip-
peren: Waarschuwt de bestuurder dat hij
in actie moet komen om in het midden
van de rijstrook te blijven (Lane Cente-
ring-functie).
Display Lane Departure
Alert-functie
Wordt weergegeven wanneer het
multi-informatiedisplay wordt overgescha-
keld op het informatiescherm voor onder-
steunende systemen.
Binnenzijde van de weergegeven
lijnen is wit
Dit geeft aan dat het systeem witte
(gele) lijnen of een rijbaan
* herkent.
Als de auto de rijstrook verlaat, knip-
pert de witte lijn die wordt weergege-
ven aan de zijde waar de auto de
strook verlaat oranje.
Meldingen op het
multi-informatiedisplay
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 325 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM