178
COROLLA_TMUK_EE3-2. Openen, sluiten en ver
grendelen van de portieren
*1: Deze instelling moet aan de persoon-
lijke voorkeur worden aangepast door
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
*2: Indien aanwezig
■ Sleutel
Het vergrendelen en ontgrendelen
van de portieren met behulp van de
sleutel gaat als volgt:
Auto's zonder Smart entry-sys-
teem en startknop
1 Ontgrendelen van alle portieren
Ingedrukt houden om de ruiten*1 en het
panoramadak
*1, 2 te openen.
2 Vergrendelen van alle portieren
Ingedrukt houden om de ruiten*1 en het
panoramadak
*1, 2 te sluiten.
*1: Deze instelling moet aan de persoon- lijke voorkeur worden aangepast door
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
*2: Indien aanwezig
Auto's met Smart entry-systeem
en startknop
De portieren kunnen ook worden ver-
grendeld en ontgrendeld met de
mechanische sleutel. ( →Blz. 637)
■Instellen van de ontgrendelfunctie
(auto's met Smart entry-systeem en
startknop)
Het is mogelijk om in te stellen welke por-
tieren met de instapfunctie via de
afstandsbediening worden ontgrendeld.
1 Zet het contact UIT.
2 Houd de toets of (indien
aanwezig) ingedrukt en houd tegelij-
kertijd de toets gedurende onge-
veer 5 seconden ingedrukt als het
controlelampje in de sleutel uit is.
De instelling verandert telkens wanneer
een handeling wordt uitgevoerd, zoals
hieronder is aangegeven. (Als u de instel-
ling opnieuw wilt wijzigen, laat u de toet-
sen los, wacht u ten minste 5 seconden en
herhaalt u vervolgens stap 2.)
Voor auto's met een alarm: om te voorko-
men dat het alarm onbedoeld wordt geacti-
Multi-informatie-
display/piepsignaalOntgrendelfunctie
(auto's met linkse besturing)
(auto's met rechtse besturing)
Exterieur: 3 keer een piepsignaal
Interieur: Eén bel- signaal
Als u de portier-
greep van het
bestuurdersportier
vasthoudt, wordt
alleen het bestuur-
dersportier ontgren-
deld.
Als u de portier-
greep van het voor-
passagiersportier
vasthoudt, worden
alle portieren ont-
grendeld.
Exterieur: Twee piepsignalen
Interieur: Eén bel- signaal
Als u een voorpor-
tiergreep vast-
houdt, worden alle
portieren ontgren-
deld.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 178 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
181
3
COROLLA_TMUK_EE 3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
■
Vergrendelknoppen binnenzijde
portier
1 Vergrendelen van het portier
2 Ontgrendelen van het portier
De voorportieren kunnen worden
geopend door aan de portiergrepen aan
de binnenzijde te trekken, ook al staan de
vergrendelknoppen in de stand vergren-
deld.
■Vergrendelen van de voorportieren
van buitenaf zonder gebruik te maken
van een sleutel
1 Zet de vergrendelknop aan de binnen-
zijde in de vergrendelde stand.
2 Sluit het portier met de portiergreep
uitgetrokken.
Auto's zonder Smart entry-systeem en
startknop
Het portier kan niet worden vergrendeld
als de sleutel zich in het contactslot
bevindt.
Auto's met Smart entry-systeem en
startknop
Het portier kan niet worden vergrendeld
als het contact in stand ACC of AAN staat,
of als de elektronische sleutel zich in de
auto bevindt.
De sleutel wordt mogelijk niet juist gesig-
naleerd waardoor het portier wellicht ver-
grendeld wordt.
■Waarschuwingszoemer open por-
tier/achterklep
Als een portier of de achterklep niet goed
gesloten is, klinkt er vanaf een rijsnelheid
van 5 km/h een zoemer. Het geopende portier of de openstaande
achterklep wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay.
Het portier kan niet vanaf de binnen-
zijde van de auto worden geopend
wanneer het kinderslot is geacti-
veerd.
1
Ontgrendelen
2 Vergrendelen
Hierdoor wordt voorkomen dat kinderen
per ongeluk de achterportieren openen.
Druk de schakelaars op beide achterpor-
tieren naar beneden om de kindersloten
te activeren.
Kindersloten
achterportieren
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 181 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
193
3
COROLLA_TMUK_EE 3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
• Als de positie is ingesteld, klinkt de
zoemer 4 maal.
• De volgende keer dat de elektrisch bedienbare achterklep wordt
geopend, stopt hij in de ingestelde
positie.
■Terugzetten van de geopende positie
van de achterklep in de standaardpo-
sitie
Houd de schakelaar van de elektrisch
bedienbare achterklep op de achterklep
gedurende 7 seconden ingedrukt.
De zoemer klinkt 4 keer en klinkt na een
pauze nog 2 keer. De volgende keer dat
de elektrisch bedienbare achterklep wordt
geopend, stopt hij in de standaardpositie.
■Wanneer de geopende positie van de
achterklep wordt ingesteld via het
multi-informatiedisplay
De geopende positie van de elektrisch
bedienbare achterklep kan worden aange-
past in het multi-informatiedisplay.
( → Blz. 659)
Bij het openen gaat de elektrisch bedien-
bare achterklep open tot de laatste positie
die met de schakelaar op de ach-
terklep of op het multi-informatiedisplay is
ingesteld.
*: Indien aanwezig
■Plaats van antenne (hatchback)
Antennes aan de buitenzijde
Antennes in het interieur
Antenne in de bagageruimte
Antenne buiten de bagageruimte
Smar t entr y-systeem
met startknop*
De volgende handelingen kun-
nen worden uitgevoerd als u de
elektronische sleutel bij u hebt,
bijvoorbeeld in uw zak. De
bestuurder moet de elektroni-
sche sleutel altijd bij zich heb-
ben.
Vergrendelen en ontgrendelen
van de portieren ( →Blz. 177)
Vergrendelen en ontgrendelen
van de achterklep ( →Blz. 183)
Starten van de motor
(→Blz. 265)
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 193 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
194
COROLLA_TMUK_EE3-2. Openen, sluiten en ver
grendelen van de portieren
■Plaats van antenne (wagon)
Antennes aan de buitenzijde
Antennes in het interieur
Antenne in de bagageruimte
Antenne buiten de bagageruimte
■Bereik (gebieden waarin de elektroni-
sche sleutel wordt gesignaleerd) (hat-
chback)Bij het vergrendelen of ontgrendelen
van de portieren
Het systeem kan worden bediend als de
elektronische sleutel zich binnen ongeveer
0,7 m van een van de portiergrepen van
de voorportieren of de achterklep bevindt.
(Alleen de portieren die de sleutel signale-
ren, kunnen worden geopend of gesloten.) Bij het starten van de motor of het in
een andere stand zetten van het con-
tact Het systeem werkt als de elektronische
sleutel zich in de auto bevindt.
■Bereik (gebieden waarin de elektroni-
sche sleutel wordt gesignaleerd)
(wagon)
Bij het vergrendelen of ontgrendelen
van de portieren
Het systeem kan worden bediend als de
elektronische sleutel zich binnen ongeveer
0,7 m van een van de portiergrepen van
de voorportieren of de achterklep bevindt.
(Alleen de portieren die de sleutel signale-
ren, kunnen worden geopend of gesloten.) Bij het starten van de motor of het in
een andere stand zetten van het con-
tact
Het systeem werkt als de elektronische
sleutel zich in de auto bevindt.
■Alarmfuncties en waarschuwingsmel-
dingen
Een combinatie van in en buiten de auto
hoorbare zoemers en waarschuwingsmel-
dingen op het multi-informatiedisplay zor-
gen ervoor dat diefstal van de auto en
ongelukken door een onjuiste bediening
worden voorkomen. Neem de juiste maat-
regelen op basis van de weergegeven
melding. (→Blz. 608)
In onderstaande tabel worden de omstan-
digheden en de correctieprocedures
beschreven in die gevallen waarin alleen
een alarm klinkt.
●De buiten de auto hoorbare zoemer
klinkt eenmaal gedurende 5 seconden
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 194 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
197
3
COROLLA_TMUK_EE 3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
●Sommige uitvoeringen: Wanneer de ver-
grendelactie is uitgevoerd met de ver-
grendelsensor, worden maximaal
tweemaal achter elkaar identificatiesig-
nalen getoond. Vervolgens worden geen
identificatiesignalen gegeven.
●Als de portiergreep nat wordt terwijl de
elektronische sleutel zich binnen het
werkzame gebied bevindt, kan het por-
tier herhaaldelijk worden vergrendeld en
ontgrendeld. Volg in dat geval de correc-
tieprocedure hieronder bij het wassen
van de auto:
• Plaats de elektronische sleutel op een
afstand van ten minste 2 meter van de
auto. (Zorg ervoor dat de sleutel niet
gestolen wordt.)
• Schakel de energiebespaarmodus van de elektronische sleutel in om het Smart
entry-systeem met sta rtknop uit te scha-
kelen. ( →Blz. 195)
●Als de elektronische sleutel zich in de
auto bevindt en een portiergreep wordt
nat tijdens het wassen van de auto,
wordt er mogelijk een melding weerge-
geven op het multi-informatiedisplay en
klinkt er een zoemer buiten de auto. Ver-
grendel alle portieren om het alarm uit te
schakelen.
●De vergrendelsensor werkt mogelijk niet
goed wanneer deze in contact komt met
ijs, sneeuw, modder, enz. Maak de ver-
grendelsensor schoon en probeer deze
nogmaals te bedienen.
●Het plotseling bedienen van de hand-
greep of het bedienen van de hand-
greep direct nadat u het effectieve
bereik bent binnengestapt, kan ontgren-
deling van de portieren belemmeren.
Raak de ontgrendelsensor van het por-
tier aan en controleer of de portieren
worden ontgrendeld voordat u opnieuw
aan de portiergreep trekt.
●Als er zich een andere elektronische
sleutel binnen het detectiegebied
bevindt, is de reactietijd voor het ont-
grendelen van de portieren nadat een
portiergreep is vastgepakt, mogelijk lan-
ger.
■Als er gedurende lan gere tijd niet met
de auto wordt gereden
●Bewaar, om diefstal van de auto te voor-
komen, de elektronische sleutel niet bin-
nen een afstand van 2 m van de auto.
●Het Smart entry-systeem met startknop
kan vooraf worden uitgeschakeld.
(→ Blz. 659)
●Het inschakelen van de energiebespaar-
modus van de elektronische sleutel
helpt te voorkomen dat de sleutelbatterij
leegraakt. ( →Blz. 195)
■Voor een juiste bediening van het
systeem
Zorg ervoor dat u de elektronische sleutel
bij u hebt als u het systeem bedient. Houd
de elektronische sleutel niet te dicht bij de
auto als u het systeem van buitenaf
bedient.
Afhankelijk van de positie en de conditie
waarin de elektronische sleutel wordt
bewaard, wordt de sleutel mogelijk niet
correct door het syst eem gesignaleerd,
waardoor het systeem wellicht niet juist
functioneert. (Het alarm kan per ongeluk
afgaan of de functie die voorkomt dat de
portieren per ongeluk worden vergrendeld,
werkt wellicht niet.)
■Als het Smart entry-systeem met
startknop niet goed werkt
●Vergrendelen en ontgrendelen van de
portieren: →Blz. 637
●Starten van de motor: →Blz. 637
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aange-
past aan de persoonlijke voorkeur.
(→ Blz. 659)
■Als het Smart entry-systeem met
startknop is uitgeschakeld via de per-
soonlijke voorkeu rsinstellingen
●Vergrendelen en ontgrendelen van de
portieren: Gebruik de afstandsbediening
of de mechanische sleutel. (→ Blz. 177,
637)
●Starten van de motor en wijzigen van de
standen van het contact: →Blz. 637
●Uitzetten van de motor: →Blz. 267
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 197 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
251
4
COROLLA_TMUK_EE 4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden
■Beperken plotseling wegrijden (wegrij-
regeling [auto's met Multidrive CVT])
●Wanneer de onderstaande ongewone
bediening plaatsvindt, wordt het motor-
vermogen mogelijk beperkt.
• Wanneer de selectiehendel van R in D, van D in R, van N in R, van P in D of van
P in R wordt gezet (D omvat M) terwijl
het gaspedaal wordt ingetrapt, verschijnt
er een waarschuwingsmelding op het
multi-informatiedisplay. Lees de op het
multi-informatiedisplay weergegeven
waarschuwingsmelding en volg de aan-
wijzing op.
• Wanneer het gaspedaal te diep wordt ingetrapt terwijl de auto in zijn achteruit
staat.
●Wanneer de wegrijregeling wordt geacti-
veerd, heeft uw auto mogelijk moeite
met het wegrijden in modder of op verse
sneeuw. Deactiveer in zo'n geval de
TRC ( →Blz. 441) om de wegrijregeling
uit te schakelen, zodat de auto gemak-
kelijker wegrijdt in modder of op verse
sneeuw.
■Inrijden van uw nieuwe Toyota
Voor een maximale levensduur van de
auto adviseren wij rekening te houden met
onderstaande aanwijzingen:
●De eerste 300 km:
Voorkom plotseling sterk afremmen.
●De eerste 800 km:
Rijd niet met een aanhangwagen.
●De eerste 1.000 km:
• Rijd niet met extreem hoge snelheden.
• Vermijd plotseling sterk accelereren.
• Rijd niet langdurig in een lage versnel- ling.
• Rijd niet langdurig met een constante snelheid.
■Rijden in het buitenland
Zorg ervoor dat uw auto voldoet aan de in
het desbetreffende land geldende wette-
lijke voorschriften en controleer of de juiste
brandstof verkrijgbaar is. ( →Blz. 650)
■Stationair draaien vóór uitzetten van
de motor
Laat de motor stationair draaien na rijden
met hoge snelheden of oprijden van een helling om schade aan de turbo te voorko-
men.
RijomstandighedenStationair
draaien
Normaal stadsgebruik of rij-den met hoge snelheid (op
de snelweg, met de maxi-
mumsnelheid of adviessnel- heid)
Niet nodig
Rijden op een steile helling,
onafgebroken rijden (rijden
op een circuit, enz.) of trek-
ken van een aanhangwagen
of een ander voertuig
Ongeveer 1 minuut
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatrege-
len in acht.
Het niet in acht nemen van de voor-
zorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.
■Bij het starten van de auto (auto's
met Multidrive CVT)
Houd het rempedaal altijd ingetrapt als
de auto stilstaat en de motor draait. Dit
voorkomt kruipen van de auto.
■Tijdens het rijden
●Zorg ervoor dat u, voordat u wegrijdt,
blindelings het gas- en rempedaal
kunt vinden.
• Als u per ongeluk in plaats van het rempedaal het gaspedaal intrapt, zal
de auto onverwacht accelereren, wat
een ongeval tot gevolg kan hebben.
• Bij het achteruitrijden draait u wellicht uw lichaam, waardoor het bedienen
van de pedalen moeilijk wordt. Zorg
dat u de pedalen altijd goed kunt
bedienen.
• Zorg dat u altijd in de juiste houding achter het stuur zit, ook als de auto
maar kort hoeft te rijden. Zo kunt u
rem- en gaspedaal goed bedienen.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 251 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
265
4
COROLLA_TMUK_EE 4-2. Rijprocedures
Rijden
3
AAN (stand ON)
Alle elektrische componenten kunnen
worden gebruikt.
4START (stand START)
Motor starten.
■Het contact van stand ACC naar UIT
zetten
1 Zet de selectiehendel in stand P (Mul-
tidrive CVT) of de neutraalstand (hand-
geschakelde transmissie).
2 Druk de sleutel dieper in het slot en
draai deze naar UIT.
■Waarschuwingssysteem sleutel in
contactslot
Wanneer u het bestuurdersportier opent
terwijl het contact in stand ACC of UIT
staat, klinkt er een zoemer die u helpt her-
inneren dat u de sleutel moet verwijderen.
1 Trek de parkeerremschakelaar
omhoog en controleer of de par-
keerrem is geactiveerd.
(→Blz. 277)
Het waarschuwingslampje van de par-
keerrem gaat branden.
2 Controleer of de selectiehendel in
stand P (Multidrive CVT) of de
neutraalstand (handgeschakelde
transmissie) staat.
3 Trap het rempedaal (Multidrive
CVT) of koppelingspedaal (hand-
geschakelde transmissie) stevig
in.
en een melding worden op het
multi-informatiedisplay weergegeven. Als
dit niet wordt weergegeven, kan de motor
niet worden gestart.
4 Druk kort en krachtig op de start-
knop.
Eén keer kort en stevig indrukken van de
startknop is voldoende om deze te bedie-
nen. U hoeft de startknop niet ingedrukt te
houden.
De motor wordt gestart totdat hij aanslaat,
waarbij elke startpoging maximaal 30
seconden duurt.
Houd het rempedaal (Multidrive CVT) of
koppelingspedaal (handgeschakelde
transmissie) ingetrapt tot de motor goed
draait.
WAARSCHUWING
■Wees voorzichtig tijdens het rijden
Zet tijdens het rijden het contact niet
UIT. Als in een noodgeval de motor
moet worden uitgezet terwijl de auto
nog rijdt, draai dan de sleutel in stand
ACC om de motor uit te zetten. Als de
motor wordt uitgeschakeld tijdens het
rijden kan een ongeval het gevolg zijn.
(→ Blz. 591)
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de
accu
Laat het contact niet gedurende langere
tijd in stand ACC of AAN staan wanneer
de motor niet draait.
Startknop (auto's met
Smar t entr y-systeem en
star tknop)
Als u de volgende handelingen
uitvoert terwijl u een elektroni-
sche sleutel bij u hebt, wordt de
motor gestart of de stand van
het contact veranderd.
Starten van de motor
M12L25toeuenvhch04.fm Page 26 5 Tuesday, January 15, 2019 1:37 PM
266
COROLLA_TMUK_EE4-2. Rijprocedures
De motor kan in elke stand van het con-
tact worden gestart.
■Als de motor niet aanslaat
●De startblokkering is mogelijk niet uitge-
schakeld. ( →Blz. 86)
Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
●Lees de op het multi-informatiedisplay
weergegeven melding m.b.t. het starten
en volg de aanwijzingen op.
■Als de accu ontladen is
De motor kan niet worden gestart met het
Smart entry-systeem met startknop. Raad-
pleeg Blz. 638 om de motor opnieuw te
starten.
■Leegraken batterij elektronische
sleutel
→ Blz. 138
■Omstandigheden die de werking kun-
nen beïnvloeden
→ Blz. 195
■Aanwijzingen voor de instapfunctie
→ Blz. 196
■Stuurslotfunctie
●Nadat het contact UIT is gezet en de
portieren zijn geopend en gesloten,
wordt het stuurwiel geblokkeerd door de
stuurslotfunctie. Als u nogmaals op de
startknop drukt, wordt het stuurslot auto-
matisch weer uitgeschakeld.
●Als het stuurslot niet kan worden ont-
grendeld, wordt “Push ENGINE Switch
while Turning The Steering Wheel in Eit-
her Direction” (druk de startknop in en draai het stuurwiel in een willekeurige
richting) weergegeven op het multi-infor-
matiedisplay.
Druk kort en krachtig op de startknop
terwijl u het stuurwiel naar links en
rechts draait.
●Om te voorkomen dat de elektromotor
van het stuurslot oververhit raakt, kan het
voorkomen dat de werking van de elek-
tromotor wordt onderbroken als de motor
in korte tijd herhaaldelijk wordt gestart en
uitgezet. Wacht in dat geval met het
bedienen van de startknop. Na ongeveer
10 seconden zal de elektromotor van het
stuurslot weer functioneren.
■Batterij elektronische sleutel
→ Blz. 578
■Bediening van de startknop
●Als de knop niet kort en krachtig wordt
ingedrukt, wijzigt de stand van het con-
tact mogelijk niet of wordt de motor niet
gestart.
●Als u probeert de motor te herstarten
direct nadat het contact UIT is gezet,
dan start de motor in sommige gevallen
niet. Wacht nadat u het contact UIT hebt
gezet een paar seconden voordat u de
motor herstart.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Raadpleeg Blz. 636 als het Smart
entry-systeem met startknop is uitgescha-
keld via de persoonlijke voorkeursinstellin-
gen.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 266 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM