538
COROLLA_TMUK_EE6-4. Overige voorzieningen in het interieur
De handgrepen achter zijn voorzien
van kledinghaakjes.
WAARSCHUWING
■Handgreep
Gebruik de handgreep niet bij het in- of
uitstappen of bij het opstaan vanaf uw
zitplaats.
OPMERKING
■Voorkomen van beschadiging van
de handgreep
Hang geen zware voorwerpen aan de
handgreep en belast de greep niet over-
matig.
Kledinghaakjes
WAARSCHUWING
■Zaken die niet aan het kleding-
haakje mogen worden gehangen
Hang geen kleerhangers, harde voor-
werpen of voorwerpen met scherpe
punten aan het kledinghaakje. Als de
curtain airbags geactiveerd worden,
kunnen deze voorwerpen projectielen
worden en ernstig letsel veroorzaken.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 538 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
543
7
COROLLA_TMUK_EE 7-1. Onderhoud en verzorging
Onderhoud en verzorging
Verwijder vuil en stof met een stof-
zuiger. Veeg vuile oppervlakken
schoon met een in lauw water
gedompelde doek.
Als het vuil niet kan worden verwij-
derd, verwijder het dan met een
zachte doek met water met onge-
veer 1% reinigingsmiddel.
Verwijder alle sporen van het reini-
gingsmiddel en water grondig met
een schone, vochtige doek.
■Schoonmaken van d e vloerbedekking
Er zijn verschillende reinigingsmiddelen op
schuimbasis in de handel verkrijgbaar.
Gebruik een spons of een borstel om het
schuim aan te brengen. Wrijf met elkaar
overlappende cirkels. Gebruik geen water.
Veeg vuile oppervlakken schoon en laat ze
drogen. Het beste resul taat wordt verkre-
gen als de vloerbedekking zo droog moge-
lijk wordt gehouden.
■Omgaan met de veiligheidsgordels
Maak de veiligheidsgordels schoon met
een mild sop, lauw water en een doek of
spons. Controleer ook de gordels regelma-
tig op overmatige slijtage, rafels en scheu-
ren.
Reinigen en beschermen
van het interieur van uw
auto
Reinig de onderdelen en materi-
alen op de daarvoor juiste wijze.
Beschermen van het interi-
eur
WAARSCHUWING
■Water in de auto
●Mors geen vloeistof in het interieur
van de auto.
Anders kunnen de elektrische onder-
delen en dergelijke defect raken of
vlam vatten.
●Voorkom dat onderdelen of de bedra-
ding van het SRS in het interieur nat
worden. ( →Blz. 37)
Een elektrische storing kan ervoor
zorgen dat de airbags worden geacti-
veerd of niet op de juiste wijze wer-
ken, waardoor ernstig letsel kan
ontstaan.
●Auto's met draadloze lader:
Laat de draadloze lader ( →Blz. 532)
niet nat worden. Als dat wel gebeurt,
kan de lader oververhit raken, wat
kan leiden tot brandwonden of een
elektrische schok, waarbij ernstig let-
sel kan ontstaan.
■Reinigen van het interieur (met
name het dashboard)
Gebruik geen autowas of lakcleaner.
Het dashboard kan in de voorruit wor-
den weerkaatst; hierdoor kan het
gezichtsveld van de bestuurder worden
belemmerd wat een ernstig ongeval tot
gevolg kan hebben.
OPMERKING
■Reinigingsmiddelen
●Gebruik de volgende reinigingsmid-
delen niet, omdat ze verkleuring van
het interieur of strepen en beschadi-
gingen van gelakte oppervlakken
kunnen veroorzaken:
• Behalve de stoelen: Organische reini- gingsmiddelen zoals wasbenzine en
terpentine, alkalische of zuurhou-
dende middelen, textielverf en bleek-
middel
• Stoelen: Alkalische en zuurhoudende middelen, zoals thinner, wasbenzine
en alcohol
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 543 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
590
COROLLA_TMUK_EE8-1. Belangrijke informatie
8-1.Belangrijke informatie
Druk op de schakelaar.
Alle richtingaanwijzers gaan knipperen.
Druk nogmaals op de schakelaar om ze
weer uit te schakelen.
■Alarmknipperlichten
●Als de alarmknipperlichten langere tijd
worden gebruikt terwijl de motor niet
draait, kan de accu ontladen raken.
●Als een van de airbags wordt geacti-
veerd of bij een harde aanrijding van
achteren worden de alarmknipperlichten
automatisch ingeschakeld.
De alarmknipperlichten worden na
ongeveer 20 minuten automatisch uitge-
schakeld. Druk tweemaal op de schake-
laar om de alarmknipperlichten
handmatig uit te schakelen.
(De alarmknipperlichten worden moge-
lijk niet automatisch ingeschakeld,
afhankelijk van de kracht en de omstan-
digheden van de aanrijding.)
Alarmknipperlichten
De alarmknipperlichten worden
gebruikt om andere bestuurders
te waarschuwen wanneer de
auto tot stilstand moet worden
gebracht, bijvoorbeeld bij pech.
Bedieningsinstructies
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L
25E.book Page 590 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
598
COROLLA_TMUK_EE8-2. Stappen die genomen moe
ten worden in noodgevallen
Volg onderstaande procedure om de
motor te herstarten als het systeem
geactiveerd is.
1Zet het contact in stand ACC of
UIT.
2 Start de motor opnieuw.
Uitschakelsysteem
brandstofpomp
Het uitschakelsysteem van de
brandstofpomp onderbreekt de
brandstoftoevoer naar de motor
om de kans op brandstoflekkage
te verkleinen als de motor
afslaat of als een airbag wordt
geactiveerd als gevolg van een
aanrijding.
Opnieuw starten van de
motor
OPMERKING
■Vóór het starten
Controleer het wegdek/de bodem onder
de auto.
Als er brandstoflekkage waarneembaar
is, is het waarschijnlijk dat het brand-
stofsysteem beschadig d is en reparatie
behoeft. Start de motor niet opnieuw.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 598 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
600
COROLLA_TMUK_EE8-2. Stappen die genomen moe
ten worden in noodgevallen
■Laadstroomcontrolelampje
■ Waarschuwingslampje lage oliedruk
* (waarschuwingszoemer)
*: Dit lampje brandt op het multi-informatiedisplay.
■Motorcontrolelampje (waarschuwingszoemer)
■ Waarschuwingslampje (waarschuwingszoemer) SRS
Waarschuwings-
lampjeDetails/handelingen
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het laadsysteem van de
auto
→ Breng de auto onmiddellijk op een veilige plaats tot stilstand
en neem contact op met een erk ende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere n aar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Waarschuwings-
lampjeDetails/handelingen
Geeft aan dat de motoroliedruk extreem laag is
→Breng de auto onmiddellijk op een veilige plaats tot stilstand
en neem contact op met een erk ende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere n aar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Waarschuwings-
lampjeDetails/handelingen
Geeft aan dat er een storing is in:
Het elektronische motorregelsysteem;
De elektronische smoorklepregeling;
Het elektronische regelsysteem Multidrive CVT (indien aanwezig)
→ Breng de auto onmiddellijk op een veilige plaats tot stilstand
en neem contact op met een erk ende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere n aar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Waarschuwings-
lampjeDetails/handelingen
Geeft aan dat er een storing is in:
Het SRS-airbagsysteem; of
Het gordelspannersysteem
→ Laat de auto onmiddellijk n akijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 600 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
620
COROLLA_TMUK_EE8-2. Stappen die genomen moe
ten worden in noodgevallen
WAARSCHUWING
●Sluit de slang stevig aan op het ven-
tiel terwijl het wiel aan de auto beves-
tigd is. Als de slang niet goed op het
ventiel is aangesloten, kan er lekkage
van lucht optreden waarbij bandenre-
paratievloeistof naar buiten spuit.
●Als de slang tijdens het vullen los-
komt van het ventiel, is het mogelijk
dat de slang abrupte bewegingen
maakt vanwege de luchtdruk.
●Nadat de band gevuld is, kunnen er
spetters bandenreparatievloeistof
naar buiten komen als de slang wordt
losgemaakt of wanneer u lucht uit de
band laat ontsnappen.
●Volg voor het repareren van de band
de volgende procedure. Als u de pro-
cedures niet volgt, kan de bandenre-
paratievloeistof naar buiten spuiten.
●Bewaar afstand tot de band wanneer
deze gerepareerd wordt, omdat de
band kan klappen. Zet de schakelaar
van de compressor direct uit als u ziet
dat de band scheurtjes vertoont of
vervormt.
●De reparatieset kan oververhit raken
als deze langere tijd achter elkaar
wordt gebruikt. Gebruik de reparatie-
set niet langer dan 40 minuten achter
elkaar.
●Delen van de reparatieset worden tij-
dens het gebruik heet. Wees voor en
na gebruik voorzichtig met de repara-
tieset. Raak het metalen deel rond de
verbinding tussen de fles en de com-
pressor niet aan. Dit is namelijk zeer
heet.
●Plak de waarschuwingssticker voor
de rijsnelheid alleen op de aange-
geven plaats. Als de sticker wordt
aangebracht op een plaats waar zich
een airbag bevindt, zoals op het
stuurwielkussen, werkt de airbag
mogelijk niet goed meer.
●Laat ter voorkoming van beschadi-
ging of ernstige lekkage de fles niet
vallen. Voer vóór gebruik een visuele
controle van de fles uit. Gebruik uit-
sluitend onbeschadigde en niet-lek-
kende flessen. In dergelijke gevallen
direct vervangen.
■Rijden om de bandenreparatie-
vloeistof gelijkmatig te verdelen
Neem om de kans op ongevallen te
beperken de volgende voorzorgsmaat-
regelen in acht.
Als u dat niet doet kunt u de macht over
het stuur verliezen, waardoor ernstig let-
sel kan ontstaan.
●Rijd langzaam en voorzichtig. Wees
extra voorzichtig bij het maken van
bochten.
●Breng de auto tot stilstand wanneer
de auto niet rechtuit wil rijden of als u
voelt dat er aan het stuurwiel wordt
getrokken en controleer het volgende.
• Toestand van de band. De band kan van de velg zijn afgelopen.
• Bandenspanning. Als de banden- spanning 130 kPa (1,3 kg/cm
2 of bar,
19 psi) of lager is, is de band mogelijk
ernstig beschadigd.
OPMERKING
■Een noodreparatie uitvoeren
●Een band mag alleen met de banden-
reparatieset worden gerepareerd
indien de beschadiging is veroorzaakt
door perforatie van het loopvlak door
een scherp voorwerp, zoals een spij-
ker of een schroef.
Verwijder de spijker of de schroef niet
uit de band. Door het verwijderen van
de spijker of de schroef kan het gat
groter worden waardoor de band niet
meer tijdelijk gerepareerd kan wor-
den.
●De reparatieset is niet waterbesten-
dig. Zorg dat de bandenreparatieset
niet in aanraking komt met water, bij-
voorbeeld bij gebruik tijdens regen.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 620 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
675
COROLLA_TMUK_EEAlfabetische index
Alfabetische index
A
A/C
Automatische airconditioning ........ 507
Handmatig bediende airconditioning ............................ 502
Interieurfilter .................................. 576
Aan audiosystee m gekoppelde
weergave ........................................ 127
Aan navigatiesysteem gekoppelde weergave ........... 127, 130
Aan/uit-schakelaar airbag ................. 46
ABS (antiblokkeersysteem) ............ 440 Waarschuwingslampje .................. 601
ACA (Active Cornering Assist) ....... 440
Accessoireaansluiting .................... 532
Accu Accu controleren ........................... 556
Als de accu ontladen is ................. 638
Voorbereidingen en controles bij rijden in de winter................... 446
Waarschuwingslampje .................. 600
Achterklep ........................................ 182
Achterlichten Lampen vervangen ....................... 585
Lichtschakelaar ............................. 283
Achterruitenwisser .......................... 297
Achterruitverwarming ............. 504, 510 Achterruit .............................. 504, 510
Buitenspiegels ...................... 504, 510
Voorruit ................................. 504, 509
Achterstoelen................................... 230 Hoofdsteunen ............................... 232
Stoelverwarming ........................... 514
Achteruitrijlicht Lampen vervangen ....................... 585
Actieradius ............................... 125, 126
Active Cornering A ssist (ACA)....... 440
Actueel brandstofverbruik .............. 125
Adaptive High Beam-systeem ........ 289
Afdekplaat ........................................ 523
Afmetingen ....................................... 648
Afstand ............................................. 127
Afstand tot de motorolie moet worden ververst ............114, 120 Afstandsbediening
Batterij vervangen ......................... 578
Energiebesparende functie ........... 195
Vergrendelen/ontgrendelen........... 140
Airbags Aan/uit-schakelaar airbag ............... 46
Airbags ............................................ 37
Algemene voorzorgsmaatregelen airbags .......................................... 42
De juiste houding achter het stuur .. 31
Plaats van airbags .......................... 37
Voorwaarden voor activering curtain airbags .............................. 39
Voorwaarden voor activering van airbags .......................................... 39
Voorwaarden voor activering van de side airbags ...................... 39
Voorwaarden voor activering van de side airbags en curtain
airbags .......................................... 39
Voorzorgsmaatregelen airbag voor kinderen ................................ 42
Voorzorgsmaatregelen curtain airbags .......................................... 42
Voorzorgsmaatregelen side airbags .......................................... 42
Voorzorgsmaatregelen side airbags en curtain airbags ............ 42
Waarschuwingslampje SRS .......... 600
Wijzigingen aan en afvoeren van airbags .......................................... 44
Airconditioning Automatische airconditioning ........ 507
Handmatig bediende
airconditioning ............................ 502
Interieurfilter .................................. 576
Alarm Alarm............................................. 104
Waarschuwingszoemer ................. 599
Alarmknipperlichten ........................ 590
Antennes (Smart entry-systeem met startknop) ....................... 193, 194
Antiblokkeersysteem (ABS)............ 440 Waarschuwingslampje .................. 601
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 675 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
677
COROLLA_TMUK_EEAlfabetische index
Buitenspiegels
BSM (Blind Spot Monitor) ............. 375
Buitenspiegelverwarming...... 504, 510
Inklappen ...................................... 237
RCTA ............................................ 391
Verstellen ...................................... 236
Buitentemperatuur ................... 113, 117
C
CD-speler.......................................... 457
Claxon............................................... 234
Condensor........................................ 556
Consolevak ...................................... 521
Contact (startknop) ................. 264, 265 Als uw auto in geval van nood tot stilstand moet worden
gebracht ..................................... 591
Auto power off-functie ................... 268
Wijzigen van de standen van het contact ........................................ 268
Contact ..................................... 264, 265 Als uw auto in geval van nood tot stilstand moet worden
gebracht ..................................... 591
Auto power off-functie ................... 268
Wijzigen van de standen van het contact ........................................ 268
Controlelampje veiligheidsgordel .. 602
Controlelampjes ............................... 111
Cruise control Dynamic Radar Cruise Control ..... 348
Dynamic Radar Cruise Control met volledig snelheidsbereik ............. 337
Waarschuwingsmelding ................ 360
Curtain airbags .................................. 37
D
Dagrijverlichting Lampen vervangen ....................... 585
Dagrijverlichting .............................. 283
Dagtellers ..................................114, 120
Dashboardkastje.............................. 520 Derde remlicht
Lampen vervangen ....................... 585
Disc met MP3-bestanden ................ 457
Disc met WMA-bestanden............... 457
Draadloze lader ................................ 532
Draaiknop koplampverstelling ....... 285
Dynamic Radar Crui se Control....... 348
Waarschuwingsmelding ................ 356
Dynamic Radar Cruise Control met volledig snelheidsbereik............... 337Waarschuwingsmelding ................ 346
E
eCall .................................................... 69 Toets SOS ....................................... 69
ECO-controlelampje ........................ 126
ECO-indicator........................... 126, 133
Elektrisch bedienbaar dakzonneschermKlembeveiliging ............................. 243
Werking ......................................... 242
Elektrisch bed ienbare ruiten
Aan portierslot gekoppelde werking ruiten ............................. 240
Blokkeerschakelaar ruitbediening . 241
Klembeveiliging ............................. 239
Werking ......................................... 239
Elektrische stuurbekrachtiging (EPS) ............................................... 440Waarschuwingslampje .................. 601
Elektronische sleutel ....................... 138 Als de elektronische sleutel niet goed werkt .................................. 636
Batterij vervangen ......................... 578
Energiebesparende functie ........... 195
EPS (elektrische stuurbekrachtiging)....................... 440Waarschuwingslampje .................. 601
F
Fleshouders ..................................... 520
Follow Me Home-systeem ............... 284
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 677 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM