60
COROLLA_TMUK_EE1-2. Veiligheidsvoorzi
eningen voor kinderen
■Geschiktheid van elke zitpositie
bij een baby- of kinderzitje
*1: Schuif de voorstoel helemaal naar
achteren. Als de hoogte van de passa-
giersstoel kan worden versteld, dan
moet deze in de hoogste positie staan.
*2: Zet de rugleuning zo veel mogelijk rechtop. Indien er bij het plaatsen van
een in de rijrichting geplaatst kinder-
zitje een opening aanwezig is tussen
het kinderzitje en de rugleuning, stel
de rugleuning dan af totdat het zitje en
de rugleuning goed contact maken.
*3: Verwijder indien mogelijk de hoofd-
steun indien deze de werking van het
baby- of kinderzitje hindert.
Zet anders de hoofdsteun in de hoog-
ste stand.
*4: Gebruik alleen een in de rijrichting geplaatst baby- of kinderzitje als de
aan/uit-schakelaar voor de airbag in
stand ON staat.
*1, 2, 3*4
*3
*3
*3
Geschikt voor een “universeel”
baby- of kinderzitje vastgezet met
een veiligheidsgordel.
Geschikt voor een baby- of kin-
derzitje dat is vermeld in de tabel
m.b.t. geschiktheid en aanbevo-
len baby- en kinderzitjes
(→ Blz. 62).
Geschikt voor i-Size- en ISO-
fix-baby- of kinderzitjes.
Met een bevestigingspunt voor
de bovenste gordel.
Gebruik nooit een tegen de rij-
richting in geplaatst baby- of kin-
derzitje op de
voorpassagiersstoel als de
aan/uit-schakelaar voor de airbag
in stand ON staat.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 60 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
61
1
COROLLA_TMUK_EE 1-2. Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Veiligheid en beveiliging
■
Meer informatie over het plaatsen van baby- en kinderzitjes
ISOfix-baby- of kinderzitjes worden onderverdeeld in verschillende “bevestigin-
gen”. Het baby- of kinderzitje kan worden gebruikt voor de zitp osities voor de in
de bovenstaande tabel genoemde “bevestigingen”. Raadpleeg de on der-
staande tabel voor het soort “bevestiging”.
Als uw baby- of kinderzitje geen soort “bevestiging” heeft (of wanneer u de
informatie niet in de onderstaande tabel kunt vinden), raadplee g dan de “voer-
tuiglijst” van het baby- of kinderzitje voor informatie over de geschiktheid of
informeer bij de verkoper van uw kinderzitje.
Zitpositie
StoelpositienummerAan/uit-schakelaar airbag
ONOFF
Zitpositie geschikt voor
universele zitje vastgezet met gordel (Ja/Nee)Ja
Alleen in
de rijrich-
ting
JaJaJaJa
Zitpositie i-Size (Ja/Nee)NeeNeeJaNeeJa
Zitpositie geschikt voor
zijwaarts geplaatst zitje (L1/L2/Nee)
NeeNeeNeeNeeNee
Geschikte bevestiging voor
tegen de rijrichting in geplaatst zitje (R1/R2X/R2/R3/Nee)
NeeNeeR1, R2X, R2NeeR1, R2X, R2
Geschikte bevestiging voor in de rijrichting geplaatst zitje (F2X/F2/F3/Nee)
NeeNeeF2X, F2, F3NeeF2X, F2, F3
Geschikte bevestiging voor
zitkussen (B2/B3/Nee)NeeNeeB2, B3NeeB2, B3
BevestigingBeschrijving
F3In de rijrichting geplaatst baby- of kinderzitje, volledige hoogte
F2In de rijrichting geplaatst baby- of kinderzitje, verlaagd
F2XIn de rijrichting geplaatst baby- of kinderzitje, verlaagd
R3Tegen de rijrichting in geplaatst baby- of kinderzitje, volledi g formaat
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L25E.book Page 61 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
62
COROLLA_TMUK_EE1-2. Veiligheidsvoorzi
eningen voor kinderen
■Tabel m.b.t. geschiktheid en aa nbevolen baby- en kinderzitjes
De in de tabel genoemde baby- en kinderzitjes zijn mogelijk nie t verkrijgbaar
buiten Latijns-Amerika.
R2Tegen de rijrichting in geplaatst baby- of kinderzitje, kleiner formaat
R2XTegen de rijrichting in geplaatst baby- of kinderzitje, kleiner formaat
R1Tegen de rijrichting in geplaatst babyzitje
L1Naar links gericht babyzitje (reiswieg)
L2Naar rechts gericht babyzitje (reiswieg)
B2Zitkussen
B3Zitkussen
Gewichts-
groepenAanbevolen baby- of kinderzitje
Zitpositie
Aan/uit-schakelaar airbag
ONOFF
0, 0+
Minder dan
13 kgG0+, BABY SAFE
PLUS (Ja/Nee)NeeJaJaJaJa
MIDI 2 (Ja/Nee)NeeNeeJaNeeJa
I
9 - 18 kgTOYOTA DUO PLUS
(Ja/Nee)
Ja
Uitslui-
tend vast- zetten
met gor-
delJa
Uitslui-
tend vast- zetten
met gor-
del
Ja
Ja
Uitslui- tend
vast-
zetten met
gordel
Ja
MIDI 2 (Ja/Nee)NeeNeeJaNeeJa
BevestigingBeschrijving
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 62 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
69
1
COROLLA_TMUK_EE 1-3. Noodoproep
Veiligheid en beveiliging
1-3.Noodoproep
*1: Indien aanwezig
*2: Werkt binnen het eCall-dekkingsge-
bied. De systeemnaam kan per land
verschillend zijn.
Microfoon
Toets SOS
*
Controlelampjes
Luidspreker
*: Deze toets is bestemd voor communi-
catie met de eCall-medewerker.
Andere SOS-toetsen van overige syste-
men van een auto hebben geen betrek-
king op het apparaat en zijn niet
bestemd voor communicatie met de
eCall-medewerker.
■ Automatische noodoproepen
Als een airbag wordt geactiveerd,
belt het systeem automatisch het
eCall-controlecentrum.
* De mede-
werker van het controlecentrum ont-
vangt de locatie van auto, het tijdstip
waarop het ongeval plaatsvond en
het VIN van de auto en probeert de
inzittenden van de auto te spreken
om de ernst van de situatie te beoor-
delen. Als de inzittenden niet in staat
zijn om te communiceren, behandelt
de medewerker de oproep als een
noodgeval, neemt hij of zij contact op
met de dichtstbijzijnde hulpdiensten
(112, enz.) en verzoekt hij of zij om
assistentie ter plaatse.
*: In sommige gevallen kan er geen oproep worden verzonden. ( →Blz. 70)
■ Handmatige noodoproepen
Druk in een noodsituatie op de toets
SOS om het eCall-controlecentrum te
bellen.
* De medewerker van het con-
trolecentrum zal de locatie van uw
auto bepalen, de situatie beoordelen
en de benodigde hulpdiensten stu-
ren.
eCall*1, 2
eCall is een telematicadienst die
gebruikmaakt van gegevens van
het Global Navigation Satellite
System (GNSS) en ingebouwde
cellulaire technologie, waardoor
de volgende noodoproepen
mogelijk zijn: automatische
noodoproepen (automatische
melding van een aanrijding) en
handmatige noodoproepen
(door het indrukke n van de toets
SOS). Deze dienst is door regel-
geving van de Europese Unie
verplicht gesteld.
Systeemonderdelen
Noodoproepdiensten
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 69 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
71
1
COROLLA_TMUK_EE 1-3. Noodoproep
Veiligheid en beveiliging
WAARSCHUWING
• Wanneer de auto zich buiten het dek-
kingsgebied van het mobiele-tele-
foonnetwerk bevindt, kunnen er geen
noodoproepen worden verzonden.
• Wanneer er een storing aanwezig is in de bijbehorende apparatuur (zoals
het paneel van de toets SOS, de con-
trolelampjes, microfoon, luidspreker,
DCM, antenne of op de apparatuur
aangesloten bedrading) of deze
beschadigd of kapot is, kan er geen
noodoproep worden geplaatst.
• Tijdens een noodoproep doet het sys- teem herhaaldelijk een poging om con-
tact op te nemen met het
eCall-controlecentrum. Als er echter
als gevolg van een slechte ontvangst
geen contact kan worden gelegd met
het eCall-controlecentrum, kan het
systeem mogelijk geen contact maken
met het mobiele netwerk en wordt de
noodoproep beëindigd zonder dat er
verbinding is gemaakt. Het rode con-
trolelampje knippert gedurende onge-
veer 30 seconden om aan te geven dat
de verbinding is verbroken.
●Als de spanning van de accu afneemt
of als de accu is losgenomen, kan het
systeem mogelijk geen verbinding
maken met het eCall-controlecentrum.
■Als het noodoproepsysteem wordt
vervangen door een nieuw exem-
plaar
Het noodoproepsysteem moet worden
geregistreerd. Neem contact op met
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
■Voor uw veiligheid
●Rijd voorzichtig.
De functie van dit systeem is om u te
helpen bij het plaatsen van een
noodoproep bij ongevallen, zoals een
verkeersongeval of een plotseling
medisch noodgeval. Het systeem
biedt de bestuurder en de passagiers
op geen enkele wijze bescherming.
Rijd voorzichtig en doe voor uw veilig-
heid altijd uw veiligheidsgordel om.
●Geef bij noodgevallen uw leven en de
levens van anderen topprioriteit.
●Wanneer u een branderige lucht of
anderszins een vreemde lucht ruikt,
verlaat dan de auto en zoek onmid-
dellijk een veilige plek op.
●Als de airbags worden geactiveerd
terwijl het systeem normaal werkt,
verzendt het systeem een
noodoproep. Het systeem verzendt
ook een noodoproep als de auto van
achteren wordt aangereden of als de
auto over de kop slaat, zelfs als de
airbags niet worden geactiveerd.
●Plaats om veiligheidsredenen geen
noodoproep tijdens het rijden.
Wanneer u tijdens het rijden belt, kan
het zijn dat u het stuurwiel niet goed
kunt bedienen, waardoor er een
ongeval kan ontstaan.
Breng de auto tot stilstand en contro-
leer of de omgeving veilig is alvorens
een noodoproep te plaatsen.
●Vervang zekeringen altijd door de
voorgeschreven zekeringen. Als u
andere zekeringen gebruikt, kan er
kortsluiting in het circuit optreden en
kan er brand ontstaan.
●Wanneer u het systeem gebruikt ter-
wijl er rook is of sprake is van een
ongewone geur, kan er brand ont-
staan. Stop onmiddellijk met het
gebruik van het systeem en neem
contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwali-
ficeerde en uitgeruste deskundige.
OPMERKING
■Voorkomen van schade
Voorkom dat er vloeistof op het paneel
van de toets SOS, enz. komt en sla er
niet tegenaan.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 71 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
441
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■
Secondary Collision Brake
(indien aanwezig)
Als de airbagsensor een aanrijding
signaleert en het systeem in werking
is, worden de remmen en remlichten
automatisch geregeld om de rijsnel-
heid te verlagen en te helpen de kans
op verdere schade ten gevolge van
een tweede aanrijding te verkleinen.
■Als de TRC/VSC/Trailer Sway Control
in werking is
Het controlelampje Traction Control knip-
pert wanneer de TRC/VSC/Trailer Sway
Control in werking is.
■Uitschakelen van h et TRC-systeem
Als u met uw auto vast komt te zitten in
modder of sneeuw, k an het TRC-systeem
het aandrijfvermogen van de motor naar
de wielen beperken. Als u dan op
drukt, kunt u de auto waarschijnlijk makke-
lijker los krijgen door te ‘schommelen’.
Schakel het TRC-systeem uit door
snel in te drukken en weer los te laten.
“Traction Control Turned OFF” (tractiecon-
trole UIT) wordt op het multi-informatiedis-
play weergegeven.
Druk nogmaals op om het systeem
weer in te schakelen.
■Uitschakelen van de TRC, VSC en
Trailer Sway Control
Schakel de TRC, VSC en Trailer Sway
Control uit door langer dan 3 secon-
den ingedrukt te houden terwijl de auto
stilstaat.
Het controlelampje VSC OFF gaat bran-
den en “Traction Control Turned OFF”
(Traction Control uitgeschakeld) wordt op
het multi-informatiedisplay weergegeven.
*
Druk nogmaals op om het systeem
weer in te schakelen.
*: Bij auto's met PCS (Pre-Crash Safety-systeem), wordt de PCS ook uit-
geschakeld (alleen Pre-Crash-waar-
schuwing is beschikbaar) Het
waarschuwingslampje PCS gaat bran-
den en er wordt een melding weergege-
ven op het multi-informatiedisplay.
(→ Blz. 319)
■Wanneer de melding wordt weergege-
ven op het multi-informatiedisplay
dat de TRC is uitgeschakeld, zelfs al
is niet ingedrukt
TRC is tijdelijk uitgeschakeld. Als de mel-
ding niet verdwijnt neem dan contact op
met een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■Voorwaarden voor werking Hill Start
Assist Control
Als aan de volgende vier voorwaarden
wordt voldaan, werkt de Hill Start Assist
Control:
●Auto's met Multidrive CVT: De selectie-
hendel staat in een andere stand dan P
of N (bij het vooruit/achteruit bergop
wegrijden).
●Auto's met handgeschakelde transmis-
sie: De selectiehendel staat in een
andere stand dan de achteruit wanneer
vooruit bergop wordt weggereden of in
de achteruit wanneer achteruit bergop
wordt weggereden.
●De auto staat stil
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 441 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
443
4
COROLLA_TMUK_EE 4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
●De werkelijke rijsnelheid is hoger dan
55 km/h
●Het systeem oordeelt op basis van de
deceleratie van de auto dat het om een
noodstop gaat.
■Automatisch uitschakelen van nood-
stopsignaal
Het noodstopsignaal wordt in de volgende
situaties uitgeschakeld:
●De alarmknipperlichten worden inge-
schakeld.
●Het systeem oordeelt op basis van de
deceleratie van de auto dat het niet om
een noodstop gaat.
■Werkingsvoorwaarden Secondary
Collision Brake (indien aanwezig)
Het systeem werkt als de airbagsensor
een aanrijding signaleert terwijl de auto in
beweging is.
Het systeem werkt ech ter niet onder de
volgende omstandigheden.
●De rijsnelheid is lager dan 10 km/h.
●Er zijn componenten beschadigd
■Automatisch uitschakelen Secon-
dary Collision Brake (indien aanwe-
zig)
Het systeem wordt aut omatisch uitgescha-
keld in een van de volgende situaties.
●De rijsnelheid wordt lager dan ongeveer
10 km/h
●Er verstrijkt een bepaalde tijd tijdens de
werking
●Het gaspedaal wordt flink ingetrapt.
WAARSCHUWING
■Het ABS werkt niet effectief als
●De maximale grip van de banden
overschreden wordt (bijvoorbeeld ver-
sleten banden op een weg die bedekt
is met sneeuw).
●Er sprake is van aquaplaning bij hoge
snelheid op een nat of glad wegdek.
■De remweg met ABS in werking
kan langer zijn dan onder normale
omstandigheden
Het ABS is niet ontworpen om de rem-
weg van de auto te verkorten. Houd
altijd voldoende afstand tot uw voorlig-
ger, met name in de volgende gevallen:
●Als wordt gereden op wegen met
grind, zand en dergelijke, of op
besneeuwde wegen
●Als wordt gereden met sneeuwkettin-
gen
●Als wordt gereden op slechte wegen
●Als wordt gereden over wegen met
diepe gaten of andere grote oneffen-
heden
■De TRC/VSC werkt mogelijk niet
effectief als
Het insturen van de juiste richting en het
overbrengen van de aandrijfkracht kun-
nen op een gladde weg niet onder alle
omstandigheden gerealiseerd worden,
zelfs niet als het TRC/VSC-systeem in
werking is. Rijd voorzichtig met de auto
onder omstandigheden waarbij de stabi-
liteit en de aandrijfkracht verloren kun-
nen gaan.
■De Active Cornering Assist werkt
niet effectief als
●Vertrouw niet alleen op de Active Cor-
nering Assist. De Active Cornering
Assist werkt mogelijk niet effectief bij
het accelereren op een helling of bij
het rijden op een glad wegdek.
●Wanneer de Active Cornering Assist
vaak in werking is getreden, wordt de
werking ervan mogelijk tijdelijk
gestopt om een goede werking van
de remmen, TRC en VSC te garande-
ren.
■De Hill Start Assist Control werkt
niet effectief wanneer
●Vertrouw niet uitsluitend op de Hill
Start Assist Control. De Hill Start
Assist Control werkt mogelijk niet
effectief op steile hellingen en op met
ijs bedekte wegen.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 443 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM
518
COROLLA_TMUK_EE6-2. Gebruik van de
interieurverlichting
■De interieurverlichting kunnen auto-
matisch gaan branden als
Als een van de airbags wordt geactiveerd
of bij een harde aanrijding van achteren
wordt de interieurverlichting automatisch
ingeschakeld.
De interieurverlichting wordt na ongeveer
20 minuten automatisch uitgeschakeld.
De interieurverlichting kan handmatig wor-
den uitgeschakeld. Om verdere aanrijdin-
gen te voorkomen verdient het echter
aanbeveling de verlichting te laten bran-
den totdat de veiligheid gegarandeerd is.
(De interieurverlichting worden mogelijk
niet automatisch ingeschakeld, afhankelijk
van de kracht en de omstandigheden van
de aanrijding.)
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aange-
past aan de persoonlijke voorkeur.
( → Blz. 659)
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de
accu
Laat de verlichting niet langer branden
dan noodzakelijk is als de motor niet
draait.
COROLLA(TMUK)_OM_Europe_OM12L 25E.book Page 518 Thursday, November 8, 2018 10:31 AM