Page 225 of 285

Verzorging van de auto223De positie van de voorste arm van het
hefplatform aan de onderzijde van de
auto.
Wellicht zijn er onder de voorbanden
oprijhellingen nodig voor de beno‐
digde speling voor bepaalde hefbrug‐ gen op deze locatie.
Auto stallen
Langdurig stallen Wanneer u de auto meerdere maan‐
den moet stallen:
● Auto wassen en conserveren.● Conservering van motorruimte en bodemplaat laten controleren.
● Afdichtrubbers reinigen en conserveren.
● Sproeiervloeistofreservoir leeg‐ maken.
● Vorst- en corrosiebestendigheid koelvloeistof controleren.
● Bandenspanning instellen op de waarde voor maximale belading.● Auto in een droge en goed geventileerde ruimte parkeren.Schakel P in. Voorkom dat de
auto wegrolt.
● Handrem niet aantrekken.
● Motorkap openen, alle portieren sluiten en auto vergrendelen.Maximaal vier weken
Sluit de oplaadkabel aan.Vier weken tot twaalf maanden ● Ontlaad de hoogspanningsaccu totdat er twee of drie balken op deactieradiusindicator van de accu
(accusymbool) op de instrumen‐
tengroep resteren.
● Sluit de oplaadkabel niet aan.
● Stal de auto altijd op een locatie met temperaturen tussen -10 °C
en 30 °C.
● Bij het stallen van de auto bij extreme temperaturen kan dehoogspanningsaccu beschadigd
raken.
● Ontkoppel de zwarte minkabel (-)
van de 12 V auto-accu en sluit en
druppellader aan op de accupo‐
len of laat de 12 V-accukabelsaangesloten en de druppellader
van de pluspool (+) en de
minpool (-) in de motorruimte.Voorzichtig
De auto is uitgevoerd met een
AGM 12 V-autoaccu, die bij het
gebruik van een onjuiste druppel‐
lader beschadigd kan raken.
Gebruik een met AGM compatibel oplaadapparaat en stel dit goed in.
Neem de instructies van de fabri‐
kant van de druppellader ter harte.
Nadat de 12 V-accukabel van de auto weer is aangesloten, is het mogelijk
dat de auto niet werkt. Als dat het geval is, moet de hoogspanningsaccu
wellicht worden opgeladen.
Weer in gebruik nemen Wanneer u de auto weer in gebruik
neemt:
● Sluit de klem aan op de minpool van de 12 V-auto-accu. Elektro‐
nica voor de elektrische ruitbe‐
diening inschakelen.
● Bandenspanning controleren.
Page 226 of 285

224Verzorging van de auto●Sproeiervloeistofreservoir vullen.
● Koelvloeistofpeil controleren.
● Indien nodig kentekenplaat monteren.
Verwerking van sloopauto Eventueel wettelijk verplichte infor‐
matie over autodemontagebedrijven
en de recycling van sloopauto's vindt
u op onze website. Laat dit werk
uitsluitend over aan een erkend auto‐
demontagebedrijf.Controle van de auto
Werkzaamheden uitvoeren9 Gevaar
Probeer niet zelf onderhouds‐
werkzaamheden aan hoogspan‐
ningscomponenten te verrichten.
U kunt letsel oplopen en de auto
kan beschadigd raken. Laat deze
hoogspanningscomponenten
uitsluitend door geschoolde
onderhoudsmonteurs met de
juiste kennis en gereedschappen
onderhouden en repareren. Bloot‐
stelling aan hoogspanning kan
elektrische schokken, brandwon‐
den en zelfs de dood tot gevolg
hebben. Laat de hoogspannings‐
componenten in de auto uitslui‐
tend door specifiek opgeleide
monteurs onderhouden.
Hoogspanningscomponenten zijn
voorzien van labels. U mag deze
componenten niet uitbouwen,
openen, uiteen nemen of modifi‐
ceren. Hoogspanningskabels of -
bedrading heeft een oranje
mantel. U mag hoogspanningska‐
bels of -bedrading niet doormeten, manipuleren, doorknippen of
modificeren.9 Waarschuwing
Voer de motorruimtecontroles
alleen uit wanneer de auto is uitge‐ schakeld.
De koelventilator kan ook starten
als de auto is uitgeschakeld.
Page 227 of 285

Verzorging van de auto225Voorzichtig
Zelfs geringe hoeveelheden vuil
kunnen schade aan boordsyste‐
men veroorzaken. Voorkom
vervuiling van vloeistoffen, reser‐ voirdoppen of peilstaven.
Motorkap
Openen
1. Trek aan de ontgrendelhendel voor de motorkap en zet deze in
de oorspronkelijke stand terug.
2. Leg de veiligheidsgrendel links opzij en open de motorkap.
3. Haal de motorkapsteun uit de houder boven de radiateursteun
en zet deze stevig in de sleufvor‐
mige houder in de motorkap.
Sluiten Steun vóór het sluiten van de motor‐
kap stevig in de houder duwen.
Laat de motorkap zakken en laat het
vanaf een lage hoogte (20-25 cm) in
het slot vallen. Controleer of de
motorkap vergrendeld is.Voorzichtig
Druk de motorkap niet in het slot
om deuken te voorkomen.
Koelsysteem
De auto heeft drie verschillende koel‐
systemen.
Controleer het koelvloeistofpeil van
de betreffende koelsystemen regel‐
amtig en laat de oorzaak van mogelijk lekkende koelvloeistof door een werk‐
plaats verhelpen.
Page 228 of 285

226Verzorging van de autoVoorzichtig
Laat de auto nooit met te weinig
koelvloeistof werken.
Bij een laag koelvloeistofpeil kan
de auto beschadigd raken.
Verwarmingskoelsysteem
Het koelvloeistofreservoir bevindt
zich in de motorruimte.
De koelvloeistof biedt vorstbescher‐
ming tot ca. -28 °C.
Voorzichtig
Alleen goedgekeurde antivries
gebruiken.
Bij een koud motorkoelsysteem moet de koelvloeistof boven de vulstreep
staan. Bijvullen als het peil te laag is.
9 Waarschuwing
Vóór het openen van de dop de
motor laten afkoelen. Dop voor‐
zichtig openen zodat de druk lang‐
zaam kan ontsnappen.
Gebruik voor bijvullen een mengsel
van een goedgekeurde geconcen‐
treerde koelvloeistof met kraanwater; verhouding 1:1. Dop goed vast‐
draaien.
Koelsysteem
hoogspanningsaccu9 Gevaar
Laat de koelvloeistof van de hoog‐
spanningsaccu uitsluitend door
een erkende monteur controleren.
Ondeskundig werken kan ernstig
letsel of de dood tot gevolg
hebben.
Het koelvloeistofreservoir van de
hoogspanningaccu zit aan de voor‐
kant van de motorruimte.
Page 229 of 285

Verzorging van de auto227Ga na of u koelvloeistof in het koel‐
vloeistofreservoir van de hoogspan‐
ningsaccu ziet. Als er koelvloeistof
zichtbaar is maar het koelvloeistof
onder het vulmerkje voor koud blijft,
lekt het koelsysteem wellicht.
Raadpleeg een werkplaats als het
koelvloeistofpeil te laag is.
Koelsysteem
vermogenselektronica en
opladermodules9 Gevaar
Laat de elektronica van het
oplaadsysteem en de oplaadmo‐
dules uitsluitend door een erkende monteur onderhouden.
Ondeskundig werken kan ernstig
letsel of de dood tot gevolg
hebben.
De vermogenselektronica en de opla‐
dermodules worden gekoeld met
hetzelfde koelvloeistofcircuit.
Het koelvloeistofreservoir van de
vermogenselektronica en de oplader‐ modules bevindt zich aan de voorkant
van de motorruimte.
Ga na of er koelvloeistof zichtbaar is
in het koelvloeistofreservoir van de
vermogenselektronica en de oplader‐ modules. Als er koelvloeistof zicht‐baar is maar het koelvloeistof onder
het vulmerkje voor koud blijft, lekt het
koelsysteem wellicht.
Raadpleeg een werkplaats als het
koelvloeistofpeil te laag is.
Sproeiervloeistof
Schoon water bijvullen, vermengd
met een passende hoeveelheid goed‐ gekeurde sproeiervloeistof die anti‐
vries bevat.
Lees bij het bijvullen van ruitensproei‐
ervloeistof vóór gebruik altijd eerst de
instructies van de fabrikant.
Voorzichtig
Alleen sproeiervloeistof met
voldoende antivries biedt
voldoende bescherming bij lage
temperaturen of een plotselinge
daling van de temperatuur.
Page 230 of 285

228Verzorging van de auto● Vermeng geconcentreerdesproeiervloeistof volgens de
instructies van de fabrikant met
water.
● Meng geen water met sproeier‐ vloeistof die klaar voor gebruik is.Door dit water kan de oplossing
bevriezen en het sproeiervloei‐ stofreservoir en andere delen
van het sproeiersysteem bescha‐
digen.
● Vul het sproeiervloeistofreservoir
bij zeer lage temperaturen voor
slechts driekwart. Zo kan de
vloeistof bij vorst uitzetten en
wordt er schade door een volle
tank voorkomen.
● Gebruik geen motorkoelvloeistof (antivries) in de voorruitsproeier.
Deze kan het ruitensproeiersys‐ teem en de lak beschadigen.
Sproeiervloeistof 3 260.
Remmen
Wanneer de remvoering een mini‐
male dikte heeft, hoort u een piepend geluid wanneer u remt.Verder rijden is mogelijk maar laat de
remblokken zo spoedig mogelijk
vervangen.
Na de montage van nieuwe remblok‐
ken de eerste paar ritten niet onnodig hard remmen.
Remvloeistof9 Waarschuwing
Remvloeistof is giftig en bijtend.
Contact met ogen, huid, textiel en
lakwerk vermijden.
Wanneer de motor ten minste 1
minuut niet heeft gedraaid, is het
maximale vloeistofpeil bovenaan het
reservoirhuis. Wanneer de auto is
ingeschakeld, moet het remvloeistof‐
peil tussen de markeringen MIN en
MAX staan.
Raadpleeg een werkplaats als het
remvloeistofpeil lager dan MIN is.
Controleer na werkzaamheden aan
het hydraulische remsysteem of het
vloeistofpeil bij een ingeschakelde
auto op het juiste peil tussen de merk‐ tekens MIN en MAX staat. Gebruik
uitsluitend hoogwaardige, voor de
auto goedgekeurde remvloeistof. De
hulp van een werkplaats inroepen.
Remvloeistof 3 260.
Page 231 of 285

Verzorging van de auto229Accu9Gevaar
Alleen een geschoolde onder‐
houdsmonteur met de juiste
kennis en gereedschappen mag
de hoogspanningsaccu inspecte‐
ren, testen of vervangen.
Raadpleeg een werkplaats als de
hoogspanningsaccu onderhoud
vergt.
Deze auto heeft een hoogspannings‐
accu en een standaardaccu van
12 V.
Na een botsing kan het sensorsys‐
teem het hoogspanningssysteem
uitschakelen. In dit geval wordt de
hoogspanningsaccu ontkoppeld en
start de auto niet.
Er verschijnt een servicebericht op
het Driver Information Center.
Bied de auto bij een werkplaats aan
voor onderhoud voordat u deze weer
gebruikt.
Airbagsysteem 3 46.
Voor minder direct zonlicht op uw
auto en een langere levensduur van
de hoogspanningsaccu is er een
dekzeil bij uw Opel Ampera Service
Partner verkrijgbaar.
Uw erkende Opel Ampera-e Service‐
partner kan u vertellen hoe u de hoog‐ spanningsaccu kunt recyclen.
Laat de auto op het stopcontact
aangesloten zitten, ook als deze
volledig opgeladen is, om de hoog‐
spanningsaccu voor de volgende rit
op temperatuur te houden. Dit is met
name belangrijk bij extreem hoge of
lage temperaturen.
Vermeld het artikelnummer op het
label van de standaardaccu van
12 V als u een nieuwe standaardaccu
van 12 V nodig hebt. De auto heeft
een Absorbed Glass Mat (AGM) stan‐
daardaccu van 12 V.
Als er een standaardaccu van 12 V wordt ingebouwd, is de levensduur
van de standaardaccu van 12 V
korter. Let op: bij het gebruik van een 12V-oplaadapparaat op de 12V-
AGM-accu, heeft het oplaadapparaat
wellicht een stand voor AGM-accu's.
Gebruik een eventueel beschikbareAGM-stand op het oplaadapparaat,
om de oplaadspanning te beperken
tot 14,8 V.
Ga te werk volgens de instructies van de fabrikant van de oplader.
Batterijen horen niet in het huisvuil
thuis. Ze moeten via speciale inza‐
melpunten gerecycled worden.
In de motorruimten zijn aansluitpun‐
ten aangebracht voor het starten met
hulpstartkabels.
Starthulp gebruiken 3 252.
Koppel de zwarte minkabel (-) van de
standaardaccu van 12 V los van de
standaardaccu van 12 V om te voor‐
komen dat de standaardaccu van
12 V wordt ontladen of sluit een accu‐ druppellader aan.
Sluit de standaardaccu van 12 V
alleen aan en ontkoppel deze alleen
wanneer de auto is uitgeschakeld.
Page 232 of 285
230Verzorging van de autoAuto stallen 3 223.
Ontlaadbeveiliging van accu 3 108.
Waarschuwingslabel
Betekenis van symbolen: ● Geen vonken of open vlammen en niet roken.
● Bescherm de ogen altijd. Explo‐ sieve gassen kunnen blindheid of
letsel veroorzaken.
● Houd de standaardaccu van 12 V buiten het bereik van kinde‐
ren.
● De standaardaccu van 12 V bevat zwavelzuur dat blindheid ofernstige brandwonden kan
veroorzaken.
● Zie de gebruikershandleiding voor meer informatie.
● Er kan explosief gas aanwezig zijn in de buurt van de standaard‐accu van 12 V.
De botsingssticker
De botsingssticker zit op het portier‐
frame 3 159.Wisserblad vervangen
Voorruit 1. De wisserarm optillen.
2. Druk op de knop om het wisser‐ blad los te maken en te verwijde‐
ren.
3. Breng de ruitenwisserarm voor‐ zichtig naar omlaag.