Page 49 of 129

Telefoon49Bevestig de berichten op het
Infotainmentsysteem en het
Bluetooth-apparaat.
● Als SSP (secure simple pairing) niet wordt onder‐
steund:
Op het Infotainmentsysteem:
er verschijnt een bericht
waarin u wordt gevraagd om
een pincode op uw Blue‐ tooth-apparaat in te voeren.
Op het Bluetooth-apparaat: voer de pincode in en beves‐ tig de ingevoerde gegevens.
5. Activeer de functies die de gekop‐
pelde smartphone moet hebben
en bevestig uw instellingen. U
kunt de Bluetooth-profielinstellin‐
gen te allen tijde wijzigen, zie
onder.
Het Infotainmentsysteem en het
apparaat zijn gekoppeld.
6. Het telefoonboek wordt automa‐ tisch naar het Infotainmentsys‐
teem gedownload. Afhankelijk
van de telefoon moet het Infotain‐ mentsysteem toegang verkrijgen
tot het telefoonboek. Bevestigindien nodig de berichten op het
Bluetooth-apparaat.
Als deze functie niet door het
Bluetooth-apparaat wordt onder‐
steund, verschijnt er een bijbeho‐
rend bericht.
Handeldingen op gekoppelde
apparaten
Druk op a, selecteer OPTIES gevolgd
door Bluetooth-verbinding .
Er verschijnt een lijst met alle gekop‐
pelde apparaten.
Bluetooth-profielinstellingen wijzigen
Tik op † naast het gekoppelde appa‐
raat van uw keuze.
Activeer of deactiveer de gewenste
profielinstellingen en bevestig uw
instellingen.
Een gekoppeld apparaat verbinden Apparaten die gekoppeld zijn maar
niet zijn verbonden worden aange‐
duid met een —.
Selecteer het gewenste apparaat om
een verbinding te maken.Een apparaat loskoppelen
Het apparaat dat op dat moment is
verbinden wordt aangeduid met “.
Selecteer het apparaat waarvan u de verbinding wilt verbreken.
Een gekoppeld apparaat
verwijderen
Tik op e in de rechterbovenhoek van
het scherm om e-pictogrammen
naast de gekoppelde apparaten te
tonen.
Tik op e naast het Bluetooth-appa‐
raat dat u wilt verwijderen en bevestig het getoond bericht.
Noodoproep9 Waarschuwing
Het tot stand brengen van de
verbinding kan niet onder alle
omstandigheden worden gega‐
randeerd. Daarom is het belangrijk
Page 50 of 129

50Telefoondat u bij gesprekken van levens‐
belang (bijv. bij het inroepen van
medische hulp) niet alleen op een
mobiele telefoon vertrouwt.
Voor sommige netwerken kan het
noodzakelijk zijn dat er op de juiste
manier een geldige simkaart in de
mobiele telefoon is aangebracht.9 Waarschuwing
Let erop dat u met uw mobiele
telefoon kunt bellen en ontvangen indien u zich in een gebied bevindt
met een voldoende sterk signaal.
Noodoproepen zijn niet onder alle
omstandigheden en in alle mobie‐ letelefoonnetwerken mogelijk: er
kunnen problemen optreden,
wanneer bepaalde netwerkdien‐ sten en/of telefoonfuncties actief
zijn. U kunt hierover uw lokale
netwerkexploitant raadplegen.
Het alarmnummer kan per land en regio variëren. We adviseren u het
juiste alarmnummer voor de rele‐
vante regio van tevoren op te
vragen.
Een noodoproep doen
Vorm het noodnummer (bijv. 112).
De telefoonverbinding met de alarm‐
centrale wordt tot stand gebracht.
Antwoord als het dienstdoende
personeel u vragen stelt over het
noodgeval.9 Waarschuwing
Beëindig het gesprek pas als de
alarmcentrale u daarom vraagt.
Bediening
Zodra er een Bluetooth-verbinding
tussen uw mobiele telefoon en het
Infotainmentsysteem tot stand is
gebracht, kunt u tal van functies van
uw mobiele telefoon via het Infotain‐
mentsysteem bedienen.
Let op
In de handsfree-modus is bediening
van de mobiele telefoon nog steeds
mogelijk, bijv. een gesprek beant‐
woorden of het volume regelen.
Na het tot stand brengen van een verbinding tussen de mobiele tele‐
foon en het Infotainmentsysteem
worden er gegevens van de mobiele
telefoon naar het Infotainmentsys‐
teem verstuurd. Afhankelijk van de
mobiele telefoon en de hoeveelheid
over te dragen gegevens kan dit
enige tijd in beslag nemen. Tijdens
deze periode is het bedienen van de
mobiele telefoon via het Infotainment‐ systeem slechts beperkt mogelijk.
Let op
Niet alle mobiele telefoons bieden
volledige ondersteuning van de tele‐ foonfunctie van de auto. Daaromkan het bereik aan hieronder
beschreven functies afwijken.
Hoofdmenu telefoon
Druk op a om het hoofdmenu tele‐
foon weer te geven.
Page 51 of 129

Telefoon51
Let op
Het hoofdmenu telefoon is alleen
beschikbaar als er via Bluetooth een
mobiele telefoon met het Infotain‐
mentsysteem verbonden is. Voor
een gedetailleerde beschrijving
3 48.
Veel functies van de mobiele telefoon
kunt u nu bedienen via het hoofd‐
menu telefoon (en bijbehorende
submenu's) en via de telefoonspeci‐
fieke knoppen op het stuurwiel.
Telefoongesprek starten
Telefoonnummer invoeren
Voer een telefoonnummer in met het
toetsenblok in het hoofdmenu tele‐
foon.
Bij invoer van cijfers verschijnen
corresponderende vermeldingen in
de contactenlijst in alfabetische volg‐ orde.
Tik op de gewenste lijstvermelding
om een telefoongesprek te starten.
Contactenlijst gebruiken
De contactenlijst bevat alle telefoon‐
boekvermeldingen uit het verbonden
Bluetooth-apparaat en alle contacten
uit het navigatiesysteem.
Selecteer Contacten gevolgd door
het gewenste lijsttype.Een contact zoeken
De contacten staan op volgorde van
voor- of achternaam. Raak ï aan
om de volgorde te wijzigen.
Tik op een letter op de schuifbalk,
H of I , om de lijst door te blade‐
ren.
Tik op Zoeken om een contact te
zoeken via het toetsenbord.
Page 52 of 129

52TelefoonEen contact aanpassen of verwijde‐
ren
Selecteer ð naast het contact gevolgd
door de gewenste optie.
Doe het volgende, als u een foto wilt
toevoegen aan het contact:
Sluit een USB-apparaat met de
gewenste foto erop aan op de USB-
poort 3 28, tik op het fotokader en
selecteer daarna de gewenste foto.
Bevestig uw keuze om de bewuste
foto te downloaden naar het systeem.
Belhistorie gebruiken
Alle ontvangen, uitgaande of gemiste oproepen worden vastgelegd.
Selecteer Oproepen gevolgd door de
gewenste lijst.
Selecteer de gewenste lijstvermel‐
ding aan om een telefoongesprek te
starten.
Inkomend telefoongesprek
Als er bij een inkomende oproep een
audiomodus, zoals de radio- of USB-
modus, actief is, wordt het geluid vande audiobron onderdrukt en blijft dit
zo totdat het gesprek wordt beëin‐
digd.
Er verschijnt een melding met het
telefoonnummer of de naam van de beller.
Tik op v om het gesprek aan te
nemen.
Tik op @ om het gesprek af te
wijzen.
Tik op / om het gesprek in de wacht
te zetten. Tik op l om het gesprek te
hervatten.
Tijdens een lopend telefoongesprek
wordt het volgende menu getoond.
Tik op Micro. OFF om de microfoon
van het Infotainmentsysteem te deac‐ tiveren.
Tik op ý Privé om het gesprek voort
te zetten via de mobiele telefoon
(ruggespraakstand). Tik op ÿ Privé
om het telefoongesprek weer voort te
zetten via het Infotainmentsysteem.
Let op
Als u wanneer u een telefoonge‐
sprek in de ruggespraakstand voert
uit de auto stapt en deze vergren‐
delt, blijft het Infotainmentsysteem
mogelijk aanstaan totdat u buiten
het Bluetooth-bereik bent van het
Infotainmentsysteem.
Page 53 of 129

Telefoon53Inkomende gesprekken
automatisch in de wacht zetten
Om veiligheidsredenen kan de tele‐
foonfunctie alle inkomende gesprek‐ ken standaard in de wacht zetten.
Selecteer OPTIES gevolgd door
Beveiliging en Oproepen automatisch
in wachtstand zetten om deze functie
te activeren.
SMS-berichten U kunt verschillende snelle berichten
naar contacten via het Infotainment‐
systeem verzenden.
Selecteer OPTIES en daarna SMS-
berichten om een lijst met snelle
berichten gesorteerd op verschil‐
lende categorieën weer te geven.
Selecteer voor verzenden van een snel bericht het betreffende bericht en
kies het contact.Mobiele telefoons en
CB-zendapparatuur
Installatie-instructies en
bedieningsrichtlijnen
Bij de montage en het gebruik van
een mobiele telefoon moeten de
modelspecifieke montagehandlei‐
ding en de gebruiksvoorschriften van
de fabrikant van de telefoon en de
handsfree-carkit in acht genomen
worden. Anders kunt u de voertuigty‐
pegoedkeuring ongeldig maken (EU-
richtlijn 95/54/EC).
Aanbevelingen voor probleemloze
werking:
● Professioneel geïnstalleerde buitenantenne om het grootst
mogelijke bereik te verkrijgen.
● Maximaal zendvermogen van 10 W.
● Installatie van de telefoon op een
daartoe geschikte plek, neem de
relevante opmerking in de
gebruikershandleiding, hoofd‐ stuk Airbagsysteem , in aanmer‐
king.Informatie inwinnen over de voor‐
ziene montageposities voor de
buitenantenne of de toestelhouder en
de mogelijkheden tot het gebruik van
toestellen met een zendvermogen
van meer dan 10 W.
Het gebruik van een handsfree-carkit
zonder buitenantenne voor mobiele
telefoons type GSM 900/1800/1900
en UMTS is alleen toegestaan
wanneer het maximale zendvermo‐ gen van de mobiele telefoon niet
hoger is dan 2 W bij GSM 900 en niet
hoger is dan 1 W bij de andere types.
Voor veiligheidsredenen mag u geen
telefoon gebruiken terwijl u rijdt. Ook bij handsfree telefoneren kan de
aandacht op het verkeer verslappen.9 Waarschuwing
Gebruik van zendapparatuur en
mobiele telefoons die niet aan de
bovenstaande normen voor
mobiele telefoons voldoen en radi‐
o's is alleen toegestaan met een
buitenantenne op de auto.
Page 54 of 129
54TelefoonVoorzichtig
Mobiele telefoons en zendappara‐tuur kunnen als de voornoemde
aanwijzingen niet in acht worden
genomen bij gebruik in het interi‐
eur zonder buitenantenne aanlei‐
ding geven tot functiestoringen in
de autoelektronica.
Page 55 of 129
Page 56 of 129

56TrefwoordenlijstAAdresboek .................................... 37
Afbeeldingen weergeven ..............30
Afbeeldingsbestanden ..................28
Afbeelding via USB activeren .......30
Algemene aanwijzingen 6, 27, 32, 47
Algemene informatie ..............28, 44
Bluetooth ................................... 28
DAB ........................................... 24
Infotainmentsysteem ...................6
Navigatie ................................... 32
Smartphone-applicaties ............28
Telefoon .................................... 47
USB ........................................... 28
Audio afspelen .............................. 29
Audiobestanden ........................... 28
Audio via USB activeren ...............29
Automatisch volume .....................18
B
Balance......................................... 17
Basisbediening ............................. 14
Bediening...................................... 50 CD ............................................. 27
Externe apparaten ....................28
Menu ......................................... 14
Navigatiesysteem ......................33
Radio ......................................... 22
Telefoon .................................... 50Bedieningselementen
Infotainmentsysteem ...................8
Stuurwiel ..................................... 8
Bedieningspaneel Infotainment ......8
Beeldscherm helderheid aanpassen ...............18
taal wijzigen............................... 18
Begeleiding .................................. 41
Bel Beltoon ...................................... 50
Functies tijdens het gesprek .....50
Inkomend gesprek ....................50
Telefoongesprek starten ...........50
Beltoon ......................................... 50
Beltoonvolume .......................... 18
Bestandsformaten ........................28
Afbeeldingsbestanden ..............28
Audiobestanden ........................28
Bluetooth Algemene informatie .................28
Apparaat aansluiten ..................28
Bluetooth-verbinding .................48
Koppelen ................................... 48
Menu Bluetooth-muziek ............29
Telefoon .................................... 50
Bluetooth-muziek activeren ..........29
Bluetooth-verbinding ....................48