Page 121 of 129

Telefoon121Een ander gekoppeld apparaat
verbinden
Activeer de Bluetooth-functie van het Bluetooth-apparaat. Voor nadere
informatie verwijzen we u naar de
gebruiksaanwijzing van het Blue‐
tooth-apparaat.
Druk op MENU, selecteer
Verbindingen en druk op OK.
Selecteer Beheer Bluetooth-
verbindingen en druk op OK. Er
verschijnt een lijst met alle Bluetooth- apparaten die op dat moment aan het Infotainmentsysteem gekoppeld zijn.
Let op
Het op dat moment met het Infotain‐ mentsysteem verbonden Bluetooth-
apparaat wordt aangeduid met ¥.
Selecteer het gewenste apparaat en druk op OK om een verbinding te
maken.
Een apparaat loskoppelen Druk op MENU, selecteer
Verbindingen en druk op OK.Selecteer Beheer Bluetooth-
verbindingen en druk op OK. Er
verschijnt een lijst met alle Bluetooth- apparaten die op dat moment aan het
Infotainmentsysteem gekoppeld zijn.
Let op
Het op dat moment met het Infotain‐ mentsysteem verbonden Bluetooth-
apparaat wordt aangeduid met ¥.
Selecteer het apparaat dat op dat
moment verbonden is met het Info‐
tainmentsysteem.
OK : indrukken om de geselecteerde
optie te bevestigen.
Selecteer Telefoon afsluiten .
Selecteer Ja en druk op OK om het
apparaat los te koppelen.
Een gekoppeld apparaat
verwijderen
Druk op MENU, selecteer
Verbindingen en druk op OK.
Selecteer Beheer Bluetooth-
verbindingen . Er verschijnt een lijst
met alle Bluetooth-apparaten die op dat moment aan het Infotainmentsys‐
teem gekoppeld zijn.Let op
Het op dat moment met het Infotain‐ mentsysteem verbonden Bluetooth-
apparaat wordt aangeduid met ¥.
Selecteer het gewenste apparaat en druk ter bevestiging op OK.
Selecteer Verbinding verwijderen en
druk op OK om het gekoppelde appa‐
raat te verwijderen.
Noodoproep9 Waarschuwing
Het tot stand brengen van de
verbinding kan niet onder alle
omstandigheden worden gega‐
randeerd. Vertrouw daarom niet
alleen op een mobiele telefoon bij
gesprekken van levensbelang
(bijv. bij het inroepen van medi‐
sche hulp).
Voor sommige netwerken kan het
noodzakelijk zijn dat er op de juiste manier een geldige simkaart in de
mobiele telefoon is aangebracht.
Page 122 of 129

122Telefoon9Waarschuwing
Let erop dat u met uw mobiele
telefoon kunt bellen en ontvangen indien u zich in een gebied bevindt
met een voldoende sterk signaal.
Noodoproepen zijn niet onder alle
omstandigheden en in alle mobie‐ letelefoonnetwerken mogelijk: er
kunnen problemen optreden,
wanneer bepaalde netwerkdien‐ sten en/of telefoonfuncties actief
zijn. U kunt hierover uw lokale
netwerkexploitant raadplegen.
Het alarmnummer kan per land en regio variëren. We adviseren u het
juiste alarmnummer voor de rele‐
vante regio van tevoren op te
vragen.
Een noodoproep doen
Vorm het noodnummer (bijv. 112).
De telefoonverbinding met de alarm‐
centrale wordt tot stand gebracht.
Antwoord als het dienstdoende
personeel u vragen stelt over het
noodgeval.
9 Waarschuwing
Beëindig het gesprek pas als de
alarmcentrale u daarom vraagt.
Bediening
Zodra er een Bluetooth-verbinding
tussen uw mobiele telefoon en het
Infotainmentsysteem tot stand is
gebracht, kunt u tal van functies van
uw mobiele telefoon ook via het Info‐
tainmentsysteem bedienen.
U kunt via het Infotainmentsysteem
bijv. een verbinding tot stand brengen
met de telefoonnummers die in uw
mobiele telefoon zijn opgeslagen of
telefoonnummers wijzigen.
Na het tot stand brengen van een
verbinding tussen de mobiele tele‐ foon en het Infotainmentsysteemworden er gegevens van de mobiele
telefoon naar het Infotainmentsys‐
teem verstuurd. Afhankelijk van het
model telefoon kan dit enkele minu‐
ten duren. Tijdens de gegevensover‐
dracht is het bedienen van de mobiele telefoon via het Infotainmentsysteem
slechts beperkt mogelijk.
Let op
Niet alle mobiele telefoons bieden volledige ondersteuning van de tele‐ foonfunctie van de auto. Daarom
kan het bereik aan hieronder
beschreven functies afwijken.
Telefoongesprek starten
Handmatig een nummer invoeren
Druk op MENU, selecteer Telefoon
gevolgd door Bellen.
Selecteer Nummer kiezen .
Voer het gewenste nummer in: Selec‐
teer de gewenste cijfers en bevestig
elk cijfers met OK.
Page 123 of 129

Telefoon123Selecteer OK op het display om een
nummer te kiezen.
Telefoonboek gebruiken
Het telefoonboek bevat namen en
nummers van contactpersonen.
Druk op MENU en selecteer vervol‐
gens Telefoon .
Selecteer Bellen gevolgd door
Telefoonboek .
Blader door de lijst en selecteer de
naam van de gewenste vermelding
om een nummer te kiezen.
Gesprekslijst gebruiken
Alle inkomende, uitgaande of gemiste
oproepen worden geregistreerd in de gesprekslijst.
Druk op MENU en selecteer vervol‐
gens Telefoon .
Selecteer Bellen gevolgd door
Logboek .
Blader door de lijst en selecteer de
gewenste vermelding om een
nummer te kiezen.Contacten versturen van een
mobiel apparaat naar het
Infotainmentsysteem
Bij bepaalde telefoons die via Blue‐
tooth zijn verbonden kunt u een
contact naar het telefoonboek van het Infotainmentsysteem sturen. Contac‐
ten die op deze manier zijn opgesla‐
gen in een permanent telefoonboek
zijn voor iedereen zichtbaar, of de
telefoon waarop het contact stond nu
aangesloten is of niet.
Druk op MENU en selecteer daarna
Telefoon om het telefoonboek te
openen.
Selecteer Beheer index .
Het menu voor dit telefoonboek is niet toegankelijk, als het telefoonboek
leeg is.
Inkomende gesprekken
automatisch in de wacht zetten
Om veiligheidsredenen kan het Info‐
tainmentsysteem alle inkomende
gesprekken standaard in de wacht
zetten.Druk op MENU en selecteer daarna
Telefoon om deze functie te active‐
ren.
Selecteer Instelling telefoon gevolgd
door Instellingen telefoon .
Druk op Automatisch in de wacht
gezet om de functie OK te activeren.
Inkomend telefoongesprek Als er bij een inkomende oproep een
audiomodus, zoals de radio- of CD-
modus, actief is, wordt het geluid van
de desbetreffende audiomodus
onderdrukt en blijft dit zo totdat het
gesprek wordt beëindigd.
Selecteer Ja in het op het display
getoonde bericht om de oproep te
beantwoorden.
Om de oproep af te wijzen kunt u
Nee selecteren in het op het display
getoonde bericht of G op het stuur‐
wiel ingedrukt houden.
Page 124 of 129

124TelefoonSelecteer In wacht in het op het
display getoonde bericht om een
oproep in de wacht te zetten.
Tweede inkomende oproep
Als er tijdens een gesprek nog een
oproep binnenkomt, verschijnt er een bericht.
Om de tweede oproep te beantwoor‐ den en het lopende gesprek te beëin‐
digen: selecteer Ja in het op het
display getoond bericht.
Om de tweede oproep af te wijzen en
het lopende gesprek voort te zetten:
selecteer Nee in het op het display
getoond bericht.
Functies tijdens een
telefoongesprek
Tijdens een lopend telefoongesprek kunt u alle functies van het contex‐
tuele menu gebruiken.
Druk op OK om het contextuele menu
te openen.
Selecteer Gespr. beëindigen om het
gesprek te beëindigen.
Activeer Micro OFF om de microfoon
uit te schakelen. Deselecteer Micro
OFF om de microfoon in te schake‐
len.
Activeer Modus telefoon om het tele‐
foontje door te schakelen naar de telefoon (om bijvoorbeeld tijdens het
gesprek uit de auto te kunnen stap‐
pen). Deselecteer Modus telefoon om
het telefoongesprek door te schake‐
len naar het Infotainmentsysteem.
Selecteer In wacht tijdens een lopend
telefoongesprek om het gesprek in de wacht te zetten. Als u een telefoon‐
gesprek in de wacht hebt gezet,
verandert de menuoptie In wacht in
Hervatten . Selecteer Hervatten om
een telefoongesprek te hervatten dat
in de wacht is gezet.
Selecteer Verwisselen om tussen
twee gesprekken te wisselen.
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur
Installatie-instructies en
bedieningsrichtlijnen
De installatie-instructies die eigen zijn
aan de auto en de bedieningsrichtlij‐
nen van de mobiele telefoon- en
handsfreefabrikant moeten in acht
worden genomen wanneer u een
mobiele telefoon installeert en
bedient. Anders kunt u de voertuigty‐
pegoedkeuring ongeldig maken (EU-
richtlijn 95/54/EC).
Aanbevelingen voor probleemloze
werking:
● Professioneel geïnstalleerde buitenantenne om het grootst
mogelijke bereik te verkrijgen,
● Maximaal zendvermogen 10 watt,
● Installatie van de telefoon op een
daartoe geschikte plek, neem de
relevante opmerking in de
Page 125 of 129

Telefoon125gebruikershandleiding, hoofd‐
stuk Airbagsysteem , in aanmer‐
king.
Laat u informeren over de voorziene montageposities voor de buitenan‐
tenne of de toestelhouder en de
mogelijkheden tot gebruik van
toestellen met een zendvermogen
van meer dan 10 watt.
Het gebruik van een handsfree-carkit
zonder buitenantenne voor mobiele
telefoons type GSM 900/1800/1900
en UMTS is alleen toegestaan,
wanneer het maximale zendvermo‐
gen van de mobiele telefoon niet
groter is dan 2 watt bij GSM 900 en
niet groter is dan 1 watt bij de andere
types.
Voor veiligheidsredenen mag u geen
telefoon gebruiken terwijl u rijdt. Zelfs het gebruik van een handsfree-tele‐foon vormt een afleiding tijdens het
rijden.9 Waarschuwing
Gebruik van zendapparatuur en
mobiele telefoons die niet aan de
bovenstaande normen voor
mobiele telefoons voldoen en radi‐ o's is alleen toegestaan met een
buitenantenne op de auto.
Voorzichtig
Mobiele telefoons en zendappara‐ tuur kunnen als de voornoemde
aanwijzingen niet in acht worden
genomen bij gebruik in het interi‐
eur zonder buitenantenne aanlei‐
ding geven tot functiestoringen in
de autoelektronica.
Page 126 of 129

126TrefwoordenlijstAAlgemene aanwijzingen....... 96, 112, 113, 119
Algemene informatie ..........116, 118
Bluetooth-muziek ....................116
Infotainment-systeem ................96
Telefoon .................................. 119
USB-poort ............................... 113
Antidiefstalfunctie ........................97
Automatische volumeaanpassing ..................104
Automatisch volume ...................104
B Balance....................................... 104
Balans......................................... 104
Basisbediening ........................... 103
Bass............................................ 104
Bediening ........................... 117, 122
Bluetooth-muziek ....................117
CD ........................................... 112
Infotainmentsysteem ...............101
Menu ....................................... 103
Radio ....................................... 108
Telefoon .................................. 122
USB-poort ............................... 113
Bedieningselementen Infotainmentsysteem .................98
Stuurwiel ................................... 98
Telefoon .................................. 119Bedieningspaneel Infotainment ....98
Beeldscherm automatisch scrollen activeren 106
eenheden voor temperatuur
en brandstofverbruik instellen. 106
helderheid aanpassen .............106
taal wijzigen............................. 106
Bel Functies tijdens het gesprek ...122
Inkomend gesprek ..................122
Telefoongesprek starten .........122
Beltoon Beltoon selecteren ..................122
Bluetooth Bluetooth-muziek ....................116
Bluetooth-verbinding ...............120
Telefoon .................................. 122
Bluetooth-muziek Algemene informatie ...............116
Bediening ................................ 117
Inschakelen ............................. 117
Voorwaarden ........................... 117
Bluetooth-muziek activeren ........117
Bluetooth-verbinding ..................120
C CD-speler ................................... 112
CD-speler activeren ....................112
Page 127 of 129

127DDAB ............................................ 110
Datum instellen ................................... 106
Digital Audio Broadcasting .........110
Displaytaal wijzigen ....................106
Dynamisch audioaanpassing .....110
E Equalizer..................................... 104
F
Fabrieksinstellingen ....................106
Frequentiebereik selecteren .......108
G Gebruik ............... 101, 108, 112, 118
Bluetooth-muziek ....................117
CD ........................................... 112
Infotainmentsysteem ...............101
Menu ....................................... 103
Radio ....................................... 108
Telefoon .................................. 122
USB-poort ............................... 113
Geluid ......................................... 104
Geluids- en volume-instellingen. 104
Gesprekkenlijsten .......................122
H Het Infotainmentsysteem activeren.................................. 101I
Infotainmentsysteem inschakelen ............................. 101
M Menubediening ........................... 103
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur .................124
Mute............................................ 101
N
Noodoproep ................................ 121
O
Opgeslagen audiobestanden afspelen................................... 113
Overzicht bedieningselementen ...98
P Persoonlijke instellingen .............106
R Radio Afstemmen op station .............108
Bereik selecteren ....................110
DAB configureren ....................110
Digital Audio Broadcasting
(DAB) ...................................... 110
Dynamisch audioaanpassing ..110
Frequentiebereik selecteren ...108
Gebruik.................................... 108
Inschakelen ............................. 108Radio Data System (RDS) ......109
Station zoeken ........................ 108
Verkeersberichten ...................109
Verkeersinformatie ..................109
Radio activeren........................... 108 Radio Data System .................... 109
Radio inschakelen ......................108
RDS ............................................ 109
S Software bijwerken .....................106
Spraakherkenning ......................118
Station zoeken ............................ 108
Stemherkenning ......................... 118
Systeeminstellingen.................... 106
T
Telefoon Algemene informatie ...............119
Bedieningselementen .............119
Beltoon selecteren ..................122
Bluetooth ................................. 119
Bluetooth-verbinding ...............120
Een telefoonnummer kiezen ...122
Functies tijdens het gesprek ...122
Gesprekkenlijsten.................... 122
Inkomend gesprek ..................122
Inschakelen ............................. 122
Noodoproepen ........................ 121
Opmerkingen........................... 119
Telefoonboek .......................... 122
Page 128 of 129
128Telefoonboek.............................. 122
Treble ......................................... 104
Tijd instellen ................................... 106
Tijd en datum aanpassen ...........106
U USB-functie activeren .................113
USB-menu .................................. 113
USB-poort Activering ................................ 113
Algemene informatie ...............113
Bediening ................................ 113
Opmerkingen........................... 113
USB-apparaat aansluiten ........113
USB-apparaat verwijderen ......113
USB-menu............................... 113
V Verkeersberichten ......................109
Verkeersberichten blokkeren ......109
Verkeersinformatie .....................109
Volume Stiltefunctie.............................. 101
Volume instellen ......................101