Page 97 of 129
Inleiding97AntidiefstalfunctieHet Infotainmentsysteem is voorzien
van een elektronisch beveiligingssys‐
teem dat het systeem tegen diefstal
beveiligt.
De beveiliging houdt in dat het Info‐
tainmentsysteem alleen in uw auto
werkt en daarom voor een eventuele
dief waardeloos is.
Page 98 of 129
98InleidingOverzicht bedieningselementenBedieningspaneel
Page 99 of 129

Inleiding991X
Indien uitgeschakeld: druk
kort op: inschakelen ............101
Indien ingeschakeld: druk
kort op: systeem
onderdrukken; lang
indrukken: uitschakelen ......101
Draaien: volume
aanpassen .......................... 101
2 BAND
Kort indrukken: wisselen
tussen frequentiebanden ....108
3 TA INFO
Kort indrukken:
verkeersberichten
activeren of deactiveren ......109
Lang indrukken: TA-
instellingen openen .............110
4 Info-Display
5 G
Kort indrukken: menu voor
geluids- en volume-
instellingen openen .............1046 LIST
Radio: kort indrukken:
stationslijst weergeven;
lang indrukken:
stationslijst bijwerken ..........108
Media: kort indrukken:
mappenlijst weergeven;
lang indrukken:
tracklijstopties weergeven ...113
7 ß
Menu: een niveau terug ......103
Invoer: laatste teken of
complete invoer wissen ......122
8 MENU
Kort indrukken:
startpagina weergeven .......103
9 OK
Kort indrukken: instelling
bevestigen of submenu
openen ................................ 103
10 { / }
Radio: kort indrukken:
handmatig station zoeken ...108Media: kort indrukken:
volgend(e) of vorig(e)
map, genre, artiest of
afspeellijst selecteren;
lang indrukken: lijst
doorbladeren ....................... 113
H / I
Radio: kort indrukken:
automatisch station
zoeken voor vorig of
volgend station; lang
indrukken: omhoog of
omlaag zoeken ...................108
Media: kort indrukken:
vorige of volgende track
selecteren; lang
indrukken: vooruit- of
achteruitspoelen .................113
11 USB-poort ........................... 113
12 Voorkeuzetoetsen
Kort indrukken: favorieten
selecteren ........................... 108
Lang indrukken:
radiostations opslaan als
favorieten ............................ 108
Page 100 of 129

100Inleiding13Î
Kort indrukken:
verschillende
weergavemodi doornemen . 101
Lang indrukken: scherm
uitschakelen (terwijl het
geluid actief blijft) ................101
14 SRC q
Kort indrukken: wisselen
tussen audiobronnen ..........108
Lang indrukken:
telefoonmenu openen bij
verbonden telefoon .............122Afstandsbediening op stuurwiel
1 SRC
Audiobron selecteren,
keuze bevestigen met G.... 101
2 ä / å
Volgende/vorige
voorkeursstation
selecteren bij actieve radio . 108
of volgende/vorige track
selecteren bij actieve
mediabronnen .....................113
of volgende/vorige
vermelding in
gesprekslijst/contactenlijst
selecteren als de
telefoonfunctie actief en
de gesprekslijst/
contactenlijst geopend is ....122
Selectie bevestigen met G
3 G
Geselecteerd item bevestigen
Lijsten openen
4 x
Stiltefunctie activeren/
deactiveren ......................... 101
5 À / Á
Omhoog-/omlaagdraaien:
volume verhogen/verlagen
6 v
Telefoongesprek
aannemen ........................... 122
of telefoongesprek afwijzen 122
of gesprekslijst/
contactenlijst openen ..........122
Page 101 of 129

Inleiding1017w
Spraakdoorschakeling
activeren ............................. 118Gebruik
Bedieningselementen Het Infotainmentsysteem is te bedie‐
nen met functietoetsen, navigatiek‐
noppen en op het display weergege‐
ven menu's.
Invoer kan naar keuze plaatsvinden via:
● het bedieningspaneel op het Info‐
tainmentsysteem 3 98
● bedieningsknoppen op het stuur 3 98
Het Infotainmentsysteem in- of
uitschakelen
Druk kortstondig op X. Na het inscha‐
kelen wordt de laatst geselecteerde Infotainmentbron actief.
Let op
Sommige functies van het Infotain‐
mentsysteem werken alleen als het
contact wordt ingeschakeld of de
motor draait.
Druk opnieuw op X om het systeem
uit te schakelen.
Automatisch uitschakelen
Als u het Infotainmentsysteem
inschakelt met een druk X terwijl het
contact uitstaat, schakelt het systeem
na een bepaalde tijd automatisch
weer uit.
Volume instellen Draai m. De actuele instelling
verschijnt op het display.
Wanneer het Infotainmentsysteem
ingeschakeld is, wordt het laatst
geselecteerde volume ingesteld.
Snelheidsafhankelijk volume
Bij activering van snelheidsafhanke‐
lijk volume 3 104 wordt het volume
automatisch afgestemd afhankelijk
van weg- en windgeluiden onderweg.
Stiltefunctie
Druk op x op het stuurwiel om de
audiobronnen te onderdrukken.
Page 102 of 129

102InleidingDruk nogmaals op x om de stilte‐
functie te annuleren.
Weergavemodus wijzigen U beschikt over drie verschillende
weergavemodi:
● volledig scherm
● opgedeeld scherm met tijd- en datumgegevens links op het
scherm
● zwart scherm
Druk herhaaldelijk op Î om te wisse‐
len tussen volledig scherm en opge‐
deeld scherm.
Houd Î ingedrukt om het scherm uit
te schakelen maar de geluidsweer‐
gave te handhaven. Druk nogmaals
op Î om het display opnieuw te acti‐
veren.
Bedieningsstanden
Radio
Druk herhaaldelijk op BAND om te
wisselen tussen de verschillende
frequentiebanden en de frequentie‐
band van uw keuze te selecteren.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de radiofuncties 3 108.
USB-poort
Druk herhaaldelijk op SRCq om te
wisselen tussen de verschillende
audiobronnen en de USB-modus te
selecteren.
Voor een gedetailleerde beschrijving
over het aansluiten en bedienen van
externe apparaten 3 113.
Bluetooth-muziek
Druk herhaaldelijk op SRCq om te
wisselen tussen de verschillende
audiobronnen en de Bluetooth-
muziekmodus te selecteren.
Voor een gedetailleerde beschrijving
over het aansluiten en bedienen van
externe apparaten 3 116.Telefoon
Voordat u de telefoonfunctie kunt
gebruiken moet er een verbinding
met een Bluetooth-apparaat zijn
gemaakt. Voor een gedetailleerde
beschrijving 3 120.
Druk op MENU om de startpagina
weer te geven. Selecteer Telefoon
door op H en I te drukken en druk
vervolgens ter bevestiging op OK.
Het telefoonmenu verschijnt.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de werking van de mobiele tele‐ foon via het Infotainmentsysteem
3 122.
Page 103 of 129
Basisbediening103BasisbedieningBasisbediening.......................... 103
Geluids- en volume-instellingen 104
Systeeminstellingen ...................106Basisbediening
OK-toets
Druk op OK om:
● om de geselecteerde optie te bevestigen of activeren
● om een ingestelde waarde te bevestigen
● om een functie te activeren of deactiveren
● om een menu te openen
ß -toets
Druk op ß om:
● om een menu te verlaten
● van een submenu naar het volgende, hogere menuniveau te
gaanVoorbeelden van de
menubediening
Een optie selecteren
Druk op {, } , H of I om de cursor
(= gekleurde achtergrond) naar de
gewenste optie te verplaatsen.
Druk op OK om de geselecteerde
optie te bevestigen.
Een instelling activeren
Druk op {, } , H of I om de gewen‐
ste instelling te selecteren.
Druk op OK om de instelling te acti‐
veren.
Page 104 of 129

104BasisbedieningEen waarde instellen
Druk op H of I om de actuele waarde
voor de instelling te selecteren.
Druk op OK om de geselecteerde
optie te bevestigen.
Druk op H of I om de gewenste
waarde aan te passen.
Druk op OK om de ingestelde waarde
te bevestigen.
De cursor springt vervolgens naar de
waarde voor de eerstvolgende instel‐ ling. Druk om naar de waarde voor
een andere instelling te springen op
{ , } , H of I. Selecteer na instelling
van alle waarden OK op het display
en druk op OK.
Een instelling aanpassen
Selecteer de gewenste instelling en
druk op OK.
Druk op H of I totdat de instelling
naar wens is aangepast.
Selecteer OK op het display en druk
op OK om de instelling te bevestigen.
Een tekenreeks invoeren
Om een tekenreeks in te voeren,
zoals telefoonnummers:
Druk op H of I om het gewenste
teken te selecteren.
Druk op OK om het geselecteerde
teken te bevestigen.
Het laatste teken in de tekenreeks is
te wissen met Corrigeren op het
display en door op OK te drukken.
Om de positie van de cursor binnen de ingevoerde tekenreeks te wijzigen kunt u de tekenreeks selecteren enop H of I drukken om de cursor in de
gewenste positie te zetten.
Druk om de tekenreeks te bevestigen
op } om OK te kunnen selecteren op
het display en druk vervolgens op
OK .
Geluids- en volume-
instellingen
In het menu Geluids- en volume-
instellingen kunt u de geluidskenmer‐ ken en volume-instellingen aanpas‐
sen.
De instellingen op pagina 1 zijn in te stellen voor elke afzonderlijke audio‐bron. De instellingen op pagina 2
worden gehandhaafd voor alle audi‐
obronnen.
Druk op G om het menu geluids- en
volume-instellingen te openen.