Page 33 of 129

Navigatie33hotel et cetera) wordt de route vanaf
de actuele locatie tot de geselec‐
teerde bestemming berekend.
De routebegeleiding vindt plaats door spraakmeldingen, een richtingspijl en
een meerkleurig kaartscherm.
Opmerkingen
TMC-verkeersinformatiesysteem en dynamische routebegeleiding
Het TMC-verkeersinformatiesysteem ontvangt van de TMC-radiozendersalle actuele verkeersinformatie. Deze informatie wordt gebruikt bij het bere‐kenen van de volledige route. Daarbij
wordt de route zo gepland dat
verkeersknelpunten volgens de
vooraf ingestelde criteria worden
omzeild.
Om de TMC-verkeersinformatie te
kunnen gebruiken, moet het systeem TMC-zenders in de relevante regio
ontvangen.
Kaartgegevens
Alle vereiste kaartgegevens zijn in het
Infotainmentsysteem opgeslagen.Om de kaartnavigatiegegevens bij te werken adviseren we u contact op tenemen met uw Opel Service Partner.
Gebruik Informatie op de kaartweergave Druk op c om de navigatiekaart weer
te geven voor het gebied rond de
actuele locatie.Routebegeleiding niet actief● De kaart wordt weergegeven.
● De actuele locatie wordt aange‐ duid met een pijl.
● De naam van de weg/straat waarop u momenteel rijdt,
verschijnt onder aan de kaart‐
weergave.Routebegeleiding actief
● De kaart wordt weergegeven.
● De actieve route wordt aangeven
met een gekleurde lijn.
● De rijdende auto wordt aangege‐
ven met een pijl voor de rijrich‐
ting.
Page 34 of 129

34Navigatie●De volgende afslag wordt aange‐
geven in een apart veld linksbo‐
ven aan de kaartweergave.
Afhankelijk van de situatie
kunnen ook rookstrookgegevens
of gegevens over de volgende
afslag worden getoond.
● De aankomsttijd en de reste‐ rende afstand tot aan de bestem‐
ming staan rechtsboven aan de
kaartweergave.
Kaartweergave aanpassen
Kaartweergaven
U kunt kiezen uit drie verschillende
kaartweergaven: Noorden boven,
Rijrichting boven en In perspectief .
Druk herhaalde malen op û om van
kaartweergave te wisselen.
Kaartkleuren
Afhankelijk van de hoeveelheid
buitenlicht kan de kleurstelling van
het kaartscherm (lichte kleuren voor overdag en donkere kleuren voor 's
nachts) worden aangepast.
Druk op ø om een menu rechts op het
scherm weer te geven.
Kies herhaalde malen voor
Kaartkleur om te wisselen tussen
lichte en donkere kleuren.
Pictogrammen van POI (nuttige
plaatsen) op de kaart
POI's zijn nuttige plaatsen, zoals
tankstations of parkeerterreinen.
Welke POI-categorieën op de kaart
worden weergegeven, kunt u naar
eigen inzicht aanpassen.
Activeer de gewenste POI-catego‐ rieën. De kaartweergave verandert
overeenkomstig.
Of selecteer POI op kaart om een
menu met diverse POI-categorieën
en -subcategorieën waaruit u kunt
kiezen. Activeer de gewenste POI-
categorieën.
Verkeersvoorvallen
Er worden mogelijk verkeersvoorval‐
len op de kaart aangegeven. Gege‐
vens over dergelijke voorvallen
verschijnen mogelijk in een lijst.
Selecteer Kaart raadpl. om over te
schakelen naar een alternatieve
kaartweergave met nieuwe menu-
opties.
Page 35 of 129

Navigatie35De kaartweergave schakelt over op
de modus Noorden boven en er wordt
mogelijk een groter deel van de route
weergegeven.
Tik op het filepictogram om verkeers‐
voorvallen op de kaart weer te geven. Tik op Ï om een lijst te zien met
gegevens over de verkeersvoorval‐
len.
Als u een ander kaartgedeelte wilt
bekijken:
Tik op õ om het gebied rond de
actuele locatie weer te geven.
Tik op ö om de gehele route weer te
geven.
Tik op ÷ om het gebied rond de
bestemming weer te geven.
Tik op Ù om terug te keren naar het
standaardweergave voor navigatie.Autozoomfunctie
Als de autozoomfunctie geactiveerd
is (er staat AUTO onder de kaart‐
weergave), verandert het zoomni‐ veau automatisch bij het naderen van
een afslag tijdens actieve routebege‐
leiding. Op deze manier hebt u altijd
een goed overzicht van de desbetref‐ fende manoeuvre.
Als de autozoomfunctie gedeacti‐
veerd is, blijft het geselecteerde
zoomniveau hetzelfde gedurende de
gehele routebegeleiding.
Om de functie te activeren of deacti‐
veren:
Selecteer MENU gevolgd door
Instellingen en het tabblad Lay-out
kaart .
Activeer of deactiveer Automatische
instelling van de zoom .
Kaart manipuleren
Zichtbaar kaartgedeelte verschuiven
Plaats uw vinger op een willekeurig
punt op het scherm en beweeg de
vinger in de gewenste richting.
De kaart beweegt mee en er wordt
een nieuwe kaartsectie weergege‐
ven. Er verschijnt een nieuwe knop‐
penbalk.
Page 36 of 129

36Navigatieñ: toont opnieuw het gebied rond de
actuele locatie.
ò : toont het gebied rondom het thuis‐
adres.
ó : toont het gebied rond de bestem‐
ming.
Selecteer Ù om terug te keren naar
het standaardweergave voor naviga‐
tie.
Zichtbaar kaartgedeelte centreren
Tik op de gewenste locatie op het
scherm om de kaart rond de locatie te
centreren.
Bij de desbetreffende locatie
verschijnt d in rood en het bijbeho‐
rende adres wordt op een label weer‐
gegeven.
Handmatig inzoomen
U zoomt in om een specifieke locatie
op de kaart door twee vingers op het
scherm te zetten en ze uit elkaar te
bewegen.
Of tik op < onder de kaartweergave.U zoomt uit en geeft een groter
gebied rond de geselecteerde locatie weer door twee vingers op het
scherm te zetten en ze naar elkaar
toe te bewegen.
Of tik op ] onder de kaartweergave.
Overzicht van de route weergeven Tik op ø, kies Kaart raadpl. en tik
daarna op ö.
De kaartweergave schakelt over op Noorden boven en toont een over‐
zicht van de actuele route.
Tik op Ù om terug te keren naar het
standaardweergave voor navigatie.
Gesproken begeleiding
De routebegeleiding kan worden
ondersteund door gesproken instruc‐
ties van het systeem.
Om de functie te activeren of deacti‐
veren:
Selecteer MENU in het hoofdmenu
navigatie, selecteer Instellingen
gevolgd door het tabblad Vocaal.
Activeer of deactiveer Spraakweergave navigatieberichten
inschakelen .
Navigatie-instellingen
Selecteer MENU in het hoofdmenu
navigatie gevolgd door Instellingen
om het desbetreffende menu weer te
geven met diverse navigatiespeci‐
fieke instellingen.
Page 37 of 129

Navigatie37
Neem de verschillende instellingen
door. Sommige ervan staan hierbo‐ ven beschreven, terwijl andere in de
volgende gedeelten besproken
worden.
Invoer van de bestemming Het navigatiesysteem biedt diverse
opties voor het instellen van een
bestemming met routebegeleiding.
Druk op c om het hoofdmenu navi‐
gatie weer te geven.Een adres op de kaart aanwijzen
Tik op de gewenste locatie op de
kaart. De kaart wordt rondom deze
locatie gecentreerd.
Bij de desbetreffende locatie
verschijnt d in rood en het bijbeho‐
rende adres wordt op een label weer‐ gegeven.
Selecteer û om de routebegeleiding
te starten.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de routebegeleiding 3 41.
Snel een adres of POI zoeken
Selecteer Zoeken…. Er verschijnt
een menu met een lijst met bestem‐
mingen en een toetsenbord.
Selecteer × gevolgd door de gewen‐
ste optie om de zoekopdracht voor
een adres of POI te verfijnen.
Selecteer ù om het toetsenbord te
verbergen en de complete lijst weer
te geven. Selecteer ú om het toet‐
senbord weer te laten verschijnen.
Selecteer het tabblad POI, als u
alleen op POI's (nuttige plaatsen) wilt zoeken.
Page 38 of 129

38NavigatieVoer een adres of zoekterm in. Bij
invoer van tekens wordt een bijpas‐
send adres gezocht en de lijst met
gevonden adressen voortdurend
bijgewerkt.
Kies het gewenste lijstitem.
Afhankelijk van de situatie en uw
selectie, reageert het navigatiesys‐
teem mogelijk anders:
● Als het geselecteerde lijstitem een geldig bestemmingsadres is
en de routebegeleiding is niet
actief:
Het hoofdmenu navigatie
verschijnt opnieuw en de route‐
begeleiding gaat van start.
Voor een gedetailleerde beschrij‐
ving van de routebegeleiding
3 41.
● Als het geselecteerde lijstitem een geldig bestemmingsadres is,maar de routebegeleiding is al
actief:
Er verschijnt een bericht met de vraag of u de oude bestemming
wilt vervangen of het geselec‐
teerde adres wilt toevoegen als
een viapunt voor een rit. Zieverderop voor een gedetailleerde beschrijving van ritten met
viapunten.
Selecteer de gewenste optie.
● Als het navigatiesysteem meer gedetailleerde informatie nodigheeft voor berekening van de
route:
Voer nog een zoekterm in op de
zoekopdracht te verfijnen.
Gedetailleerde adresgegevens
invoeren
Selecteer MENU gevolgd door Adres
invoeren om een toetsenbord te laten
verschijnen voor invoer van het
adres.
Bij invoer van tekens wordt gezocht
op een bijpassend adres. Alle inge‐
voerde extra tekens worden meege‐
nomen tijdens de zoekopdracht en de
lijst met corresponderende adressen
wordt aangepast.
Selecteer het gewenste adres of pas
de ingevoerde tekens aan om een
nieuwe zoekopdracht te starten.
Voer meer tekens van het adres in
totdat u het juiste adres hebt gevon‐
den.
Bevestig de invoer om de routebege‐
leiding naar het desbetreffende adres te starten.
Page 39 of 129

Navigatie39Voor een gedetailleerde beschrijving
van de routebegeleiding 3 41.
Favoriete adressen opslaan
Selecteer ü om een ingevoerd adres
op te slaan.
U kunt het adres bijvoorbeeld opslaan als uw Thuis-adres of als uw Werk-
adres.
Selecteer de gewenste optie, beves‐
tig uw selectie en voer daarna een
naam in voor het adres.
U kunt het opgeslagen vervolgens
eenvoudig selecteren als bestem‐
mingsadres via de bestemmingslijs‐
ten Favorieten of Contacten , zie
onder.
Bestemmingslijsten
Selecteer MENU gevolgd door Mijn
bestemmingen .
Selecteer
Recent om een lijst te zien
met alle recentelijk ingevoerde
bestemmingen.
Selecteer Favorieten om alle bestem‐
mingen weer te geven die eerder zijn
opgeslagen als thuisadres, werk‐
adres of favoriet adres.
Selecteer Contacten om een lijst
weer te geven met de namen en
bijbehorende adressen van eerder
opgeslagen persoonlijke contacten.
Selecteer een lijstvermelding om de
routebegeleiding naar het desbetref‐
fende adres te starten.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de routebegeleiding 3 41.
Nuttige plaatsen
Een nuttige plaats (POI) is een speci‐ ale bestemming, bv. een tankstation,
een parkeerplaats of een restaurant.
Het navigatiesysteem bevat een
groot aantal voorgedefinieerde POI's,
die op de kaart staan aangeduid
(indien geactiveerd, 3 33).
Een POT op de kaart selecteren
Tik op het gewenste POI-pictogram
op de kaart. De kaart wordt rondom
deze locatie gecentreerd.
Tik nogmaals op het pictogram.
Bij de desbetreffende locatie
verschijnt d in rood en het bijbeho‐
rende adres wordt op een label weer‐ gegeven.
Page 40 of 129

40NavigatieSelecteer û om de routebegeleiding
te starten.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de routebegeleiding 3 41.
Lijst met POI's rond een locatie
weergeven
Tik op de gewenste locatie op de
kaart. De kaart wordt rondom deze
locatie gecentreerd.
Bij de desbetreffende locatie
verschijnt d in rood en het bijbeho‐
rende adres wordt op een label weer‐
gegeven.
Houd uw vinger op d.
Er verschijnt een lijst met POI's rond
de locatie.
Selecteer de gewenste POI om de routebegeleiding te starten.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de routebegeleiding 3 41.
POI's zoeken op categorie
Selecteer MENU gevolgd door Points
of interest .
Selecteer een hoofdcategorie voor
POI's, zoals Reizen gevolgd door een
subcategorie zoals Luchthaven. Er
verschijnt een nieuw menu.
Selecteer een zoekgebied zoals
Rondom auto de zoekopdracht te
verfijnen.
Selecteer na afloop van de POI-zoek‐
opdracht de gewenste POI.
Selecteer Adres om POI's rond een
andere locatie te zoeken.
Selecteer Zoeken om POI's te zoeken
aan de hand van een trefwoord (zie
onder).
Zoeken via een trefwoord
Selecteer MENU gevolgd door
Zoeken , voer een trefwoord in zoals
"Station", type of selecteer een
plaatsnaam en bevestig de invoer.
Selecteer na afloop van de POI-zoek‐
opdracht de gewenste POI.
Ritten met viapunten
Een viapunt is een tussenbestem‐
ming die bij het berekenen van een
route tot de eindbestemming moet
worden meegenomen. Om een rit
met viapunten te creëren, kunt u één
of meerdere viapunten toevoegen.
Selecteer of voer de eindbestemming
van uw rit met viapunten in en start de
routebegeleiding.
Selecteer MENU gevolgd door
Route / Etappes tijdens een actieve
routebegeleidingssessie.