Page 41 of 130

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-19
1
2
345
6
7
8
9
10
11
12
modi wordt de veervoorspanning handma-
tig ingesteld. (Zie pagina’s 4-41 en 4-43.)
Voor circuitmodi T-1 en T-2 kunnen de vol-
gende instellingen worden aangepast:
REMONDERSTEUNING: vermindert dui-
ken (inveren van de v oorvork bij remmen)
BOCHTENONDERSTEUNING: vergroot
de demping om chassisfluctuaties te absor-
beren voor een soepel bochtengedrag. Ver-
laag deze instelling voor meer
achterwielgrip.
ACCELERATIEONDERSTEUNING: ver-
mindert squat (inver en van de achterbrug
bij acceleratie)
DEMPING VOOR: vergroot (H) of verkleint
(S) de algemene demping van de voorve-
ring
DEMPING ACHTER: vergroot (H) of ver-
kleint (S) de algemene demping van de
achtervering Voor de wegmodus R-1 kunnen de volgen-
de instellingen worden aangepast:
REMONDERSTEUNING: vermindert dui-
ken (inveren van de voorvork bij remmen)
DEMPING VOOR: vergroot (H) of verkleint
(S) de algemene demping van de voorve-
ring
DEMPING ACHTER: vergroot (H) of ver-
kleint (S) de algemene demping van de
achtervering
OPMERKING
T-1 is een voorinstelling voor circuitge-
bruik met slicks.
T-2 is een voorinstelling voor circuitge-
bruik met wegbanden.
R-1 is een voorinstelling voor wegge-bruik met wegbanden.
Voor de handmatige instelmodi M-1, M-2 en
M-3 kunnen de volgende instellingen wor-
den aangepast:
Fr COM: ingaande demping voor
Fr REB: uitgaande demping voor
Rr COM: ingaande demping achter
Rr REB: uitgaande demping achter
1. Selectievlak voor ERS-modus “SETTING”
2. Remondersteuningsniveau
3. Algemeen dempingsniveau voor
4. Algemeen dempingsniveau achter
5. Door de fabriek ingesteld niveau
6. Niveau-aanpassing
SETTING BRAKE
SUPPORT
FRONT
FIRM REAR
FIRM
12 :
00
YRC Setting
km/hR -
1
H -2
S H
+2
S
T -
1
T -
213 4
2
6
5
1. Selectievlak voor ERS-modus “SETTING”
2. Inveerdempingskracht voor
3. Uitveerdempingskracht voor
4. Inveerdempingskracht achter
5. Uitveerdempingskracht achter
6. Door de fabriek ingesteld niveau
7. Huidige niveau-instelling
12:
00
YRC Setting
km/hM -
1
M -
2
M -
3
Fr COM Rr COM
Fr REB Rr REB
SETTING
18
8 22 22
134 7
5 6
2
BX4-9-D1.book 19 ページ 2018年6月7日 木曜日 午前10時52分
Page 42 of 130

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-20
1
2
34
5
6
7
8
9
10
11
12
OPMERKING
M-1 is een voorinstelling voor circuit-
gebruik met slicks.
M-2 is een voorinstelling voor circuit-
gebruik met wegbanden.
M-3 is een voorinstelling voor wegge-bruik met wegbanden.
Instellingen van ERS-modus aanpassen
1. Selecteer de markering “ ” die zich rechts van ERS bevindt.OPMERKINGHet ERS-instelmenu is verdeeld in automa-
tische en handmatige instelmodi, en de
twee types zijn afzo nderlijk toegankelijk.
Controleer alvorens naar het ERS-instelme-
nu te gaan of de huidige ERS-modus over- eenkomt met het type (automatisch of
handmatig) dat u wilt afstellen.
2. De weergave wisselt naar het instel- scherm voor de betreffende veringsin-
stelling en het ERS-modusselectievak
“SETTING” wordt gemarkeerd. Druk
kort op de wielschakelaar om toegang
te krijgen tot het vak en selecteer dan
de ERS-modus die u wilt aanpassen.
3. Selecteer het veringsitem dat u wilt in-
stellen en draai dan aan de wielscha-
kelaar om het instelniveau te
veranderen.OPMERKINGAlle ERS-modi zijn onafhankelijk, ongeacht
het type, en moeten af zonderlijk worden in-gesteld.
4. Om andere ERS-modi van hetzelfde type aan te passen, herhaalt u de pro-
cedure vanaf stap 1. Om naar een an-
der type te gaan of om af te sluiten,
selecteert u de markering “ ”. U
keert dan terug naar het hoofdmenu
“YRC Setting”. “Lap Time”
Met deze module kunt u de vastgelegde
rondetijdrecord weergeven en verwijderen.
De snelste rondetijd en de gemiddelde ron-
detijd die zijn opgeslagen in het rondetijden-
overzicht worden boven aan het scherm
weergegeven. Gebruik de wielschakelaar
om te schuiven en alle rondetijden te zien.
De drie snelste rond
en worden in zilverkleur
gemarkeerd. Er kunnen maximaal 40 ron-
den worden opgeslagen in het geheugen.
Als er meer dan 40 ronden zijn geregi-
streerd, zullen de oudste ronden (vanaf ron-
de 1) worden overschreven.
Deze module heeft twee opties.
“Display” geeft de rondetijdrecord weer.
1. Naar ERS-menu
YRC
PWRTCS SCS LCS QS
LIF ERS
12:
00
YRC Setting
km/h
QS
A 1
5 2 1
111 1
ON
1
OFF
1
T-
1
4 3 3 22
OFF
2OFF
3
2OFF
OFF
3
2
4
C B
D 1
T-
2
R -
1
M -
1
M -
2
1
1. Naar menu YRC Setting
2. Door de fabriek ingesteld niveau
3. Huidige niveau-instelling
12 :
00
YRC Setting
km/hM -
1
M -
2
M -
3
Fr COM Rr COM
Fr REB Rr REB
SETTING
18
8 22 22
2 3
1
BX4-9-D1.book 20 ページ 2018年6月7日 木曜日 午前10時52分
Page 43 of 130

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-21
1
2
345
6
7
8
9
10
11
12
“Reset” verwijdert de rondetijdrecord.
Gebruik de wielschakelaar om “Display” te
selecteren en de ronderecord weer te ge-
ven.
Recordgegevens van rondetijd terugstellen1. Wanneer “Lap Time” is geselecteerd, worden zowel “Display” als “Reset”
weergegeven.
2. Selecteer “Reset”.
3. Selecteer YES om alle rondetijdgege- vens te verwijderen. (Selecteer NO om
af te sluiten en terug te gaan naar het
vorige scherm zonder de ronderecord
terug te stellen.) “Logging” (modellen met CCU)
Voertuig en rij-informatie kunnen worden
opgenomen (geregistreerd) en deze gege-
vens kunnen worden bekeken met een slim
apparaat (zie “CCU” op pagina 4-39).
Starten en stoppen met registratie
1. Selecteer “Logging” op het scherm
MENU.
1. Snelste ronde
2. Gemiddelde rondetijd
3. Ronderecord
km/h
12 :
00
Reset
Display
Lap Time
LAP 1LAP 2LAP 3LAP 4 FA
STEST / LAP 12
02:54.56
02:55.20
02:56.04
02:56.80 02:34.56
02:53.00
AVERAGE
Lap Time
km/h
GP GPS
12:
00
123
km/h
12 :
00
Reset
Display
Lap Time
km/h
12
:
00
Reset
Display
Lap Time
NO
Reset ?Lap Time
YES
km/h
GPGPS
12:
00
YRC Setting
Lap TimeLogging
Maintenance
Unit
Display ModeMENU
km/h
GPS
12
:
00
BX4-9-D1.book 21 ページ 2018年6月7日 木曜日 午前10時52分
Page 44 of 130

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-22
1
2
34
5
6
7
8
9
10
11
12
OPMERKINGAls geen CCU is geïnstalleerd, kan de mo-dule “Logging” niet worden geselecteerd. 2. Selecteer START om te beginnen met registratie.
3. Als u de “Logging”-functie wilt stoppen, selecteert u STOP of zet u de machine
uit. “Maintenance”
Met deze module kunt u de afgelegde af-
stand tussen motorolieverversingen regi-
streren (gebruik het it
em OIL) en voor twee
andere items naar keuze (gebruik INTER-
VAL 1 en INTERVAL 2).
Een onderhoudsitem terugstellen
1. Selecteer “Maintenance” op het
scherm MENU.
2. Selecteer het item dat u wilt terugstel- len. 3. Druk lang op de wielschakelaar om het
item terug te stellen.
OPMERKINGNamen van onderhoudsitems kunnen nietworden gewijzigd.
“Unit”
Met deze module kunt u de weergave wis-
selen tussen kilometers en mijlen.
1. Registratie-indicator
STOP
STARTLogging
km/h
12
:
00
GPS
1
STOP
STARTLogging
km/h
12
:
00
GPS
YRC Setting
Lap TimeLogging
Maintenance
Unit
Display ModeMENU
km/h
GPS
12
:
00
INTERVAL 2 OIL
INTERVAL 1
123456 km
123456 km
123456 km
Maintenance
km/h
GPS
12 :
00
INTERVAL 2 OIL
INTERVAL 1
0 km
123456 km
123456 km
Maintenance
km/h
GPS
12 :
00
BX4-9-D1.book 22 ページ 2018年6月7日 木曜日 午前10時52分
Page 45 of 130

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-23
1
2
345
6
7
8
9
10
11
12
Bij gebruik van kilometers kunnen de een-
heden voor brandstofverbruik worden ge-
wisseld tussen km/L of L/100km. Bij gebruik
van mijlen is MPG beschikbaar.
Instellen van eenheden voor afstand ofbrandstofverbruik1. Selecteer “Unit” op het scherm MENU.
2. “km or mile” en “km/L or L/100km” wor- den weergegeven. 3. Selecteer het eenheidsitem voor af-
stand of verbruik dat u wilt aanpassen.
4. Selecteer de eenheden die u wilt ge- bruiken.
5. Selecteer het dri ehoekssymbool om af
te sluiten.
“Wallpaper”
Met deze module kunt u voor de STREET
MODE en TRACK MODE de achtergrond- kleuren van de weergave afzonderlijk instel-
len op zwart of wit, voor zowel dag- als
nacht-instellingen. Een fotosensor op het
instrumentenpaneel detecteert de lichtom-
standigheden en wijzigt automatisch de
weergave van dag- naar
nachtinstelling. De
fotosensor controleert ook een subtiele, au-
tomatische heldherheidsaanpassing binnen
de dag- en nachtmodi als aanpassing op
het omgevingslicht.
Achtergrond instellen
1. Selecteer “Wallpaper” op het scherm
MENU.
YRC Setting
Lap TimeLogging
Maintenance
Unit
Display ModeMENU
km/h
GPS
12
:
00
km/L or L/100km km/Lkm or mile km
Unit
km/h
GP GPS
12:
00
km/L or L/100km km/Lkm or mile km
Unit
km/h
GP GPS
12:
00
km/L or L/100km km/Lkm or mile km
Unit
km/h
GP GPS
12:
00
1. Lichtsensor
1
BX4-9-D1.book 23 ページ 2018年6月7日 木曜日 午前10時52分
Page 46 of 130

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-24
1
2
34
5
6
7
8
9
10
11
12
2. Selecteer de modus die u wilt aanpas- sen (selecteer DAY voor de weerga-
ve-instellingen voor overdag of NIGHT
voor de weergave-instellingen bij
nacht).
3. Selecteer de achtergrondkleur (selec- teer BLACK voor een zwarte achter-
grond of WHITE voor een witte
achtergrond).
4. Selecteer het driehoekssymbool om af te sluiten.
5. Herhaal de procedure vanaf stap 2 om
een andere achtergrondkleur in te stel-
len of selecteer het driehoeksymbool
om deze module af te sluiten.
“Shift indicator”
De schakelindicatormodule bevat de vol-
gende modules. Instellingswijzigingen aanbrengen
1. Selecteer “Shift IND Setting”.
2. Selecteer “IND Mode”.
GPGPS
TRACK MODE (day)
STREET MODE (night)
TRACK MODE (night) Wallpaper
STREET MODE (day)
km/h
12 :
00
WHITEBLACK
Wallpaper
STREET MODE (day)
km/h
GP GPS
12 :
00
Module Beschrijving
Stel het
schakelindicatorpatroon in
op “ON”, “Flash”, of “OFF”
en pas aan bij hoeveel tpm
de indicator aangaat of
uitgaat.
Pas de helderheid van de
schakelindicator aan.
GP GPS
TRACK MODE (day)
STREET MODE (night)
TRACK MODE (night) Wallpaper
STREET MODE (day)
km/h
12 :
00
Shift IND
SettingShift IND
Brightness
Stel de kleurenweergave
van de toerenteller in op
“ON” of “OFF” en pas aan
bij hoeveel tpm de
toerenteller groen of oranje
wordt.
Stel de peak rev-indicator
van de toerenteller in op
“ON” of “OFF”.
Tach IND SettingPeak Rev IND Setting
GP GPS
Tach IND Setting
Shift IND Brightness
Peak Rev IND Setting Shift Indicator
Shift IND Setting
km/h
12 :
00
BX4-9-D1.book 24 ページ 2018年6月7日 木曜日 午前10時52分
Page 47 of 130

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-25
1
2
345
6
7
8
9
10
11
12
3. Selecteer “ON” v oor een constante in-
dicatorverlichting, “OFF” om de indica-
tor uit te schakelen of “Flash” om de
schakelindicator te laten knipperen
wanneer de activeringsdrempel voor
de indicator is bereikt.
4. Selecteer “IND Start”. 5. Draai de wielschakelaar om het toe-
rental in te stellen waarbij de scha-
kelindicator gaat branden. “IND Start”
operationeel bereik is 8000–14800
tpm.
6. Selecteer “IND Stop” en draai vervol- gens de wielschakelaar om het toeren-
tal in te stellen waarbij de
schakelindicator dooft. “IND Stop”
operationeel bereik is 8500–15000
tpm.
OPMERKINGHet blauwe gebied op de toerenteller geeft
het huidige ingestelde bereik aan van deschakelindicatorverlichting.
“Shift IND Brightness”
De schakelindicatorverlichting heeft zes
helderheidsniveaus.
Selecteer “Shift IND Brightness”, gebruik
vervolgens de wielschakelaar om de instel-
ling aan te passen. Druk kort op de wiel-
schakelaar om de inst elling te bevestigen
en af te sluiten.
Shift Indicator
km/h
x 1000 r/min
GPS
12 :
00
Shift IND Setting
IND Mode
IND Start
IND Stop ON
10000
r/min
15000
r/min
Shift Indicator
km/h
x 1000 r/min
GPS
12 :
00
Shift IND Setting
IND Mode
IND Start
IND Stop ON
10000
r/min
15000
r/min
Shift Indicator
km/h
x 1000 r/min
GPS
12 :
00
Shift IND Setting
IND Mode
IND Start
IND Stop ON
10000
r/min
15000
r/min
Shift Indicator
km/h
x 1000 r/min
GPS
12 :
00
Shift IND Setting
IND Mode
IND Start
IND Stop ON
10000
r/min
15000
r/min
GP GPS
Tach IND Setting
Shift IND Brightness
Peak Rev IND Setting Shift Indicator
Shift IND Setting
km/h
12 :
00
BX4-9-D1.book 25 ページ 2018年6月7日 木曜日 午前10時52分
Page 48 of 130

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-26
1
2
34
5
6
7
8
9
10
11
12
“Tach IND Setting”
Met deze module kunt u de kleurenweerga-
ve van de toerenteller in- of uitschakelen.
Indien uitgeschakeld, zal de toerenteller alle
tpm-niveaus onder de rode zone weerge-
ven in zwart of wit (afhankelijk van de instel-
lingen voor de achtergrond). Indien
ingeschakeld, kunnen de midden- en mid-
den-tot-hoge tpm-zones worden ingesteld
om in de kleuren groen en vervolgens oran-
je te worden weergegeven. 1. Selecteer “Tach IND Setting”.
2. Selecteer “IND Mode”.3. Selecteer ON om de kleurenweerga-
vemodus van de toerenteller in te
schakelen (of selecteer OFF om deze
functie uit te schakelen).
4. Selecteer “Tach IND 1st” om de tpm voor het begin van de groene zone in
te stellen.
5. Stel de tpm voor het begin in door de wielschakelaar te draaien en vervol-
gens kort in te drukken. Alle tpm boven
Shift Indicator
Shift IND Brightness
km/h
GPS
12 :
00
3
GPGPS
Tach IND Setting
Shift IND Brightness
Peak Rev IND Setting Shift Indicator
Shift IND Setting
km/h
12 :
00
Shift Indicator
km/h
x 1000 r/min
GPS
12 :
00
Tach IND Setting
IND Mode ON
8000
r/min
11000
r/min
Tach IND 1st
Tach IND 2nd
Shift Indicator
km/h
x 1000 r/min
GPS
12 :
00
Tach IND Setting
IND Mode ON
8000
r/min
11000
r/min
Tach IND 1st
Tach IND 2ndShift Indicator
km/h
x 1000 r/min
GPS
12 :
00
Tach IND Setting
IND Mode ON
8000
r/min
11000
r/min
Tach IND 1st
Tach IND 2nd
BX4-9-D1.book 26 ページ 2018年6月7日 木曜日 午前10時52分