Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-8
1
2
34
5
6
7
8
9
10
11
12
Als de motor oververhit raakt, wordt
het waarschuwingspictogram koel-
vloeistoftemperatuur weergegeven.
Laat de motor afkoelen. Controleer
het koelvloeistofniveau (zie pagina
7-38).
Als de motoroliedruk laag is, wordt
het waarschuwingspictogram olie-
druk weergegeven. Controleer het
olieniveau (zie pagina 7-13).
Als het waarschuwingslampje blijft
branden nadat de motor is afge-
koeld en het olieniveau in orde is
bevonden, laat dan een Yamaha
dealer de machine controleren. Rijdniet verder met de machine!
DAU83700
Waarschuwingslampje hulpsystemen
“”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
er een probleem wordt gedetecteerd in een
niet-motorgerelateerd systeem. OPMERKINGAls de machine wordt ingeschakeld, moet
dit lampje enkele seconden oplichten en
dan uitgaan. Laat als dit niet het geval is demachine nakijken door een Yamaha dealer.
DAU79283
WeergaveDe weergave heeft twee verschillende
weergavemodi voor het hoofdscherm:
STREET MODE en TRACK MODE. De
meeste functies zijn zichtbaar in beide mo-
di, maar er is een klein verschil in indeling.
De volgende items kunnen op de weergave
worden gevonden.
Snelheidsmeter
Toerenteller
Informatieweergave
Aanduiding ingeschakelde versnelling
Drukindicator voorrem
Acceleratie-indicator
YRC-instellingsweergave MODE/
PWR/TCS/SCS
YRC-instellingsweergave LCS/QS/LIF
ERS-indicator (YZF-R1M)
GPS-indicator (modellen met CCU)
Klok
Hold-indicator voor toerenpiek
Rondetimer
Diverse waarschuwingspictogrammen
Waarschuwing foutmodus “Err”
OPMERKINGDit model is voorzien van een TFT-LCD
(thin film transistor liquid crystal display)
voor een goede contrastwerking en lees-
baarheid onder uiteenlopende omstandig-
heden. Door de aard van deze technologie is het normaal dat een klein aantal pixels in-
actief is.
STREET MODE1. YRC-items LCS/QS/LIF
2. Snelheidsmeter
3. GPS-indicator (modellen met CCU)
4. Indicator registratie (modellen met CCU)
5. Klok
6. Indicator piektoerental
7. Indicator voorremdruk
8. Acceleratie-indicator
9. Aanduiding ingeschakelde versnelling
10.ERS-indicator (YZF-R1M)
11.YRC-items MODE/PWR/TCS/SCS
12.Informatieweergave
13.Toerenteller
1
y2
GPS
N
LCS
QS
LIF
ODO
123456
km
TRIP-1
1234.5
km
km/h
·1000 r/min
12 :
00
PWR
1
TCS
2
SCS
3
T -
1
MODE -
A
6
11 978
3
1
10
25
4
13
12
BX4-9-D1.book 8 ページ 2018年6月7日 木曜日 午前10時52分
Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-12
1
2
34
5
6
7
8
9
10
11
12
chine nakijken door een Yamaha dea-ler.
GPS-indicator “ ”
(modellen met CCU)
Dit pictogram wordt weergegeven wanneer
er een GPS-eenheid wordt gesynchroni-
seerd met uw machine.
Datalogger-indicator “ ”
(modellen met CCU)
Dit pictogram wordt weergegeven wanneer
voertuiggegevens worden opgenomen met
de registratiefunctie.
Klok
De klok maakt gebruik van een 12-uursy-
steem.
Rondetimer
Deze stopwatchfunctie meet en registreert
tot maximaal veertig ronden. Op het hoofd-
scherm geeft de rondetimer de huidige ron-
detijd en het rondenummer weer
(aangegeven door het LAP-symbool). Ge-
bruik de Pass/LAP-schakelaar om rondetij-
den te markeren. Wanneer een ronde is
voltooid, geeft de rondetimer gedurende vijf
seconden de laatste ro ndetijd weer (gemar-
keeerd door de LATEST-indicator). De rondetimer gebruiken
1. Druk kort op de wielschakelaar. Het
item op de informatieweergave zal ge-
durende vijf seconden knipperen.
2. Draai terwijl het item op de informatie-
weergave knippert de wielschakelaar
omhoog. De rondetimer knippert ge-
durende vijf seconden.
3. Druk terwijl de r ondetimer knippert
lang op de wielschakelaar om de ron-
detimer te activeren of te stoppen.
4. Druk terwijl de rondetimer is geacti- veerd op de schakelaar Pass/LAP om
de rondetimer te starten.
OPMERKING
De rondetimer kan alleen worden ge-
bruikt als de motor draait.
Stel de informatieweergave in op FAS-
TEST of AVERAGE voor aanvullende
rondetijdinformatie.
De rondetimer stopt automatisch als
het scherm MENU wordt geopend.
Als de rondetimer wordt gestopt, wordt
de tijd van de huidige ronde niet opge-
nomen.
De rondetijdrecord kan worden weer-
gegeven en teruggesteld op hetscherm MENU.
GPS
1. Rondetijd
2. Indicator voor laatste rondetijd “LATEST”
3. Item van informatiedisplay
4. Rondenummer
QS
LIF
N
12GPS
12 34
LAP 01
ODO
km
123456
MODE -
A
LCS
QS
LIF
LATEST
·1000 r/min
12
:
00
km/h
123
PWR
1
TCS
2
SCS
3
T -
1
km/h
123
GEAR
4
3
12
BX4-9-D1.book 12 ページ 2018年6月7日 木曜日 午前10時52分
Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-13
1
2
345
6
7
8
9
10
11
12
Waarschuwingspictogrammen
Als een fout wordt gedetecteerd, worden de
volgende foutgerelateerde waarschu-
wingspictogrammen weergegeven.
Waarschuwingspicto gram SCU-storing
“” (YZF-R1M)
Dit pictogram verschijnt als er een probleem
wordt gedetecteerd in de voor- of achterve-
ring.
Waarschuwing hulpsysteem “ ”
Dit pictogram verschijnt als er een probleem
wordt gedetecteerd in een niet-motorgere- lateerd systeem.
Waarschuwingslampje
koelvloeistof-
temperatuur “ ”
Dit pictogram verschijnt als de koelvloeistof-
temperatuur oploopt tot 117 C (242 F) of
hoger. Stop de machine en schakel de mo-
tor uit. Laat de motor afkoelen.
LET OP
DCA10022
Laat de motor niet draaien terwijl dezeoververhit is.
Waarschuwingslampje oliedruk “ ”
Dit pictogram verschijnt als de motorolie-
druk laag is. Als het contactslot de eerste
keer in de stand ON wordt gezet, moet nog
oliedruk worden opgebouwd. Daarom wordt
dit pictogram weergegeven totdat de motor
is gestart. LET OP
DCA21210
Als het waarschuwingslampje gaat bran-
den terwijl de motor draait, zet de motor
dan onmiddellijk uit en controleer het
olieniveau. Als het olieniveau beneden
het minimumniveau staat, vul dan vol-
doende olie van de aanbevolen soort bij
tot het correcte niveau. Als het waar-
schuwingslampje oliedruk blijft branden terwijl het olieniveau in orde is, zet dan
onmiddellijk de motor af en laat het voer-
tuig controleren door een Yamaha-dea-
ler.
Waarschuwing foutmodus “Err”
Als zich een interne fout voordoet (bijv. uit-
val van de communicatie met een systeem-
regelaar), verschijnt de waarschuwing
foutmodus als volgt.
“Err” en “ ” duiden op een ECU-fout.
“Err” en “ ” duiden op een SCU-fout.
“Err” duidt alleen op een HCU-fout (hydrau-
lische regeleenheid).OPMERKINGAfhankelijk van de aard van de fout werkt
het display mogelijk niet goed, waardoor het
onmogelijk kan zijn om
de YRC-instellingen
te wijzigen. Daarnaast werken het ABS- en
UBS-systeem mogelijk niet goed. Wees ex-
tra voorzichtig bij het remmen en vraag on-
middellijk een Yamaha-dealer om demachine na te kijken.
1. Waarschuwingslampje SCU “ ”
2. Waarschuwing hulpsysteem “ ”
3. Waarschuwingslampje koelvloeistoftemperatuur “ ”
4. Waarschuwingslampje oliedruk “ ”
5. Waarschuwingslampje foutmodus “Err”
QS
LIF
GPS
LCS
QS
LIF
·1000 r/min
12 :
00
4
12
5
3
Err
BX4-9-D1.book 13 ページ 2018年6月7日 木曜日 午前10時52分
Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-14
1
2
34
5
6
7
8
9
10
11
12
DAU79294
Scherm MENU Het scherm MENU bevat de volgende in-
stellingsmodules. Selecteer een module om
gerelateerde instellingswijzigingen aan te
brengen. Alhoewel sommige instellingen
kunnen worden gewijzigd of teruggesteld
via het hoofdscherm, biedt het scherm
MENU toegang tot alle weergave- en bedie-
ningsinstellingen. Toegang en gebruik van MENU
De volgende bedieningen van de wielscha-
kelaar zijn algemene bedieningen voor toe-
gang, selectie en verplaatsing binnen het
scherm MENU en de bijbehorende modu-
les.
Lang indrukken - houd de wielschakelaar
gedurende een seconde ingedrukt om toe-
gang te krijgen tot het scherm MENU of om
het scherm MENU volledig af te sluiten.Selecteren
- draai de wielschakelaar om-
hoog of omlaag om de gewenste module of
het gewenste instellingsitem te markeren
en druk vervolgens kort op de wielschake-
laar (druk de wielschakelaar kort in) om de
selectie te bevestigen.
Driehoekssymbool - bepaalde instellings-
schermen bevatten een item met een naar
boven of naar beneden wijzend driehoeks-
symbool. Selecteer het driehoekssymbool
om dat scherm af te sluiten en een scherm
terug te gaan (of druk langer op de wiel-
schakelaar om MENU volledig af te sluiten).
OPMERKINGAls er machinebeweging wordt gedetec-
teerd, zal het sche rm automatisch MENUafsluiten en naar het hoofdscherm gaan.
“Display Mode”
Er zijn twee weergavemodi voor het hoofd-
scherm, STREET MODE en TRACK MO-
DE.
Instellen van de weergavemodus voor hethoofdscherm1. Druk lang op de wielschakelaar om het
scherm MENU weer te geven.
Module Beschrijving
Schakel de weergave van
het hoofdscherm tussen
street mode en track
mode.
YRC-instellingen (alle
modellen) en
ERS-instellingen
(YZF-R1M) aanpassen.
Rondetijden weergeven en
terugstellen.
YRC Setting
Lap TimeLogging
Maintenance
Unit
Display ModeMENU
km/h
GPS
12
:
00
Display ModeYRC SettingL ap Time
Schakel de
registratiefunctie voor
machine-informatie in/uit
(modellen met CCU).
Geef drie intervallen voor
het onderhoudsitem weer
en stel deze terug.
Stel brandstofverbruik en
afstandseenheden in.
Stel achtergrondkleuren in.
Schakel de
schakelindicator in/uit en
pas de instellingen van de
toerenteller aan.
Stel de items in voor het
multifunctionele
weergavevenster.
Pas de helderheid van het
scherm aan.
Pas de klok aan.
Zet alle instellingen terug
naar fabrieksinstellingen.
LoggingMaintenance
Unit
WallpaperShift IndicatorDisplay SettingBrightnessCloc
k
All Reset
BX4-9-D1.book 14 ページ 2018年6月7日 木曜日 午前10時52分
Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-15
1
2
345
6
7
8
9
10
11
12
2. Selecteer “Display Mode”.
3. Selecteer STREET MODE of TRACK MODE (of selecteer het driehoeksym-
bool om af te sluiten). 4. Druk lang op de wielschakelaar om het
scherm MENU af te sluiten of gebruik
de wielschakelaar om een andere mo-
dule te selecteren.
“YRC Setting”
Met deze module kunt u de vier YRC-modi
MODE-A, MODE-B, MODE-C en MODE-D
op maat instellen door de instellingsniveaus
(of eventueel de aan/uitstatus) van de
YRC-items PWR, TCS, SCS, LCS, QSS en
LIF aan te passen. Voor YZF-R1M kunt u
de aan elke YRC-modus gekoppelde
ERS-modus selecteren en tevens de instel-
lingsniveaus van de ERS-modi aanpassen.
OPMERKING
TCS heeft 9 instellingsniveaus en ERS
heeft 6 modi.
Wanneer er meer selecties (instel-
lingsniveaus of modi) beschikbaar zijn dan in één keer op het scherm kunnen
worden weergegeven, verschijnt een
schuifbalk om aan te geven dat er ex-
tra selecties beschikbaar zijn door te
schuiven.
PWR
Selecteer PWR-1 voor de meest agressie-
ve gasrespons, PWR-2 en PWR-3 voor een
soepelere gasgreep/motorrespons en ge-
bruik PWR-4 op regenachtige dagen of
wanneer u minder motorvermogen wenst.
YRC Setting
Lap TimeLogging
Maintenance
Unit
Display ModeMENU
km/h
GPS
12
:
00
YRC Setting
Lap TimeLogging
Maintenance
Unit
Display ModeMENU
km/h
GPS
12
:
00
km/h
12 :
00
TRACK MODE
STREET MODE
Display Mode
1. PWR 1
2. PWR 2
3. PWR 3
4. PWR 4
5. Gasklepopening
6. Bediening gasgreep
5
64
3 2
1
BX4-9-D1.book 15 ページ 2018年6月7日 木曜日 午前10時52分
Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-17
1
2
345
6
7
8
9
10
11
12
laar), wordt de LCS-indicator wit.OPMERKINGLCS werkt samen met het LIF-systeem. Als
LIF is uitgeschakeld, kan LCS niet wordengebruikt.
QSS
Het snelschakelsysteem is verdeeld in de
secties QS (opschakelen) en QS (te-
rugschakelen). QS en QS zijn niet
gekoppeld en kunnen onafhankelijk van el-
kaar worden in- of uitgeschakeld.
QS kan worden ingesteld op 1, 2 of
OFF. Instelniveau 1 is ontworpen voor
maximale acceleratie, terwijl instelniveau 2
is ontworpen voor s oepel schakelgedrag bij
lagere toerentallen tot halfgas. In de stand
OFF wordt de betreffende op- of terugscha-
kelfunctie uitgeschakeld. In dat geval moet
bij schakelen in die richting de koppelings-
hendel worden gebruikt.OPMERKING
Stel QS in op 1 voor sportief rijden
of circuitgebruik.
Stel QS in op 2 voor toeren ofstadsverkeer.
LIF
LIF kan worden ingesteld op 1, 2, 3 of OFF. Instellingsniveau 3 vermindert het sterkst
het omhoog komen van het wiel en instel-
lingsniveau 1 oefent de minste systeemin-
terventie uit. OFF schakelt LIF uit en LCS
wordt gedeactiveerd vo
or de geselecteerde
YRC-modus.
Een YRC-modus op maat instellen of een
YRC-item aanpassen1. Selecteer “YRC Setting” op het scherm MENU. 2. Het scherm “YRC Setting” wordt weer-
gegeven en het vak voor YRC-modus
“YRC” wordt gemarkeerd. Druk kort op
de wielschakelaar om toegang te krij-
gen tot het vak en selecteer vervol-
gens de YRC-modus A, B, C, D die u
wilt aanpassen.1. Systeeminterventie
2. Wiellift
1 3
2
1
LIF
2
YRC SettingLap TimeLogging
Maintenance
Unit
Display ModeMENU
km/h
GPS
12
:
00
BX4-9-D1.book 17 ページ 2018年6月7日 木曜日 午前10時52分
Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-20
1
2
34
5
6
7
8
9
10
11
12
OPMERKING
M-1 is een voorinstelling voor circuit-
gebruik met slicks.
M-2 is een voorinstelling voor circuit-
gebruik met wegbanden.
M-3 is een voorinstelling voor wegge-bruik met wegbanden.
Instellingen van ERS-modus aanpassen
1. Selecteer de markering “ ” die zich rechts van ERS bevindt.OPMERKINGHet ERS-instelmenu is verdeeld in automa-
tische en handmatige instelmodi, en de
twee types zijn afzo nderlijk toegankelijk.
Controleer alvorens naar het ERS-instelme-
nu te gaan of de huidige ERS-modus over- eenkomt met het type (automatisch of
handmatig) dat u wilt afstellen.
2. De weergave wisselt naar het instel- scherm voor de betreffende veringsin-
stelling en het ERS-modusselectievak
“SETTING” wordt gemarkeerd. Druk
kort op de wielschakelaar om toegang
te krijgen tot het vak en selecteer dan
de ERS-modus die u wilt aanpassen.
3. Selecteer het veringsitem dat u wilt in-
stellen en draai dan aan de wielscha-
kelaar om het instelniveau te
veranderen.OPMERKINGAlle ERS-modi zijn onafhankelijk, ongeacht
het type, en moeten af zonderlijk worden in-gesteld.
4. Om andere ERS-modi van hetzelfde type aan te passen, herhaalt u de pro-
cedure vanaf stap 1. Om naar een an-
der type te gaan of om af te sluiten,
selecteert u de markering “ ”. U
keert dan terug naar het hoofdmenu
“YRC Setting”. “Lap Time”
Met deze module kunt u de vastgelegde
rondetijdrecord weergeven en verwijderen.
De snelste rondetijd en de gemiddelde ron-
detijd die zijn opgeslagen in het rondetijden-
overzicht worden boven aan het scherm
weergegeven. Gebruik de wielschakelaar
om te schuiven en alle rondetijden te zien.
De drie snelste rond
en worden in zilverkleur
gemarkeerd. Er kunnen maximaal 40 ron-
den worden opgeslagen in het geheugen.
Als er meer dan 40 ronden zijn geregi-
streerd, zullen de oudste ronden (vanaf ron-
de 1) worden overschreven.
Deze module heeft twee opties.
“Display” geeft de rondetijdrecord weer.
1. Naar ERS-menu
YRC
PWRTCS SCS LCS QS
LIF ERS
12:
00
YRC Setting
km/h
QS
A 1
5 2 1
111 1
ON
1
OFF
1
T-
1
4 3 3 22
OFF
2OFF
3
2OFF
OFF
3
2
4
C B
D 1
T-
2
R -
1
M -
1
M -
2
1
1. Naar menu YRC Setting
2. Door de fabriek ingesteld niveau
3. Huidige niveau-instelling
12 :
00
YRC Setting
km/hM -
1
M -
2
M -
3
Fr COM Rr COM
Fr REB Rr REB
SETTING
18
8 22 22
2 3
1
BX4-9-D1.book 20 ページ 2018年6月7日 木曜日 午前10時52分
Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-21
1
2
345
6
7
8
9
10
11
12
“Reset” verwijdert de rondetijdrecord.
Gebruik de wielschakelaar om “Display” te
selecteren en de ronderecord weer te ge-
ven.
Recordgegevens van rondetijd terugstellen1. Wanneer “Lap Time” is geselecteerd, worden zowel “Display” als “Reset”
weergegeven.
2. Selecteer “Reset”.
3. Selecteer YES om alle rondetijdgege- vens te verwijderen. (Selecteer NO om
af te sluiten en terug te gaan naar het
vorige scherm zonder de ronderecord
terug te stellen.) “Logging” (modellen met CCU)
Voertuig en rij-informatie kunnen worden
opgenomen (geregistreerd) en deze gege-
vens kunnen worden bekeken met een slim
apparaat (zie “CCU” op pagina 4-39).
Starten en stoppen met registratie
1. Selecteer “Logging” op het scherm
MENU.
1. Snelste ronde
2. Gemiddelde rondetijd
3. Ronderecord
km/h
12 :
00
Reset
Display
Lap Time
LAP 1LAP 2LAP 3LAP 4 FA
STEST / LAP 12
02:54.56
02:55.20
02:56.04
02:56.80 02:34.56
02:53.00
AVERAGE
Lap Time
km/h
GP GPS
12:
00
123
km/h
12 :
00
Reset
Display
Lap Time
km/h
12
:
00
Reset
Display
Lap Time
NO
Reset ?Lap Time
YES
km/h
GPGPS
12:
00
YRC Setting
Lap TimeLogging
Maintenance
Unit
Display ModeMENU
km/h
GPS
12
:
00
BX4-9-D1.book 21 ページ 2018年6月7日 木曜日 午前10時52分