Page 289 of 504

289
ProaceVerso_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2016
F Sluit de stekker van de compressor weer
aan op de 12V-aansluiting in de auto.
F Start de motor opnieuw en laat de motor
draaien. F
Breng de band met behulp van de
compressor op de voorgeschreven
spanning (spanning verhogen:
schakelaar B in stand "I" ; spanning
verlagen: schakelaar B in stand "O"
en knop C indrukken), zoals vermeld
op de bandenspanningssticker in de
portieropening aan bestuurderszijde.
Een dalende bandenspanning geeft aan
dat het gat niet volledig is gedicht. Neem
voor hulp contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
F Ver wijder de set en berg deze op.
F Rijd niet harder dan 80 km/h en niet verder
dan 200 km.
Ga zo snel mogelijk naar een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Vergeet niet de technicus te vertellen dat u
de set hebt gebruikt. Na nadere inspectie
kan de technicus u vertellen of de band
gerepareerd kan worden of moet worden
vervangen.
Uitnemen van de flacon
F Berg de zwarte slang op.F Neem het gebogen aansluitstuk van de witte slang los.F Houd de compressor rechtop.
Let op dat er geen afdichtmiddel uit de
flacon stroomt.
De uiterste gebruiksdatum staat op de
patroon vermeld.
De patroon met afdichtmiddel kan slechts
één keer gebruikt worden en moet
daarna worden vervangen, ook als hij niet
leeg is.
Werp de patroon na gebruik niet weg,
maar lever deze in bij het Toyota-netwerk
of een officieel inzamelpunt.
Vergeet niet om een nieuw patroon met
bandenreparatievloeistof aan te schaffen.
Dit is verkrijgbaar bij een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
F
Draai de flacon aan de onderzijde los.
8
Storingen verhelpen
Page 290 of 504

290
ProaceVerso_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2016
Controle / aanpassen
bandenspanning
U kunt de compressor, zonder inspuiting
van het afdichtmiddel, ook gebruiken om uw
bandenspanning te controleren of uw banden
op spanning te brengen.F Draai de schakelaar A in de stand
"Op spanning brengen". F
Sluit de stekker van de compressor aan op
de 12V-aansluiting van de auto.
F Start de auto en laat de motor draaien.
F Breng de band op spanning met behulp
van de compressor (op spanning brengen:
schakelaar B in stand "I" ; leeg laten lopen:
schakelaar B in stand "O" en druk op de
knop C ), zoals staat aangegeven op de
bandenspanningssticker van de auto.
F Ver wijder de set en berg deze op.
Wanneer de bandenspanning van een
of meer banden is aangepast, moet het
bandenspanningswaarschuwingssysteem
opnieuw worden geïnitialiseerd.
Zie het desbetreffende hoofdstuk
voor meer informatie over het
bandenspanningswaarschuwingssysteem
(TPWS).
F Rol de zwarte slang H volledig uit.
F Sluit de zwarte slang aan op het ventiel van
de band.
Storingen verhelpen
Page 291 of 504

291
ProaceVerso_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2016
Wiel verwisselen
Het gereedschap bevindt zich in een
gereedschapskist.
Toegang tot het gereedschap
1. Wielsleutel.
Hiermee kunnen de wielbouten worden
ver wijderd en kan de krik worden uit- en
ingedraaid.
2. Krik.
Hiermee kan de auto worden opgekrikt.
3. Gereedschap voor het verwijderen van sier-/
wieldoppen.
Hiermee kunnen, indien aanwezig, de sierdoppen
van de wielbouten van een lichtmetalen velg of de
wieldop van een stalen velg worden ver wijderd.
4. Dop voor het verwijderen van slotbouten.
Hiermee kunnen met behulp van de wielsleutel
de speciale slotbouten worden verwijderd.
5. Sleepoog.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over slepen .
De krik mag uitsluitend worden gebruikt
voor het ver wisselen van een wiel met
een beschadigde band.
De krik is onderhoudsvrij.
De krik voldoet aan de Europese
regelgeving zoals deze is vastgelegd in
de Richtlijn 2006/42/EG over machines.
Beschikbaar gereedschap
Dit gereedschap is specifiek voor uw auto en
kan, afhankelijk van de uitvoering van uw auto,
verschillen. Gebruik het niet voor andere doeleinden.
Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over de
gereedschapskist .
8
Storingen verhelpen
Page 292 of 504

292
ProaceVerso_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2016
F Het reservewiel is bereikbaar vanaf de
achterzijde van de auto.
F Open de achterdeuren met ruiten of de
achterklep, afhankelijk van de uitvoering
van uw auto. F
Open de achterdeuren (of achterklep) om
bij de in de dorpel geplaatste bout van de
reservewielhouder te komen.
F Draai de bout los met behulp van de
wielsleutel (ongeveer 14 omwentelingen),
tot de reservewielhouder laag
genoeg hangt om de haak van de
reservewielhouder los te maken.
Toegang tot het reservewiel
F Als uw auto is uitgerust met een trekhaak,
krik de auto dan aan de achterzijde op
(uitsluitend bij punt B ) tot er voldoende
ruimte is om het reservewiel te kunnen
verwijderen.
Verwijderen
Om te voorkomen dat de elektrisch
bedienbare schuifdeur(en) ongewild
wordt (worden) geopend, moet u
de functie " Handsfree toegang "
uitschakelen via het configuratiemenu
van de auto.
Zie het desbetreffende hoofdstuk
voor meer informatie over het openen
en vergrendelen van de zijportieren
m.b.v. het systeem dat kan worden
geactiveerd d.m.v. een trap.
Storingen verhelpen
Page 293 of 504
293
ProaceVerso_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2016
F Haal de reservewielhouder los van de haak
en plaats het reservewiel in de nabijheid
van het te vervangen wiel.
Terugplaatsen
F Plaats het wiel voor de reservewielhouder.
F Beweeg het reservewiel geleidelijk in de
reservewielhouder door hem heen en weer
(van links naar rechts) te bewegen tot het
bevestigingsgedeelte van de haak vrij
komt.
F Bevestig de reservewielhouder aan de
haak en draai de bout weer vast met de
wielsleutel.
8
Storingen verhelpen
Page 294 of 504

294
ProaceVerso_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2016
F Als uw auto is uitgerust met stalen
velgen, ver wijder dan de wieldop met het
gereedschap 3 .
F Als uw auto is uitgerust met lichtmetalen
velgen, ver wijder dan de sierdoppen van
de wielbouten met het gereedschap 3 .
F Als uw auto is uitgerust met slotbouten,
zet dan de dop 4 op de wielsleutel 1 om de
slotbout los te draaien.
F Het losdraaien van de andere bouten
(zonder ze te verwijderen) mag uitsluitend
worden uitgevoerd met de wielsleutel 1 .F
Plaats het voetstuk van de krik op de grond
en zorg ervoor dat het voetstuk loodrecht
onder één van de twee steunpunten onder
de carrosserie A of B is geplaatst. Gebruik
het steunpunt dat zich het dichtste bij het te
verwisselen wiel bevindt.
Demonteren van het wiel
Stilzetten van de auto
Zet de auto op een plaats waar het verkeer niet
gehinderd wordt en zorg ervoor dat de auto op een
horizontale, stabiele en stroeve ondergrond staat.
Gebruik niet:
- de krik voor andere doeleinden dan
het opkrikken van de auto,
- een andere krik dan de door de
fabrikant geleverde krik.
Schakel bij een auto met een
handgeschakelde versnellingsbak de
eerste versnelling in en zet vervolgens
het contact uit om de wielen te blokkeren.
Zet bij een auto met een automatische
transmissie de selectiehendel in de
stand P en zet vervolgens het contact
uit om de wielen te blokkeren.
Zet bij een auto met een elektronisch
gestuurde versnellingsbak de
selectiehendel in de stand A en zet
vervolgens het contact uit om de wielen
te blokkeren.
Trek de parkeerrem aan en controleer
of het verklikkerlampje op het
instrumentenpaneel brandt.
Controleer of de inzittenden de auto
hebben verlaten en zich op een veilige
plaats bevinden.
Ga nooit onder een auto liggen die
alleen op de krik steunt; gebruik een
bok.
Storingen verhelpen
Page 295 of 504
295
ProaceVerso_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2016
Zorg ervoor dat de krik stabiel staat. Op een gladde of losse ondergrond kan de krik
wegglijden of wegzakken - Kans op letsel!
Plaats de krik uitsluitend onder de steunpunten A of B onder de auto en zorg ervoor dat het
contactvlak van het steunpunt goed in het middelste deel van de kop van de krik steekt. Zo
niet, dan kan de auto beschadigd raken en/of de de krik wegzakken - Kans op letsel!F
Ver wijder de wielbouten en leg ze op een
schone plaats weg.
F Verwijder het wiel.
F
Draai de krik 2 met de draaiknop uit tot de kop van de krik het steunpunt A of B raakt; het
contactvlak van het steunpunt A of B moet goed in het middelste deel van de kop van de
krik steken.
F Krik met behulp van de wielsleutel 1 de auto op tot er voldoende ruimte tussen het wiel en de
grond is om het (niet lekke) reservewiel te monteren.
8
Storingen verhelpen
Page 296 of 504
296
ProaceVerso_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2016
Monteren van het wiel
F Plaats het wiel op de naaf.
F Draai de wielbouten met de hand vast.
F Draai met de wielsleutel 1 en de dop 4 de
slotbout (indien aanwezig) enigszins vast.
F Draai met alleen de wielsleutel 1 de
overige wielbouten enigszins vast.F
Laat de krik zakken.
F Vouw de krik 2 op en verwijder hem.
Storingen verhelpen