
Veiligheid
ATTENTIE
● De airb ag
voor de knieën wordt ontvouwen
voor de knieën van de bestuurder. Houd het
werkingsgebied van de airbag voor de knieën
steeds vrij.
● Plaats geen voorwerpen op het deksel noch
in het werk
ingsgebied van de airbag voor de
knieën.
● Verstel de bestuurdersstoel zo dat min-
sten
s 10 cm (4 inch) ruimte tussen de knieën
en de airbag voor de knieën aanwezig is. Als
het door uw lichaamsbouw niet mogelijk is
om hieraan te voldoen, neem dan onmiddel-
lijk contact op met een gespecialiseerde
werkplaats. Zijairbags*
Lees aandachtig de aanvullende informatie
› ›
›
pag. 23. ATTENTIE
● Als
de inzittenden geen veiligheidsgordels
dragen, tijdens de rit naar voren leunen of
een verkeerde zitpositie aannemen, staan ze
bij een ongeval bloot aan een verhoogd risico
op lichamelijk letsel als het airbagsysteem
wordt geactiveerd.
● Om de zij-airbags hun volledige bescher-
mende werkin
g te laten bieden, moet u tij-
dens het rijden de juiste zithouding aanhou- den en de veiligheidsgordel op de juiste ma-
nier drag
en.
● Bij een bot
sing van opzij werken de zijair-
bags
niet indien de sensoren niet correct de
drukverhoging meten aan de binnenzijde van
de portieren, wanneer de lucht naar buiten
komt via de zones met gaten of openingen in
het paneel van het portier.
● Nooit rijden met uitgebouwde binnenpane-
len v
an de portieren of niet correct afgestelde
panelen.
● Nooit rijden wanneer de luidsprekers in de
portierpanel
en uitgebouwd zijn, behalve
wanneer de openingen van de luidspreker
correct zijn afgedekt.
● Altijd controleren of de openingen bedekt
of afg
esloten zijn wanneer luidsprekers of
een andere uitrusting geïnstalleerd worden in
de binnenpanelen van de portieren.
● Tussen de inzittenden op de buitenste zit-
plaat
sen en het werkingsgebied van de air-
bags mogen zich geen andere personen, die-
ren of voorwerpen bevinden. Om de werking
van de zij-airbags niet te belemmeren, mogen
bovendien aan de portieren geen accessoires
zoals bekerhouders worden bevestigd.
● Aan de kledinghaken in de wagen mag uit-
sluitend k
leding met weinig gewicht worden
opgehangen. In de zakken van de kleding-
stukken mogen geen zware en scherpe voor-
werpen zitten.
● Er mogen geen grote krachten (zoals krach-
tig stot
en of trappen) op de zijkanten van de
rugleuningen worden uitgeoefend omdat an-
ders het systeem kan worden beschadigd. De zijairbags zouden in dit geval niet worden ge-
activeer
d!
● Er mog
en in geen enkel geval stoelhoezen
op de stoel
en met ingebouwde zijairbags
worden aangebracht die niet uitdrukkelijk
voor uw wagen zijn goedgekeurd. Omdat de
luchtzak aan de zijkant uit de stoel wordt ont-
vouwen, zou bij gebruik van niet-vrijgegeven
stoelhoezen de beschermende werking van
uw zijairbag aanzienlijk nadelig worden beïn-
vloed.
● Beschadigingen aan de originele stoelhoe-
zen of de n
aad in de module van de zijairbag
moeten direct door een gespecialiseerde
werkplaats worden gerepareerd.
● De beschermende werking van de airbags
geldt
slechts voor één aanrijding en nadat ze
geactiveerd zijn geweest, moeten ze vervan-
gen worden.
● Alle werkzaamheden aan de zij-airbag en
het uit- en inbou
wen van onderdelen van het
systeem vanwege reparatiewerkzaamheden
(bijv. voorstoel uitbouwen) mogen alleen
door de werkplaats van een officiële dealer
worden uitgevoerd. Anders kunnen er storin-
gen in de werking van de airbags optreden.
● Aan de delen van het airbagsysteem mag
geen enkel
e verandering worden aange-
bracht. 90

Airbagsysteem
Hoofdairbags* Lees aandachtig de aanvullende informatie
›› ›
pag. 24. ATTENTIE
● Om de hoofd airb
ags hun volledige bescher-
mende werking te laten bieden, moeten de
veiligheidsgordels ervoor zorgen dat de juis-
te zithouding tijdens het rijden altijd blijft be-
houden.
● Om veiligheidsredenen dient de hoofdair-
bag v
erplicht te worden uitgeschakeld bij wa-
gens die met een scheidingsnet uitgerust
zijn. Laat de airbag uitschakelen bij uw dea-
ler.
● Tussen de inzittenden van de wagen en het
werkin
gsgebied van de hoofdairbags mogen
zich geen andere personen, dieren of voor-
werpen bevinden zodat de airbag ongehin-
derd kan worden ontvouwen en zijn maximale
beschermende werking kan bieden. Daarom
mogen aan de ruiten in geen geval zonwerin-
gen worden bevestigd die niet uitdrukkelijk
voor uw wagen zijn goedgekeurd.
● Aan de kledinghaken in de wagen mag uit-
sluitend k
leding met weinig gewicht worden
opgehangen. In de zakken van de kleding-
stukken mogen geen zware en scherpe voor-
werpen zitten. Bovendien mogen voor het op-
hangen van de kleding geen kleerhangers
worden gebruikt.
● De beschermende werking van de airbags
geldt
slechts voor één aanrijding en nadat ze geactiveerd zijn geweest, moeten ze vervan-
gen w
or
den.
● Alle werkzaamheden aan de hoofdairbag
en het uit- en inbou
wen van onderdelen van
het systeem vanwege reparatiewerkzaamhe-
den (bijv. verwijderen van de hemelbekle-
ding) mogen alleen in de werkplaats van een
officiële dealer worden uitgevoerd. Anders
kunnen er storingen in de werking van de air-
bags optreden.
● Aan de delen van het airbagsysteem mag
geen enkel
e verandering worden aange-
bracht.
● De aansturing van de zij- en hoofdairbags
gebeur
t met sensoren die zich bevinden aan
de binnenzijde van de voorportieren. Om de
correcte werking van de zij- en hoofdairbags
te garanderen, mogen noch de portieren,
noch de portierpanelen gewijzigd worden
(bijv. door naderhand luidsprekers in te bou-
wen). Indien schade aangebracht wordt aan
het voorportier kan de correcte werking van
het systeem aangetast worden. Alle werk-
zaamheden aan het voorportier moeten door
de werkplaats van een officiële dealer uitge-
voerd worden. Airbags buiten werking stellen
D e b
ijrijder
svoorairbag in- en uitscha-
kelen* Afb. 95
Sleutelschakelaar voor het in- en uit-
s c
h
akelen van de bijrijdersairbag. Afb. 96
Dashboard: controlelampje voor bui-
t en w
erk
ing gestelde bijrijdersairbag. Bijrijdersairbag buiten werking stellen, als u
in uitz
onderin
g
sgevallen op de bijrijdersstoel »
91
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid

Bedienen
Ze zijn niet ontw orpen
v oor het afspelen van
bestanden. ATTENTIE
De aansluiting functioneert alleen bij inge-
sc h
akeld contact. Onjuist gebruik kan leiden
tot ongevallen en zelfs brand. Daarom mag u
nooit kinderen alleen achterlaten in de wagen
terwijl de sleutel nog op het contact steekt.
Gevaar voor verwondingen! VOORZICHTIG
Alleen passende stekers gebruiken om be-
sc h
adiging aan de stopcontacten te voorko-
men. Let op
● Bij sti l
staande motor en ingeschakelde
elektrische apparaten ontlaadt de accu zich.
● Als het aangesloten apparaat te warm
wordt, s
chakel het dan onmiddellijk uit en
ontkoppel het van het boordnet.
● Trek de apparaten uit de USB-poorten voor-
dat u het
contact in- en uitschakelt, om ze te
beschermen tegen eventuele schade veroor-
zaakt door de schommeling in elektrische
spanning. Bagage opbergen
B ag
ag
eruimte beladen Bagage en losliggende voorwerpen moeten
vei
lig in de b
agageruimte zijn bevestigd.
Niet-bevestigde voorwerpen die in de baga-
geruimte heen- en weer bewegen, kunnen de
rij-eigenschappen van de wagen en daarmee
de rijveiligheid beïnvloeden door de verplaat-
sing van het zwaartepunt.
– De lading gelijkmatig verdelen in de baga-
geruimt e.
– Z
ware bagage zo ver mogelijk naar voren in
de bagag
eruimte leggen.
– Leg eerst de zware bagage onderin.
– Zware voorwerpen bevestigen aan de aan-
wezig
e bevestigingsogen ›››
pag. 175. ATTENTIE
● Lo s
liggende lading of andere losliggende
voorwerpen in de bagageruimte kunnen ern-
stig lichamelijk letsel veroorzaken.
● Voorwerpen altijd opbergen in de bagage-
ruimte en deze bev
estigen aan de aanwezige
bevestigingsogen.
● Spanbanden gebruiken die geschikt zijn
voor het bev
estigen van zware voorwerpen.
● Losliggende voorwerpen kunnen bij plotse-
linge m
anoeuvres of ongevallen naar voren
worden geslingerd en de inzittenden van de wagen of andere verkeersdeelnemers ver-
wonden. Dit
verhoogde risico op letsel wordt
nog eens extra vergroot als de losse voorwer-
pen worden geraakt door een airbag die
wordt geactiveerd. In een dergelijk geval kun-
nen de voorwerpen veranderen in projectielen
– levensgevaar!
● Let erop dat bij het vervoer van zware voor-
werpen de rij-eigen
schappen door verplaat-
sing van het zwaartepunt wijzigen - gevaar
voor ongelukken! Pas daarom uw rijstijl en de
snelheid aan de omstandigheden aan.
● Overschrijd nooit de toelaatbare asbelas-
tingen en het
toelaatbare totaalgewicht van
de wagen. Wanneer deze gewichten worden
overschreden, kunnen de rij-eigenschappen
van de wagen veranderen en tot ongevallen,
lichamelijk letsel en wagenschade leiden.
● Laat uw wagen nooit onbeheerd achter,
voora
l niet als de achterklep is geopend. Kin-
deren zouden in de kofferruimte kunnen ko-
men en de klep van binnenuit dichtmaken; ze
zijn dan ingesloten en kunnen zonder hulp
niet uit de wagen komen – levensgevaar!
● Laat nooit kinderen in en bij de wagen spe-
len. Sluit
en vergrendel zowel de achterklep
als ook alle portieren wanneer u de wagen
verlaat. Controleer vóór het vergrendelen van
de wagen of er geen personen meer in de wa-
gen zitten. 172

Verzorging en onderhoud
Aanwijzingen
V er
z
orging en onderhoud
Accessoires en technische wij-
zigingen Accessoires, onderdelen en reparatie-
werkzaamheden Laat u zich vóór het kopen van accessoires
en onder
del
en inf
ormeren.
Uw wagen biedt een hoge mate aan actieve
en passieve veiligheid. Als uw wagen nader-
hand met accessoires wordt uitgerust of als
onderdelen moeten worden vervangen, kunt
u het beste een beroep doen op het advies
en de hulp van een officiële SEAT dealer. Uw
officiële SEAT dealer geeft u graag informatie
over doelmatigheid, wettelijke bepalingen en
de techniek van accessoires en onderdelen.
Wij raden aan alleen vrijgegeven SEAT acces-
soires en SEAT Originele Onderdelen ®
te ge-
bruiken. Deze zijn door SEAT gecontroleerd
op betrouwbaarheid, veiligheid en geschikt-
heid. Vanzelfsprekend zorgt de officiële SEAT
dealer voor een vakkundige montage.
Naderhand ingebouwde apparaten die de
controle van de bestuurder over de wagen
rechtstreeks beïnvloeden, zoals bijv. snel-
heidsregelsystemen of elektronisch geregel- de dempingssystemen, moeten v
oorzien zijn
van een e-code (keuringscode van de Europe-
se Unie) en voor uw wagen zijn goedgekeurd.
Extra aangesloten elektrische apparaten,
bijv. koelboxen, ventilatoren en claxons, die
niet voor de directe controle van de wagen
dienen, moeten zijn voorzien van een CE-
code (conformiteitsverklaring van de fabri-
kanten in de Europese Unie). ATTENTIE
Accessoires, zoals telefoon- of bekerhouders,
mogen nooit op de af
dekkingen van airbags
of binnen de actieradius van de airbags aan-
gebracht worden. Als de airbag bij een aanrij-
ding geactiveerd wordt, bestaat er anders
een groter gevaar voor verwondingen. Technische wijzigingen
Bij technische wijzigingen onze voorschriften
op
v
o
lgen.
Ingrepen aan elektronische onderdelen, soft-
ware, bekabeling en gegevensoverdracht
kunnen functiestoringen tot gevolg hebben.
Vanwege de koppeling van elektrische onder-
delen kunnen deze storingen ook direct de
werking van systemen die er niet in eerste in-
stantie mee te maken hebben, belemmeren.
Dit betekent dat de betrouwbaarheid van uw
wagen in gevaar gebracht kan zijn en dat de
onderdelen van de wagen eerder slijten dan normaal. Dit kan ertoe leiden dat de wagen
niet meer wett
elijk wordt goedgekeurd.
Wij vragen uw begrip ervoor dat uw officiële
SEAT dealer geen garantie kan geven voor
schade die het gevolg is van ondeskundig
handelen.
Wij adviseren u daarom om alle werkzaamhe-
den uitsluitend bij officiële SEAT dealers met
SEAT Originele Onderdelen ®
te laten uitvoe-
ren. ATTENTIE
Werkzaamheden of wijzigingen aan uw wa-
gen, die onde sk
undig worden uitgevoerd,
kunnen storingen veroorzaken - gevaar voor
ongelukken. Zend- en kantoorapparatuur
Ingebouwde zendapparatuur
V
oor het
n
aderhand inbouwen van zendappa-
ratuur in de wagen is in het algemeen goed-
keuring vereist. SEAT staat het inbouwen van
goedgekeurde zendapparatuur in de wagen
toe onder de voorwaarden dat:
● De installatie van de antenne deskundig
gebeur
t.
● De antenne buiten het interieur van de wa-
gen is
aangebracht (met gebruik van afge-
schermde kabels en niet-reflecterende anten-
ne-aanpassing). »
299
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Veiligheid

Trefwoordenlijst
Stoelverwarming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 167
St of
- en po
llenfilter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 181
Stoffering: schoonmaken alcantara . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 307
textiel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 304
Stopcontact . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 171
Stopcontacten aanhangwagen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 293
Stroom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 171
Stuurbekrachtiging zie Elektro-mechanische besturing . . . . . . . . . 211
Stuurwiel instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
peddels (automatische versnellingsbak) . . . . 207
Verstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 77
Symbool van steeksleutel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
Systeem van verkeerstekenherkenning . . 258, 259 aanhangwagen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 260
beperkte werking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 260
schade aan de voorruit . . . . . . . . . . . . . . . . . . 258
snelheidswaarschuwing . . . . . . . . . . . . . . . . . 260
weergave op het display . . . . . . . . . . . . . . . . . 259
Werking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 259
T Tankdop openen en sluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58
Tanken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 308 brandstofpeilmeter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 125
tankklep openen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 308
Tankklep openen en sluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58
Tashaak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 176
Technische gegevens dakbelasting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 180
kogeldruk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 288
vulhoeveelheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 320 Technische kenmerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 333
Techni
sche wijzigingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 299
Textiel: schoonmaken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 304
Tiptronic (automatische versnellingsbak) 204, 207
Toerenteller . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 121, 122
Topsnelheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
Top Tether . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26, 29, 30
Top Tether-systeem . . . . . . . . . . . . . . . . . 26, 29, 30
Top View Camera zie Omgevingscamerasysteem (Top View Ca-mera) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 279
Trekhaak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 291 Controlelampje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 289
een fietsendrager monteren . . . . . . . . . . . . . . 292
functiestoring . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 294
kogelkop met elektrische ontgrendeling . . . . 291
naderhand monteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 297
zie ook Aanhangwagen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 291
Typeplaatje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 333
Tyre Mobility System zie Bandenafdichtset . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 99
U
Uitlaatgascontrolesysteem Controlelampje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 217
Uitlaatgasreinigingssysteem katalysator . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 216
roetfilter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 216
Uitlaatgasreinigingssysteem (diesel) . . . . . . . . . 311
Uitlaatpijp: schoonmaken . . . . . . . . . . . . . . . . . . 304
Uitparkeerhulp (RCTA) . . . . . . . . . . . . . . . . 250, 254 Controlelampje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 250
Uitparkeren met het inparkeersysteem . . . . . . . 269
Uitrustingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 171, 299
Uittrekblokkering contactsleutel . . . . . . . . . . . . . 191
USB . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 130
USB/AUX-IN-ingang . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 130 V
Veiligheid b
ijrijdersairbag buiten werking stellen . . . . . . . 22
kinderzitjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 93
veiligheid van kinderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 93
veilig rijden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 75
Veiligheidsaanwijzingen Gebruik van de kinderzitjes . . . . . . . . . . . . . 24, 94
gebruik van de veiligheidsgordels . . . . . . . . . . 83
Gordelspanner . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 86
hoofdairbags . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 91
knie-airbags . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
zijairbags . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 90
Veiligheidsgordels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 81 beschermende werking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 82
Controlelampje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 81
doel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 81, 87
instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20, 85
Niet omgegespt . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 84
schoonmaken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 307
veiligheidsaanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 83
Veiligheidsgordels losgespen . . . . . . . . . . . . . 20, 85
Veiligheidsontgrendelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 134
Veiligheidsvoorzieningen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 76
Veilig rijden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 75
Velgen een wiel verwisselen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 66
kettingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 335
schoonmaken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 304
Vergrendelen en ontgrendelen in de slotcilinder . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
met de knop voor de centrale vergrendeling . 135
met Keyless Access . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 136
Verkeerde zithouding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 78
Verkeersborden weergave op het display . . . . . . . . . . . . . . . . . 259
Verlichting van het instrumentenpaneel . . . . . . 160
357