4
Cockpit10.Bestuurdersairbag/claxon.
11. Stuurkolomschakelaars autoradio.
MiddenconsoIe
3.Opbergvak/verplaatsbare asbak.
4. 12
V-aansluiting (max. 180 W)
5. USB-aansluiting/aansteker.
6. Dynamische stabiliteitscontrole (DSC/ASR).
7. Hill Descent Control.
8. Lane Departure Warning System.
9. Alarmknipperlichten.
10. Centrale vergrendeling/verklikkerlampje
vergrendeling.
11. Ontwaseming/ontdooiing.
12 . Versnellingshendel.
1. Zekeringkast.
2. Programmeerbare standkachel.
3. Luchtvering/leeslampjes/extra ventilatie
a c h t e r.
4. Schakelaars snelheidsregelaar/-begrenzer.
5. Configuratie van de auto/hoogteverstelling
van de koplampen/mistlampen voor/achter.
6. Schakelaar verlichting en richtingaanwijzers.
7. Instrumentenpaneel met display.
8. Schakelaar ruitenwissers/ruitensproeiers/
boordcomputer.
9. Contactslot.
1.Audiosysteem/navigatie.
2. Verwarming/airconditioning.
Overzicht
23
Als uw auto is uitgerust met het audiosysteem, hebt
u toegang tot alle menu's.
Als uw auto is uitgerust met het audio-/
telematicasysteem met touchscreen, zijn
bepaalde menu's uitsluitend te openen via het
bedieningspaneel van de autoradio.
Om veiligheidsredenen kunnen sommige
menu's uitsluitend worden weergegeven bij
afgezet contact.
De desbetreffende informatie wordt weergegeven
op het display van het instrumentenpaneel.
Beschikbare talen: Italiaans, Engels, Duits, Frans,
Spaans, Portugees, Nederlands, Braziliaans
Portugees, Pools, Russisch, Turks en Arabisch.
Druk op de toets MODE om:
-
m
enu's en submenu's weer te
geven,
-
e
en geselecteerde optie in
een menu te bevestigen,
-
m
enu's te verlaten. Gebruik deze toets om terug te
keren naar de startpagina.
Druk op deze toets om:
-
o
mhoog te scrollen in een menu,
-
e
en waarde te verhogen.
Druk op deze toets om:
-
o
mlaag te scrollen in een menu,
-
e
en waarde te verlagen.
1
Instrumentenpaneel
27
Via het audio-/telematicasysteem
met touchscreen
Via het bedieningspaneel van het audiosysteem,
in het midden van het dashboard, hebt u toegang
tot de persoonlijke instellingen voor bepaalde
systemen.
De desbetreffende informatie wordt weergegeven
op het touchscreen.
U kunt kiezen uit negen talen: Duits, Engels,
Spaans, Frans, Italiaans, Nederlands, Pools,
Portugees, Turks.
Om veiligheidsredenen kunnen sommige menu's
uitsluitend worden weergegeven bij afgezet contact.
Met deze toets van het bedieningspaneel
kunt u
het menu "Instellingen" openen. Met deze schermtoets kunt u
omhoog
gaan in de menustructuur of een waarde
verhogen.
Met deze schermtoets kunt u omlaag
gaan in de menustructuur of een waarde
verlagen.
Menu " Instellingen "
1." Weergave".
2. "Gesproken commando's".
3. "Tijd en datum".
4. "Veiligheid/hulp".
5. "Verlichting".
6. "Portieren & vergrendeling".
7. "Audi o".
8. "Telefoon/Bluetooth".
9. "Voorkeursinstellingen radio".
10. "Standaardinstellingen" om terug te gaan
naar de standaardinstellingen van de
fabrikant.
11. " Wissen pers. geg." om al uw persoonlijke
gegevens met betrekking tot de Bluetooth-
apparatuur uit het audiosysteem te wissen.
Raadpleeg de desbetreffende rubrieken voor
meer informatie over de audio, telefoon, radio
en navigatie. De parameters van de submenu's 4
, 5
en
6
zijn verschillend afhankelijk van de uitrusting
van uw auto.
Via het submenu " Weergave" kunt u:
-
"
Talen" selecteren en een van de eerder
vermelde talen kiezen,
-
"
Meeteenheid" selecteren en de eenheden
voor het brandstofverbruik (l/100 km, mpg), de
afstanden (km, mijlen) en de temperatuur (°C,
°F) instellen,
-
"
Weergave traject B" selecteren om het traject
B van de boordcomputer te activeren of
deactiveren (On, Off).
Via het submenu "Veiligheid/hulp" kunt u:
-
"
Parkview Camera" en ver volgens
"Achteruitrijcamera" selecteren om deze functie
te activeren of deactiveren (On, Off),
-
"
Parkview Camera" en ver volgens " Vertraging
camera" selecteren om het vasthouden van het
beeld gedurende 10
seconden of tot 18 km/h in
of uit te schakelen (On, Off),
-
"
Verkeersbord" selecteren om deze in of uit te
schakelen (On, Off).
-
"
Airbag passagierszijde" selecteren om deze in
of uit te schakelen (On, Off).
1
Instrumentenpaneel
42
Spiegels
Buitenspiegels
De buitenspiegels bestaan uit twee gedeelten:
A -Bovenste spiegel
B - Onderste spiegel
Elektrisch verstellen
De contactsleutel moet in de stand MAR staan.
Linkerspiegel:
A1 - Bovenste spiegel
B1 - Onderste spiegel
Rechterspiegel:
A2 - Bovenste spiegel
B2 - Onderste spiegel
F
D
uw ver volgens de knop in de richting waarin
u
de spiegel wilt afstellen.
Het glas van de buitenspiegels is sferisch om
het gezichtsveld naast de auto te vergroten.
De weergegeven objecten in de spiegels aan
bestuurders- en passagierszijde lijken verder af
dan ze in werkelijkheid zijn. Hiermee moet rekening
worden gehouden om de afstand ten opzichte van
achteropkomend verkeer goed in te schatten.
De spiegels bevatten bovendien de zijknipperlichten
en, afhankelijk van de uitvoering, de antennes van
de telecommunicatiesystemen van de auto (GPS,
GSM, radio enz.). F
D
raai aan de knop om het gedeelte van de
spiegel te selecteren.
Elektrisch inklappen
F Druk op deze schakelaar.
Ontdooien van de buitenspiegels
F Druk op de toets van de achterruitverwarming.
Binnenspiegel
Met de hendel aan de onderzijde kan de spiegel in
2 standen worden gezet.
In de dagstand staat de hendel naar voren.
Trek de hendel naar u
toe om de spiegel in de
nachtstand (antiverblinding) te zetten.
Ergonomie en comfort
55
Gekoeld dashboardkastje
Het gekoelde dashboardkastje bevindt zich boven in
het dashboard, aan de passagierszijde.
De lucht die de aanjager in het dashboardkastje
verspreidt, is dezelfde als de lucht uit de
ventilatieroosters in het interieur.
USB-aansluiting
12 V-aansluitingHet aansluiten van elektrische apparatuur die
niet door PEUGEOT is goedgekeurd, zoals
een lader met USB-aansluitingen, kan leiden
tot storingen in de werking van de elektrische
componenten van de auto, zoals een slechte
radio-ontvangst of storingen in de weergave
van de displays.
Aansteker
Deze aansluiting is uitsluitend bestemd voor
de voeding en het opladen van de aangesloten
draagbare apparatuur.
Maximaal vermogen: 180
W. F
D
ruk de aansteker in en wacht tot deze
uitspringt.
3
Ergonomie en comfort
57
Voorzieningen achter
Sjorogen
Om veiligheidsredenen (noodstop) is het
raadzaam de zwaarste lading zo dicht mogelijk
bij de cabine te plaatsen.
Steun voor sjorrail
Aan weerszijden van de laadruimte bevinden zich
boven de bekleding steunen voor de bevestiging
van een sjorrail.
Maximale belasting: 200 kg.
Zijbekleding
De wanden van de laadruimte zijn aan de
onderzijde bekleed om beschadiging door lading te
voorkomen.
De vloer van de laadruimte is voorzien van sjorogen
om de lading veilig vast te zetten: 8
stuks bij auto's
met lengte L1
of L2; 10
stuks bij auto's met lengte
L3
of L4.
Twee extra sjorogen zijn op de scheidingswand
achter de cabine gemonteerd.
Maximale belasting: 500
kg.
12 V-aansluiting
Het aansluiten van elektrische apparatuur die
niet door PEUGEOT is goedgekeurd, zoals
een lader met USB-aansluitingen, kan leiden
tot storingen in de werking van de elektrische
componenten van de auto, zoals een slechte
radio-ontvangst of storingen in de weergave
van de displays.
Maximaal vermogen: 180
W.
3
Ergonomie en comfort
67
Algemene aanbevelingen
met betrekking tot de
veiligheid
Op verschillende plaatsen in uw auto
zijn labels aangebracht. Ze bevatten
veiligheidswaarschuwingen en informatie over
de identificatie van uw auto. Ver wijder ze niet:
ze horen namelijk bij de auto.
Neem voor alle werkzaamheden aan uw
auto contact op met een gekwalificeerde
werkplaats die beschikt over de juiste
technische informatie, vakkennis en
apparatuur. Het PEUGEOT-netwerk is in staat
u dit te bieden. Belangrijke informatie:
-
H
et monteren van elektrische uitrustingen
of accessoires die niet onder een
artikelnummer in het assortiment van
PEUGEOT voorkomen, kan tot een
hoger verbruik leiden en storingen in
het elektronische systeem van uw auto
veroorzaken. Ga naar het PEUGEOT-
netwerk voor meer informatie over
het aanbod aan accessoires met een
artikelnummer.
-
U
it veiligheidsoverwegingen is toegang tot
de diagnose-aansluiting, die is gekoppeld
aan de elektronische systemen in de
auto, uitsluitend voorbehouden aan het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats waar de beschikking is over
geschikt gereedschap (kans op storingen
in de elektronische systemen die kunnen
leiden tot pech of ernstige ongevallen). De
fabrikant kan niet aansprakelijk worden
gesteld als deze aanwijzing niet wordt
opgevolgd.
-
W
ijzigingen of aanpassingen die niet door
PEUGEOT zijn voorzien of toegestaan,
of die niet volgens de technische
voorschriften van de fabrikant zijn
uitgevoerd, leiden tot het ver vallen van de
wettelijke en contractuele garanties. Monteren van als accessoire geleverde
radiocommunicatiezenders
Voordat u
een radiocommunicatiezender
met buitenantenne monteert, moet u bij
het PEUGEOT-netwerk de technische
gegevens (frequentieband, maximaal
uitgangsvermogen, positie antenne, specifieke
installatievoorschriften) van de voor montage
geschikte zenders opvragen, conform de
Richtlijn Elektromagnetische Compatibiliteit
(2004/104/EG).
Afhankelijk van de landelijke wetgeving
kan de aanwezigheid van bepaalde
veiligheidsuitrusting verplicht zijn:
veiligheidsvesten, gevarendriehoeken,
alcoholtests, een set reservelampen,
reservezekeringen, een brandblusser,
een verbandtrommel, spatlappen aan de
achterzijde van de auto, enz.
5
5
Veiligheid
91
Bij lage temperaturen
In bergachtige en/of koude gebieden wordt
aanbevolen zogenaamde "winter" brandstof te
tanken die speciaal geschikt is voor (zeer) lage
temperaturen.
Opslagmodus van de
accu
Wanneer uw auto langdurig niet gebruikt wordt,
bijvoorbeeld als deze in een winterstalling staat, is
het sterk aan te bevelen de accu in de opslagmodus
te zetten om deze te beschermen en langer te laten
meegaan.Tijdens de opslagmodus van de accu
is de auto alleen toegankelijk door het
bestuurdersportier met de sleutel in het slot te
ontgrendelen.
Nadat de accu is uitgeschakeld, wordt de
informatie (tijd, datum, radiozenders, enz.)
opgeslagen in het geheugen.
Activeren van de accu:
F
Z
et het contact in de stand MAR.
F
S
tart de auto op de gebruikelijke wijze (stand
AV V ).
Inschakelen van de opslagmodus van de accu:
F
Z
et de motor af (stand STOP) .F
D
ruk op de rode knop en draai de contactsleutel
in de stand B AT T .
Na ongeveer 7 minuten wordt de opslagmodus van
de accu geactiveerd.
Deze tijd is nodig om:
-
U d
e gelegenheid te geven de auto te verlaten
en de portieren te vergrendelen met de
afstandsbediening.
-
E
r van verzekerd te zijn dat alle elektrische
systemen van de auto zijn uitgeschakeld.
Parkeerrem
Aantrekken
F Trek de hendel van de parkeerrem aan om uw auto stil te zetten.
F
C
ontroleer voordat u uitstapt of de parkeerrem
goed is aangetrokken.
Het is niet voldoende om alleen een versnelling in te
schakelen bij het parkeren van de auto, zeker niet bij
een beladen auto.
Als de auto stilstaat op een helling, draai
dan de wielen richting trottoir en trek de
parkeerrem aan.
Trek, in het uitzonderlijke geval dat de
parkeerrem wordt gebruikt als de auto rijdt,
deze voorzichtig aan om de achter wielen niet
te blokkeren (slipgevaar).
6
Rijden