2
Afspelen in willekeurige volgorde.
Herhaald afspelen.
Geluid onderbreken/pauzeren.
Automatisch zoeken naar lagere
frequentie.
Selecteren van de vorige afspeellijst van
het USB-apparaat.
Ingedrukt houden: terugspoelen.
Automatisch zoeken naar hogere
frequentie.
Selecteren van de volgende afspeellijst
van het USB-apparaat.
Ingedrukt houden: vooruitspoelen.
Huidige bewerking annuleren.
Eén niveau omhooggaan in een
structuur (menu of map).
Stuurkolomschakelaars
Activeren/deactiveren van de
pauzefunctie van CD, USB/iPod en
Bluetooth
® bronnen.
Activeren/deactiveren van de functie
"Mute" van de radio.
Activeren/deactiveren van de microfoon
tijdens een telefoongesprek.
Omhoog of omlaag bewegen:
verhogen of verlagen van het volume
voor de gesproken berichten en de
geluidsbronnen, de handsfree-functie
en het oplezen van sms-berichten.
Activeren van de spraakherkenning.
Een gesproken bericht onderbreken
om een nieuw gesproken commando
te geven.
Onderbreken van de spraakherkenning.
Aannemen van een binnenkomende
oproep.
Aannemen van een tweede oproep en in
de wacht zetten van het huidige gesprek.
Activeren van de spraakherkenning voor
de telefoonfunctie.
Onderbreken van een gesproken bericht
om een ander gesproken commando te
geven.
Onderbreken van de spraakherkenning. Radio, omhoog of omlaag bewegen:
selecteren van de volgende/vorige
zender.
Radio, omhoog of omlaag geduwd
houden: omhoog/omlaag scrollen
door de frequenties tot de toets wordt
losgelaten.
Media, omhoog of omlaag bewegen:
selecteren van het volgende/vorige
nummer.
Media, omhoog of omlaag geduwd
houden: vooruit/achteruit spoelen tot de
toets wordt losgelaten.
Weigeren van een binnenkomende
oproep.
Telefoongesprek beëindigen.
Radio
Een radiozender selecteren
Er kunnen storingen in de ontvangst optreden
door obstakels in de omgeving (bergen,
gebouwen, tunnels, parkeergarages, enz.),
ook als de RDS-functie is ingeschakeld.
Dit is een normaal verschijnsel voor
radiogolven en kan in geen enkel opzicht
worden gezien als een defect van de
autoradio.
Toetsen 1
t /m 6
autoradio:
Selecteren van een voorkeuzezender.
Ingedrukt houden: opslaan van een
zender als voorkeuzezender.
Audiosysteem
3
Druk op de toets "RADIO" om het
golfbereik FM of AM te selecteren.
Druk kort op een van de toetsen om
automatisch naar een lagere/hogere
frequentie te zoeken.
Draai aan de draaiknop om handmatig
naar een lagere/hogere frequentie te
zoeken.
Druk op de draaiknop om de lijst van de
beschikbare zenders in het gebied waar
u
zich bevindt te bekijken.
Draai aan de draaiknop om een
radiozender te kiezen en druk
ver volgens op de draaiknop om de
zender te selecteren.
Opslaan van een radiozender
als voorkeuzezender
Druk op de toets " RADIO" om het
golfbereik FM of AM te selecteren.
Druk op de toets " A-B-C" om een van
de drie niveaus voor voorkeuzezenders
te selecteren. Houd een toets lang ingedrukt om de
radiozender op te slaan waarnaar op dat
moment wordt geluisterd.
De naam van de radiozender wordt
weergegeven en er klinkt een
geluidssignaal om te bevestigen dat de
zender is opgeslagen.
Druk op "
INFO" om de informatie weer
te geven over de radiozender waarnaar
op dat moment wordt geluisterd.
RDS
Als de RDS-functie is weergegeven, zoekt
de radio steeds naar de sterkste frequentie
van een zender, zodat u
ernaar kunt blijven
luisteren. Onder bepaalde omstandigheden
zijn sommige RDS-zenders echter niet in het
hele land te ontvangen doordat de zenders
niet het hele land dekken. Bij slechte ontvangst
kan het daarom zijn dat de radio tijdens het
rijden overschakelt op een regionale zender.
Druk op de toets " MENU".
Selecteer " Regionaal" en druk
ver volgens om het RDS in of uit te
schakelen.
Alternatieve frequentie (AF)
Selecteer " Alternatieve frequentie
(AF)" en druk ver volgens om de
frequentie te activeren of deactiveren.
Als de functie " Regionaal" is geactiveerd, kan
het systeem dan altijd de beste beschikbare
frequentie zoeken.
Verkeersinformatie beluisteren
De functie TA (Traffic Announcement)
geeft voorrang aan het luisteren naar de
verkeersinformatie. Voor de werking van deze
functie is een goede ontvangst vereist van
een radiozender die deze berichten uitzendt.
Zodra er een bericht wordt uitgezonden, wordt
de geluidsbron die op dat moment wordt
weergegeven (radio, CD enz.) automatisch
onderbroken en wordt de verkeersinformatie
doorgegeven. Zodra het bericht is afgelopen,
wordt de weergave van de oorspronkelijke
geluidsbron hervat.
Druk op de toets " MENU".
Selecteer " Verkeersinformatie (TA) "
en druk ver volgens om de ontvangst
van verkeersinformatie te activeren of
deactiveren.
.
Audiosysteem
4
Media
USB-aansluiting
Steek de USB-stick of de stekker van de kabel
(niet meegeleverd) van het externe apparaat in de
USB-aansluiting die bestemd is voor de overdracht
van gegevens naar het systeem. Deze aansluiting
bevindt zich in het middelste opbergvak.
Gebruik geen USB-verdeelstekker, om
beschadiging van het systeem te voorkomen.
USB-aansluiting
Extra-aansluiting (AUX)
Sluit een extern apparaat (MP3 -speler enz.) met
een audiokabel (niet meegeleverd) aan op de Jack-
aansluiting.
Stel eerst het volume van het externe apparaat af
(hoog geluidsniveau). Stel ver volgens het volume
van de autoradio af.
De bediening gebeurt via het externe apparaat. De functies van het op de AUX-aansluiting
aangesloten apparaat moeten via het apparaat
worden bediend: het is dus niet mogelijk om met
de toetsen op het bedieningspaneel van de auto
of met de stuurkolomschakelaars een ander
nummer, een andere map of een andere playlist te
selecteren, of het afspelen te starten, te stoppen of
te onderbreken.
Laat na het loskoppelen de kabel van het externe
apparaat niet aangesloten op de AUX-aansluiting
om te voorkomen dat er ruis via de luidsprekers
hoorbaar is.
Informatie en tips
Het systeem is geschikt voor externe USB-
geluidsdragers, Blackberry's® of apparatuur van
Apple® die op de USB-aansluitingen kunnen worden
aangesloten (kabel niet meegeleverd).
Andere apparatuur, die bij het aansluiten niet door
het systeem wordt herkend, moet met een kabel
(niet meegeleverd) met Jack-plug op de AUX-
aansluiting worden aangesloten.
Het is raadzaam de bestandsnamen niet langer te
maken dan 20
karakters en geen speciale karakters
te gebruiken (bijv.: " " ?.; ù) om problemen bij het
afspelen of weergeven te voorkomen.
Gebruik uitsluitend USB-sticks met de
bestandsindeling FAT32 (File Allocation Table).
Het systeem maakt gebruik van afspeellijsten (in
het tijdelijke geheugen). Het maken van deze lijsten
kan enkele seconden of soms enkele minuten
duren nadat het apparaat voor de eerste keer is
aangesloten.
Deze wachttijd kan worden bekort door andere
bestanden dan muziekbestanden te verwijderen en
het aantal mappen te beperken.
Elke keer als het contact wordt aangezet en als
er een nieuwe verbinding via de USB-stick wordt
gemaakt, worden de afspeellijsten bijgewerkt. De
lijsten worden in het geheugen opgeslagen: als de
lijsten niet zijn gewijzigd, is de laadtijd korter. Deze aansluiting op de middenconsole
is
uitsluitend bestemd voor de voeding en het opladen
van een aangesloten extern apparaat.
Audiosysteem
5
Gebruik geen USB-verdeelstekker, om
beschadiging van het systeem te voorkomen.
Als tegelijkertijd twee identieke apparaten
zijn aangesloten (twee USB-sticks of twee
Apple
®-spelers), werkt het systeem niet. Het is
wel mogelijk om tegelijkertijd een USB-stick en
een Apple
®-speler aan te sluiten.
Gebruik voor een correcte werking de
originele USB-kabels van Apple
®.
Apple®-speler aansluiten
De bediening gebeurt via de audio-installatie in de
auto. De beschikbare indeling is die van het
aangesloten apparaat (artiesten/albums/
genres/nummers/playlists/audioboeken/
podcasts).
De standaardindeling is de indeling per
artiest. Om dit te veranderen moet u
terug
naar het eerste niveau in de structuur om
vervolgens een andere indeling te selecteren
(bijvoorbeeld playlists). Bevestig uw keuze
voordat u in de structuur weer afdaalt naar de
gewenste track.
De softwareversie van de autoradio kan
incompatibel zijn met de generatie van uw
Apple
®-speler.
Sluit een Apple
®-speler met behulp van een
geschikte kabel (niet meegeleverd) aan op de USB-
aansluiting.
Het afspelen begint automatisch.
Telefoon
Een Bluetooth®-telefoon
koppelen
Het koppelen van de Bluetooth®-telefoon
aan de handsfree set van uw autoradio mag
om veiligheidsredenen en vanwege het feit
dat deze handeling de volledige aandacht
van de bestuurder vraagt, uitsluitend worden
uitgevoerd als de auto stilstaat en bij
aangezet contact. Activeer de Bluetooth
®-functie van uw telefoon en
zorg er voor dat deze "zichtbaar" is (configuratie van
de telefoon).
Druk op de toets " Phone".
Als er nog geen enkele mobiele telefoon
in het systeem is geregistreerd, wordt
een speciale pagina op het scherm
weergegeven.
Selecteer " Telefoon verbinden " om de
registratieprocedure te starten en zoek
ver volgens de naam van het systeem
op de mobiele telefoon.
Voer via het toetsenbord van uw telefoon de op het
scherm van het systeem weergegeven pincode in
of bevestig op de mobiele telefoon de weergegeven
pincode.
Tijdens de registratie wordt een schermpagina
weergegeven waarop de voortgang van de
bewerking kan worden bekeken. Als de procedure voor het koppelen
niet is gelukt, wordt geadviseerd de
Bluetooth
®-functie van uw telefoon even
uit te zetten en opnieuw te activeren.
.
Audiosysteem
7
Om er zeker van te zijn dat de gesproken
commando's door het systeem worden
herkend, dient u
de volgende aanwijzingen op
te volgen:
-
s
preek op een normale manier,
-
w
acht voordat u spreekt altijd op de "piep"
(geluidssignaal),
-
h
et systeem kan gesproken commando's
herkennen ongeacht of ze worden
uitgesproken door een man of een vrouw
en ongeacht de toon en de klankkleur van
de stem,
-
b
eperk zo veel mogelijk de bijgeluiden in
het interieur,
-
v
raag alvorens een commando uit te
spreken of de andere passagiers een
moment willen zwijgen. Het systeem
herkent namelijk commando's ongeacht
door wie ze worden uitgesproken; als
meerdere personen gelijktijdig praten, kan
het systeem andere of meerdere, niet-
bedoelde commando's herkennen,
-
v
oor een optimale werking is het raadzaam
de ruiten en eventueel het schuif-/
kanteldak (indien aanwezig) te sluiten om
verstoringen van buitenaf te voorkomen.Stuurkolomschakelaars
Met deze toets kan de
spraakherkenningsmodus "Telefoon"
worden geactiveerd waarmee u
kunt
bellen, recente/ontvangen/verstuurde
oproepen kunt laten weergeven, het
telefoonboek kunt bekijken enz.
Met deze toets kan de
spraakherkenningsmodus "Radio/
media" worden geactiveerd waarmee
u
kunt afstemmen op een specifieke
radiozender of een specifieke AF/FM-
frequentie, en waarmee u
een track of
een album op een USB-stick /iPod/MP3 -
CD kunt laten afspelen. De communicatie kan versneld plaatsvinden
door deze toetsen tijdens een gesproken
bericht van het systeem ingedrukt te houden.
U kunt dan direct een gesproken commando
geven.
Bijvoorbeeld: als het systeem bezig is een
hulpbericht uit te spreken en u
weet welk
commando u
het systeem wilt geven, dan
kunt u
door op deze toetsen te drukken het
bericht onderbreken en direct het commando
uitspreken (om te voorkomen dat u
het
volledige hulpbericht moet beluisteren).
Als het systeem wacht op een gesproken
commando van de gebruiker, kunt u
door
op deze toetsen te drukken de sessie van
gesproken commando's afsluiten.
Elke keer dat een toets wordt ingedrukt,
klinkt er een geluidssignaal en wordt een
schermpagina met suggesties voor gesproken
commando's weergegeven.
.
Audiosysteem
11
Gesproken commando's "Radio AM/FM"
Deze gesproken commando's kunnen vanaf elke primaire schermpagina worden gegeven nadat op de stuur wieltoets voor de spraakherkenning is gedrukt,
behalve als er een telefoongesprek bezig is.
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Aanwijzingen
Stem af op 105,5FMAfstemmen van de autoradio op de frequentie 105,5
van de FM-band.
Stem af op 940AMAfstemmen van de autoradio op de frequentie 940
van de AM-band.
Stem af op * Radio 1 FMAfstemmen van de autoradio op de zender Radio 1.
*
U k
unt "Radio 1" ver vangen door elke andere naam van een FM-zender die door de autoradio wordt ontvangen.
Maar niet alle radiozenders leveren deze dienst.
.
Audiosysteem
12
Gesproken commando's "Multimedia"
Deze gesproken commando's kunnen vanaf elke primaire schermpagina worden gegeven nadat op de stuur wieltoets voor de spraakherkenning is gedrukt,
behalve als er een telefoongesprek bezig is.
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Aanwijzingen
Speel nummer
af "
Titel 1 " Afspelen van het nummer "Titel 1".
Speel album af "Album 1 " Afspelen van de nummers van het album "Album 1".
Speel artiest
af "
Ar tiest 1 " Afspelen van de nummers van de artiest "Artiest 1".
Speel
muziekgenre af"Jazz " Afspelen van de nummers van het muziekgenre "Jazz".
Speel playlist
af "
Playlist 1 " Afspelen van de nummers van de playlist "Playlist 1".
Speel podcast
af "
Radio 1 " Afspelen van de podcast "Radio 1".
Speel
audioboek af "
Boek 1 " Afspelen van het audioboek "Boek 1".
Speel nummer
af "
5 " Afspelen van het nummer "5".
Selecteer "USB " Selecteren van het medium "USB" als actieve audiobron.
Blader door "Album " Weergeven van de lijst van beschikbare albums.
Audiosysteem
185
Aanhanger .......................................................... 88-89
Aanhangergewichten ............................................. 15
7
Aansteker
................................................................. 58
ABS
..................................................................... 6
8-69
Accessoires
.............................................................. 67
Accu
.......................................................... 91, 129, 153
Actieradius AdBlue
® ................................................. 21
Ad
Blue® ........................................................... 13 2-13 3
Afmetingen ............................................................. 162
Afstandsbediening
............................................. 30, 89
Airbags ...................................................................... 78
Airbags vóór
................................................. 75 -76, 79
Airconditioning (handbediend)
..........................43, 50
Airconditioning, extra
......................................... 4
6 - 47
Airconditioning (automatisch)
............................44, 50
Alarmknipperlichten
................................................. 68
A
larmsysteem
.......................................................... 35
A
ntiblokkeersysteem (ABS)
........................12, 68 - 69
Antispinregeling (ASR)
...................................... 6
8 -70
Armleuning vóór
....................................................... 38
ASR
..................................................................... 6
8-69
Audiokabel
.............................................................. 7, 4
Audiosysteem
............................................................. 1
Audio-telematicasysteem met touchscreen
............. 1
Aut
ogegevens
.......................................................... 14
Automatische ruitenwissers
.................................... 65
Autoradio, bediening aan stuurkolom
...................3, 2
AUX-aansluiting
..................................................... 7, 4
AUX-aansluitingen
............................................. 52-55 Gereedschap
................................................... 137-142
Gesproken commando's
..........................16 -24, 6 -14
Gewichten ............................................................... 157
Gordelspanners (pyrotechnisch)
............................74
Grootlicht
............................................................ 16
, 61
Elektrische ruitbediening
.........................................
36
Elektronische remdrukregelaar (EBD)
.............
68-69
Elektronisch stabiliteitsprogramma (ESP)
.......
68-69
ESP
.....................................................................
6
8-69
Extra verwarming
...............................................
46 - 47
DAB (Digital Audio Broadcasting) – Digitale radio
....5
Dagrijverlichting
.................................................61, 62
Dashboard
..................................................................4
Dashboardkastje
................................................52-55
Dashboardverlichting (dimmer)
................................. 8
D
atum instellen
........................................................28
Detectie te lage bandenspanning
..................11 0 -111
Dieselfilter
.......................................................126, 131
Dieselmotor
............................................ 1
18, 126, 158
Digitale radio – DAB (Digital Audio Broadcasting)
....5
Dimlicht
.....................................................................61
Display instrumentenpaneel
................................7, 92
DSC/ASR
..................................................................69
CD
........................................................................\
.......7
CD MP3
......................................................................7
Claxon
.......................................................................68
Cockpit
........................................................................\
4
C
onfiguratie van de auto
...................................2
2, 27
Controles
......................................................... 1
2 9 -131
Controlelampjes
.....................................................8-9
Bandenspanning te laag (detectie)
................ 11
0 -111
BAS
..................................................................... 68-69
Bijvullen AdBlue
® ................................................... 13 2
BlueHDi
............................................................ 21, 132
Bluetooth (handsfree set)
............................... 12-13, 5
A
G
E
D
C
B
Bluetooth (telefoon) ......................................... 12-13, 5
Boordcomputer ........................................................ 28
B
oordgereedschap
......................................... 137-142
Brandstof
................................................................ 11 8
Brandstofniveaumeter
.....................................20, 116
Brandstoftank
......................................................... 11 6
Brandstof tanken
............................................ 11 6 , 11 8
Brandstofvulklep
.................................................... 11 6
Buitenlandse reizen
................................................. 61
Buitenspiegels
.......................................................... 42
Handsfree set
..................................................12-13, 5
Helderheid
..................................................................8
Hill Descent Control
............................................71-72
Hill Start Assist
.........................................................95
Hoek van de stoel verstellen
...................................37
Hoofdsteunen vóór
..................................................37
Hoogteverstelling veiligheidsgordels
.................72-73
H
.
Trefwoordenregister