150
Zekeringen dashboard
(links)
F Ver wijder de schroeven en kantel de zekeringkast omlaag om bij de zekeringen te
komen. Zekering
A (Ampère) Functie
12 7, 5Dimlicht rechts
13 7, 5Dimlicht links
31 5Relais elektronische eenheid motorruimte – Relais elektronische eenheid
dashboard (+ sleutel)
32 7, 5Interieurverlichting (+ accu)
33 7, 5Sensor accucontrole Stop & Start-uitvoering (+ accu)
34 7, 5Interieurverlichting Minibus – Alarmknipperlichten
36 10Autoradio – Bediening airconditioning – Inbraakalarm – Tachograaf
– Elektronische eenheid stroomonderbreker – Programmeereenheid
standkachel (+ accu)
37 7, 5Remlichtschakelaar – Derde remlicht – Instrumentenpaneel (+ sleutel)
38 20Centrale portiervergrendeling (+ accu)
42 5Elektronische eenheid en sensor ABS – Sensor ASR – Sensor DSC –
Remlichtschakelaar
43 20Motor ruitenwissers vóór (+ sleutel)
47 20Motor ruitbediening bestuurderszijde
48 20Motor ruitbediening passagierszijde
49 5Elektronische eenheid parkeerhulp – Autoradio – Bediening aan de
stuurkolom – Schakelaarpanelen (centraal en aan de zijkant) – Extra
schakelaarpaneel – Elektronische eenheid stroomonderbreker (+ sleutel)
50 7, 5Elektronische eenheid airbags en gordelspanners
51 5Tachograaf – Elektronische eenheid stuurbekrachtiging –
Airconditioning – Achteruitrijlichten – Sensor water in brandstoffilter –
Luchthoeveelheidsmeter (+ sleutel)
53 7, 5Instrumentenpaneel (+ accu)
89 -Niet gebruikt
90 7, 5Grootlicht links
91 7, 5Grootlicht rechts
92 7, 5Mistlamp links
93 7, 5Mistlamp rechts
In geval van pech
154
Starten van de motor met
een hulpaccu en startkabels
Start de motor nooit door een acculader aan
te sluiten.
Gebruik nooit een startbooster van 24 V of
h o g e r.
Controleer eerst of de hulpaccu een nominale
spanning van 12
V en een capaciteit minimaal
gelijk aan die van de ontladen accu heeft.
De twee auto's mogen elkaar niet raken.
Schakel alle stroomverbruikers (audiosysteem,
ruitenwissers, verlichting enz.) van beide
auto's uit.
Zorg er voor dat de startkabels zich niet in de
buurt van bewegende delen van de motor
(ventilator, aandrijfriemen enz.) bevinden.
Maak de (+) klem niet los bij draaiende motor.
Wacht na het opnieuw aansluiten van de accu en
het aanzetten van het contact 1
minuut voor u
de
auto start, hierdoor kunnen de elektrische systemen
geïnitialiseerd worden. Raadpleeg, wanneer hierna
toch storingen optreden, het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats. De pluspool van de accu A
is bereikbaar via een
klepje aan de zijde van de zekeringkast.
Gebruik voor het aansluiten uitsluitend de
hierboven aangegeven en afgebeelde punten.
Anders bestaat het risico van kortsluiting!
F
S
luit de rode kabel eerst aan op de accupool A
en ver volgens op de (+) pool van de hulpaccu B .
F
S
luit de groene of zwarte kabel aan op de (-)
pool van de hulpaccu B .
F
S
luit het andere uiteinde van de groene of
zwarte kabel aan op het massapunt C van uw
auto.
F
S
tel de startmotor in werking en laat de motor
draaien.
F
W
acht tot de motor stationair draait en neem
dan de kabels los.
A. Pluspool van de accu van uw auto B.
Hulpaccu
C. Massapunt van uw auto
Het is raadzaam de minpool (-) van de accu
los te koppelen als uw auto langer dan een
maand buiten gebruik is.
De beschrijving van de laadprocedure van de
accu dient slechts ter informatie.
Nadat de accu langdurig losgekoppeld is geweest,
moeten de volgende functies geïnitialiseerd worden:
-
d
e display-parameters (datum, tijd, taal,
afstands- en temperatuureenheden),
-
radiozenders,
-
c
entrale vergrendeling.
Raadpleeg, als bepaalde instellingen van de auto
zijn gewist, het PEUGEOT-netwerk om deze
opnieuw in te stellen.
Als uw auto is uitgerust met een tachograaf of een
alarm, adviseren wij u
de minpool van de accu los
te koppelen als u
de auto langer dan 5
dagen niet
gebruikt (de accu bevindt zich links onder de vloer
in het interieur).
In geval van pech
1
Audio- en telematicasysteem met touchscreen
Multimedia audiosysteem –
Bluetooth®-telefoon – GPS-
navigatie
Inhoud
De eerste stappen 1
T ermenlijst 2
St
uurkolomschakelaars
3
M
enu's
3
R
adio
4
D
AB-radio (Digital Audio Broadcasting)
5
M
edia
6
N
avigatie
9
T
elefoon
1
2
Gegevens auto
1
4
Instellingen
1
4
Gesproken commando's
1
6
Het systeem is zodanig beveiligd dat het
uitsluitend in uw auto functioneert.
Om veiligheidsredenen mag de bestuurder
handelingen die zijn volledige aandacht
vragen uitsluitend uitvoeren bij stilstaande
auto.
Als de motor is afgezet schakelt het systeem
zichzelf, na het inschakelen van de eco-mode,
uit om te voorkomen dat de accu ontladen
raakt.
De eerste stappen
Gebruik de toetsen onder het touchscreen om de
hoofdmenu's te openen en druk ver volgens op de
op het touchscreen weergegeven toetsen.Het touchscreen is een "resistief " scherm
dat voelbaar aangeraakt moet worden, met
name bij bewegingen (door een lijst bladeren,
scrollen over de kaart, enz.). Lichtjes aanraken
is niet voldoende. Als het scherm met
meerdere vingers wordt aangeraakt, worden
de commando's niet opgevolgd.
Het scherm kan ook worden bediend
als u
handschoenen draagt. Dankzij
deze technologie kan het scherm bij elke
temperatuur worden gebruikt.
Gebruik voor het schoonmaken van het
scherm een zacht, niet-schurend doekje
(bijvoorbeeld een brillendoekje) zonder
schoonmaakmiddel.
Raak het scherm niet aan met scherpe
voorwerpen.
Raak het scherm niet aan met natte handen.
Als het zeer warm is in het interieur, kan het
geluidsvolume worden beperkt om het systeem
te beschermen. Zodra de temperatuur in het
interieur is gezakt, zal de oorspronkelijke
instelling weer worden gebruikt.
Het systeem kan ook gedurende minimaal
5
minuten overgaan in de waakstand (volledig
uitschakelen van het scherm en het geluid).
.
Audio- en telematicasysteem met touchscreen
2
Indrukken: aan/uit.
Draaien: instellen van het geluidsvolume
(voor elke geluidsbron afzonderlijk).
Uitwerpen van de CD.
Uit-/inschakelen van het scherm.
Geluid onderbreken/pauzeren.
Radio, draaien: zoeken van een
radiozender.
Media, draaien: selecteren van de
vorige/volgende track.
Indrukken: bevestigen van de op het
scherm weergegeven optie.
Activeren, deactiveren en configureren
van bepaalde opties van het systeem en
van de auto.
Ongedaan maken van de huidige
bewerking.
Omhoog gaan in een structuur (menu
of m a p).Termenlijst
Meer informatie over het systeemBetekenis/bijbehorende acties
VOLUME Het volume instellen door te draaien.
RADIO Openen van het menu van de radio.
MEDIA
Openen van het menu "Media" en toegang tot de verschillende geluidsbronnen.
N AV Openen van het menu "Navigatie".
PHONE Openen van het menu "Telefoon".
MORE Toegang tot de informatie over de auto.
BROWSE
TUNE
SCROLL Aan de knop draaien om:
-
d
oor een menu of een lijst te scrollen.
-
e
en radiozender te selecteren.
ENTER Bevestigen van een op het scherm weergegeven optie door te drukken.
Audio- en telematicasysteem met touchscreen
3
Stuurkolomschakelaars
Activeren/deactiveren van de
pauzefunctie van CD, USB/iPod en
Bluetooth
® bronnen.
Activeren/deactiveren van de functie
"Mute" van de radio.
Activeren/deactiveren van de microfoon
tijdens een telefoongesprek.
Omhoog of omlaag bewegen:
verhogen of verlagen van het volume
voor de gesproken berichten en de
geluidsbronnen, de handsfree-functie
en het oplezen van sms-berichten.
Activeren van de spraakherkenning.
Een gesproken bericht onderbreken
om een nieuw gesproken commando
te geven.
Onderbreken van de spraakherkenning.
Aannemen van een binnenkomende
oproep.
Aannemen van een tweede oproep
en in de wacht zetten van het huidige
gesprek.
Activeren van de spraakherkenning voor
de telefoonfunctie.
Onderbreken van een gesproken
bericht om een ander gesproken
commando te geven.
Onderbreken van de spraakherkenning. Radio, omhoog of omlaag bewegen:
selecteren van de volgende/vorige
zender.
Radio, omhoog of omlaag geduwd
houden: omhoog/omlaag scrollen
door de frequenties tot de toets wordt
losgelaten.
Media, omhoog of omlaag bewegen:
selecteren van het volgende/vorige
nummer.
Media, omhoog of omlaag geduwd
houden: vooruit/achteruit spoelen tot de
toets wordt losgelaten.
Weigeren van een binnenkomende
oproep.
Telefoongesprek beëindigen.
Menu's
Radio
Selecteren van de verschillende
radiobronnen.
Activeren, deactiveren en configureren
van bepaalde opties.
Telefoon
Verbinding maken met een telefoon via
Bluetooth®.
.
Audio- en telematicasysteem met touchscreen
4
Gegevens auto
Weergeven van de buitentemperatuur,
het klokje, de kompas en de
boordcomputer.
Navigatie
Navigatiesysteem instellen en
bestemming invoeren.
Instellingen
Activeren, deactiveren en configureren
van bepaalde bedieningsfuncties van
het systeem en de auto.
Media
Selecteren van de verschillende
geluidsbronnen.
Activeren, deactiveren en configureren
van bepaalde opties.
Radio
Druk op "RADIO" om de radiomenu's
weer te geven:
Druk kort op de toets 9
of
: om automatisch te
zoeken.
Houd uw vinger op de toetsen om snel te zoeken.
Drukken op voorkeuzezenders
Houd de toets lang ingedrukt om de radiozender op
te slaan waarnaar op dat moment wordt geluisterd.
De beluisterde zender wordt uitgelicht
weergegeven.
Druk op de toets "Alle" om alle voorkeuzezenders
van de geselecteerde frequentieband weer te
geven.
Scrollen
-
Z
enderlijst .
Selecteer een zender door eenmaal te drukken.
-
D
e lijst bijwerken afhankelijk van de ontvangst.
-
D
ruk op de toets 5
of 6
om door de ontvangen
zenders te scrollen.
-
D
irect naar de gewenste letter in de lijst gaan.
Radio AM/DAB
-
S
electeer de band .
Frequentieband kiezen
Audio- en telematicasysteem met touchscreen
5
Instellingen
- D irecte instellingen .
Met het virtuele toetsenbord op het scherm kan
het cijfer van de desbetreffende zender worden
ingevoerd.
-
M
et de grafische symbolen "meer" of "minder"
kan de frequentie nauwkeurig worden
afgestemd.
Info
-
I
nformatie .
De informatie over de beluisterde zender
weergeven.
Audio
-
E
qualizer .
Lage, middelhoge en hoge tonen instellen.
-
B
alans/fader .
De balans van de luidsprekers voor en achter,
links en rechts instellen.
Druk op de toets in het midden van de pijlen
voor een evenwichtige instelling.
-
V
olume/Snelheid .
Selecteer de gewenste parameter, de optie
wordt uitgelicht weergegeven.
-
L
oudness .
De geluidskwaliteit bij een laag volume
optimaliseren.
-
A
utomatische radio .
De autoradio bij het starten instellen of de
instellingen gebruiken die actief waren toen het
contact de laatste keer werd afgezet.
-
V
er traagd uitschakelen van de autoradio .
De parameter instellen.
-
I
nstellen vol. AUX .
D
e parameters instellen.Digitale radio (DAB, Digital
Audio Broadcasting)
Digitale radio
Digitale radio zorgt voor een betere
geluidskwaliteit en biedt de mogelijkheid
om de door de beluisterde radiozender
meegestuurde informatie grafisch weer te
geven.
Via "multiplex /bundel" kunt u kiezen uit
radiozenders die op alfabetische volgorde zijn
gerangschikt.
Druk meerdere keren op " RADIO"
totdat "DAB-radio" wordt weergegeven.
Selecteer het tabblad " Scrollen".
Selecteer een lijst uit een van de
mogelijke filteropties, " Alle", "Genres "
en " Bundels ", en selecteer vervolgens
een radiozender.
Druk op de toets " Updaten" om de lijst
van ontvangen zenders "DAB-radio" bij
te werken.
Volgsysteem digitale zender DAB/FM
"DAB" is niet overal beschikbaar.
Als het digitale signaal niet goed is, kunt
u
met de optie " AF" (alternatieve frequentie)
dezelfde zender blijven beluisteren doordat
het systeem automatisch overschakelt op de
desbetreffende analoge "FM"-zender (indien
beschikbaar).
Als het systeem overschakelt op de analoge
radiozender, kan er sprake zijn van een
verschil van enkele seconden en kan het
geluidsvolume wijzigen.
Als het digitale signaal weer goed is, schakelt
het systeem automatisch weer over op "DAB".
Als de "DAB"-zender waarnaar wordt
geluisterd niet beschikbaar is, wordt het
geluid onderbroken als het digitale signaal te
zwak wordt en de alternatieve frequentie "AF"
doorgestreept wordt weergegeven.
.
Audio- en telematicasysteem met touchscreen
6
Media
Druk op "MEDIA" om de mediamenu's
weer te geven:
Druk op de toets 9
of
: om het vorige/volgende
nummer af te spelen.
Houd de vinger op de toetsen om snel vooruit of
achteruit te spoelen binnen het geselecteerde
nummer.
Scrollen
-
Na
vigeer op: Beluisteren, Artiesten,
Albums, Genres, Nummers, Afspeellijsten,
Audioboeken, Podcasts .
Door de bestanden van het actieve apparaat
scrollen en nummers selecteren.
De selectie-opties hangen af van het
aangesloten apparaat of het type CD.
Bron
-
C
D, AUX, USB .
De gewenste beschikbare geluidsbron
selecteren of een geschikt medium invoeren: het
afspelen start automatisch.
-
Bl
uetooth
®.
Een Bluetooth®-audiosysteem registreren.
Info
-
I
nformatie .
De informatie over het afgespeelde nummer
weergeven. Random
Druk op de toets om nummers in willekeurige
volgorde af te spelen op de CD, het USB-apparaat,
iPod of Bluetooth
®.
Herhalen
Op de toets drukken om deze functie te activeren.
Audio
-
E
qualizer .
Lage, middelhoge en hoge tonen instellen.
-
B
alans/fader .
De balans van de luidsprekers voor en achter,
links en rechts instellen.
Druk op de toets in het midden van de pijlen
voor een evenwichtige instelling.
-
V
olume/Snelheid .
Selecteer de gewenste parameter, de optie
wordt uitgelicht weergegeven.
-
L
oudness .
De geluidskwaliteit bij een laag volume
optimaliseren.
-
A
utomatische radio .
De autoradio bij het starten instellen of de
instellingen gebruiken die actief waren toen het
contact de laatste keer werd afgezet.
-
V
er traagd uitschakelen van de autoradio .
De parameter instellen.
-
I
nstellen vol. AUX .
D
e parameters instellen.
USB-aansluiting
Steek de USB-stick of de stekker van de kabel
(niet meegeleverd) van het externe apparaat in de
USB-aansluiting die bestemd is voor de overdracht
van gegevens naar het systeem. Deze aansluiting
bevindt zich in het middelste opbergvak .
Gebruik geen USB-verdeelstekker, om
beschadiging van het systeem te voorkomen.
Het systeem maakt gebruik van afspeellijsten (in
het tijdelijke geheugen). Het maken van deze lijsten
kan enkele seconden of soms enkele minuten
duren nadat het apparaat voor de eerste keer is
aangesloten.
Deze wachttijd kan worden bekort door andere
bestanden dan muziekbestanden te verwijderen en
het aantal mappen te beperken.
Elke keer als het contact wordt aangezet en als
er een nieuwe verbinding via de USB-stick wordt
gemaakt, worden de afspeellijsten bijgewerkt. De
lijsten worden in het geheugen opgeslagen: als de
lijsten niet zijn gewijzigd, is de laadtijd korter.
Audio- en telematicasysteem met touchscreen