143
Bij stalen velgen :
Bij lichtmetalen velgen :
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de identificatie , met
name de bandenspanningssticker.
F
H
aak de houder I aan het buitenste gedeelte.
F
D
raai de handgreep H vast om de houder vast te
zetten op de stalen velg.
F
P
laats de steun J op de houder I.
F
D
raai de handgreep H vast.
F
D
raai de drie bevestigingsbouten K van de
houder I op de lichtmetalen velg. F
M
onteer het verlengstuk A, de wielsleutel D en
de staaf B op de bevestigingsbout.
F
D
raai het geheel rechtsom om de kabel volledig
op te rollen en het wiel tegen de bodem van de
auto vast te zetten.
F
C
ontroleer of het wiel horizontaal tegen de
bodem van de auto aanligt en of de uitsparing
van het liersysteem zichtbaar is.
F
B
erg het gereedschap en de wieldop (afhankelijk
van de uitvoering) op.Een lamp vervangen
De koplampunits zijn voorzien van glas van
polycarbonaat met een speciale vernislaag:
F
r
einig de koplampen nooit met een
droge of schurende doek en gebruik
geen oplosmiddelen ,
F
g
ebruik een spons met zeepwater of een
pH-neutraal product,
F
w
anneer u met een hogedrukreiniger
hardnekkig vuil probeert te verwijderen,
houd de straal dan nooit langdurig op
de koplampen, de achterlichten en de
randen ervan gericht, om beschadiging
van de vernislaag en de afdichtrubbers te
voorkomen.
Bij het ver vangen van lampen moet het
contact en de verlichting minstens enkele
minuten zijn uitgeschakeld – om brandwonden
te voorkomen!
F
R
aak de lamp niet met de vingers aan,
maar gebruik een niet-pluizende doek.
Het is van belang dat u
uitsluitend lampen
van het type anti-ultraviolet (UV) toepast om
beschadiging van de koplamp te voorkomen.
Ver vang een kapotte lamp altijd door een
nieuwe lamp met dezelfde specificaties.
8
In geval van pech
144
Onder bepaalde weersomstandigheden
(lage temperatuur, vochtigheid) kan zich een
laagje condens aan de binnenzijde van de
koplampen en de achterlichten vormen; dit
verdwijnt enkele minuten na het ontsteken van
de koplampen.
Typen lampen
Uw auto is voorzien van verschillende typen
lampen. Verwijder ze als volgt:
Ty p e A
Ty p e B
Glassokkellamp: de lamp is gemonteerd met een
drukbevestiging. Trek de lamp daarom voorzichtig los.
Ty p e C
Ty p e D
Lamp met bajonetsluiting: druk de lamp iets in en
draai deze linksom. Cilindrische gloeilamp: druk de contacten uit elkaar.
Halogeenlamp: duw de borgveer open en ver wijder
de lamp uit de lamphouder.
Verlichting vóór
1.
Grootlicht.
2. Dimlicht.
3. Richtingaanwijzers.
4. Parkeerlichten/dagrijverlichting
In geval van pech