
2
.
.
Digitaal instrumentenpaneel 8
V erklikkerlampjes 1 1
Meters
  29
Handmatige check
 3
5
Kilometerteller/dagteller
 
35
Dimmer dashboardverlichting
 3
6
Boordcomputer
 
37
Monochroom display C
 3
8
Touchscreen
 4
0
Afstandsbediening
 
46
Keyless entry and start
 
4
 8
Noodprocedures
 
52
Centrale vergrendeling
 5
5
Alarm
 
56
Portieren
 
58
Achterklep
 
59
Handsfree achterklep
 6
0
Elektrisch bedienbare ruiten
 
6
 3
Panoramisch schuif-/kanteldak
 6
4Zitpositie
 6
8
Voor stoelen
 
 6 9
Stuurwielverstelling
 7
 4
Spiegels
 7
 4
Achterstoelen
 7
 6
Modulariteit van de stoelen
 8
 2
Functie i- Cockpit Amplify  
8
 3
Verwarming en ventilatie 8 4
Handbediende airconditioning 8 6
Semi-automatische airconditioning met  
centrale regeling
 
87
A
utomatische airconditioning met gescheiden 
regeling
 
89
Ontwasemen – ontdooien voorruit en voorste 
zijruiten
 
93
Voorruitverwarming
 
93
Ontwasemen – ontdooien achterruit
 9
4
Programmeerbare verwarming
 9
4
Voorzieningen vóór
 9
9
Plafonniers
 
104
Sfeerverlichting interieur
 1
05
Voorzieningen achter
 1
06
Voorzieningen in de bagageruimte
 1
08Lichtschakelaar
 
111
Richtingaanwijzers
 1
 13
Koplampen verstellen
 1
 14
Automatische verlichting
 1
 14
Grootlichtassistent   
1
 16
Statische bochtverlichting
 1
 18
Ruitenwisserschakelaar
 1
 19
Automatische ruitenwissers 1 21
Algemene aanbevelingen met betrekking  
tot de veiligheid
 
1
 22
Alarmknipperlichten
 1
23
Claxon
 
123
Noodoproep of pechhulpoproep
 1
23
Elektronisch stabiliteitsprogramma (ESP)
 1
25
Advanced Grip Control
 1
28
Hill Assist Descent Control
 
1
 29
Veiligheidsgordels
 
130
Airbags
 
134
Kinderzitjes
 
138
Uitschakelen airbag aan passagierszijde
 1
39
ISOFIX-kinderzitjes
 
146
i-Size-kinderzitjes
 
150
Kinderslot
 
153
Overzicht
Instrumentenpaneel Ergonomie en comfort
Veiligheid
Toegang tot de auto Verlichting en zicht
Eco-rijden 
Inhoudsopgave  

3
.
bit.ly/helpPSA
.
Rijadviezen 155
Starten/afzetten van de motor met de sleutel  1 56
Starten/afzetten van de motor met  
Keyless entry and start
 
1
 58
Elektrische parkeerrem
 1
61
Handgeschakelde versnellingsbak
 1
64
Automatische transmissie
 1
65
Hill Start Assist
 
1
 69
Driver Sport Pack
 
1
 70
Schakelindicator
 
170
Stop & Start
 
1
 71
Bandenspanningscontrolesysteem
 
174
Snelheden opslaan
 1
75
Snelheidslimietherkennings- en 
snelheidsadviesfunctie
 1
76
Snelheidsbegrenzer
 
179
Snelheidsregelaar
 
181
Adaptieve snelheidsregelaar
 1
84
Distance Alert en Active Safety Brake 
 
1
 92
Signalering onoplettendheid
 1
96
Lane Departure Warning System
 1
98
Active Lane Departure Warning System
 
1
 98
Dodehoekbewakingssysteem 
 
2
 03
Parkeerhulp
 
205
Visiopark 1
  – Visiopark 2  
2
 07
Park Assist
 
2
 12Ta n k e n 2
2 0
Tankbeveiliging (diesel) 2 21
Compatibiliteit van brandstoffen
 2
22
Trekhaak
 2
23
Trekhaak met afneembare kogel
 2
24
Eco-mode
 
227
Sneeuwschermen
 
228
Sneeuwkettingen
 
228
Allesdragers monteren
 2
29
Motorkap
  230
Onder de motorkap
 
2
 31
Niveaus controleren
 2
32
Controles
 
235
AdBlue
® (BlueHDi-motoren) 2 37
Gevarendriehoek
 2
 40
Brandstoftank leeg (diesel)
 
2
 40
Boordgereedschap
 
241
Bandenreparatieset
 2
43
Reservewiel
 
246
Een lamp vervangen
 2
52
Ruitenwisserbladen vervangen
 2
57
Een zekering vervangen
 2
57
12V- ac c u
 2
62
Slepen van de auto
 
2
 65Technische gegevens motoren en 
aanhangergewichten 
 
26
 7
Benzinemotoren
 2
 68
Dieselmotoren
 
 269
Afmetingen
 2
 72
Identificatie	 273
RijdenPraktische informatie Technische gegevens
Index
In geval van pech Audio en telematica
PEUGEOT Connect Nav
PEUGEOT Connect Radio
Bluetooth-audiosysteem
Toegang tot aanvullende video's
. 
Inhoudsopgave  

23
Waarschuwings- resp. 
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Voorgloeien 
dieselmotor Permanent.
Bij het aanzetten van het contact 
bij uitvoeringen met contactslot of 
een verzoek om de motor te starten 
door het indrukken van de "S TA R T/
STOP "-knop, is de temperatuur van 
de motor zo laag dat voorgloeien 
noodzakelijk is. De wachttijd is afhankelijk van de weersomstandigheden (tot 
ongeveer 30
 
seconden bij koud winterweer).
Wacht bij uitvoeringen met een contactslot met starten tot 
het lampje uitgaat.
Bij uitvoeringen met Keyless entry and start-systeem wordt 
wanneer het lampje uitgaat de motor onmiddellijk gestart, op 
voor waarde dat het rempedaal ingetrapt blijft bij auto's met 
automatische transmissie.
Bij uitvoeringen met Keyless entry and start-systeem wordt 
wanneer het lampje uitgaat de motor onmiddellijk gestart, 
op voor waarde dat het koppelingspedaal ingetrapt blijft bij 
auto's met handgeschakelde versnellingsbak.
Als de motor niet wil aanslaan, zet dan het contact af. Zet 
het contact ver volgens weer aan en wacht opnieuw tot het 
lampje uitgaat voordat u
  de motor start.
Stop & Star t Permanent, in combinatie 
met de weergave van een 
melding. Het Stop & Start-systeem is 
uitgeschakeld.
De volgende keer dat de auto tot stilstand komt, wordt de 
motor niet meer afgezet.
Schakel de functie weer in door nogmaals op de toets te 
drukken.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie 
over het Stop & Star t
-systeem.
Mistachterlicht Permanent. De mistachterlichten zijn 
ingeschakeld met de ring op de 
lichtschakelaar. Draai de ring naar achteren om de mistachterlichten uit te 
schakelen.
1 
Instrumentenpaneel  

46
Afstandsbediening
Algemeen
Uitklappen van de sleutel
Afhankelijk van de uitvoering heeft de 
afstandsbediening de volgende functies:
-
 
ontgrendelen/vergrendelen/supervergrendelen 
van de auto,
-
 o
ntgrendelen/openen/sluiten van de achterklep,
-
 
i
 nschakelen van de verlichting,
-
 in
klappen/uitklappen van de buitenspiegels,
-
 in
schakelen/uitschakelen van het alarmsysteem,
-
 
o
 penen van de ruiten,
-
 
s
 luiten van de ruiten en het schuif-/kanteldak,
-
 
l
 okaliseren van de auto,
-
 
s
 tartbeveiliging van de auto. Afhankelijk van de uitvoering kan met de in de 
afstandsbediening geïntegreerde sleutel het 
volgende worden gedaan:
-
 
ontgrendelen/vergrendelen/supervergrendelen 
van de auto,
-
 in
 schakelen/uitschakelen van het mechanische 
kinderslot,
-
 in
 schakelen/uitschakelen van de airbag vóór aan 
passagierszijde,
- v ergrendelen van de portieren (noodprocedure),
-
 
a
 anzetten van het contact en starten/afzetten 
van de motor.
Uitvoering zonder Keyless entr y and star t 
F
 
D
 ruk op deze knop; de sleutel wordt uitgeklapt.
Druk om de sleutel in te klappen eerst op deze knop; 
zo voorkomt u
 
beschadiging van het mechanisme.
Ontgrendelen van de auto
Alle portieren ontgrendelen
F Druk op deze toets.
Selectief ontgrendelen
Bestuurdersportier en brandstofvulklep
Deze functie kan via het configuratiemenu van de 
auto worden ingesteld. Uitvoering met Keyless entr y and star t 
F 
T
 rek aan deze knop ter wijl u   de sleutel uit de 
houder haalt.
Houd deze knop aangetrokken voordat u   de sleutel 
weer terugplaatst.
F  
D
 ruk op deze toets.
F
 
D
 ruk nogmaals op deze knop om de 
overige portieren te ontgrendelen en 
de achterklep te openen.
De eerste keer dat op de ontgrendelknop wordt  
Toegang tot de auto  

48
Lokaliseren van de auto
Met deze functie kunt u uw auto op afstand 
l okaliseren, wat vooral praktisch is bij weinig licht. 
Uw auto moet zijn vergrendeld.
Instapverlichting
F Druk op deze toets.
Gedurende ongeveer tien seconden gaan de 
plafonniers en de verlichting in de buitenspiegels 
branden en gaan de richtingaanwijzers knipperen.
Selectief ontgrendelen en 
openen van de achterklep
Het selectief ontgrendelen en elektrisch openen 
van de achterklep kan worden ingesteld in het 
configuratiemenu van de auto.
Standaard is het selectief ontgrendelen van de 
achterklep geactiveerd en de elektrische bediening 
gedeactiveerd. F
 
H
 oud deze knop ingedrukt om 
de achterklep te ontgrendelen en 
elektrisch te openen.
Als de selectieve ontgrendeling van de achterklep 
is uitgeschakeld, wordt bij het indrukken van de 
knop de auto volledig ontgrendeld.
Als de elektrische werking van de achterklep 
is uitgeschakeld, wordt de achterklep bij het 
indrukken van de knop op een kier gezet.
Om de auto te kunnen vergrendelen, moet u
  de 
achterklep weer sluiten.
De portieren en de brandstofvulklep blijven 
vergrendeld.
Keyless entry and start
Systeem waarmee de auto ontgrendeld (geopend), 
vergrendeld (gesloten) en gestart kan worden 
zonder dat u
  de elektronische sleutel tevoorschijn 
hoeft te halen.
De elektronische sleutel kan ook worden 
gebruikt als afstandsbediening.
Zie de desbetreffende rubriek voor 
meer informatie over de werking van de 
afstandsbediening .
Ontgrendelen van de auto
De beschikbaarheid van deze functie is afhankelijk 
van de uitvoering.
F
 
D
 ruk kort op deze toets van de 
afstandsbediening.
Door de toets nogmaals in te drukken ter wijl 
de verlichting nog brandt, wordt de verlichting 
onmiddellijk uitgeschakeld. De parkeerlichten, het dimlicht, de 
kentekenplaatverlichting en de instapverlichting in 
de buitenspiegels gaan gedurende 30
 
seconden 
branden. 
Toegang tot de auto  

49
Volledige ontgrendeling
F Zorg dat de elektronische sleutel zich in de detectiezone A bevindt en breng uw hand achter 
de portiergreep van één van de voorportieren of 
druk op de schakelaar voor het openen van de 
achterklep (middelste knop).
Als de elektrische bediening van de achterklep is 
geactiveerd, gaat deze bovendien automatisch open.
Openen van de ruiten
Afhankelijk van de uitvoering kunnen de ruiten in de 
gewenste positie worden gezet door de hand achter 
de handgreep te houden of de schakelaar voor het 
openen van de achterklep in te drukken.
Het gedurende enkele seconden knipperen van de 
richtingaanwijzers geeft aan dat:
-
 
d
 e auto is ontgrendeld (uitvoeringen zonder 
alarmsysteem);
-
 
h
 et alarmsysteem is uitgeschakeld (overige 
uitvoeringen).
Afhankelijk van de uitvoering worden de 
buitenspiegels uitgeklapt.
Selectief ontgrendelen Selectief ontgrendelen van de 
achterklep
F Druk op de schakelaar voor het openen van 
de achterklep om uitsluitend de achterklep te 
ontgrendelen.
De portieren blijven vergrendeld.
Als de selectieve ontgrendeling van de 
achterklep is uitgeschakeld, worden bij het 
indrukken van deze knop ook de portieren 
ontgrendeld.
De selectieve ontgrendeling van 
de achterklep kan worden in- of 
uitgeschakeld via het menu Auto/Rijden  
van het touchscreen. Als een van de portieren of de achterklep 
geopend is of als een van de elektronische 
sleutels van het Keyless entry and start-
systeem zich in de auto bevindt, werkt de 
centrale vergrendeling niet.
Daarentegen wordt het alarmsysteem 
(indien aanwezig) na ongeveer 45
 
seconden 
ingeschakeld.
Als de auto is vergrendeld en per ongeluk 
wordt ontgrendeld zonder dat binnen ongeveer 
30   seconden een van de portieren of de 
achterklep wordt geopend, wordt de auto 
automatisch weer vergrendeld.
Het alarm (indien aanwezig) wordt automatisch 
opnieuw ingeschakeld.
Het automatisch in- en uitklappen van de 
buitenspiegels kan worden uitgeschakeld 
door het PEUGEOT-netwerk of door een 
gekwalificeerde werkplaats.
Verlaat om veiligheidsredenen (kinderen in 
de auto) de auto nooit, zelfs niet voor een 
korte tijd, zonder de elektronische sleutel van 
het Keyless entry and start-systeem mee te 
nemen.
Wees bedacht op diefstal van de auto als 
de elektronische sleutel van het Keyless 
entry and start-systeem zich binnen een 
van de detectiezones bevindt ter wijl uw auto 
ontgrendeld is.
Bestuurdersportier en brandstofvulklep
F
 
L
eg uw hand achter de portiergreep van het 
bestuurdersportier.
F
 
W
anneer u
 
de volledige auto wilt ontgrendelen, 
legt u
 
uw hand achter de portiergreep van het 
voorpassagiersportier terwijl de elektronische 
sleutel zich in de buurt van dit portier bevindt, 
of drukt u
 
op de schakelaar voor het openen  De selectieve ontgrendeling van het 
bestuurdersportier kan worden uitgevoerd via het 
configuratiemenu van de auto.
Tijdens het ontgrendelen van het bestuurdersportier 
knipperen de richtingaanwijzers gedurende enkele 
seconden om aan te geven dat:
-
 
d
 e auto selectief is ontgrendeld (uitvoeringen 
zonder alarmsysteem),
-  
h
 et alarmsysteem is uitgeschakeld (overige 
uitvoeringen).
Afhankelijk van de uitvoering worden de 
buitenspiegels uitgeklapt. van de achterklep (in het midden) ter wijl de 
elektronische sleutel zich in de buurt van de 
achterzijde van de auto bevindt.
2 
Toegang tot de auto  

50
Om de batterij in de elektronische sleutel en 
de accu van de auto te sparen worden de 
'handsfree' functies in een soort langdurige 
stand-by gezet als deze 21  dagen niet zijn 
gebruikt. Als u
  de functies weer wilt activeren, 
druk dan op één van de knoppen op de 
afstandsbediening of start de auto met de 
elektronische sleutel in de reader.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor 
meer informatie over het starten met het 
Keyless entr y and star t -systeem.
Vergrendelen van de auto
Normale vergrendeling
Sluiten van de ruiten en het schuif- /kanteldak
Als u
  de voorportiergreep of de vergrendelknop op 
de achterklep ingedrukt houdt, worden de ruiten en, 
afhankelijk van de uitvoering, het schuifdak gesloten 
tot u
  de knop loslaat.
Hierbij wordt ook het zonnescherm van het schuifdak 
gesloten.
Let erop dat niets het correcte sluiten van de 
ruiten en het schuifdak in de weg staat.
Wees extra alert op kinderen, zodat deze zich 
tijdens het bedienen van de ruit niet kunnen 
bezeren.
De richtingaanwijzers gaan enkele seconden 
branden om aan te geven dat:
-
 
d
 e auto is vergrendeld bij uitvoeringen zonder 
alarmsysteem,
-
 
h
 et alarmsysteem is ingeschakeld bij de andere 
uitvoeringen.
Afhankelijk van de uitvoering worden de 
buitenspiegels automatisch ingeklapt. Laat omwille van de veiligheid en ter 
voorkoming van diefstal de elektronische 
sleutel nooit in de auto achter, ook niet 
wanneer u
  in de buurt bent.
Het is raadzaam de sleutel bij u   te houden.
Vuil (vocht, stof, modder, zout…) op de 
binnenzijde van de portiergreep kan de 
detectie negatief beïnvloeden.
Als na het reinigen van de binnenzijde van 
de portiergreep met een doek de detectie 
niet verbetert, raadpleeg dan het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Plotseling contact met water (waterstraal, 
hogedrukspuit…) kan door het systeem 
worden beschouwd als een verzoek de auto te 
ontgrendelen.
Supervergrendeling
Als de supervergrendeling is ingeschakeld, 
werken de binnenportiergrepen niet.
Ook de toets van de centrale vergrendeling, op 
het dashboard, werkt dan niet meer.
Schakel daarom nooit de super vergrendeling in 
als er zich iemand in de auto bevindt.
F
 
D
ruk, als de elektronische sleutel zich in de 
detectiezone A bevindt, met een vinger op de 
portiergreep (bij de merktekens) van een van 
de voorportieren of op de vergrendelknop op de 
achterklep (rechts).
De auto kan niet worden vergrendeld als een van 
de elektronische sleutels is achtergebleven in het 
interieur van de auto. 
Toegang tot de auto  

52
Sleutels, afstandsbediening, elektronische 
sleutel verloren
Ga met het kentekenbewijs van de auto, uw 
legitimatiebewijs en indien mogelijk de sticker met 
de sleutelcode naar het PEUGEOT-netwerk.
Het PEUGEOT-netwerk kan de speciale code van 
de sleutel en de transponder opzoeken en een 
nieuwe bestellen.Gooi de lege batterijen van de 
afstandsbediening niet weg: ze bevatten 
metalen die schadelijk zijn voor het milieu.
Lever lege batterijen in bij een speciaal 
verzamelpunt.
Elektrische storingen
De elektronische sleutel van het Keyless entry 
en start-systeem werkt in sommige gevallen 
niet correct in de nabijheid van elektronische 
apparatuur: telefoon, laptop, sterke magnetische 
velden, enz.
Afstandsbediening
De radiografische afstandsbediening is een 
systeem met een groot bereik. Het is raadzaam 
om niet met de knop van de afstandsbediening 
te spelen om te voorkomen dat de portieren per 
ongeluk ontgrendeld worden.
Druk nooit op de knoppen van uw 
afstandsbediening buiten het bereik en het zicht 
van uw auto. De afstandsbediening kan dan 
onbruikbaar worden en moet in dat geval opnieuw 
worden gesynchroniseerd.
De afstandsbediening kan niet functioneren als de 
sleutel in het contactslot zit, zelfs als het contact 
uitstaat.
Vergrendelen van de auto
Het rijden met vergrendelde portieren kan bij 
een noodgeval de toegang tot de auto voor de 
hulpdiensten bemoeilijken.
Neem uit veiligheidsoverwegingen (kinderen in 
de auto) de sleutel met afstandsbediening of de 
elektronische sleutel mee als u
  de auto verlaat, zelfs 
al is dit voor korte duur. Diefstalbeveiliging
Breng geen wijzigingen aan in de elektronische 
startblokkering; dit kan tot storingen leiden.
Vergeet bij uitvoeringen met contactslot niet om 
de sleutel te ver wijderen en aan het stuur wiel te 
draaien om het stuurslot te activeren.
Bij het aanschaffen van een gebruikte auto
Laat uw sleutels door het PEUGEOT-netwerk in 
het elektronische geheugen van de auto opslaan, 
zodat u
  er zeker van kunt zijn dat de in uw bezit 
zijnde sleutels de enige zijn waarmee de auto kan 
worden gestart.
Noodprocedures
De auto volledig ontgrendelen/
vergrendelen met de sleutel
Volg deze procedures in de volgende gevallen:
-  l ege batterij van de afstandsbediening;
-
 s
toring van de afstandsbediening;
-
 
a
 uto is in een gebied met sterke 
elektromagnetische straling.
In het eerste geval moet u
  de batterij van de 
afstandsbediening vervangen.
Zie de desbetreffende rubriek.
In het tweede geval kunt u
  het probleem mogelijk 
verhelpen door de afstandsbediening te resetten.
Zie de desbetreffende rubriek. 
Toegang tot de auto