94
Storing
Als het waarschuwingslampje te lage
bandenspanning gaat knipperen en
ver volgens blijft branden, wijst dit op
een storing in het systeem.
In dat geval werkt de bandenspanningscontrole
mogelijk niet goed.
Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-
netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Na het uitvoeren van werkzaamheden aan
het systeem moeten de spanningen van de
vier banden worden gecontroleerd en het
systeem worden gereset.
Rijden
107
Als na 7 minuten de druk niet 2 bar is, is
d e band niet te repareren; neem contact
op met een PEUGEOT-dealer of een
gekwalificeerde werkplaats om u
verder te
helpen.
F
Z
et, zodra de gewenste spanning is bereikt,
de schakelaar in de stand " O".
F
V
er wijder de set en berg deze op. Rijd met een gerepareerde band niet meer
dan 200
km; neem contact op met een
PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats om de band te ver vangen.
Controlesysteem bandenspanning Het lampje voor te lage
bandenspanning zal na het
repareren van een wiel blijven
branden tot het systeem is
gereset.
Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over het
bandenspanningscontrolesysteem .
Als de spanning van één of meer
banden is aangepast, moet het
bandenspanningscontrolesysteem worden
gereset.
Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over het
bandenspanningscontrolesysteem .
F
S
chakel de compressor in door de schakelaar
in de stand ' I' te zetten en breng de band
op de spanning die is aangegeven op de
bandenspanningssticker van de auto. Druk
om de bandenspanning te verlagen op de
zwarte knop op de compressorslang bij de
ventielaansluiting.
Reservewiel
Scan de QR-code op pagina 3 om
v erklarende video's te bekijken. In het geval van een lekke band kunt u
het wiel
met het bij de auto geleverde gereedschap
verwisselen volgens de onderstaande procedure.
Toegang tot het reservewiel
en gereedschap
Afhankelijk van de uitvoering bevinden het
reser vewiel en het gereedschap zich onder de
vloer van de bagageruimte.
F
V
er wijder de vloerbekleding van de
bagageruimte.
F
V
erwijder de opbergbak.
F
D
raai de centrale bout los waarmee het wiel
bevestigd is.
F
V
erwijder het wiel.
8
In geval van pech
4
PasskeyWachtwoord wijzigen.
Phonebook Telefoonboek.
Radio Radiomodus weergeven.
Region Code RDS-modus in- of uitschakelen.
Reset Instellingen resetten.
Reset all Alles resetten.
Ringtone Beltoon kiezen.
Ringtone volume Beltoonvolume instellen.
Searching Zoeken.
Select Selecteren.
Setup Instellingen.
Skip Naar de volgende stap.
Sound Setting Lijst van geluidsinstellingen weergeven.
Speed dials Snelkiezen.
TA Waarschuwingsbericht verkeersinformatie.
TEL Lijst van instellingen van de telefoon weergeven.
Transfer history Gespreksgeschiedenis overbrengen.
Treble Hoge tonen instellen.
Update Lijst updaten.
Updating Update.
Radio
13
Bluetooth®
Lijst van Bluetooth®-menu's
Druk op MENU, draai aan de knop om
" Bluetooth " te selecteren, druk er op
om de lijst weer te geven en gebruik
de knop om door het menu te scrollen. Bluetooth
Niveau 2
Niveau 3 Bijbehorende acties
Pairing - Bluetooth-apparaat koppelen.
List Phone - Lijst van opgeslagen telefoons
weergeven.
List Audio - Lijst van opgeslagen audio-
apparaten weergeven.
Passkey Enter new passkey Wachtwoord wijzigen of invoeren.
BT Power - Automatische Bluetooth-
verbindingsmodus in- of
uitschakelen.
Bluetooth info Device name
Device address Bluetooth-informatie van het
systeem.
Display Setting - Automatische weergave van de
verbinding in- of uitschakelen.
Reset Reset all
Sound Setting
Car device info Instellingen resetten.
.
Radio
2
De eerste stappen
* Afhankelijk van type audiosysteem.
Het systeem wordt ingeschakeld als het contact in
de stand ACC wordt gezet of als de motor wordt
gestart.
Indrukken onderdrukt het geluid en
activeert de slaapmodus (weergave
van tijd en sneltoetsen).
Lang indrukken reset het systeem.
Volumeregeling door draaien (voor
elke geluidsbron afzonderlijk).
Indrukken voor toegang tot de
menucarrousel en vervolgens
drukken op de virtuele toetsen op het
touchscreen.
Druk nogmaals op de toets om terug
te keren naar de laatst gebruikte
geluidsbron.
Draai aan de knop voor toegang tot
een lijst of een nummer (boven of
onder). Gesproken commando's smartphone
via het systeem.
Druk kort op deze toets om de functie
gesproken commando's te activeren.
Bij langdurige zonneschijn en als het
bijzonder warm is, kan het systeem ter
beveiliging overgaan op stand-by (het
scherm en het geluid worden volledig
uitgeschakeld) voor een duur van ten minste
5
minuten.
Als de temperatuur in het interieur
voldoende is gezakt, wordt de normale
werking van het systeem weer hersteld.
Drukken met meer dan één vinger wordt niet
herkend.
Het touchscreen is een capacitief scherm.
Voor het schoonmaken van het scherm
raden we aan een zacht, niet-schurend
doekje (bijvoorbeeld een brillendoekje) te
gebruiken zonder schoonmaakmiddel, of
een vochtige doek.
Raak het scherm niet aan met scherpe
voorwerpen.
Raak het scherm niet aan met natte handen. Selecteren van de geluidsbron (afhankelijk van de
uitvoering):
-
"
FM"/"AM"/"DAB" radiozenders*.
-
"
USB"-speler.
-
T
elefoon verbonden via Bluetooth en
multimedia-uitzending Bluetooth (streaming).
-
M
ediaspeler aangesloten via de AUX-
aansluiting (jack-aansluiting, kabel niet
meegeleverd).
Sneltoetsen: Bepaalde informatie wordt
weergegeven op de linker balk van het
touchscreen. Er is directe toegang mogelijk tot
de media, de telefoonfuncties, de modus "Mirror
Screen
®" of de keuze van de geluidsbron.
Touchscreen 7 inch
172
OOliefilter ............................................................. 102
Oliefilter (vervangen) ........................................ 102
Olieniveau
................................
..................10 0 -101
Oliepeilstok
................................................ 10 0 -101
Olieverbruik
................................................ 10 0 -101
Onder de motorkap ~ Motorruimte
.....................99
Onderhoudsadviezen
......................................... 99
Onderhoudscontroles
........................................... 6
Ontdooien ........................................... 36-37, 40-41
Ontgrendelen
................................
.................22-24
Ontwasemen
................................................. 36-40
Ontwasemen achter
............................................ 40
Ontwasemen achter ~ Achterruitverwarming
....41
Ontwasemen voor
.................................
..............40
Opbergvak ........................................................... 45
Opbergvakken
..................................................... 42
Opbergvakken portieren
..................................... 42
O
penen bagageruimte ~
Bagageruimte openen
.......................... 2
3 -24, 27
Openen motorkap ~ Motorkap, openen
.......98
-99
Openen portieren ~ Portieren openen
......... 2
3 -24
Opschakelindicator
....................................... 17, 7 9
Overzicht zekeringen ~ Zekeringentabel ................................ 114 -11 6 , 11 9
Parkeerlichten
............................................... 17, 4 6
Plafonnier
............................................................ 41
Portieren
....................................................... 26-27
Portieren sluiten
.................................................. 24
Pyrotechnische gordelspanners
...................55-56
P
RRadio ............................................................ 7, 7, 1 0
Radiozender ................................. ..................7, 7- 8
RDS
................
....................................................... 8
Regeling luchtopbrengst ~ Aanjager, regeling
...37
Regeling luchtverdeling ~ Luchtverdeling
.......... 3
7
Regelmatige controles ~ Controles
........... 10
2-103
Regelmatig onderhoud
......................................... 6
R
emblokken
...................................................... 103
Remlichten
................................
........................113
Remmen
...................................................... 11, 1 0 3
Remschijven ...................................................... 103
Reservewiel
........................ 103, 107-108, 110 -111
Reservoir ruitensproeiers ~ Ruitensproeierreservoir
.......................... 10
1-102
Resetten bandenspanningscontrolesysteem
.....93
Richtingaanwijzers
.................4 8 , 112 -113 , 112 -114
Rijadviezen
................................
.........................72
Rijstand
.......................................................... 76 -79
Ruitbediening
................................
......................28
Ruitensproeier achter
......................................... 50
Ruitensproeiers
................................................... 49
Ruitenwisserbladen (vervangen)
........................50
Ruitenwisserbladen vervangen
.......................... 50
R
uitenwissers
...................................................... 49
Ruitenwisserschakelaar
...................................... 49
SSchakelaars stoelverwarming ~
Stoelverwarming, schakelaars .........................33
Selectiehendel
............................................... 7
6 -79
Selectiehendel handgeschakelde
versnellingsbak ~ Schakelen
elektronisch bediende versnellingsbak
............ 76
S
et voor tijdelijke bandenreparatie ~
Bandreparatieset
..............................45, 104, 10 6
Sleepoog
................................
.............................45
Slepen van een auto
......................................... 123Te laag brandstofniveau ~
Brandstofniveau
......................................... 18
, 9 6
Telefoon
..............................................
1 0 -11, 11 -15
Te l l e r
....................................................................
18
Temperatuurregeling ...................................... 37- 4 0
Tijdelijke bandenspanning (met set) ~ Banden, noodreparatie
................
104, 10 6
Tijd instellen
..................................................
20 -21
Toegang tot de achterbank ( 3 -deurs) ................
33
Toevoer van buitenlucht ~ Luchttoevoer (bediening) ...........................
38-40
Touchscreen .........................................................1
Trekhaak
...........................................................123
T
Sleutel ................................................................. 22
Sneeuwkettingen ................................................ 97
S
nelheidsbegrenzer
........................... 1
5, 17, 84- 86
Snelheidslimietherkenning
.................................82
Stand Easy (automatische stand)
..................76 -79
Starten ............................................................... 12 2
Starten van de auto........................................ 72-79
Stilzetten van de auto
.................................... 72-79
Stoelen achter ~ Achterbank
........................33
-34
Stoelen verstellen
................................
.........32, 34
Stoelverwarming
................................................. 33
St
op & Start
............15 -16, 20, 40, 81- 82, 102, 122
Streaming audio Bluetooth
......................10, 10 -11
Stuurbekrachtiging
.............................................. 12
Stuurwiel (verstellen)
.......................................... 36
Trefwoordenregister