6. Nadat het schakelen voltooid is en het
NEUTRAL (N)-lampje blijft branden, laat
u de knop NEUTRAL (N) los.
7. Schakel de versnellingsbak in REVERSE
(achteruit).
8. Laat het rempedaal gedurende vijf secon-
den los en zorg ervoor dat de auto niet
gaat rollen.
9. Houd het rempedaal ingetrapt. Schakel
de transmissie weer naar de stand
NEUTRAL.
10. Trek de handrem stevig aan.
11. Met de transmissie en de tussenbak in
de stand NEUTRAL, houdt u de knop
START/STOP ingedrukt totdat de motor
wordt uitgeschakeld.
12. Zet de schakelhendel in de stand PARK.
Laat het rempedaal los.
13. Druk twee keer op de knop STOP/START
(zonder het rempedaal in te trappen) om
het contact in de stand OFF te zetten.14. Zet de handrem pas vrij nadat het voer-
tuig op de juiste manier aan een sleep-
voertuig is gekoppeld.
OPMERKING:
Als schakelcondities/vergrendelingen niet
worden bereikt, gaat het bericht "To Tow Ve-
hicle Safely, Read Neutral Shift Procedure in
Owners Manual" (lees schakelprocedure voor
neutraal in instructieboekje om voertuig vei-
lig te slepen) knipperen in het display in de
instrumentengroep. Raadpleeg de paragraaf
"Display in de instrumentengroep" in het
hoofdstuk "Uw Instrumentenpaneel leren
kennen" voor meer informatie hierover.
Uit de stand NEUTRAAL (N) schakelen
Gebruik de volgende procedure om uw voer-
tuig voor te bereiden op normaal gebruik.
1. Breng het voertuig volledig tot stilstand.
2. Trek de handrem stevig aan.
3. Start de motor.
4. Houd het rempedaal ingetrapt.
5. Schakel de versnellingsbak in NEUTRAL.6. Gebruik een balpen of soortgelijk voor-
werp en houdt daarmee gedurende één
seconde de verzonken knop NEUTRAL (N)
van de tussenbak (bevindt zich bij de
modusschakelaar) ingedrukt.
7. Wanneer het NEUTRAL (N)-lampje uit-
gaat, laat u de NEUTRAL (N)-knop los.
8. Nadat de knop NEUTRAL (N) is losgela-
ten, schakelt de tussenbak naar de stand
die wordt aangegeven door de
modusschakelaar.NEUTRAAL (N)-schakelaar
171
Selec-Track biedt de volgende standen:
•Sport– Kalibratie voor droog weer en rijden
op de weg. Op prestaties gebaseerde tuning
die het gevoel van achterwielaandrijving
creëert maar met verbeterd rijgedrag en
optrekken in vergelijking met een tweewiel-
aangedreven voertuig. Deze functie wordt
gereset naar AUTO aan als het contact
wordt ingeschakeld.
•Snow– Tuning ingesteld op extra stabiliteit
onder slechte weersomstandigheden. Ge-
bruik dit op de weg en in het terrein op
ondergronden met weinig tractie, zoals
sneeuw. Deze functie wordt gereset naar
AUTO aan als het contact wordt ingescha-
keld.
•Auto– Volautomatische, continue vierwiel-
aandrijving kan worden gebruikt op de weg
en in het terrein. Zoekt een evenwicht tus-
sen tractie en naadloos stuurgevoel voor
verbeterd rijgedrag en optrekken in verge-
lijking met een tweewielaangedreven voer-
tuig.•Track– Kalibratie voor wegracen op onder-
gronden met veel tractie. De aandrijflijn is
geoptimaliseerd voor maximale tractie.
Enig slippen kan voelbaar zijn op moeilijke
ondergronden. Deze functie wordt gereset
naar AUTO aan als het contact wordt inge-
schakeld.
•To w- Gebruik deze modus voor het trekken
en vervoeren van zware lasten. De vering
van de auto gaat in de sportstand. Trailer
Sway Control wordt ingeschakeld in het
ESC-systeem. Deze functie wordt gereset
naar AUTO aan als het contact wordt
ingeschakeld.
Custom
In deze modus kan de bestuurder een aange-
paste autoconfiguratie maken, die wordt op-
geslagen voor een snelle keuze van de favo-
riete instellingen. Het systeem keert terug
naar de modus AUTO (automatisch) wanneer
de contactsleutel van RUN naar OFF wordt
gedraaid als deze modus is geselecteerd. In
de aangepaste modus kunnen de instellingen
voor stabiliteit, transmissie, stuurinrichting,ophanging, aandrijving op alle wielen en
schakelflippers worden geconfigureerd via de
instellingen voor de aangepaste modus.
OPMERKING:
Raadpleeg de paragraaf "SRT-rijmodi" in het
hoofdstuk "Multimedia" in uw instructie-
boekje voor meer informatie.
Actief dempingssysteem
Deze auto is uitgerust met een elektronisch
geregeld dempingssysteem. Dit systeem ver-
mindert het overhellen en de hellingshoek
van de carrosserie in veel rijomstandigheden
waaronder bochten, accelereren en remmen.
Er zijn 3 modi:
•Street Mode(Beschikbaar in de terreinstan-
den AUTO, SNOW en CUSTOM.) - wordt
gebruikt bij hoge snelheden waarbij een
gevoel van comfortabel rijden gewenst is.
•Sport Mode(Beschikbaar in de terreinstan-
den AUTO, SPORT, CUSTOM en TOW.) -
biedt een stevige vering voor betere rijei-
genschappen.
179
vloeistof bijvullen...........320
vloeistofpeil controleren........279
vloeistofpeil controleren........279
Automatisch grootlicht............43
Autowasserijen................301
Banden..........151, 288, 294, 295
Banden,
aanhaalmoment wielbouten......307
algemene informatie..........288
algemene informatie..........294
algemene informatie..........295
bandenspanning.........288, 289
bandenspanningscontrolesysteem
(TPMS)...................83
compacte thuiskomer.........295
controlesysteem voor bandenspanning.108
hoge snelheden.............290
lekke band vervangen.........242
levensduur................292
opkrikken.................288
radiaal...................290
reservewiel................294
reservewielen...........295, 296
rotatie..................299
slijtagemarkeringen..........292
sneeuwkettingen.........298, 299spinnen.................291
veiligheid.................288
veroudering (levensduur van
banden)..................292
vervangen.............242, 292
verwisselen............242, 288
wielmontage...............242
winterbanden..............294
Bandenslijtage-indicatoren........292
Bandenspanning
Banden..................289
Benzine (brandstof).............308
Benzine, nieuwe formule.........309
Bergplaats krik................237
Bewaking, bandenspanningssysteem . .108
Boordcomputer................77
Brandstof...............308, 313
Brandstof,
additieven................310
benzine.................308
diesel...................313
ethanol..................309
lampje...................82
octaangetal...............308
schone..................309
tanken...............201, 203
tankinhoud...............316
toevoegingen
...............310
vereisten..........308, 313, 316
zuinige modus.............163
Brandstofbesparende modus.......163
Brandstof tanken...........201, 203
Buitenlampen................151
Camera....................200
Camera achter................200
Capaciteiten, vloeistof...........316
Chassisnummer (VIN)...........306
Compacte reserveband...........295
Contourverlichting..............228
Cyberveiligheid...............325
Dagverlichting.................42
Dealerservice.................280
Diagnosesysteem...............89
Diagnosesysteem, onboard.........89
Dieren.....................148
Dieselbrandstof...............313
Dieselbrandstof,
vereisten voor opslag..........205
Dieselbrandstof, vereisten.........313
Dodehoekbewaking.............104
Do Not Disturb (niet storen)........376
Door de klant programmeerbare functies.349
INDEX
398