Page 165 of 352

Omstandigheden waarin automatisch de elektri-
sche parkeerrem wordt bediend in de stand
autostop:
• Het bestuurdersportier is geopend en het
rempedaal niet is ingetrapt.
• Het bestuurdersportier is geopend en de
bestuurder heeft de veiligheidsgordel niet
vastgemaakt.
• De motorkap is geopend.
• Er doet zich een storing voor in het
STOP/START-systeem.
Als de elektrische parkeerrem wordt bediend
terwijl de motor is uitgeschakeld, moet de
motor mogelijk handmatig opnieuw worden
gestart en de elektrische parkeerrem hand-
matig worden vrijgezet (trap het rempedaal in
en druk op de schakelaar Electric Park
Brake). Raadpleeg de paragraaf "Display in
de instrumentengroep" in het hoofdstuk "Uw
Instrumentenpaneel leren kennen" in uw in-
structieboekje voor meer informatie.Het Stop/Start-systeem handmatig
uitschakelen
1. Druk op de schakelaar STOP/START OFF
(in de rij schakelaars). Het lampje in de
schakelaar dooft.
2. De melding "STOP/START OFF" (stop/
start uit) verschijnt op het display in de
instrumentengroep. Raadpleeg de para-
graaf "Display in de instrumentengroep" in
het hoofdstuk "Uw Instrumentenpaneel
leren kennen" in uw instructieboekje voor
meer informatie.3. Bij de volgende stop van het voertuig
(nadat het STOP/START-systeem is uitge-
schakeld) zal de motor niet worden
uitgeschakeld.
4. Als het STOP/START-systeem handmatig
is uitgeschakeld, kan de motor alleen wor-
den gestart en gestopt via het contactslot.
5. Het STOP/START-systeem schakelt elke
keer zelfstandig weer in wanneer het con-
tact uit- en weer ingeschakeld wordt.
Het Stop/Start-systeem handmatig
inschakelen
Druk op de schakelaar STOP/START OFF (in
de rij schakelaars). Het lampje in de schake-
laar dooft.
Schakelaar STOP/START OFF
163
Page 174 of 352

de achterkant/achterbumper worden ge-
plaatst. Als dit wel het geval is, zal het
systeem een nabijgelegen object mogelijk
interpreteren als een sensorprobleem en
wordt de melding "PARKSENSE UNAVAI-
LABLE SERVICE REQUIRED" (parkeerhulp
niet beschikbaar, onderhoud noodzakelijk)
weergegeven op het display in de instru-
mentengroep.
• ParkSense moet worden uitgeschakeld
wanneer de achterklep in de open stand
staat en de achteruitversnelling is inge-
schakeld. Een open achterklep zou ten on-
rechte kunnen worden aangezien voor een
obstakel achter de auto.
WAARSCHUWING!
• Ga altijd voorzichtig te werk tijdens het
achteruitrijden, ook als u ParkSense ge-
bruikt. Controleer het gebied achter de
auto altijd zorgvuldig, kijk naar achteren
en wees bedacht op voetgangers, dieren,
andere voertuigen, obstakels en dode
hoeken, voordat u achteruitrijdt. U bent
verantwoordelijk voor de veiligheid en
dient uw aandacht voortdurend op de
WAARSCHUWING!
omgeving te richten. Anders bestaat er
een risico op ernstig of zelfs dodelijk
letsel.
• Het wordt sterk aanbevolen de afneem-
bare trekhaak te verwijderen voordat u
ParkSense gaat gebruiken, wanneer u de
trekhaak niet nodig heeft. Als u dit niet
doet, kan persoonlijk letsel of schade
aan voertuigen ontstaan doordat de trek-
haakkogel zich veel dichter bij het ob-
stakel bevindt dan de achterkant van de
auto, wanneer via de luidspreker een
continue toon klinkt. Afhankelijk van de
afmetingen en vorm van de trekhaak is
het ook mogelijk dat de sensoren de
trekhaak detecteren en abusievelijk aan-
geven dat er een obstakel achter de auto
aanwezig is.
LET OP!
• ParkSense is uitsluitend bedoeld als
hulpmiddel tijdens het parkeren en is
niet in staat ieder voorwerp, inclusief
kleine obstakels, waar te nemen. Stoep-
LET OP!
randen worden mogelijk tijdelijk of hele-
maal niet gedetecteerd. Op kleine af-
standen worden obstakels boven of on-
der de sensoren niet gedetecteerd.
• Bij gebruik van ParkSense moet u lang-
zaam rijden, zodat u tijdig kunt stoppen
wanneer een obstakel wordt gedetec-
teerd. Het is raadzaam om over uw
schouder te kijken, ook wanneer u ge-
bruik maakt van ParkSense.
PARKSENSE
PARKEERSENSOREN VOOR
EN ACHTER
ParkSense sensoren
De vier ParkSense sensoren die zich in de
achterkant/achterbumper bevinden, bewa-
ken het gebied achter de auto dat binnen het
zichtveld van de sensoren valt. De sensoren
kunnen in horizontale richting obstakels op
een afstand van ongeveer 30 tot 200 cm
STARTEN EN RIJDEN
172
Page 181 of 352

PARKVIEW
ACHTERUITRIJCAMERA
Symbolen en berichten op het display
Wanneer de schakelhendel in de achteruitrij-
stand staat, kunt u een beeld op het scherm
bekijken van de achterzijde van uw auto. Het
beeld van de ParkView-achteruitrijcamera
wordt weergegeven op het Uconnect-display,
in het middendeel van het instrumentenpa-
neel.
Als het Uconnect-display wazig is, reinig dan
de cameralens aan de achterkant van de auto
boven de kentekenplaat achteraan.
Raadpleeg de paragraaf "ParkView achteruit-
rijcamera" in het hoofdstuk "Starten en rij-
den" in uw instructieboekje voor meer
informatie.
WAARSCHUWING!
Bestuurders moeten altijd voorzichtig ach-
teruit rijden, ook wanneer gebruik wordt
gemaakt van de ParkView achteruitrijca-
mera. Controleer het gebied achter de auto
WAARSCHUWING!
altijd zorgvuldig, kijk naar achteren en
wees bedacht op voetgangers, dieren, an-
dere voertuigen, obstakels en dode hoe-
ken, voordat u achteruitrijdt. Blijf oplet-
tend tijdens het achteruitrijden. Anders
bestaat er een risico op ernstig of zelfs
dodelijk letsel.
LET OP!
• Om voertuigschade te voorkomen mag
ParkView alleen worden gebruikt als par-
keerhulp. De ParkView camera kan niet
elk obstakel of voorwerp zien.
• Om voertuigschade te voorkomen moet u
langzaam rijden bij gebruik van Park-
View, zodat u tijdig kunt stoppen als een
obstakel wordt waargenomen. Het is
raadzaam om tijdens het achteruitrijden
over uw schouder te kijken, ook wanneer
u gebruik maakt van ParkView.
BRANDSTOF TANKEN
De brandstofvuldop bevindt zich achter de
brandstofvulklep aan de passagierszijde vande auto. Als de brandstofvuldop is zoekge-
raakt of beschadigd, moet de vervangende
dop geschikt zijn voor deze auto.
OPMERKING:
Wanneer u de brandstofvuldop verwijdert,
hangt u de kabel van de dop over de haak op
de versterking van de brandstofvulklep.
1. Druk op de ontgrendelknop voor de brand-
stofvulklep (in de portierbekleding aan de
bestuurderszijde).Ontgrendelknop voor brandstofvulklep
179
Page 197 of 352
Locatie Meszekering Patroonzekering Omschrijving
F14 10 A rood – Regelmodule aandrijflijn (DTCM)/
verdeelbak (PTU)/elektrische handrem
(EPB)/RDM/remsysteemmodule (BSM) –
indien aanwezig/rempedaalschakelaar/
achteruitrijschakelaar (alleen diesel)
F15 – – Niet in gebruik
F16 20 A geel – Bobines (benzine)/motorsensor (diesel)
F17 – – Niet in gebruik
F18 – – Niet in gebruik
F19 – 40 A groen Elektromagneet startmotor
F20 10 A rood – Airco-compressorkoppeling
F21 – – Niet in gebruik
F22 5 A geelbruin – Radiateurventilator
F23 70 A geelbruin – Regelmodule carrosserie (BCM) – voe-
ding 2
F23 50 A rood – Voeding 2 spanningsstabilisatiemodule
(VSM) – indien uitgerust met motoroptie
Stop/Start
F24 20 A geel – Ruitenwisser achter – indien uitgerust
met motoroptie Stop/Start
F25B 20 A geel – Ruitensproeier vóór – indien uitgerust
met motoroptie Stop/Start
F26 – 30 A roze Brandstofverwarming – alleen diesel
F27 – – Niet in gebruik
F28 15 A blauw – Transmissieregelmodule (TCM)
195
Page 198 of 352
Locatie Meszekering Patroonzekering Omschrijving
F29 – – Niet in gebruik
F30 10 A rood – Motorregelmodule (ECM)/(EPS)/toevoer
relais brandstofpomp/(PCM)
F31 – – Niet in gebruik
F32 – – Niet in gebruik
F33 – – Niet in gebruik
F34 – – Niet in gebruik
F35 – – Niet in gebruik
F36 – – Niet in gebruik
F37 – – Niet in gebruik
F38 – 60 A geel Gloeibougies (alleen diesel) – indien
aanwezig
F39 – 40 A groen Aanjagermotor klimaatregeling
F40 – 20 A blauw Parkeerverlichting van trekhaak – indien
aanwezig
F40 – 30 A roze Koplampsproeierpomp – indien aanwe-
zig
F41 – 60 A geel Regelmodule carrosserie (BCM) – voe-
ding 1
F41 – 50 A rood Spanningsstabilisatiemodule - voeding
1 – indien uitgerust met motoroptie
Stop/Start
F42 – 30 A roze Elektrische aanhangerremmodule – in-
dien aanwezig
F43 20 A geel – Brandstofpomp van de motor
IN GEVAL VAN NOOD/PECH
196
Page 199 of 352
Locatie Meszekering Patroonzekering Omschrijving
F44 – 30 A roze Trekhaak / 7-pens connector – indien
aanwezig
F45 – 30 A roze Regelmodule passagiersportier (PDM) –
indien aanwezig
F46 – 25 A transparant Zonnedak – indien aanwezig
F48 – 30 A roze Regelmodule bestuurdersportier – in-
dien aanwezig
F49 – 30 A roze Spanningsomvormer (115 V A/C) — in-
dien aanwezig
F50 – 30 A roze Elektrisch bediende achterklep – indien
aanwezig
F51 – – Niet in gebruik
F52 – 30 A roze Ruitenwissers vóór – indien uitgerust
met motoroptie Stop/Start
F53 – 30 A roze Remsysteemmodule en kleppen
F54 – 30 A roze Voeding 3 regelmodule carrosserie
(BCM)
F55 10 A rood – Dodehoeksensoren/achteruitkijkcamera
F56 15 A blauw – Contactschakelaarmodule (IGNM)/KIN/
RF-hub/elektrisch stuurslot (ESCL)
F57 20 A geel – Aanhangerverlichting links – indien aan-
wezig
F58 10 A rood – Module voor classificatie van
inzittenden/VSM/TT Mod/ESCL
197
Page 200 of 352
Locatie Meszekering Patroonzekering Omschrijving
F59 – 30 A roze Regelmodule aandrijflijn (DTCM) – in-
dien aanwezig
F60 20 A geel – Aansluitcontact – Middenconsole
F61 20 A geel – Aanhangerverlichting rechts – indien
aanwezig
F62 20 A geel – Voorruitverwarming – indien aanwezig
F63 20 A geel – Stoelverwarming/-ventilatie vóór – in-
dien aanwezig
F64 20 A geel – Stuurverwarming - indien aanwezig
F65 10 A rood – Temperatuursensor interieur/
vochtsensor/
bestuurderhulpsysteemmodule (DASM)/
parkeerhulp (PAM) – indien uitgerust
met Stop/Start-optie
F66 15 A blauw – HVAC Klimaatregeling (ECC)/
instrumentengroep (IPC)
F67 10 A rood – Temperatuursensor interieur/
vochtigheidssensor/
bestuurderhulpsysteemmodule (DASM)/
parkeerhulp (PAM) – indien niet
uitgerust met Stop/Start-optie
F68 – – Niet in gebruik
F69 10 A rood – Schakelaar verdeelbak (TSBM)/actief
luchtrooster (AGS) – indien uitgerust
met benzinemotor
IN GEVAL VAN NOOD/PECH
198
Page 201 of 352

Locatie Meszekering Patroonzekering Omschrijving
F69A 10 A rood – Schakelaar verdeelbak (TSBM) – indien
uitgerust met dieselmotor
F70 5 A geelbruin – Intelligente accusensor (IBS) – indien
uitgerust met motoroptie Stop/Start
F71 20 A geel – HID-koplamp rechts – indien uitgerust
met motoroptie Stop/Start
F72 10 A rood – Verwarmde buitenspiegels – indien aan-
wezig
F73 – 20 A blauw Achteruitrijverlichting aanhanger – in-
dien aanwezig
F74 – 30 A roze Ontdooi-inrichting achterruit
F75 20 A geel – Sigarettenaansteker – indien aanwezig
F76 20 A geel – Module achterdifferentieel (RDM) – in-
dien aanwezig
F77 10 A rood – Schakelaar brandstofvulklep/rempedaal
F78 10 A rood – Diagnosepoort/digitale tv (alleen Japan)
F79 10 A rood – Geïntegreerd centraal deel (ICS)/
elektrische handrem (EPB) SW/CD-mod/
besturingsregelingmodule (SCCM)/
HVAC/instrumentengroep (IPC)
F80 20 A geel – Radio/CD – indien aanwezig
F81 – – Niet in gebruik
F82 – – Niet in gebruik
F83 – 20 A blauw Motorregelmodule (Gas)
F84 – 30 A roze Elektrische handrem (EPB) – links
199