Page 9 of 304
KENNISMAKING MET DE AUTO
Grondige kennis van uw nieuwe
voertuig begint hier.
In dit boekje is op eenvoudige en
rechtstreekse wijze beschreven hoe uw
auto gemaakt is en hoe hij werkt.
Daarom adviseren wij u het comfortabel
zittend in uw voertuig te lezen, dan kunt
u met eigen ogen onmiddellijk zien wat
hier beschreven is.INSTRUMENTENPANEEL........8
DE SLEUTELS...............10
CONTACTSLOT..............11
FIAT CODE.................12
PORTIEREN................13
STOELEN..................15
HOOFDSTEUNEN............19
STUURWIEL................21
ACHTERUITKIJKSPIEGELS......21
BUITENVERLICHTING..........23
INTERIEURVERLICHTING.......26
RUITENWISSERS/
ACHTERRUITWISSER.........27
KLIMAATREGELING...........30
ELEKTRISCHE RUITBEDIENING . . .34
MOTORKAP................35
ELEKTRISCHE
STUURBEKRACHTIGING
"DUALDRIVE"...............36
BAGAGERUIMTE.............37
IMPERIAAL/SKIDRAGER........42
VERSIE MET LPG-SYSTEEM.....42
ACTIVE GRILLE SHUTTER.......46
ECO-FUNCTIE...............47
7
Page 10 of 304
INSTRUMENTENPANEEL
Versie met Uconnect™Radio, Uconnect™5" Live en Uconnect™5" Nav Live
1. Verstelbare luchtroosters aan de zijkant 2. Linkerhendel: richtingaanwijzers, grootlicht,
knippermodus
3. Instrumentenpaneel 4. Bedieningstoetsen op stuurwiel 5. Rechter hendel: ruitenwisser/-sproeier,
achterruitwisser/-sproeier, instelling gevoeligheid regensensor 6.Uconnect™7. Bedieningsknoppen 8. Frontairbag
passagierszijde 9. Verstelbare middelste luchtroosters 10. Dashboardkastje 11. Klimaatregeling 12. Toetsen op de
middenconsole: stoelverwarming, USB-poort + AUX-poort (indien aanwezig) paneel,
aansluiting/sigarettenaansteker
13. Contactslot 14. Frontairbag bestuurderszijde 15. Bedieningstoetsen op
stuurwiel 16. Bedieningspaneel:
mistlampen voor (waar aanwezig), mistlampen achter, hoogteregeling koplampen, iTPMSresetten, ESC UIT (waar aanwezig).
1P2000085-000-000
8
KENNISMAKING MET DE AUTO
Page 11 of 304
Versie met Uconnect™7" HD LIVE en Uconnect™7" HD Nav LIVE
2P2000050-000-000
9
1. Verstelbare luchtroosters aan de zijkant 2. Linkerhendel: richtingaanwijzers, grootlicht,
knippermodus
3. Instrumentenpaneel 4. Bedieningstoetsen op stuurwiel 5. Rechter hendel: ruitenwisser/-sproeier,
achterruitwisser/-sproeier, instelling gevoeligheid regensensor 6.Uconnect™7. Bedieningsknoppen 8. Frontairbag
passagierszijde 9. Verstelbare middelste luchtroosters 10. Dashboardkastje 11. Klimaatregeling 12. Toetsen op de
middenconsole: stoelverwarming, USB-poort + AUX-poort (indien aanwezig) paneel,
aansluiting/sigarettenaansteker
13. Contactslot 14. Frontairbag bestuurderszijde 15. Bedieningstoetsen op
stuurwiel 16. Bedieningspaneel:
mistlampen voor (waar aanwezig), mistlampen achter, hoogteregeling koplampen, iTPMSresetten, ESC UIT (waar aanwezig).
Page 12 of 304

DE SLEUTELS
SLEUTEL ZONDER
AFSTANDSBEDIENING
De metalen baard van de sleutel
bedient: het contactslot en het
portierslot aan de bestuurderszijde.
SLEUTEL MET
AFSTANDSBEDIENING
1)
Met de metalen baard 1 fig. 3 van de
sleutel kunnen de volgende sloten
bediend worden:
het contactslot;
het slot van het bestuurdersportier.
Druk op knop 2 om de metalen baard
in/uit te klappen.
1)
WERKING
Ontgrendeling portieren en
bagageruimte
Druk kort op de knop
: ontgrendeling
van de portieren en bagageruimte,
tijdgestuurde inschakeling
binnenverlichting en dubbel knipperen
van de richtingaanwijzers (indien
aanwezig).
Portieren en slot van bagageruimte
vergrendelen
Druk kort op de knop
"FIAT":
vergrendeling van de portieren en de
bagageruimte en eenmaal knipperen
van de richtingaanwijzers (indien
beschikbaar).
Bagageruimte openen
Druk kort op de knop
om de
bagageruimte op afstand te openen.
De richtingaanwijzers knipperen twee
maal om aan te geven dat de
bagageruimte geopend is.
BATTERIJ VAN DE
SLEUTEL MET
AFSTANDSBEDIENING
VERVANGEN
1)
Ga als volgt te werk om de batterij te
vervangen:
304016J0001EM
404016J0003EM
504016J0004EM
10
KENNISMAKING MET DE AUTO
Page 13 of 304

ga te werk op de door de pijltjes
aangegeven punten fig. 4 met behulp
van een platte schroevendraaier en
verwijder de achterste behuizing 1
fig. 5;
gebruik een muntstuk om het
inspectiedeksel 2 tegen de klok in te
draaien en te verwijderen;
vervang batterij 3 door een nieuw
exemplaar met dezelfde specificaties,
let op de polariteit;
hermonteer deksel 2 door het
rechtsom te draaien, sluit de achterste
behuizing voorzichtig en zorg ervoor dat
het correct is vergrendeld.
VERZOEK OM EXTRA
SLEUTELS
Sleutel met afstandsbediening
Het systeem kan maximaal 8 sleutels
met afstandsbediening herkennen.
Duplicaatsleutels
Als een nieuwe sleutel met
afstandsbediening nodig is, ga dan naar
het Fiat Servicenetwerk en neem een
identiteitsbewijs en de
eigendomsdocumenten van de auto
mee.
BELANGRIJK
1)Druk knop 2 alleen in wanneer de sleutel
ver genoeg van het lichaam (vooral de
ogen) en van voorwerpen die snel
beschadigen (bijvoorbeeld kleding) is
verwijderd. Laat de sleutel nooit onbewaakt
achter om te voorkomen dat iemand
(bijvoorbeeld een kind) per ongeluk op de
knop drukt.
BELANGRIJK
1)De elektronische onderdelen in de
sleutels kunnen beschadigen als de sleutel
aan sterke schokken wordt blootgesteld.
Om een correcte werking van de inwendige
elektronische componenten te garanderen,
mag de sleutel nooit aan direct zonlicht
blootgesteld worden.
BELANGRIJK
1)Gebruikte batterijen kunnen schadelijk
zijn voor het milieu als ze niet op de juiste
wijze als afval verwerkt worden. Ze moeten
overeenkomstig de wet in speciale bakken
gedeponeerd worden. Ze kunnen ook
ingeleverd worden bij het Fiat
Servicenetwerk dat voor hun verwerking zal
zorgen.
CONTACTSLOT
WERKING
De sleutel kan op drie standen worden
gedraaid fig. 6:
STOP: motor uit, sleutel kan
verwijderd worden, stuur geblokkeerd
(met sleutel verwijderd). Sommige
elektrische apparaten (bijv. centrale
portiervergrendeling, enz.) kunnen
blijven werken;
MAR: rijstand. Alle elektrische
apparaten/systemen kunnen werken;
AVV: motor starten.
Het contactslot is voorzien van een
beveiliging: als de motor bij de eerste
poging niet aanslaat, moet de sleutel
teruggedraaid worden naar de stand
STOP om opnieuw te kunnen starten.
604026J0001EM
11
Page 14 of 304

Bij versies met automatische
versnellingsbak (indien aanwezig) kan
de contactsleutel alleen verwijderd
worden als de versnellingspook in P
(Parkeren) staat.
2) 3)
STUURSLOT
Inschakeling
Wanneer de sleutel in de STOP-stand
staat, de sleutel verwijderen en het
stuurwiel verdraaien tot het vergrendelt.
BELANGRIJK Als de contactsleutel van
de stand MAR naar de stand STOP is
gedraaid, kan het stuurslot niet
ingeschakeld worden tot de sleutel uit
het contactslot is verwijderd.
Uitschakelen
Draai het stuur enigszins en draai de
sleutel in de stand MAR.
4) 5) 6) 7)
BELANGRIJK
2)Als er geknoeid is aan het contactslot
(bijv. een poging tot diefstal), dan moet dit
gecontroleerd worden bij het Fiat
Servicenetwerk voordat er verder gereden
wordt.
3)Neem de sleutel altijd mee als het
voertuig wordt verlaten, om te voorkomen
dat iemand onverhoeds gebruik van de
bedieningselementen maakt.Vergeet niet de parkeerrem in te schakelen.
Laat kinderen nooit zonder toezicht in de
auto achter.
4)After-market werkzaamheden waarbij
wijzigingen van de stuurinrichting of de
stuurkolom betrokken zijn (bijv. bij montage
van een alarmsysteem) zijn ten strengste
verboden. Dergelijke werkzaamheden
kunnen de prestaties van het systeem en
de garantie in gevaar brengen en het kan
ook ernstige veiligheidsproblemen
veroorzaken of erin resulteren dat de auto
niet meer aan de typegoedkeuring voldoet.
5)Verwijder de mechanische sleutel nooit
terwijl het voertuig rijdt. Het stuurwiel zal
automatisch vergrendeld worden zodra
eraan gedraaid wordt. Dit geldt ook voor
auto's die gesleept worden.
6)Alvorens het voertuig te verlaten ALTIJD
de parkeerrem inschakelen, de wielen
draaien, de eerste versnelling inschakelen
bij een helling omhoog en de
achteruitversnelling bij een helling omlaag.
Zet de versnellingspook, bij versies met
automatische versnellingsbak (waar
aanwezig), in P (Parkeren) en druk op de
startinrichting om deze op STOP te zetten.
Als het voertuig op een steile helling wordt
geparkeerd, blokkeer de wielen dan met of
wiggen of stenen. Bij het verlaten van het
voertuig, altijd de portieren sluiten door op
het knopje op de sleutel te drukken.
7)Op versies met automatische
versnellingsbak (waar aanwezig) is het
raadzaam de versnelling in P te zetten, het
rempedaal veilig los te laten en dan de
motor te stoppen om de sleutel zachtjes
los te laten.
FIAT CODE
Het Fiat Code-systeem verhindert
ongeautoriseerd gebruik van het
voertuig, door het starten van de motor
onmogelijk te maken.
Werking
Elke keer dat de motor wordt gestart
door de sleutel naar de stand MAR te
draaien, stuurt de regeleenheid van het
Fiat Code-systeem een
herkenningscode naar de
motorregeleenheid (PCM) om de
startblokkering uit te schakelen.
Deze code wordt alleen verzonden als
de regeleenheid van het Fiat
Code-systeem de door de sleutel
verstuurde code herkent.
Elke keer dat de contactsleutel naar de
stand STOP wordt gedraaid, schakelt
het Fiat Code-systeem de functies van
de motorregeleenheid uit.
Onregelmatige werking
Als de code van de sleutel, tijdens het
starten, niet correct herkend wordt,
wordt het symbool
op het
instrumentenpaneel weergegeven (zie
de aanwijzingen in de paragraaf
"Lampjes en berichten" in het
hoofdstuk "Kennismaking met het
instrumentenpaneel").
12
KENNISMAKING MET DE AUTO
Page 15 of 304

Deze omstandigheid leidt er toe dat de
motor na 2 seconden wordt
uitgeschakeld. Draai in dat geval de
startinrichting naar STOP en daarna
naar MAR; als de motor geblokkeerd
blijft, probeer het dan met de andere
bijgeleverde sleutels. Neem contact op
met het Fiat Servicenetwerk als de
motor nog steeds niet gestart kan
worden.
Inschakeling van
waarschuwingslampje tijdens het
rijden
Als het symbooltijdens het rijden
wordt weergegeven, betekent dit dat
het systeem een zelfdiagnose uitvoert
(bijv. bij een spanningsval).
Neem, als het probleem aanhoudt,
contact op met het Fiat Servicenetwerk.
PORTIEREN
PORTIEREN
VERGRENDELEN/
ONTGRENDELEN VAN
BINNENUIT
Automatische vergrendeling tijdens
rijden
(waar aanwezig)
Als alle portieren goed gesloten zijn
worden ze automatisch vergrendeld
zodra het voertuig de snelheid van
20 km/h overschrijdt (functie
"Autoclose").
Handmatige vergrendeling/
ontgrendeling
Druk op de knop getoond in fig. 7 op
het centrale dashboardpaneel.LED op knop aan: portieren gesloten.
LED op knop uit: portieren geopend.
BELANGRIJK Door het bedienen van
de hendel van de voorportieren worden
alle portieren en de achterklep
ontgrendeld.
PORTIEREN
VERGRENDELEN/
ONTGRENDELEN VAN
BUITENAF
De portieren vergrendelen van
buitenaf
Druk, bij gesloten portieren, op de knop
"FIAT" op de sleutel of steek en
draai de metalen baard in het slot van
het bestuurdersportier.
8)
2) 3)
Portieren ontgrendelen van buitenaf
Druk op de knop
op de sleutel of
steek en draai de metalen baard in het
slot van het bestuurdersportier.
7P2000022-000-000
13
Page 16 of 304

KINDERSLOT
9) 10)
Dit systeem zorgt ervoor dat de
achterportieren van binnenuit niet
geopend kunnen worden.
Het systeem 2 fig. 8 kan alleen bij
geopende portieren worden
ingeschakeld:
stand A: kinderslot ingeschakeld
(portier vergrendeld);
stamd B: kinderslot uitgeschakeld
(portier kan van binnenuit worden
geopend).
Het kinderslot blijft ook actief bij
inschakeling van de centrale
portierontgrendeling.
BELANGRIJK De achterportieren
kunnen niet van binnenuit worden
geopend als het kinderslot is
ingeschakeld.
Passagierszijde voorportier en
achterportier
noodvergrendelingssysteem
Gebruikt om portieren te vergrendelen
wanneer er geen elektrische
stroomvoorziening is. Breng de metalen
baard van de contactsleutel in stand
1 aangeduid in fig. 8 (passagierszijde
voorportier) of 1 fig. 9 (achterportiers)
en draai de sleutel rechtsom en
verwijder hem dan uit stand 1.
Initialisatie mechanisme portier
openen/sluiten
Als de accu is losgekoppeld of als een
zekering is doorgebrand, dan moet het
open-/sluitmechanisme als volgt
opnieuw geïnitialiseerd worden:
sluit alle portieren;
druk op de knopvan de
afstandsbediening;
druk op de knopvan de
afstandsbediening.
BELANGRIJK
8)Als bij ingeschakeld kinderslot en de
hiervoor beschreven vergrendelingswijze
de binnenhandgreep van een achterportier
wordt bediend, lukt het niet om het portier
te openen, om het portier te openen moet
de handgreep aan de buitenkant gebruikt
worden. Bij inschakeling van de
noodvergrendeling wordt de knop van de
centrale portiervergrendeling/ontgrendeling
niet buiten werking gesteld.
9)Laat kinderen NOOIT zonder toezicht
achter in de auto, laat staan dat u de auto
verlaat met ontgrendelde portieren op een
plaats die gemakkelijk toegankelijk is voor
kinderen. Kinderen kunnen zich ernstig of
zelfs dodelijk verwonden. Zorg er ook voor
dat kinderen de parkeerrem, het rempedaal
of de pook van de automatische
versnellingsbak niet per ongeluk kunnen
bedienen (waar aanwezig).
10)Gebruik dit systeem altijd wanneer er
kinderen worden vervoerd. Controleer na
inschakeling van het kinderslot bij beide
achterportieren of het slot daadwerkelijk is
ingeschakeld door aan de handgreep aan
de binnenzijde van de portieren te trekken.
804056J0008EM
904056J0007EM
14
KENNISMAKING MET DE AUTO