Page 177 of 304

AUTOMATISCHE
TRANSMISSIE MET
DUBBELE
KOPPELING
Loslaten hendel
Ga in geval van storingen of een lege
accu als volgt te werk om de
keuzehendel te ontgrendelen:
zet de motor af;
schakel de parkeerrem in;
ga voorzichtig te werk op het met de
pijl aangegeven punt, verwijder de
sierlijst 1 fig. 193 (compleet met
stofkap) door deze omhoog te tillen (zie
ook fig. 194 );
trap het rempedaal volledig in en
houd het ingetrapt;
steek de bijgeleverde
schroevendraaier haaks in opening 2
fig. 194 en beweeg de
ontgrendelingshendel;
zet de versnellingspook in N
(Vrijstand);
zet stofkap en paneel weer goed op
hun plaats;
start de motor.
Contactsleutel
verwijderen
70)
De contactsleutel kan alleen worden
uitgenomen als de versnellingspook in
P (Parkeren) staat. Als de accu van de
auto leeg is en de contactsleutel is
ingebracht, is de sleutel in het
contactslot geblokkeerd.
Ga als volgt te werk om de sleutel
handmatig te verwijderen:
stop de auto veilig en trek de
parkeerrem aan;
draai met de bijgeleverde sleutel 1
fig. 196 (die zich in de houder met de
boorddocumenten bevindt), de
bevestigingsbouten 2 fig. 197 van het
onderste deksel 3 los;
verwijder de onderste afdekking 3
fig. 197 van de stuurkolom door deze
van zijn plaats te nemen;
19308106J0001EM
19408106J0002EM
19508106J0003EM
19608106J0004EM
175
Page 178 of 304

trek lipje 4 fig. 198 omlaag met één
hand en verwijder met de andere hand
de sleutel, door deze naar buiten te
trekken;
als de sleutel eenmaal verwijderd is,
onderste afdekking 3
fig. 197 terugzetten, controleren of deze
goed vastzit en de bevestigingsbouten
2 stevig vastdraaien.
BELANGRIJK
70)Het wordt geadviseerd contact op te
nemen met het Fiat Servicenetwerk om
deze hermontageprocedure te laten
uitvoeren. Indien u zelfstandig te werk wilt
gaan, dient u vooral op te letten op de
juiste bevestiging van de borgklemmen.
Anders kan een verkeerde bevestiging van
de onderste en bovenste afdekking lawaai
veroorzaken.
SLEPEN VAN HET
VOERTUIG
BEVESTIGING VAN HET
SLEEPOOG
160) 161) 162)
Het bijgeleverde sleepoog bevindt zich
in de gereedschapstas in de
bagageruimte.
Voor
Ga als volgt te werk:
maak de beschermende dop los en
verwijder hem;
neem sleephaak 1 fig. 199 en draai
het helemaal vast op de voorste pen
met schroefdraad .
19708106J0005EM
19808106J0006EM
19908116J0001EM
176
NOODGEVALLEN
Page 179 of 304

Achter
Ga als volgt te werk:
maak de beschermende dop los en
verwijder hem;
neem sleephaak 1 fig. 200 en draai
hem helemaal vast op de achterste pen
met schroefdraad.
BELANGRIJK
160)Alvorens te slepen, moet de
contactsleutel naar MAR en vervolgens
naar STOP worden gedraaid, zonder hem
uit het contactslot te nemen. Als de sleutel
uit het contactslot wordt genomen, wordt
automatisch het stuurslot ingeschakeld
waardoor het voertuig niet kan worden
bestuurd. Controleer ook of de
versnellingsbak in de vrijstand staat (bij
versies uitgerust met automatische
versnellingsbak (indien aanwezig)
controleren of de pook in de N-stand
staat).161)Onthoud dat tijdens het slepen de
rembekrachtiging en de elektrische
stuurbekrachtiging niet werken. Om die
reden is meer kracht benodigd voor de
bediening van het rempedaal en het stuur.
Gebruik voor het slepen geen soepele
kabels en vermijd bruuske bewegingen.
Zorg tijdens het slepen dat er geen
onderdelen door de sleepverbinding
kunnen worden beschadigd. Neem bij het
slepen in elk geval de wettelijke
voorschriften in acht van het land waarin
wordt gereden en pas uw rijgedrag aan.
Start de motor niet wanneer de auto wordt
gesleept. Maak voor de montage van het
sleepoog de schroefdraad zorgvuldig
schoon. Controleer of het sleepoog
volledig op de schroefdraadpen is gedraaid
alvorens de auto te slepen.
162)Gebruik de sleepogen voor en achter
alleen voor noodgevallen op de weg. Het is
toegestaan het voertuig over korte
afstanden te slepen m.b.v. geschikte
middelen conform de
wegenverkeerswetgeving (starre stang),
om het voertuig over de weg te verplaatsen
om hem gebruiksklaar te maken voor het
slepen of voor transport met takelwagen.
Sleepogen MOGEN NIET worden gebruikt
om voertuigen off-road (d.w.z. op het
terrein) te slepen of waar hindernissen zijn
en/of voor het slepen met kabels of andere
niet-starre hulpmiddelen. In
overeenstemming met bovengenoemde
voorwaarden, moeten er voor het slepen
twee voertuigen worden gebruikt (een
slepend en een gesleept voertuig), die zich
beide zo veel mogelijk op één lijn bevinden.
200P1030149-000-000
177
Page 180 of 304
ONDERHOUD EN ZORG
Dankzij correct onderhoud kunnen de
prestaties van het voertuig, evenals
beperkte bedrijfskosten en het behoud
van de efficiëntie van de
veiligheidssystemen gedurende langere
tijd gegarandeerd worden.
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe.GEPROGRAMMEERD
ONDERHOUD..............179
MOTORRUIMTE.............191
ACCU OPLADEN............202
ONDERHOUDSPROCEDURES . . .203
HET VOERTUIG OPKRIKKEN. . . .207
WIELEN EN BANDEN.........207
CARROSSERIE.............208
INTERIEUR................210
178
ONDERHOUD EN ZORG
Page 181 of 304

GEPROGRAMMEERD
ONDERHOUD
Juist onderhoud is essentieel voor een
lange levensduur van het voertuig onder
optimale omstandigheden.
Daarom heeft Fiat een reeks controles
en onderhoudsbeurten opgesteld die
op vaste afstandsintervallen en/of op
vaste tijdsintervallen uitgevoerd moeten
worden, zoals beschreven in het
Geprogrammeerd Onderhoudsschema.
Om de auto in topconditie te houden,
worden op de volgende pagina's van
het Geprogrammeerd
Onderhoudsschema een aantal
aanvullende controles genoemd die
vaker moeten worden uitgevoerd ten
opzichte van de normale intervallen.
Geprogrammeerde Onderhoudsbeurten
worden door alle werkplaatsen van het
Fiat Servicenetwerk uitgevoerd op basis
van de vaste intervallen in tijd of
kilometers/mijlen. Eventuele reparaties
die nodig blijken tijdens het uitvoeren
van de diverse inspecties en controles
van het geprogrammeerd onderhoud,
mogen uitsluitend worden uitgevoerd
na uitdrukkelijke toestemming van de
eigenaar. Als de auto dikwijls gebruikt
wordt voor het trekken van aanhangers,
dan moet een korter interval tussen de
geprogrammeerde onderhoudsbeurten
worden aangehouden.BELANGRIJKE OPMERKINGEN
De onderhoudsbeurten van het
Geprogrammeerde Onderhoud zijn
door de fabrikant voorgeschreven. Het
niet uitvoeren ervan kan het vervallen
van de garantie tot gevolg hebben.
Wij adviseren bij twijfel over de werking
van uw auto contact op te nemen met
uw Fiat-dealer en de volgende beurt
niet af te wachten.
179
Page 182 of 304

GEPROGRAMMEERD ONDERHOUDSSCHEMA (benzineversies — LPG-versies)
WAARSCHUWING: Wanneer u de laatste reparatie uit de tabel hebt uitgevoerd, moet u verder gaan met het geprogrammeerde
onderhoud. Volg daarbij de in het schema vermelde termijnen en plaats bij elke reparatie een punt of een opmerking.
Waarschuwing: als het onderhoud gewoon vanaf het begin wordt hervat, kan de voor sommige werkzaamheden geldende
interval verstrijken!
km x 100015 30 45 60 75 90 105 120 135 150
Jaren12345678910
Banden op conditie/slijtage controleren en eventueel op
spanning brengen. Vervaldatum/toestand lading snelle
bandenreparatiekit controleren (indien aanwezig)
Werking verlichtingssysteem (koplampen,
richtingaanwijzers, alarmknipperlichten, bagageruimte,
interieur, dashboardkastje, lampjes instrumentenpaneel,
enz.) controleren
De vloeistofpeilen controleren en eventueel bijvullen(1)
Inspecteer visueel de staat van: LPG-leidingen en
stekkers, bevestiging LPG-tank (1.4 T-Jet 120 pk
LPG-versies)
Uitlaatgasemissie controleren
Gebruik de diagnoseaansluiting om de werking van het
motormanagementsysteem te controleren; emissies en (
waar aanwezig) de verslechtering van de motorolie
(1) Gebruik voor het bijvullen altijd uitsluitend de in het instructieboek vermelde vloeistoffen en controleer het systeem eerst op schade.
180
ONDERHOUD EN ZORG
Page 183 of 304

km x 100015 30 45 60 75 90 105 120 135 150
Jaren12345678910
Visueel de toestand controleren van: buitenzijde van
carrosserie, bodemplaatbescherming, slangen en
leidingen (uitlaat, brandstof- en remsysteem) en rubber
elementen (hoezen, slangen, bussen enz.)
Stand/conditie van wisrubbers van ruitenwissers
voor/achter controleren
Werking van het ruitenwisser/-sproeiersysteem
controleren en zo nodig de sproeiers afstellen
Sloten van motorkap en achterklep op aanwezigheid van
vuil controleren, mechanismen reinigen en smeren
Slag van handrem controleren en zo nodig afstellen
Conditie en slijtage van remblokken van schijfremmen
voor/achter visueel controleren (2)
werking van
remblokslijtagesensor controleren
Conditie en slijtage van de achterste
trommelremvoeringen visueel inspecteren (2)
Visueel de conditie controleren van de zuurstofsensor
(1.4 16V 95 pk E4-versies, 1.6 E.TorQ E4-versies) (3)
(2) Voor bepaalde versies/markten
(3) Deze handeling moet uitgevoerd worden als het voertuig in een van de volgende landen wordt gebruikt: Afghanistan, Algerije, Angola, Armenië, Congo, Ethiopië,
Ghana, Iran, Irak, Jordanië, Malawi, Mali, Mozambique, Nigeria, Senegal, Syrië, Zimbabwe.
181
Page 184 of 304

km x 100015 30 45 60 75 90 105 120 135 150
Jaren12345678910
Visueel de conditie controleren van de verschillende
aandrijf- en distributieriemen (1.4 16V 95 pk E6-versies /
1.4 T-jet 120 pk-versies / 1.4 T-jet 120 pk LPG-versies)(4)
Visueel de conditie controleren van de getande
distributieriem (1.4 16V 95 pk E4-versies)(4)
Visueel de conditie controleren van de verschillende
distributieriemen en aandrijfriemen van hulporganen
(1.4 16V 95 pk E6-versies / 1.4 T-jet 120 pk-versies /
1.4 T-jet 120 pk LPG-versies)(4)
Visueel de conditie controleren van de getande
distributieriem(en) (1.4 16V 95 pk E4-versies)(4)
Visueel de conditie controleren van de verschillende
distributieriem(en) (1.6 E.TorQ E6-versies/1.6 E.TorQ
E4-versies)
De spanning controleren van de aandrijfriem van het
hulporgaan (versies zonder automatische riemspanner)
(1.4 16V 95 pk E6-versies / 1.4 T-jet 120 pk-versies /
1.4 T-jet 120 pk LPG-versies)
De spanning controleren van aandrijfriem van hulporganen
(versies zonder automatische riemspanner) (1.4 16V 95 pk
E4-versies)
(4) Maximum aantal kilometers 120.000 km. De riem moet elke 6 jaar worden vervangen, ongeacht de afgelegde afstand. Als het voertuig wordt gebruikt onder
veeleisende omstandigheden (stoffige omgevingen, koude klimaten, veel stadsritten, langdurig stationair lopen van de motor): aanbevolen maximum aantal
kilometers is 60.000 km. De riem moet elke 4 jaar worden vervangen, ongeacht de afgelegde afstand.
182
ONDERHOUD EN ZORG