Stand 1 - vijf personen.
Stand 2 - vijf personen + bagage in de
bagageruimte.
Stand 3 - bestuurder + maximaal
toegestane lading in de bagageruimte.
BELANGRIJK Controleer elke keer
als de te vervoeren lading wijzigt de
stand van de lichtbundel.VERSIE MET
AARDGASSYSTEEM
(Natural Power)
41) 42) 43)
8) 9) 10)
INLEIDING
De Fiat Doblò Natural Power-versie
heeft twee brandstoftoevoersystemen,
een voor benzine en een voor aardgas
(methaan).
Het type brandstoftoevoer kiezen
Fiat Doblò Natural Power is
geconfigureerd voor een normale
werking op aardgas.
Het systeem schakelt automatisch over
naar het werken op benzine als de
aardgas bijna op is en de druk in de
cilinder de correcte bedrijfslimiet bijna
heeft bereikt.
De motor wordt altijd gestart met
benzine, met automatische
omschakeling naar aardgas wanneer
de beste omstandigheden bereikt
zijn (motorkoelvloeistoftemperatuur,
limiet stationair motortoerental) voor
omschakeling op aardgas.
Daarom moet er altijd benzine in de
tank zitten (minstens 1/4 vol), om de
werking van de brandstofpomp niet in
gevaar te brengen.Daarom moet altijd voldoende
benzine in de tank zitten.
Door middel van de schakelaar
benzine/aardgas fig. 87, onder de
bedieningselementen op het
dashboard, kan de werking op benzine
geselecteerd worden. Het systeem
schakelt niet automatisch over naar
aardgas wanneer de benzine opraakt.
BELANGRIJK Als er gaslucht wordt
waargenomen, schakel dan over van
werking op aardgas naar werking
op benzine en ga onmiddellijk naar een
Fiat Servicepunt om het voertuig te
laten controleren en eventuele
systeemstoringen uit te sluiten.
87F0V0587
50
KENNISMAKING MET DE AUTO
Als het aardgas op raakt, wordt
automatisch overgeschakeld op
benzine:
voor Euro 5-versies: op het display
van het instrumentenpaneel knipperen
het eerste niveau plus de randen van
de balken van de andere drie niveaus
en gaat de indicator
bij het
CNG-symbool branden.
voor Euro 6-versies: alle segmenten
op het display stoppen met knipperen
en de
indicator gaat bij het
CNG-symbool branden.
Als u uitdrukkelijk op benzine wilt rijden,
drukt u op de specifieke knop fig. 87
op de tunnelconsole. Het oplichten van
het ledlampje op de knop geeft aan
dat het verzoek voor de overschakeling
correct heeft plaatsgevonden.De daadwerkelijke omschakeling naar
het gewenste brandstofsysteem hangt
af van de omstandigheden waarin de
auto gebruikt wordt om de
omschakeling op volledig veilige wijze
te laten plaatsvinden en wordt
bevestigd door het aan- of uitgaan van
het waarschuwingslampje
op het
display van het instrumentenpaneel.
Bovendien kan, bij het starten bij een
externe temperatuur lager dan
ongeveer -10°C, de omschakelingstijd
van benzine naar aardgas langer zijn
om het opwarmen van de
drukregelaar/reductie-eenheid toe te
staan.
BELANGRIJK Als de omschakeling
tijdens een acceleratie of
tussenacceleratie gebeurt, dan kan een
korte onderbreking (verlies van
vermogen) worden gevoeld.
BELANGRIJK
41)De Fiat Doblò Natural Power-versie is
uitgerust met een hogedruk
aardgassysteem, ontworpen om te werken
op een nominale druk van 200 bar. Het is
gevaarlijk om het systeem te forceren
op hogere drukwaarden te laten werken.
Volg, om schade aan de onderdelen van
het gassysteem bij het slepen of opkrikken
van het voertuig te voorkomen, de
instructies in het instructieboekje van
hoofdstuk: “Slepen van het voertuig” Als er
een probleem is met het aardgassysteem,
neem dan uitsluitend contact op met het
Fiat Servicenetwerk. Breng geen
wijzigingen aan het aardgassysteem of de
componenten ervan aan. Zij zijn uitsluitend
ontworpen voor de Fiat Qubo Natural
Power. Het gebruik van andere
componenten of materialen kan leiden tot
storingen en kan de veiligheid in gevaar
brengen.
42)Bij gebruik van een lakoven moeten de
cilinders uit het voertuig verwijderd worden
en weer worden gemonteerd bij een Fiat
dealer. Alhoewel het aardgassysteem
talrijke veiligheidsvoorzieningen heeft, wordt
geadviseerd de handbediende kraan op
de cilinders te sluiten, elke keer als het
voertuig lange tijd niet gebruikt wordt,
getransporteerd wordt op een ander
voertuig of als het verplaatst wordt in een
noodgeval na pech of een ongeval.
91F0V0244
52
KENNISMAKING MET DE AUTO
Versies met multifunctioneel display
A. Snelheidsmeter – B. Brandstofmeter met reservelampje – C. Koelvloeistoftemperatuurmeter met waarschuwingslampje oververhitting – D.
Toerenteller – E. Multifunctioneel display
11)
BELANGRIJK
11)Als de wijzer van de koelvloeistoftemperatuur in de rode zone komt, zet dan onmiddellijk de motor uit en neem contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
93F0V0531
56
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL
OPMERKING Met de knoppenen
worden verschillende functies
ingeschakeld afhankelijk van de
volgende situaties:
Regeling lichtsterkte
interieurverlichting
– hiermee kan, in het standaardscherm,
de lichtsterkte van het
instrumentenpaneel en de autoradio
worden ingesteld.
Setup menu
– om de menuopties naar boven/
beneden te doorlopen;
– hiermee kan tijdens instellingen de
waarde verhoogd of verlaagd worden.
– om de menuopties naar boven/
beneden te doorlopen;
– hiermee kan tijdens instellingen de
waarde verhoogd of verlaagd worden.SETUP MENU
Het menu omvat een reeks functies die
cyclisch gekozen kunnen worden met
de knoppen
enwaarna
verschillende keuze- en
instellingsmogelijkheden worden
geboden die in de volgende paragrafen
zijn beschreven. Sommige functies
hebben een submenu (Tijd en
Meeteenheid).
Het setup-menu wordt geactiveerd
door de knopMENU
kort in te
drukken. Door de knoppen
en
telkens in te drukken kan door de
opties van het setup-menu gebladerd
worden. De bedieningswijzen
verschillen afhankelijk van de gekozen
optie.
Het menu omvat de volgende opties:
VERLICHTING
PIEP SNELHEID
GEGEVENS TRIP B
STEL UUR IN
STEL DATUM IN
HERHALING AUTORADIO (indien
aanwezig)
AUTOCLOSE
MEETEENHEID
TAAL
GELUIDSSTERKTE
WAARSCHUWINGEN
GELUIDSSTERKTE TOETSEN
PIEP VEILIGHEIDSGORDELS
SERVICE
PASSAGIERSAIRBAG
DAGRIJLICHTEN
MENU AFSLUITEN
97F0V0509
59
LAMPJES EN BERICHTEN
Het waarschuwingslampje gaat branden, samen met (als dat op het instrumentenpaneel mogelijk is) een specifiek bericht en/of
een geluidssignaal. Deze meldingen zijn korte waarschuwingen en mogen vanwege hun beknopte karakter niet worden
beschouwd als volledig en/of een alternatief voor de informatie die is opgenomen in het Instructieboek. Het wordt daarom
geadviseerd het instructieboek altijd aandachtig te lezen. In geval van een storingsmelding moet men zich altijd aan de
instructies houden die in dit hoofdstuk zijn beschreven.
BELANGRIJK De storingen die op het display worden weergegeven, kunnen worden onderverdeeld in twee categorieën:
ernstige storingen en minder ernstige storingen. Ernstige storingen worden herhaaldelijk en langdurig weergegeven. Minder
ernstige storingen worden kort herhaaldelijk weergegeven. De herhaaldelijke weergave op het display van beide categorieën
kan onderbroken worden. Het lampje op het instrumentenpaneel blijft branden tot de oorzaak van de storing is verholpen.
Lampjes op
instrumentenpanelWat het betekent Wat te doen
roodREMVLOEISTOF LAAG / HANDREM GEACTIVEERD /
LAGE VACUÜMDRUK REMBEKRACHTIGING
Het waarschuwingslampje gaat branden wanneer de
contactsleutel naar de stand MAR wordt gedraaid en
moet enkele seconden later doven.
44)
Remvloeistofniveau te laag
Dit lampje gaat branden wanneer het remvloeistofniveau
in het reservoir zich onder het minimale peil bevindt,
bijvoorbeeld door een lek in het remcircuit.
Bij sommige versies verschijnt een speciaal bericht op
het display.Herstel het remvloeistofniveau, controleer daarna of het
lampje gedoofd is.
Wanneer het lampje tijdens het rijden gaat branden (bij
sommige versies verschijnt ook een bericht op het
display), zet dan de motor onmiddellijk af en neem
contact op met het Fiat Servicenetwerk.
62
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL
Lampjes op
instrumentenpanelWat het betekent Wat te doen
roodHandrem aangetrokken
Het lampje gaat branden wanneer de handrem is
aangetrokken.
Op bepaalde versies, als het voertuig rijdt, klinkt er ook
een geluidssignaal.
Wanneer het waarschuwingslampje tijdens het rijden
geactiveerd wordt, controleer dan dat de handrem niet
is aangetrokken.Zet de handrem los, controleer daarna of het lampje
gedoofd is.
Als het waarschuwingslampje blijft branden, contact
opnemen met het Fiat Servicenetwerk.
Lage vacuümdruk rembekrachtiging
De controlelamp schakelt aan in het geval van een
storing in de rembekrachtiging. In dit geval kan het zijn
dat het rempedaal tijdens het remmen stroever werkt.Deze storing in de rembekrachtiging is niet van invloed
op de werking van remsysteem. De stuurbekrachtiging
neemt echter wel af. Laat het voertuig controleren door
een dealer van het Fiat Servicenetwerk.
BELANGRIJK Het remsysteem maakt gebruik van een
elektropomp die het vacuüm van de rembekrachtiging
vergroot. In bepaalde gevallen kan de werking van het
apparaat worden waargenomen. DIT IS ONDERDEEL
VAN DE NORMALE WERKING VAN HET SYSTEEM.
63
Lampjes op
instrumentenpanelWat het betekent Wat te doen
rood
geel
geelSTORING EBD
Wanneer de waarschuwingslampjes
(rood),
(geel) en(geel) (voor bepaalde versies/markten)
bij draaiende motor tegelijk gaan branden, dan is er een
storing in het EBD-systeem of is het systeem niet
beschikbaar. In dit geval kunnen de achterwielen bij
hard remmen plotseling blokkeren waardoor de auto
begint te slippen.
Op het display verschijnt een speciaal bericht.Rijd zeer voorzichtig naar de dichtstbijzijnde dealer van
het Fiat Servicenetwerk om het systeem onmiddellijk te
laten controleren.
roodSTORING AIRBAGSYSTEEM
Het lampje gaat branden wanneer de contactsleutel
naar de stand MAR wordt gedraaid, maar het moet
even later doven.
Het lampje blijft continu branden als er een storing in het
airbagsysteem aanwezig is.
Bij sommige versies verschijnt een speciaal bericht op
het display.
45) 46)
64
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL
Lampjes op
instrumentenpanelWat het betekent Wat te doen
roodGORDELVERKLIKKER
(voor bepaalde versies/markten)
Het lampje gaat continu branden wanneer bij stilstaande
auto de veiligheidsgordel aan bestuurders- en
passagierszijde (bij versies waar deze aanwezig is) niet
is omgelegd.
Het lampje gaat knipperen en er klinkt een
geluidssignaal als het voertuig rijdt en de
veiligheidsgordel van de bestuurder niet goed is
vastgemaakt.Neem, voor permanente uitschakeling van het
geluidssignaal (de zoemer) van het SBR-systeem. (Seat
Belt Reminder)-systeem neem contact op met een Fiat
Servicenetwerk.
roodSTORING COMFORT-MATIC- /DUALOGIC™-
VERSNELLINGSBAK
(voor bepaalde versies/markten)
Wanneer de contactsleutel naar MAR wordt gedraaid,
gaat het lampje branden, maar dit moet na enkele
seconden doven. Het waarschuwingslampje gaat
knipperen (samen met een bericht op het display en een
geluidssignaal) om een defect in de versnellingsbak aan
te geven. Het waarschuwingslampje kan ook gaan
branden bij oververhitting van de versnellingsbak na
bijzonder zwaar gebruik. In dit geval worden de
motorprestaties beperkt.Neem zo snel mogelijk contact op met het Fiat
Servicenetwerk in geval van een storing in de
transmissie om het systeem te laten controleren.
65