Page 185 of 247
Verzorging van de auto183
1. Draai de drie bouten eruit (metbehulp van het meegeleverde
gereedschap).
2. Lamphuis voorzichtig uit borgpen‐
nen aan de buitenzijde trekken en
verwijderen.
3. Kabelboomstekker van lamphuis loskoppelen.4. Draai de lamphouder linksom omdeze van de lamp te scheiden.
5. Lamp vervangen.
6. Duw de lamphouder bij het aanbrengen in de lamp en draai
deze vervolgens rechtsom vast.
7. Sluit de kabelboomstekker weer aan op het lamphuis en controleerof deze goed zit.
8. Plaats het lamphuis in de oorspronkelijke stand terug en
controleer of het goed op de borg‐ pennen vastzit.
9. Draai de drie bouten weer erin.
Zijrichtingaanwijzers
1. Haal de lamp als geheel uit het spatbord door de clips met een
geschikt gereedschap in te druk‐
ken en de lamp uit de opening te
tillen.
2. Lamphouder linksom draaien, uit lamphuis verwijderen en lamp
vervangen.
3. Lamphouder in lamphuis terug‐ plaatsen en lamphuis weer in
opening monteren.
Page 186 of 247
184Verzorging van de autoDerde remlicht
Achterdeuren 1. Open de achterdeuren.
2. Verwijder de twee bouten vanaf de binnenkant van de achterdeu‐
ren.
3. Verwijder de lamphouder vanaf de buitenkant van de auto door de
clips met een platte schroeven‐
draaier los te maken.
4. Lamp vervangen.
5. Lamphouder aanbrengen en de twee bouten weer aanbrengen.
Achterklep 1. Open de achterklep.2. Draai de twee bouten uit de achterklep.
Page 187 of 247
Verzorging van de auto1853. Verwijder de lamphouder vanafde buitenkant van de auto door declips met een platte schroeven‐
draaier los te maken.
4. Lamp vervangen.
5. Lamphouder aanbrengen en de twee bouten weer aanbrengen.
Achteruitrijlichten
1. Draai de twee bouten eruit (met het meegeleverde gereedschap)
en verwijder het lamphuis.
2. Kabelboomstekker van lamphuis loskoppelen.
3. Lamphouder linksom draaien omdeze van het lamphuis te schei‐
den.
4. Onderste lamp vervangen.
5. Lamphouder bij het aanbrengen in het lamphuis duwen, vervol‐
gens rechtsom vastdraaien.
6. Kabelboomstekker weer op lamp‐
huis aansluiten.
7. Monteer het lamphuis met de twee bouten.
Kentekenverlichting H1 hoogte dak1. Lamp eruit wrikken met een platte
schroevendraaier.
2. Ontkoppel de kabelboomstekker.
3. Lens loswrikken om de clips los te
maken.
4. Lamp vervangen.
5. Breng het glas aan en sluit de kabelboomstekker weer aan.
6. Breng de lamp weer in de behui‐ zing aan.
Page 188 of 247
186Verzorging van de autoH2 hoogte dak
1. De twee schroeven verwijderen(met het bijgeleverde gereed‐
schap) om de lens eraf te halen.
2. Lamp vervangen.
3. Lens in behuizing zetten en de twee schroeven weer aanbren‐
gen.
Mistachterlicht
1. Draai de twee bouten eruit (met het meegeleverde gereedschap)
en verwijder het lamphuis.
2. Kabelboomstekker van lamphuis loskoppelen.
3. Lamphouder linksom draaien om deze van het lamphuis te schei‐
den.
4. Bovenste lamp vervangen.
5. Lamphouder bij het aanbrengen in het lamphuis duwen, vervol‐
gens rechtsom vastdraaien.
6. Kabelboomstekker weer op lamp‐
huis aansluiten.
7. Monteer het lamphuis met de twee bouten.
Binnenverlichting
Interieurverlichting voor en achter
1. Maak het glas met een platte schroevendraaier compleet los
van de clips en de steller.
2. Lamp vervangen.
3. Lens plaatsen.
Page 189 of 247
Verzorging van de auto187Verlichting zitplaatsen achterin
Lampen door een werkplaats laten
vervangen.
Laadruimteverlichting
1. Maak het glas met een platte schroevendraaier compleet los
van de clips.
2. Achterste afdekking op lamphuis verwijderen.
3. Lamp vervangen.
4. Achterste afdekking en lamphuis aanbrengen.
Verlichting handschoenenkastje
1. Lens compleet verwijderen meteen platte schroevendraaier.
2. Lamp vervangen.
3. Lens plaatsen.
Instrumentenverlichting
Lampen door een werkplaats laten
vervangen.
Page 190 of 247

188Verzorging van de autoElektrisch systeemZekeringen Controleren of het opschrift op de
vervangende zekering overeenkomt
met dat op de defecte zekering.
Er zitten twee zekeringendozen in de
auto:
● links op het instrumentenpaneel, achter het afwerkingspaneel
● in de motorruimte, naast de accu
Let op
De zekeringenkast in motorruimte is alleen toegankelijk voor werkplaats‐
monteurs.
Alvorens een zekering te vervangen,
de desbetreffende schakelaar en de
ontsteking uitschakelen.
Er zitten verschillende typen zekerin‐
gen in de auto.
Afhankelijk van het type zekering is
een doorgebrande zekering herken‐
baar aan de gesmolten draad. Zeke‐
ring pas vervangen wanneer de
oorzaak van de storing verholpen is.
Het wordt geadviseerd altijd een
volledige set zekeringen mee te
nemen. Dergelijke reservezekerin‐
gen kunnen in de zekeringenkast
worden bewaard.
Sommige functies worden door meer‐ dere zekeringen beveiligd.
Er kunnen zekeringen aanwezig zijn
die geen functie hebben.
Let op
Het is mogelijk dat niet alle in deze
gebruikershandleiding beschreven zekeringenkasten op uw auto
aanwezig zijn. Raadpleeg het zeke‐
ringenkastlabel indien aanwezig.
Zekeringtrekker
Page 191 of 247
Verzorging van de auto189
Op het deksel van de zekeringenkastinstrumentenpaneel kan een zeke‐
ringtrekker zitten.
Zekeringtrekker van bovenaf of van
opzij op zekering steken en zekering
lostrekken.
Zekeringenkastinstrumentenpaneel
De zekeringenkast zit aan de linker‐
kant van het instrumentenbord,
achter een bekledingspaneel.
Trek het bovenste deel van het bekle‐ dingspaneel weg om bij de zekerin‐
genkast te komen.
Geen voorwerpen achter dit paneel
opbergen.
Bepaalde functies worden mogelijk
door meerdere zekeringen beveiligd.
Page 192 of 247
190Verzorging van de auto