Page 25 of 165

Basisbediening25Contactpersonen wissenEén contactpersoon wissen
Open de contactenlijst van het voer‐
tuig om één contactpersoon te
wissen. Selecteer de gewenste
contactpersoon in de contactenlijst
van het voertuig.
Selecteer Contact bewerken aan de
rechterzijde van het scherm.
Selecteer Wissen om het contact en
alle hiermee verbonden informatie te
verwijderen. Er verschijnt een beves‐
tiging.
Bevestig het bericht. De invoer wordt
gewist.
Volledige contactenlijst van het
voertuig wissen
Open de contactenlijst van het voer‐ tuig om de volledige lijst te wissen.
Selecteer Contactlijst wijzigen aan de
rechterzijde van het scherm. Er
verschijnt een lijst met alle beschik‐
bare contactbronnen. De actieve
contactenlijst wordt gemarkeerd met
9 .Selecteer de schermtoets ─ naast
Voertuig . Er verschijnt een bevesti‐
ging.
Bevestig de melding om de lijst te
verwijderen.
Contactenlijsten sorteren
Standaard zijn de lijsten alfabetisch
op voornaam geordend. Is er geen
voornaam beschikbaar, dan wordt de achternaam gebruikt. Is er geen voor-
of achternaam, dan wordt een van de eerst ingevoerde lettertekens als
sorteercriterium gebruikt.
De sorteervolgorde kan worden
gewijzigd als de voor- en achternaam
in verschillende velden worden opge‐
slagen.
Selecteer Sorteer om de sorteervolg‐
orde te wijzigen.
Kies de gewenste sorteervolgorde.
De lijst wordt opnieuw gesorteerd.
Geluidsinstellingen In het menu Geluidsinstellingen is de
geluidskarakteristiek in te stellen. Het menu is toegankelijk vanuit elk audi‐
ohoofdmenu.Let op
U kunt een set geluidsinstellingen
als favoriet opslaan. Voor een gede‐
tailleerde beschrijving 3 18.
Selecteer MENU in het desbetref‐
fende audiohoofdmenu om het menu
Geluidsinstellingen te openen. Selec‐ teer Instellingen klankkleur .
Treble
Met deze instelling kunt u de hoge
frequenties van de audiobronnen
versterken of dempen.
Druk herhaald op ─ of w om de instel‐
ling te wijzigen.
Page 26 of 165

26BasisbedieningOf verschuif de schuifbalk op de
instelbalk.
Middenbereik
Met deze instelling kunt u de midden‐
frequenties van de audiobron verster‐
ken of dempen.
Druk herhaald op ─ of w om de instel‐
lingen te wijzigen.
Of verschuif de schuifbalk op de instelbalk.
Bass
Met deze instelling kunt u de lage
frequenties van de audiobronnen
versterken of dempen.
Druk herhaald op ─ of w om de instel‐
lingen te wijzigen.
Of verschuif de schuifbalk op de instelbalk.
Balance en fader instellen
Selecteer in de illustratie rechts in het menu, het punt in de auto waarop het
geluid optimaal moet zijn.
Druk op n, o , p en q om de instel‐
lingen te wijzigen.Selecteer Voor of Achter boven en
onder in het voertuigdiagram om snel
tussen de voor- en achterspeakers te wisselen.
Equalizermodi
Selecteer een van de schermtoetsen
in de interactieve selectiebalk om het
geluid voor specifieke muziekstijlen te optimaliseren.
Selecteer EIG. PROFIEL als u de
geluidsinstellingen zelf wilt defini‐
eren.
Volume-instellingen Maximaal inschakelvolume
Druk op ; en selecteer
INSTELLINGEN op het startscherm.
Blader door de lijst en selecteer
Radio en vervolgens Maximaal
inschakelvolume .
Druk op ─ of w om het gewenste
volume in te stellen.Automatische volumeaanpassing
Druk op ; en selecteer
INSTELLINGEN op het startscherm.
Blader door de lijst en selecteer
Radio en vervolgens Auto volume.
Stel Auto volume in op een van de
beschikbare opties om de mate van
volumeaanpassing in te stellen.
Uit : geen harder volume bij een
toenemende snelheid.
Hoog : maximaal hard volume bij een
toenemende snelheid.
Volume van verkeersinformatie Stel het gewenste volume van de
verkeersinformatie in wanneer een
verkeersbericht door het systeem
wordt gegeven. De desbetreffende
instelling wordt dan door het systeem opgeslagen.
Systeeminstellingen
In de INSTELLINGEN -toepassing
kunnen diverse instellingen en
aanpassingen voor het infotainment‐
systeem worden geconfigureerd.
Page 27 of 165

Basisbediening27
Tijd en datumDruk op ; en selecteer
INSTELLINGEN op het startscherm.
Selecteer Tijd en datum .
Tijd instellen
Selecteer Tijd instellen om naar het
desbetreffende submenu te gaan.Selecteer Auto inst. onder aan het
scherm. Activeer Aan - RDS of Uit -
handmatig .
Selecteer Uit - handmatig en stel de
uren en minuten in door op n of
o te drukken.
Druk op 12-24 u rechts op het scherm
om een tijdmodus te kiezen.
Kiest u de 12-uursmodus, dan
verschijnt er een derde kolom met
AM- en PM-instellingen. Selecteer de gewenste optie.
Datum instellen
Selecteer Datum instellen om naar
het desbetreffende submenu te gaan.
Let op
Is de datum automatisch geregeld,
dan is deze menu-optie niet beschik‐
baar.
Selecteer Auto inst. onder aan het
scherm. Activeer Aan - RDS of Uit -
handmatig .
Selecteer Uit - handmatig en stel de
datum in door op n of o te druk‐
ken.
Klokdisplay
Selecteer Weergave klok om naar het
desbetreffende submenu te gaan.
Selecteer Uit om het digitale klokdis‐
play in de menu's uit te schakelen.
TaalDruk op ; en selecteer
INSTELLINGEN op het startscherm.
Blader door de lijst en selecteer Taal.
Let op
De actieve taal wordt gemarkeerd met 9.
Blader door de lijst en selecteer de
gewenste taal.
Page 28 of 165

28BasisbedieningValetmodus
Als de valetmodus is geactiveerd,
dan is de bagageruimte vergrendeld,
zijn alle voertuigdisplays vergrendeld
en zijn er geen systeemaanpassin‐
gen te verrichten.
Let op
Boordmeldingen en de achteruit‐
zichtcamera blijven geactiveerd.
Systeem vergrendelen
Druk op ; en selecteer
INSTELLINGEN op het startscherm.
Blader door de lijst en selecteer
Valetmodus . Er verschijnt een toets‐
enblok.Voer een viercijferige code in en
selecteer Enter. Het toetsenblok
wordt opnieuw weergegeven.
Voer de viercijferige code opnieuw in
om de invoer te bevestigen en selec‐
teer Vergrendelen . Het systeem is
vergrendeld.
Systeem ontgrendelen
Schakel het infotainmentsysteem in.
Er verschijnt een toetsenblok.
Voer de desbetreffende viercijferige
code in en selecteer Ontgrendelen.
Het systeem is ontgrendeld.
PIN vergeten
Neem contact op met de werkplaats
om de pincode naar de standaard‐ waarde terug te zetten.
Beeldscherm
Druk op ; en selecteer
INSTELLINGEN op het startscherm.
Blader door de lijst en selecteer
Scherm .
Modus
Selecteer Modus om naar het desbe‐
treffende submenu te gaan.
Kies, afhankelijk van de externe licht‐ condities, Dag of Nacht .
Page 29 of 165

Basisbediening29Selecteert u Auto, dan past het
systeem automatisch het display aan.
Aanraakscherm kalibreren
Selecteer Aanraakscherm kalibreren
om naar het desbetreffende submenu te gaan.
Volg de aanwijzingen op het scherm
en druk op de aangegeven punten.
Het aanraakscherm wordt gekali‐
breerd.
Display uitschakelen
Selecteer Scherm uitschakelen om
het display uit te schakelen.
Raak het aanraakscherm aan of druk op een toets op het bedieningspaneel
om het display weer te activeren.
Fabrieksinstellingen terugzetten Druk op ; en selecteer
INSTELLINGEN op het startscherm.
Blader door de lijst en selecteer
Terugkeren naar fabrieksinst. .
Instellingen van de auto herstellen
Selecteer Instellingen voertuig
herstellen om alle persoonlijke instel‐
lingen te herstellen. Er verschijnt een
waarschuwing.
Selecteer Herstellen . De instellingen
zijn teruggezet.
Alle persoonlijke gegevens wissen
Selecteer Alle privégegevens wissen
om de volgende gegevens te wissen:
● gekoppelde Bluetooth-apparaten
● opgeslagen telefoonboeken
● contactenlijst voertuig
● bestemmingslijsten
● favorieten
Er verschijnt een waarschuwing.Selecteer Wissen. De gegevens zijn
gewist.
Radio-instellingen herstellen
Selecteer Instellingen radio
herstellen om de volgende gegevens
te herstellen:
● tooninstellingen
● volume: instellingen
● spraakinstellingen
● toepassingenbalk
● contactbronnen
Er verschijnt een waarschuwing.
Selecteer Herstellen. De instellingen
zijn teruggezet.
Software-informatie Druk op ; en selecteer
INSTELLINGEN op het startscherm.
Blader door de lijst en selecteer Soft‐
wareinformatie .
Page 30 of 165
30Basisbediening
Er verschijnt een lijst met de versie‐
nummers van alle software in het
systeem.
Systeem bijwerken
Neem contact op met de werkplaats om uw systeemsoftware te laten
bijwerken.
Page 31 of 165
Radio31RadioGebruik........................................ 31
Zender zoeken ............................. 31
Radio Data System ......................32
Digital Audio Broadcasting ..........34Gebruik
De radiofunctie is geïntegreerd in de
AUDIO -toepassing.
Activeren van de radiofunctie
Druk op ; en selecteer AUDIO op het
startscherm. Selecteer RADIO op de
interactieve selectiebalk.
Frequentieband selecteren Druk herhaaldelijk RADIO om van
frequentieband te wisselen.
Zender zoeken
Automatisch zender zoeken
Druk op t of v om de vorige of
volgende zender te beluisteren.
Handmatig zender zoeken
Houd t of v ingedrukt. Laat de
desbetreffende toets los als de
gewenste frequentie bijna bereikt is.
Afstemmen op zender Selecteer KIES op de interactieve
selectiebalk. Er verschijnt een toets‐
enblok.
Page 32 of 165

32RadioDruk op het veld Frequentie
invoeren en voer de gewenste
frequentie in. Bevestig uw invoer.
Zenderlijsten In de zenderlijsten ziet u alle ontvang‐
bare radiozenders in het huidige
ontvangstgebied die u kunt selecte‐
ren.
Druk op BLADEREN op de interac‐
tieve selectiebalk om een zenderlijst
voor het actuele frequentiebereik
weer te geven.
De zenderlijst wordt weergegeven.Let op
Het huidige station wordt gemar‐
keerd.
Blader door de lijst en selecteer de
gewenste titel.
Categorielijsten Talloze RDS 3 32 en DAB 3 34
zenders zenden een PTY-code uit,
die het uitgezonden programmatype
aangeeft (bijv. nieuws). Sommige
zenders wijzigen afhankelijk van de inhoud die op dat moment wordt
uitgezonden ook de PTY-code.
Het infotainmentsysteem slaat deze
zenders, gesorteerd op programma‐
type, in de desbetreffende categorie‐
lijst op.
Let op
De lijstoptie Categorieën is alleen
beschikbaar voor de FM- en DAB- golfband.
Selecteer MENU op de interactieve
selectiebalk om het desbetreffende
frequentiebereik weer te geven en
selecteer Categorieën .
Er verschijnt een lijst met momenteel
beschikbare programmacategorieën.Kies de gewenste categorie. Er
verschijnt een lijst met zenders die
een programma van het geselec‐
teerde type uitzenden.
Selecteer de gewenste zender.
Zenderlijst bijwerken Kunnen de zenders uit de in de
frequentiebereikspecifieke zenderlijst
niet langer worden ontvangen, selec‐
teer dan Zenderlijst bijwerken .
Let op
Bij het bijwerken van een lijst van een zender op een specifiek
frequentiebereik wordt de overeen‐
komstige categorielijst ook bijge‐
werkt.
Zenderlijst bijwerken verschijnt op het
scherm tot het zoeken is afgerond.
Radio Data System
Radio Data System (RDS) is een
dienst voor FM-zenders die ervoor
zorgt dat de gewenste zender
aanzienlijk sneller wordt gevonden en
zonder problemen wordt ontvangen.