Page 17 of 88

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-2
3
DAU1100D
Controlelampjes en waarschu-
win gslampje
DAU11022
Controlelampje richtin gaanwijzers
“”
Dit controlelampje knippert wanneer een
richtingaanwijzer knippert.
DAU11061
Vrijstan dcontrolelampje “ ”
Dit controlelampje brandt terwijl de versnel-
lingsbak in de vrijstand staat.
DAU11081
Controlelampje grootlicht “ ”
Dit controlelampje brandt terwijl de kop-
lamp is ingeschakeld voor grootlicht.
DAU78310
Waarschuwin gslampje motorstorin g
“”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
er een storing wordt gedetecteerd in de
motor of een ander regelsysteem van de
machine. Vraag in dat geval een Yamaha
dealer het boorddiagnosesysteem te con-
troleren.
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ ” te draaien. Het waarschu-
wingslampje moet enkele seconden oplich-
ten en dan uitgaan.
Als het waarschuwingslampje niet gaat
branden wanneer de sleutel naar “ ”
wordt gedraaid of wanneer het blijft bran-
den, vraag dan een Yamaha dealer de ma-
chine te controleren.
DAUE2572
Eco-controlelampje “ECO”
Dit controlelampje gaat aan wanneer de
machine wordt gebruikt op een milieuvrien-
delijke, energiezuinige manier. Het contro-
lelampje gaat uit als u de machine stopt.
OPMERKINGHierna volgen enkele tips om het brand-
stofverbruik te verlagen:
Voer het motortoerental tijdens acce-
lereren niet te hoog op.
Rijd met een constante snelheid.
Selecteer de versnelling die geschikt
is voor de snelheid van de machine.
1. Controlelampje richtingaanwijzers “ ”
2. Vrijstandcontrolelampje “ ”
3. Controlelampje grootlicht “ ”
4. Eco-controlelampje “ECO”
5. Waarschuwingslampje motorstoring “ ”
1
2
3
4
5
UBT4D0D0.book Page 2 Thursday, November 17, 2016 9:01 AM
Page 18 of 88

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-3
3
DAU78331
Multifunctionele meter
WAARSCHUWING
DWA12423
Zor g d at de machine stilstaat voor dat u
wijzi gin gen in de instellin gen van de
multifunctionele meter g aat aanbren-
g en. Het aan bren gen van wijzi gin gen tij-
d ens het rij den kan u aflei den en
ver groot het risico op een on geval.De multifunctionele me ter biedt de volgen-
de voorzieningen:
snelheidsmeter
kilometerteller
ritteller
toerenteller
brandstofniveaumeter
aanduiding ingeschakelde versnelling
OPMERKINGVergeet niet de sleutel naar “ ” te
draaien voordat u de “RESET/SE-
LECT”-toets gebruikt.
Voor Verenigd Koninkrijk: Om te wis-
selen tussen de kilometer- en mijlen-
weergave van de snelheidsmeter en
de kilometerteller/ritteller, dient u twee
seconden op de “RESET/SELECT”-
toets te drukken. De weergave-een-
heden kunnen echter alleen worden
gewisseld terwijl de kilometerteller
wordt weergegeven.Snelhei dsmeter
De snelheidsmeter geeft de rijsnelheid van
het voertuig aan. Kilometerteller en ritteller
De kilometerteller toont de totale afstand
die door de machine is afgelegd.
De ritteller toont de afgelegde afstand sinds
de teller voor het laatst werd teruggesteld.
OPMERKING
De kilometerteller wordt vergrendeld
bij 999999.
De ritteller wordt teruggesteld en blijft
tellen nadat 9999.9 is bereikt.Door het indrukken van de “RESET/SE-
LECT”-toets wisselt de weergave tussen
de kilometerteller “O DO” en de ritteller
“TRIP”.
1. Toerenteller
2. Brandstofniveaumeter
3. Aanduiding ingeschakelde versnelling
4. Snelheidsmeter
5. Kilometerteller/ritteller
6. “RESET/SELECT”-toets
2
3
4
1
5
6
1. Kilometerteller/ritteller
1
UBT4D0D0.book Page 3 Thursday, November 17, 2016 9:01 AM
Page 19 of 88

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-4
3
Om de ritteller op nul terug te stellen, selec-
teert u deze door op de “RESET/SELECT”-
toets te drukken en vervolgens de “RE-
SET/SELECT”-toets een seconde lang in-
gedrukt te houden.
Toerenteller
Met de toerenteller kan de bestuurder het
motortoerental controleren en dit binnen
het ideale bereik houden.LET OP
DCA10032
Laat de motor niet draaien terwijl de toe-
renteller in de ro de zone wijst.
Ro de zone: 9000 tpm en ho ger
Bran dstofniveaumeter
De brandstofniveaumeter geeft aan hoe-
veel brandstof in de tank aanwezig is. De
displaysegmenten van de brandstofniveau-
meter verdwijnen van “F” (vol) naar “E”
(leeg) naarmate het brandstofniveau verder
daalt. Ga zo snel mogelijk tanken als het
laatste segment van de brandstofniveau-
meter en de waarschuwingsindicator
brandstofniveau “ ” gaan knipperen.OPMERKINGAls een storing wordt gedetecteerd in het
elektrische circuit van de brandstofniveau-
meter, gaan alle displaysegmenten en de
waarschuwingsindicator brandstofniveau “ ” knipperen. Vraag in
dat geval een Yamaha dealer het elektrisch
circuit te testen.
Aan
dui din g in geschakel de versnellin g
Deze aanduiding geeft aan welke versnel-
ling is ingeschakeld. De vrijstand wordt
echter niet getoond, deze wordt aangege-
ven door het vrijstandcontrolelampje.
1. Toerenteller
2. Rode zone toerenteller1 2
1. Waarschuwingsindicator brandstofniveau
“”
2. Brandstofniveaumeter
1
2
1. Aanduiding ingeschakelde versnelling
1
UBT4D0D0.book Page 4 Thursday, November 17, 2016 9:01 AM
Page 20 of 88

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-5
3
DAU1234M
StuurschakelaarsLinks
Rechts
DAU12352
Lichtsi gnaalschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om de koplamp
een lichtsignaal te laten afgeven.OPMERKINGAls de dimlichtschakelaar is ingesteld
op “ ”, heeft de lichtsignaalschakelaar
geen effect.
DAU12401
Dimlichtschakelaar “ / ”
Zet deze schakelaar op “ ” voor groot-
licht en op “ ” voor dimlicht.
DAU12461
Richtin gaanwijzerschakelaar “ / ”
Druk deze schakelaar naar “ ” om afslaan
naar rechts aan te geven. Druk deze scha-
kelaar naar “ ” om afslaan naar links aan
te geven. Na loslaten keert de schakelaar
terug naar de middenstand. Om de rich-
tingaanwijzers uit te schakelen wordt de
schakelaar ingedrukt nadat hij is terugge-
keerd in de middenstand.
DAU12501
Claxonschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU12713
Startknop “ ”
Druk deze knop in om via de startmotor de
motor rond te draaien. Zie pagina 5-1 voor
startinstructies voordat u de motor start.
1. Lichtsignaalschakelaar “ ”
2. Dimlichtschakelaar “ / ”
3. Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
4. Claxonschakelaar “ ”
1. Startknop “ ”
12
34
1
UBT4D0D0.book Page 5 Thursday, November 17, 2016 9:01 AM
Page 21 of 88

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-6
3
DAU12822
Koppelin gshen delDe koppelingshendel bevindt zich aan de
linkerzijde van het stuur. Trek de hendel
naar het stuur toe om de koppeling te ont-
koppelen. Laat de hendel los om de koppe-
ling te laten aangrijpen. Voor een soepele
werking van de koppeling moet de hendel
snel ingetrokken worden en langzaam wor-
den losgelaten.
De koppelingshendel is voorzien van een
sperschakelaar die deel uitmaakt van het
startspersysteem. (Zie pagina 3-12.)
DAU12872
Schakelped aalHet schakelpedaal bevindt zich aan de lin-
kerzijde van de motor en wordt in combina-
tie met de koppelingshendel gebruikt bij
het schakelen van de versnellingen van de
5-traps constant-mesh versnellingsbak op
deze motorfiets.
DAU78900
RemhendelDe remhendel bevindt zich aan de rechter-
zijde van het stuur. Trek de hendel naar de
gasgreep toe om de voorrem te bekrachti-
gen.
Dit model is uitgerust met een gekoppeld
remsysteem.
Als de remhendel wordt ingetrokken, wordt
ook de achterrem proportioneel bekrach-
tigd. Voor maximale remprestaties moet u
de remhendel en het rempedaal gelijktijdig
bedienen.OPMERKING Omdat het gekoppelde remsysteem
mechanisch is, kan extra vrije slag
worden gevoeld in het rempedaal
1. Koppelingshendel
1
1. Schakelpedaal
1
1. Remhendel
1
UBT4D0D0.book Page 6 Thursday, November 17, 2016 9:01 AM
Page 22 of 88

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-7
3
wanneer de remhendel wordt inge-
knepen. Dit duidt echter niet op een
storing.
Het gekoppelde remsysteem werkt
niet wanneer het rempedaal meteen
wordt ingedrukt.
DAU78910
Rempe daalHet rempedaal bevindt zich aan de rechter-
zijde van de motorfiets. Trap op het rempe-
daal om de achterrem te bekrachtigen.OPMERKINGOmdat het gekoppelde remsysteem me-
chanisch is, kan extra vrije slag worden ge-
voeld in het rempedaal wanneer de
remhendel wordt ingeknepen. Dit duidt
echter niet op een storing.
DAU13003
Tank dopOm de tank dop te verwij deren
Steek de sleutel in het slot en draai deze
een kwartslag rechtsom. Het slot wordt
ontgrendeld en de tankdop kan worden
verwijderd.
Om de tank dop aan te bren gen
1. Druk de tankdop in positie met de
sleutel in het slot.
2. Draai de sleutel linksom naar de oor- spronkelijke positie en neem deze dan
uit.
1. Rempedaal
1
1. Ontgrendelen.
1
UBT4D0D0.book Page 7 Thursday, November 17, 2016 9:01 AM
Page 23 of 88

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-8
3
OPMERKINGDe tankdop kan alleen worden aange-
bracht met de sleutel in het slot. Bovendien
kan de sleutel niet worden uitgenomen als
de tankdop niet correct aangebracht en
vergrendeld is.
WAARSCHUWING
DWA11142
Controleer voor u gaat rij den of d e tank-
d op correct is aan geb racht. Door b rand-
stoflekka ge ontstaat bran dgevaar.
DAU13213
Bran dstofControleer of er voldoende brandstof in de
brandstoftank aanwezig is.
WAARSCHUWING
DWA10882
Benzine en b enzinedampen zijn zeer
b ran dbaar. Vol g de on derstaan de in-
structies om b rand en ontploffin g te
voorkomen en het letselrisico tij dens het
tanken te verla gen.1. Zet alvorens te tanken de motor af en
zorg dat er niemand op de machine
zit. Rook nooit tijdens het tanken en
tank nooit in de nabijheid van vonken,
open vuur of andere ontstekingsbron-
nen zoals de waakvlammen van gei-
sers en kledingdrogers.
2. Maak de brandstoftank niet te vol.
Stop met vullen zodra de brandstof de
onderkant van de vulhals heeft be-
reikt. Omdat brandstof uitzet als deze
warm wordt, kan de warmte van de
motor of de zon ervoor zorgen dat
brandstof uit de brandstoftank
stroomt. 3. Veeg uitgestroomde brandstof on-
middellijk af. LET OP: Vee g g emors-
te bran dstof onmi ddellijk af met een
schone, dro ge, zachte d oek, aange-
zien de bran dstof de gelakte opper-
vlakken en kunststof d elen kan
aantasten.
[DCA10072]
4. Draai de tankdop stevig vast.
WAARSCHUWING
DWA15152
Benzine is g iftig en kan letsel of overlij-
d en veroorzaken. Sprin g zor gvul dig om
met benzine. Pro beer nooit om b enzine
via de mon d over te hevelen. Roep on-
mi ddellijk me dische hulp in nad at u ben-
zine heeft in geslikt, veel benzined amp
heeft in gead emd of b enzine in uw o gen
heeft gekre gen. Als b enzine op uw hui d1. Vulpijp brandstoftank
2. Maximaal brandstofniveau
1
2
UBT4D0D0.book Page 8 Thursday, November 17, 2016 9:01 AM
Page 24 of 88

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-9
3
terechtkomt, was deze dan af met water
en zeep. Als u benzine op uw kle din g
morst, trek dan an dere kled ing aan.
DAU76860
LET OP
DCA11401
Ge bruik uitsluiten d loo dvrije benzine.
Loo dhou den de benzine veroorzaakt
ernsti ge schad e aan inwen dig e motor-
on der delen als kleppen en zui gerveren
en ook aan het uitlaatsysteem.
OPMERKING Deze markering geeft de aanbevolen
brandstof voor dit voertuig aan zoals
gespecificeerd in de Europese voor-
schriften (EN228).
Controleer bij het tanken of het vulpi-
stool dezelfde markering draagt.Uw Yamaha motorblok is gebouwd op het
gebruik van normale loodvrije benzine met
een octaangetal van RON 95 of hoger. Als
de motor gaat detoneren (pingelen), ge-
bruik dan benzine van een ander merk of
gebruik loodvrije superbenzine. Door lood-
vrije benzine te gebruiken gaan bougies
langer mee en blijven de onderhoudskos-
ten beperkt. Gasohol
Er bestaan twee typen gasohol: gasohol
met ethanol en gasohol met methanol.
Gasohol met ethanol kan worden gebruikt,
mits het ethanolgehalte niet hoger is dan
10% (E10). Gasohol met methanol wordt
niet aangeraden door Yamaha aangezien
deze schade kan toebrengen aan het
brandstofsysteem of problemen kan ople-
veren met de voertuigprestaties.
Voor
geschreven bran dstof:
Normale loodvrije benzine (gasohol
[E10] acceptabel)
Inhou d b ran dstoftank:
14 L (3.7 US gal, 3.1 Imp. gal)
Bran dstofreserve:
2.2 L (0.58 US gal, 0.48 Imp.gal)
E10
UBT4D0D0.book Page 9 Thursday, November 17, 2016 9:01 AM