Page 45 of 88

Periodiek on derhoud en afstelling
6-10
6
DAU78710
De bou gie controlerenDe bougie is een belangrijk motoronder-
deel dat gemakkelijk te controleren is. Door
hitte en aanslag slijten bougies op de lange
duur. Daarom moeten bougies worden ver-
wijderd en gecontroleerd volgens het peri-
odieke onderhouds- en smeerschema.
Bovendien kan aan het uiterlijk van de bou-
gie de conditie van de motor worden afge-
lezen.
De bou gie verwij deren
1. Verwijder stroomlijnpaneel A. (Zie pa- gina 6-8.)
2. Verwijder de kap van het Y.R.C.S. (Yamaha Ram-Air Cooling System)
door de bouten te verwijderen en ver-
wijder vervolgens de bougiedop. 3. Verwijder de bougie zoals getoond
met behulp van de bougiesleutel in de
boordgereedschapsset. Controleren van
de bou gie
1. Controleer of de porseleinen isolator rondom de centrale elektrode van de
bougie een middeldonkere tot lichte
kleur vertoont (de ideale kleur als nor-
maal met het voertuig wordt gereden).
OPMERKINGWanneer de bougie een heel andere kleur
vertoont, werkt de motor mogelijk niet naar
behoren. Probeer dergelijke problemen niet
zelf vast te stellen. Laat in plaats daarvan
uw machine nakijken door een Yamaha
dealer.2. Controleer de bougie op afslijting vande elektroden en op overmatige kool-
stof- of andere aanslag. Vervang in-
dien nodig de bougie.
3. Meet de elektrodenafstand met een draadvoelmaat. Stel de afstand indien
nodig af volgens de specificatie.
1. Stroomlijnpaneel A
2. Dop Y.R.C.S (Yamaha Ram–Air Cooling System)
3. Bout
4. Bougiedop
1. Bougiesleutel
4 32
1
1
Voor
geschreven bou gie:
NGK/CPR8EA-9
UBT4D0D0.book Page 10 Thursday, November 17, 2016 9:01 AM
Page 46 of 88

Periodiek on derhou d en afstelling
6-11
6
De bou gie monteren
1. Reinig het oppervlak van de bougie-
pakking en het pasvlak en verwijder
eventueel vuil uit de schroefdraad van
de bougie.
2. Breng de bougie aan met behulp van de bougiesleutel en zet vast met het
correcte aanhaalmoment.
OPMERKINGAls geen momentsleutel beschikbaar is,
wordt de bougie correct vastgezet door
handvast te zetten en dan nog 1/4–1/2 slag
verder te draaien. De bougie moet echter
zo snel mogelijk naar het juiste aanhaalmo-
ment worden aangedraaid.3. Installeer de bougiedop.
4. Monteer de kap van het Y.R.C.S.(Yamaha Ram-Air Cooling System)
door de bouten aan te brengen.
5. Breng het stroomlijnpaneel aan.
DAU78803
Motorolie en oliefilterelementVóór iedere rit moet het motorolieniveau
worden gecontroleerd. Verder moet de olie
worden ververst en het oliefilterelement
worden vervangen volgens de intervalperi-
oden vermeld in het periodieke smeer- en
onderhoudsschema.
Om het motorolieniveau te controleren 1. Zet de machine op de middenbok. Wanneer de machine iets schuin
staat, kan het niveau al foutief worden
afgelezen.
2. Start de motor, laat deze een paar mi-
nuten warmdraaien en zet hem dan af.
3. Wacht een paar minuten om de olie tot rust te laten komen, verwijder de
olievuldop, veeg de peilstok schoon,
steek deze weer in de vulopening
(zonder vast te draaien) en neem hem
dan weer uit om het olieniveau te con-
troleren. WAARSCHUWING! Draai
d e olievul dop nooit los direct nad at
op hog e snelhei d is g ereden, de
hete motorolie kan dan naar b uiten
spuiten en scha de of bran dwon den
veroorzaken. Laat de motorolie al-
tij d vol doen de afkoelen alvorens de
olievul dop te verwij deren.
[DWA17640]
1. ElektrodenafstandElektro denafstan d:
0.8–0.9 mm (0.031–0.035 in)
Aanhaalmoment: Bougie:13 N·m (1.3 kgf·m, 9.4 lb·ft)
UBT4D0D0.book Page 11 Thursday, November 17, 2016 9:01 AM
Page 48 of 88

Periodiek on derhou d en afstelling
6-13
6
5. Verwijder en vervang het oliefilterele-
ment en de O-ring.
6. Monteer het oliefilterdeksel door de bouten aan te brengen en zet deze
dan vast met het voorgeschreven
aanhaalmoment.OPMERKINGZorg dat de O-ring correct aanligt.7. Monteer de olieaftapplug met eennieuwe pakking en zet de plug vast
met het voorgeschreven aanhaalmo-
ment. 8. Vul met de aangegeven hoeveelheid
van de aanbevolen motorolie.
LET OP
DCA11621
Om het slippen van de koppelin g te
voorkomen ( de motorolie smeert
immers ook de koppelin g) mo gen
g een chemische additieven wor den
toe gevoe gd. Ge bruik geen oliën
met een “CD” dieselspecificatie of
oliën met een ho gere kwaliteit dan
g especificeer d. Ge bruik ook g een
oliën met een “ENERGY CONSER-
VING II” of ho gere aan dui din g.
Zor g d at er g een verontreini gin gen
in het carter terecht komen.
9. Controleer de O-ring op beschadiging en vervang deze indien nodig.
10. Breng de olievuldop aan en draai deze vast.LET OP
DCA10441
Controleer na olie verversen de olied ruk
zoals hierna b eschreven.Controleren van de olie druk
1. Verwijder stroomlijnpaneel A. (Zie pa- gina 6-8.)
2. Verwijder de kap van het Y.R.C.S.
(Yamaha Ram-Air Cooling System).
(Zie pagina 6-10.)
3. Draai de ontluchtingsbout terug, start
de motor en laat deze stationair draai-
en totdat er olie naar buiten loopt. Als
1. Oliefilterelement
2. O-ringAanhaalmoment:Bevestigingsbout oliefilterdeksel:
10 N·m (1.0 kgf·m, 7.2 lb·ft)
2 1
Aanhaalmoment:
Olieaftapplug:
20 N·m (2.0 kgf·m, 14 lb·ft)
Aan bevolen motorolie:
Zie pagina 8-1.
Oliehoeveelheid :
Olieverversing:
1.00 L (1.06 US qt, 0.88 Imp.qt)
Met verwijderen van oliefilterele-
ment:
1.10 L (1.16 US qt, 0.97 Imp.qt)
1. Olievuldop
2. O-ring
21
UBT4D0D0.book Page 13 Thursday, November 17, 2016 9:01 AM
Page 49 of 88

Periodiek on derhoud en afstelling
6-14
6
er na enkele minuten geen olie naar
buiten loopt, zet dan onmiddellijk de
motor af en vraag een Yamaha dealer
de machine te inspecteren.
4. Zet na het controleren van de oliedruk de ontluchtingsbout vast met het
voorgeschreven aanhaalmoment.
5. Monteer de kap van het Y.R.C.S. (Yamaha Ram-Air Cooling System).
6. Breng het stroomlijnpaneel aan.
7. Start de motor, laat deze een paar mi- nuten stationair draaien en controleer
daarbij op olielekkage. Als er sprake is
van olielekkage, zet de motor dan di-
rect af en zoek de oorzaak. 8. Zet de motor af, controleer het olieni-
veau en corrigeer indien nodig.
DAUW3321
Luchtfilterelement reini gen en
aftapslan g reini genHet luchtfilterelement moet worden gerei-
nigd volgens de intervalperioden vermeld in
het periodieke smeer- en onderhoudssche-
ma. Reinig het luchtfilterelement vaker als u
in zeer stoffige of vochtige gebieden rijdt.
Verder moet de aftapslang van het luchtfil-
ter regelmatig worden gecontroleerd en ge-
reinigd.
Reini gen van het luchtfilterelement
1. Verwijder paneel A. (Zie pagina 6-8.)
2. Verwijder het luchtfilterdeksel door de
schroeven los te halen en trek dan het
luchtfilterelement eruit.
1. OntluchtingsplugAanhaalmoment:Ontluchtingsbout:
7 N·m (0.7 kgf·m, 5.1 lb·ft)
1
1. Luchtfilterdeksel
2. Schroef
2 2
1
UBT4D0D0.book Page 14 Thursday, November 17, 2016 9:01 AM