Page 33 of 122

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-19
33. Druk op de menuschakelaar “MENU”.
“km” of “mile” knippert in de weerga-
ve.
4. Gebruik de selectieschakelaar om “km” of “mile” te selecteren en druk
vervolgens op de menuschakelaar
“MENU”.
OPMERKING
Wanneer “km” is geselecteerd, kunt u
“L/100km” of “km/L” instellen als eenhe-
den voor brandstofverbruik. Ga als volgt
verder om de eenheden voor brandstofver-
bruik in te stellen. Als u “mile” hebt geselec-
teerd, slaat u stap 5 en 6 over.
5. Gebruik de selectieschakelaar om
“km/L or L/100km” te selecteren.
6. Druk op de menuschakelaar “MENU”,
gebruik de selectieschakelaar om
“L/100km” of “km/L” te selecteren en
druk vervolgens opnieuw op de me-
nuschakelaar “MENU”. 7. Gebruik de selectieschakelaar om “ ”
te markeren en druk vervolgens op de
menuschakelaar “MENU” om terug te
keren naar het instelmodusmenu.
De items voor de pagina’s van de informa-
tieweergave selecteren
1. Gebruik de selectieschakelaar om “Display” te markeren.
2. Druk op de menuschakelaar “MENU”, gebruik de selectieschakelaar om de
pagina die u wilt aanpassen te marke-
ren en druk vervolgens opnieuw op de
menuschakelaar “MENU”.
Unit
km or mile
km
km/L or L/100km
km/L
Unit
km or mile
km
km/L or L/100km
km/L
Unit
km or mile
km
km/L or L/100km
km/L
MENU
Grip Warmer
Maintenance
Time Trip
Unit
Display
Brightness
Clock
Display
Display-1
Display-2
Display-3
UBP9D0D0.book Page 19 Wedne sday, February 8, 2017 8:35 AM
Page 34 of 122

Functies van instrumenten en bed iening selementen
3-20
3
3. Gebruik de selectieschakelaar om het
item te markeren dat u wilt wijzigen en
druk vervolgens op de menuschake-
laar “MENU”.
4. Gebruik de selectieschakelaar om het item te selecteren dat u wilt weerge-
ven en druk vervolgens op de menus-
chakelaar “MENU” om de selectie te
bevestigen.
5. Herhaal de vorige stap om andere items te wijzigen of gebruik als u klaar
bent de selectieschakelaar om “ ” te
markeren en druk vervolgens op de
menuschakelaar “MENU” om af te
sluiten. 6. Gebruik de selectieschakelaar om “ ”
te markeren en druk vervolgens op de
menuschakelaar “MENU” om terug te
keren naar het hoofdscherm van de
instelmodus.
De helderheid van de multifunctionele me-
ter instellen
1. Gebruik de selectieschakelaar om “Brightness” te markeren.
2. Druk op de menuschakelaar “MENU”.
3. Gebruik de selectieschakelaar om het gewenste helderheidsniveau te selec-
teren en druk vervolgens op de me-
nuschakelaar “MENU” om terug te
keren naar het hoofdmenu van de in-
stelmodus.
De klok instellen
1. Gebruik de selectieschakelaar om “Clock” te markeren.
Display-1
1-1
A.TEMP
1-2
C.TEMP
1-3
TIME TRIP
Display-1
1-1
ODO
1-2
C.TEMP
1-3
TIME TRIP
Display-1
1-1
ODO
1-2
C.TEMP
1-3
TIME TRIP
MENU
Grip Warmer
Maintenance
Time Trip
Unit
Display
Brightness
Clock
Brightness
UBP9D0D0.book Page 20 Wedne sday, February 8, 2017 8:35 AM
Page 35 of 122
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-21
32. Druk op de menuschakelaar “MENU”.
3. Als de urenaanduiding begint te knip-
peren, gebruikt u de selectieschake-
laar om de uren in te stellen.
4. Druk op de menuschakelaar “MENU” en de minutenaanduiding zal gaan
knipperen.
5. Gebruik de selectieschakelaar om de
minuten in te stellen.
6. Druk op de menuschakelaar “MENU” om terug te keren naar het hoofd-
scherm van de instelmodus.
Alle weergave-items terugstellen
1. Gebruik de selectieschakelaar om “All Reset” te markeren. 2. Druk op de menuschakelaar “MENU”.
3. Gebruik de selectieschakelaar om
“YES” te markeren en druk vervolgens
op de menuschakelaar “MENU”.
OPMERKING
De kilometerteller en de klok worden niet
teruggesteld.
MENU
Grip Warmer
Maintenance
Time Trip
Unit
Display
Brightness
Clock
Clock
555
AM
MENU
Maintenance
Time Trip
Unit
Display
Brightness
Clock
All Reset
All Reset
YES
NO
UBP9D0D0.book Page 21 Wedne sday, February 8, 2017 8:35 AM
Page 36 of 122

Functies van instrumenten en bed iening selementen
3-22
3
DAU49433
D-mode (rijmo dus)
D-mode is een elektronisch geregeld mo-
torprestatiesysteem met twee modusse-
lecties (toermodus “T” en sportmodus “S”).
Druk de rijmodusscha kelaar “MODE” in om
te wisselen tussen de modi. (Zie pagina
3-23 voor uitleg over de rijmodusschake-
laar.)
OPMERKING
Maak uzelf vertrouwd met de werking van
D-mode en de rijmodusschakelaar MODE
alvorens het systeem te gebruiken.
Toermo dus “T”
De toermodus “T” is geschikt voor verschil-
lende rijsituaties.
Deze modus biedt een soepel rijgedrag van
het lage- tot het hogetoerenbereik.
Sportmod us “S”
Vergeleken met de toermodus biedt deze
modus een sportievere motorrespons in
het lage- en middelhogetoerenbereik.
DAU1234M
Stuurschakelaars
Links
Rechts
DAU54201Dimlichtschakelaar/
lichtsi gnaalschakelaar “ / /PASS”
Zet deze schakelaar op “ ” voor groot-
licht en op “ ” voor dimlicht.
Als u een grootlichtsignaal wilt geven, drukt
u op de lichtsignaalzijde “PASS” van de
schakelaar terwijl de koplampen op dim-
licht staan.
1. Rijmodusschakelaar “MODE”
MODE
STOP
RUNSTAR T
1
1. Menuschakelaar “MENU”
2. Selectieschakelaar “ / ”
3. Cruise-controlschakelaars
4. Claxonschakelaar “ ”
5. Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
6. Dimlichtschakelaar/lichtsignaalschakelaar
“ / /PASS”
1. Stop/Run/Start-schakelaar “ / / ”
2. Rijmodusschakelaar “MODE”
3. Schakelaar alarmverlichting “ ”
RES
SETPA S S
1
6
5
4
2
3
MODE
STOP
RUNSTART
3
2
1
UBP9D0D0.book Page 22 Wedne sday, February 8, 2017 8:35 AM
Page 37 of 122

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-23
3
DAU12461Richtin gaanwijzerschakelaar “ / ”
D r u k de z e s ch ak el aa r na ar “ ” o m afs l a an
naar rechts aan te geven. Druk deze scha-
kelaar naar “ ” om afslaan naar links aan
te geven. Na loslaten keert de schakelaar
terug naar de middenstand. Om de rich-
tingaanwijzers uit te schakelen wordt de
schakelaar ingedrukt nadat hij is terugge-
keerd in de middenstand.
DAU12501Claxonschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU54212Stop/Run/Start-schakelaar “ / / ”
Om de motor te starten met de startmotor,
zet u deze schakelaar op “ ” en drukt u de
schakelaar vervolgens omlaag naar “ ”.
Zie pagina 5-2 voor startinstructies voordat
u de motor start.
Zet deze schakelaar op “ ” om de motor
direct uit te schakelen in een noodgeval,
zoals wanneer de machine omslaat of als
de gaskabel blijft hangen.
DAU12735Schakelaar alarmverlichtin g“”
Met de sleutel in de stand “ON” of “ ”
kan deze schakelaar worden gebruikt voor
het inschakelen van de alarmverlichting
(gelijktijdig knipperen van alle richtingaan-
wijzers).
De alarmverlichting wordt gebruikt in een
noodgeval of om andere verkeersdeelne-
mers te waarschuwen als uw machine stil-
staat in een mogelijk gevaarlijke
verkeerssituatie.
LET OP
DCA10062
Ge bruik de alarmverlichtin g niet g ed u-
ren de lan gere tij d als d e motor niet
d raait om dat hier door de accu kan ont-
la den.
DAU12781Cruise control-schakelaars
Zie pagina 3-6 voor uitleg over de werking
van cruise control.
DAU54231Menuschakelaar “MENU”
Deze schakelaar wordt gebruikt om selec-
ties te maken in de functieweergave en in-
stelmodusweergave van de
multifunctionele meter.
Zie “Multifunctionele meter” op pagina 3-9
voor meer informatie.
DAU54221Selectieschakelaar “ / ”
Deze schakelaar wordt gebruikt om selec-
ties te maken in de functieweergave en in-
stelmodusweergave van de
multifunctionele meter.
Zie “Multifunctionele meter” op pagina 3-9
voor meer informatie.
DAU54691Rijmo dusschakelaar “MODE”
WAARSCHUWING
DWA15341
Wijzi g d e rijmo dus niet tij dens het rij den.
Met deze schakelaar kan de rijmodus wor-
den gewisseld tussen de toermodus “T” en
de sportmodus “S”.
De gasgreep moet volledig gesloten zijn bij
het wijzigen van de rijmodus.
De geselecteerde modus wordt getoond in
de rijmodusweergave. (Zie pagina 3-11.)
U kunt de rijmodus ni et wijzigen terwijl de
cruise control in werking is.
UBP9D0D0.book Page 23 Wedne sday, February 8, 2017 8:35 AM
Page 38 of 122

Functies van instrumenten en bed iening selementen
3-24
3
DAU12832
Koppelin gshen del
De koppelingshendel bevindt zich aan de
linkerzijde van het stuur. Trek de hendel
naar het stuur toe om de koppeling te ont-
koppelen. Laat de hendel los om de koppe-
ling te laten aangrijpen. Voor een soepele
werking van de koppeling moet de hendel
snel ingetrokken worden en langzaam wor-
den losgelaten.
De koppelingshendel is voorzien van een
stelwiel voor het instellen van de stand van
de koppelingshendel. Verstel de afstand
tussen de koppelingshendel en de stuur-
greep door het stelwiel te verdraaien terwijl
de hendel van het stuur vandaan wordt ge-
houden. Controleer of het correcte instel-
punt op het stelwiel tegenover het pijlteken
op de koppelingshendel staat.
De koppelingshendel is voorzien van een
sperschakelaar die deel uitmaakt van het
startspersysteem. (Zie pagina 3-42.)
DAU12872
Schakelped aal
Het schakelpedaal bevindt zich aan de lin-
kerzijde van de motor en wordt in combina-
tie met de koppelingshendel gebruikt bij
het schakelen van de versnellingen van de
6-traps constant-mesh versnellingsbak op
deze motorfiets.
1. Koppelingshendel
2. Stelwiel voor afstelpositie koppelingshendel
3. Pijlteken
4. Afstand tussen koppelingshendel en
stuurgreep
1
23
4
1
4
32
1. Schakelpedaal
1
UBP9D0D0.book Page 24 Wedne sday, February 8, 2017 8:35 AM
Page 39 of 122

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-25
3
DAU49518
Remhen del
De remhendel bevindt zich aan de rechter-
zijde van het stuur. Trek de hendel naar de
gasgreep toe om de voorrem te bekrachti-
gen.
Dit model is uitgerust met een gekoppeld
remsysteem.
Wanneer u aan de remhendel trekt, wordt
de voorrem en een gedeelte van de achter-
rem bekrachtigd. Voor maximale remkracht
dient u gelijktijdig zowel de remhendel in te
knijpen als het rempedaal in te drukken.
Het gekoppelde remsysteem wordt gere-
geld door een ECU die het gekoppelde
remsysteem uitschakelt en terugkeert naar
gewoon remmen als er een storing op-
treedt.
OPMERKING
Er kunnen weerstand en trillingen
voelbaar zijn in het rempedaal wan-
neer de voorrem wordt bekrachtigd en
het gekoppelde remsysteem is inge-
schakeld, maar dit duidt niet op een
storing.
Het gekoppelde remsysteem functio-
neert pas wanneer het voertuig in be-
weging komt.
Na het tot stilstand komen door mid-
del van het inknijpen van de remhen-
del, is het gekoppelde remsysteem
nog steeds actief. Verder inknijpen
van de remhendel leidt niet tot een
grotere remkracht van de achterrem,
dus bekrachtig de achterrem als meer
remkracht vereist is (zoals bij parkeren
op een helling).
Het gekoppelde remsysteem wordt
uitgeschakeld nadat de remhendel
wordt losgelaten. Het remsysteem
werkt dan weer als een gewoon rem-
systeem.
Wanneer het voertuig in beweging
komt, wordt het gekoppelde remsy-
steem weer ingeschakeld.
Het gekoppelde remsysteem werkt
niet wanneer alleen het rempedaal
wordt gebruikt of het rempedaal wordt
ingedrukt voordat de remhendel
wordt ingeknepen.
De remhendel is voorzien van een stelwiel
voor de positie van de remhendel. Om de
afstand tussen de remhendel en de gas-
greep af te stellen, wordt het stelwiel ge-
draaid terwijl de hendel van de gasgreep
vandaan wordt gehouden. Controleer of
het correcte instelpunt op het stelwiel te-
genover het “ ” merkteken op de rem-
hendel staat.
1. Remhendel
2. Stelwiel afstelpositie remhendel
3. “ ”-merkteken
4. Afstand tussen remhendel en gasgreep
54
32
1
1
4
32
UBP9D0D0.book Page 25 Wedne sday, February 8, 2017 8:35 AM
Page 40 of 122

Functies van instrumenten en bed iening selementen
3-26
3
DAU49483
Rempe daal
Het rempedaal bevindt zich aan de rechter-
zijde van de motorfiets. Trap op het rempe-
daal om de achterrem te bekrachtigen.
OPMERKING
Er kunnen weerstand en trillingen voelbaar
zijn in het rempedaal wanneer de voorrem
wordt bekrachtigd en het gekoppelde rem-
systeem is ingeschakeld, maar dit duidt
niet op een storing.
DAU73181
ABS
De anti-blokkeervoorziening remsysteem
(ABS) van dit model bestaat uit een dubbel
uitgevoerd elektronisch regelsysteem dat
de voorrem en achterrem onafhankelijk
aanstuurt.
Gebruik de remmen met ABS net zoals
conventionele remmen. Bij activering van
het ABS-systeem kan een pulsatie worden
gevoeld in de remhendel of het rempedaal.
Ga in dat geval door met remmen en laat
het ABS-systeem het werk doen. Ga niet
“pompend” remmen, dit vermindert de re-
meffectiviteit.
WAARSCHUWING
DWA16051
Hou d altij d een veili ge afstan d tot voor-
li ggers, zelfs als uw voertui g is uit gerust
met ABS. Het ABS-systeem functioneert het
effectiefst over lan ge remwe gen.
Op bepaal de oppervlakken, zoals
slechte weg en of grin dweg en, kan
d e remafstan d met het ABS-sy-
steem lan ger zijn dan zon der ABS-
systeem.
Het ABS-systeem wordt bewaakt door een
ECU die het systeem bij een storing laat te-
rugkeren naar conventioneel remmen.
OPMERKING
Het ABS-systeem voert een zelfdiag-
nosetest uit telkens nadat de sleutel
op “ON” is gezet en het voertuig rijdt
met een snelheid van 10 km/h (6 mi/h)
of hoger. Tijdens deze test kunt u een
“klikkend” geluid van de hydraulische
regeleenheid horen en wanneer u de
remhendel of het rempedaal licht be-
dient, kan een trilling in de hendel of
het pedaal voelbaar zijn. Dit duidt niet
op een storing.
Dit ABS-systeem is uitgerust met een
testfunctie waarbij de bestuurder pul-
saties kan voelen in de remhendel of
1. Rempedaal
1
UBP9D0D0.book Page 26 Wedne sday, February 8, 2017 8:35 AM