Page 97 of 114

Periodiek on derhou d en afstellin g
7-34
7
DAU60701
Problemen oplossen
Yamaha voertuigen ondergaan een grondi-
ge inspectie voordat ze vanaf de fabriek op
transport gaan, maar tijdens gebruik kun-
nen toch storingen optreden. Problemen in
de brandstof-, compressie- of ontstekings-
systemen kunnen bijvoorbeeld de oorzaak
zijn van slecht starten of een afname in mo-
torvermogen.
In de volgende storingzoekschema’s is een
snelle en gemakkelijke werkwijze weerge-
geven om deze vitale systemen zelf te kun-
nen controleren. Ga als er reparaties nodig
zijn echter met uw machine naar een
Yamaha dealer, waar vakkundige monteurs aanwezig zijn die beschikken over het ver-
eiste gereedschap, de ervaring en vakken-
nis om de werkzaamheden aan de machine
correct uit te voeren.
Gebruik uitsluitend originele Yamaha ver-
vangingsonderdelen. Niet-originele onder-
delen lijken misschien op Yamaha
onderdelen maar zijn toch vaak van minde-
re kwaliteit en hebben een kortere levens-
duur, zodat dan later mogelijk toch dure
reparaties nodig zijn.
WAARSCHUWING
DWA15142
Rook niet tij dens het controleren van het
b ran dstofsysteem en let erop dat er
g een open vuur of vonken in de om ge-
vin g zijn, inclusief waakvlammen van
g eisers of ovens. Benzine en benzine-
d ampen kunnen vlam vatten of explo de-
ren, met ernsti g letsel of scha de aan
ei gen dommen tot g evolg.
DAU76550Pro blemen oplossen in Smart-sleutelsy-
steem
Controleer de volgende items als het
Smart-sleutelsysteem niet werkt. Is de Smart-sleutel ingeschakeld? (Zie
pagina 3-5.)
Is de batterij van de Smart-sleutel ont-
laden? (Zie pagina 3-6.)
Is de batterij van de Smart-sleutel cor-
rect geplaatst? (Zie pagina 3-6.)
Wordt de Smart-sleutel gebruikt op
een locatie met sterke radiogolven of
andere elektromagnetische ruis? (Zie
pagina 3-1.)
Gebruikt u de Smart-sleutel die bij de
machine is geregistreerd?
Is de voertuigaccu ontladen? Als de
voertuigaccu ontladen is, zal het
Smart-sleutelsysteem niet werken.
Laat de voertuigaccu opladen of ver-
vangen. (Zie pagina 7-28.)
Als het Smart-sleutelsysteem na controle
van de bovenstaande items nog steeds niet
werkt, laat dan een Yamaha dealer het
Smart-sleutelsysteem controleren.
OPMERKING
Zie “Noodmodus” op pagina 7-37 voor in-
formatie over het starten van de motor zon-
der de Smart-sleutel.
UB74D0D0.book Page 34 Tuesday, May 2, 2017 9:19 AM
Page 98 of 114

Periodiek on derhou d en afstelling
7-35
7
DAU68020
Storin gzoekschema’s
Startpro blemen of slechte werkin g van d e motor
1. BrandstofEr is voldoende
brandstof aanwezig.
Er is geen brandstof
aanwezig.
Controleer de accu.
Vul brandstof bij.
De motor draait snel
rond.
De motor draait
langzaam rond.
De motor start niet.
Controleer de accu.
Schoonvegen met een
droge doek. Stel de
elektrodenafstand van
de bougie af of
vervang de bougie.
Controleer de aansluitingen
van de accukabels en
vraag indien nodig een
Yamaha dealer om de accu
te laden.
2. AccuDe accu is in orde.
De motor start niet.
Controleer de
ontsteking.
3. OntstekingNatBedien de startmotor.
Droog
Er is compressie.
Er is geen
compressie.
De motor start niet.
Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.
Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.
De motor start niet.
Controleer de
compressie.Vraag een Yamaha
dealer de machine te
controleren.
Verwijder de bougie
en controleer de
elektroden.
Bedien de startmotor.
Bedien de startmotor.
Controleer het
brandstofniveau in de
brandstoftank.
4. Compressie
UB74D0D0.book Page 35 Tuesday, May 2, 2017 9:19 AM
Page 99 of 114

Periodiek on derhou d en afstellin g
7-36
7
Oververhitte motor
WAARSCHUWING
DWAT1041
Verwij der de ra diatorvul dop niet terwijl d e motor en de koelvloeistofra diator no g
heet zijn. Hete vloeistof en stoom kunnen naar buiten spuiten en zo ernstig e
b ran dwon den veroorzaken. Wacht tot de motor is af gekoel d.
Bren g een dikke doek, bijvoor beel d een han ddoek, aan over de rad iatorvul dop
en draai deze dan lan gzaam linksom te gen de aansla g zo dat de no g aanwezi ge
d ruk kan ontsnappen. Druk d e dop omlaa g zo dra het sis gelui d stopt en d raai
d eze linksom en verwij der de dop.
OPMERKING
Als geen koelvloeistof beschikbaar is, kan tijd elijk leidingwater worden gebruikt, maar dit
moet wel zo snel mogelijk door de voorgeschreven koelvloeistof worden vervangen.
Wacht tot de
motor is afgekoeld.
Controleer het
koelvloeistofniveau in
het reservoir en in de
radiator.Vul koelvloeistof bij.
(Zie OPMERKING.)
Het koelvloeistofniveau
is in orde.
Er is geen lekkage.
Er is lekkage.
Het koelvloeistofniveau
is laag. Controleer het
koelsysteem op
lekkage.
Vraag een Yamaha
dealer het koelsysteem
te controleren en te
repareren.
Start de motor. Vraag een Yamaha dealer het
koelsysteem te controleren en te repareren als de
motor opnieuw oververhit raakt.
UB74D0D0.book Page 36 Tuesday, May 2, 2017 9:19 AM
Page 100 of 114

Periodiek on derhou d en afstelling
7-37
7
DAU76561
Noo dmo dus
Ook wanneer de Smart-sleutel kwijt of be-
schadigd is of als de batterij leeg is, kunt u
het contact inschakelen en de motor star-
ten. U hebt daarvoor het identificatienum-
mer van het Smart-sleutelsysteem nodig.
De machine in noo dmo dus geb ruiken
1. Zet de machine op een veilige plaats stil en zet het contactslot op “OFF”.
2. Druk de knop van het contactslot ge-
durende 5 seconden in totdat het con-
trolelampje van het Smart-
sleutelsysteem één keer knippert en
laat de knop vervolgens los. Herhaal
dit nog twee keer. Het controlelampje
van het Smart-sleutelsysteem gaat
gedurende drie seconden branden
om de overgang naar de noodmodus
aan te geven.
3. Voer nadat het controlelampje van het Smart-sleutelsysteem is uitgegaan het
identificatienummer als volgt in. 4. Het invoeren van het identificatienum-
mer vindt plaats door het aantal knip-
persignalen van het controlelampje
van het Smart-sleutelsysteem te tel-
len.
In het volgende voorbeeld is het iden-
tificatienummer 123456:
Druk de knop in en houd deze inge-
drukt.
↓
Het controlelampje van het Smart-
sleutelsysteem zal gaan knipperen.
↓
Laat de knop los nadat het controle-
lampje van het Smart-sleutelsysteem
één keer heeft geknipperd.
↓
Het eerste cijfer van het identificatie-
nummer is ingesteld als “1”.
↓
Druk de knop nogmaals in en houd
deze ingedrukt.
↓
1. Controlelampje Smart-sleutelsysteem “ ”
1
1. Identificatienummerkaart
2. Smart-sleutel (binnenzijde)
3. Identificatienummer
868588
868588
1
3 2
UB74D0D0.book Page 37 Tuesday, May 2, 2017 9:19 AM
Page 101 of 114

Periodiek on derhou d en afstellin g
7-38
7
Laat de knop los nadat het controle-
lampje van het Smart-sleutelsysteem
twee keer heeft geknipperd.
↓
Het tweede cijfer is ingesteld als “2”.
↓
Herhaal de bovenstaande procedure
totdat alle cijfers van het identificatie-
nummer zijn ingesteld. Het controle-
lampje van het Smart-sleutelsysteem
knippert gedurende 10 seconden als
het juiste identificatienummer is inge-
voerd.
OPMERKING
In de volgende situaties wordt de noodmo-
dus uitgeschakeld en knippert het controle-
lampje van het Smart-sleutelsysteem snel
gedurende 3 seconden. Begin in dat geval
opnieuw vanaf stap 2.
Als de knop gedurende 10 seconden
niet wordt bediend tijdens het invoer-
proces voor het identificatienummer.
Als u het controlelampje van het
Smart-sleutelsysteem negen keer of
meer laat knipperen.
Het identificatienummer is niet correct
ingevoerd.
5. Druk terwijl het controlelampje van het
Smart-sleutelsysteem brandt de knop
nogmaals in om de toegang tot de
noodmodus te voltooien. Het contro-
lelampje van het Smart-sleutelsy-
steem gaat eerst uit en vervolgens
weer gedurende ongeveer 4 secon-
den aan.
6. Zet terwijl het controlelampje van het Smart-sleutelsysteem brandt het con-
tactslot op “ON”. De machine kan nu
normaal worden gebruikt.
UB74D0D0.book Page 38 Tuesday, May 2, 2017 9:19 AM
Page 102 of 114

Onderhou d en stallin g van de scooter
8-1
8
DAU37834
Matkleur, let op
LET OP
DCA15193
Sommi ge mo dellen zijn uit gerust met
matkleuri ge on der delen. Raa dplee g een
Yamaha dealer voor ad vies over wat
voor pro ducten geb ruikt moeten wor den
om het voertui g te reinig en. Het geb ruik
van een b orsteltje, chemische pro duc-
ten of reini gin gsmi ddelen tij dens het rei-
ni gen van d eze onder delen kan het
oppervlak bekrassen of beschad ig en.
Ook was moet niet wor den aan geb racht
op een van de matkleuri ge on der delen.
DAUN1000
On derhou d
De open constructie van een scooter maakt
de fraaie techniek beter zichtbaar, maar de
machine is hierdoor ook meer kwetsbaar.
Er kan roestvorming en corrosie optreden,
ook al zijn hoogwaardige componenten ge-
bruikt. Een roestige uitlaatpijp valt bij een
auto niet zo op, bij een scooter is dit echter
nadelig voor de algehele aanblik. Regelma-
tige en correcte verzorging is niet alleen
vereist volgens de garantiebepalingen,
maar verzekert ook een fraai uiterlijk van de
scooter, verlengt de levensduur en verbe-
tert de prestaties.
Alvorens te reini gen
1. Dek de uitlaatdemperopening af met
een plastic zak nadat de motor is af-
gekoeld.
2. Controleer of alle doppen en afdek-
pluggen en alle elektrische stekkers
en aansluitingen, inclusief de bougie-
doppen, stevig zijn bevestigd.
3. Verwijder hardnekkige vervuiling, zo- als verbrande olie op het carter, met
een ontvetter en een borstel, maar ge-
bruik dergelijke producten nooit op af-
dichtingen, pakkingen en wielassen.
Spoel vuil en ontvetter altijd af met
water.
Reini gen
LET OP
DCA10784
Vermij d het g eb ruik van sterke en
b ijten de wielreini gin gsmi ddelen,
vooral bij spaakwielen. Als der gelij-
ke pro ducten toch wor den geb ruikt
om har dnekki g vuil los te maken,
laat het reini gin gsmi ddel dan niet
lan ger inwerken dan is vermel d in
d e geb ruiksinstructies. Spoel ver-
vol gens gron dig na met water, laat
d irect dro gen en bren g d aarna een
corrosieweren de spray aan.
UB74D0D0.book Page 1 Tuesday, May 2, 2017 9:19 AM
Page 103 of 114

Onderhou d en stallin g van de scooter
8-2
8
Bij verkeer d reini gen kunnen kunst-
stof delen (zoals stroomlijnpanelen,
framepanelen, kuipruiten, kop-
lamplenzen, lenzen van de instru-
mentenverlichtin g enz.) en de
uitlaat dempers beschad igd raken.
Ge bruik alleen een zachte, schone
d oek of een spons met water om
kunststof delen te reini gen. Als d e
kunststof delen met water niet af-
d oen de kunnen wor den gereini gd,
kan een mil d reini gin gsmi ddel met
water wor den geb ruikt. Spoel reini-
g in gsmi ddelresten zor gvul dig af
met grote hoeveelhe den water,
aan gezien ze d e kunststof delen
kunnen bescha dig en.
Gebruik geen
bijten de chemische
reini gin gsmi ddelen op kunststof
d elen. Vermij d het geb ruik van d oe-
ken of sponzen die in contact zijn
g eweest met bijten de of schuren de
reini gin gsmi ddelen, oplosmi ddelen
of thinner, bran dstof ( benzine),
roestverwij derin gsmi ddelen of cor-
rosieremmers, remvloeistof, anti-
vries of elektrolyt.
Gebruik geen ho ged rukreini gers of
stoomreini gers, omd at dan op d e
vol gen de plaatsen water kan door-
d rin gen en zo scha de kan ontstaan:
af dichtin gen (van wiel- en achter-
b ru gla ger
s, voorvork en remmen),
elektrische componenten (ka bel-
stekkers, messtekkers, instrumen-
ten, schakelaars en verlichtin g),
b eluchtin gs- en ontluchtin gsslan-
g en.
Bij scooters met een kuipruit: Ge-
bruik geen bijten de reini gin gsmi d-
d elen of har de sponzen, deze
veroorzaken dofhei d en laten kras-
jes achter. Sommi ge reini gin gsmi d-
d elen voor kunststof laten
eveneens krasjes achter op de
kuipruit. Test het prod uct op eenklein, niet-zicht
baar ged eelte van
d e kuipruit om zeker te zijn dat
g een sporen achter blijven op d e
kuipruit. Als de kuipruit krasjes ver-
toont, bren g d an na wassen een
hoo gwaar dig e polish voor g eb ruik
op kunststof aan.
Na normaal gebruik
Verwijder vuil met warm water, een mild rei-
nigingsmiddel en een zachte, schone
spons en spoel dan grondig met schoon
water. Gebruik een tandenborstel of fles-
senborstel voor moeilijk bereikbare plek-
ken. Hardnekkig vastzittend vuil en
insectenresten laten gemakkelijker los als
de bewuste plek alvorens te reinigen een
paar minuten met een vochtige doek wordt
bedekt.
Na rijden in regen, aan de kust of op bepe-
kelde wegen
Zeelucht en wegenzout waarmee wegen in
de winter worden bestrooid hebben in
combinatie met water een zeer corrosieve
werking; handel daarom als volgt na een rit
in een regenbui, nabij de kust of op bepe-
kelde wegen.
OPMERKING
In de winter gestrooid wegenzout kan nog
tot in de lente aanwezig blijven.
1. Reinig de scooter met koud water en zachte zeep nadat de motor is afge-
koeld. LET OP: Gebruik geen warm
water, dit versnelt de corrosieve
werkin g van het zout.
[DCA10792]
2. Breng met een spuitbus een corrosie-
werend middel aan op alle metalen
delen, ook op verchroomde en vernik-
kelde componenten, om zo corrosie
te voorkomen.
UB74D0D0.book Page 2 Tuesday, May 2, 2017 9:19 AM
Page 104 of 114

Onderhou d en stallin g van de scooter
8-3
8
De kuipruit reinigen
Vermijd alkalische of zuurhoudende reini-
gingsmiddelen, benzine, remvloeistof of
enig ander oplosmiddel. Reinig het wind-
scherm met een doek of spons die is be-
vochtigd met een neut raal reinigingsmiddel
en was het vervolgens grondig af met wa-
ter. Gebruik voor extra reiniging Yamaha
reinigingsmiddel voor windschermen of
een ander hoogwaardig reinigingsproduct.
Sommige kunststofreinigers kunnen kras-
sen achterlaten op het windscherm. Test
dergelijke producten eerst op een deel van
het windscherm dat uw zicht niet beïn-
vloedt.
Na reini gin g
1. Droog de scooter met een zeemleren
lap of een vochtabsorberende doek.
2. Gebruik een chroompolish om ver- chroomde, aluminium en roestvrijsta-
len delen te doen glanzen, ook het
uitlaatsysteem. (Zelfs thermische ver-
kleuringen op roestvrijstalen uitlaatsy-
stemen kunnen door oppoetsen
worden verwijderd.)
3. Het is aan te bevelen om met een
spuitbus een corrosiewerend middel
aan te brengen op alle metalen delen,
ook op verchroomde en vernikkelde
componenten, om zo corrosie te voor-
komen.
4. Gebruik oliespray als universeel
schoonmaakmiddel om nog achter-
gebleven vuil te verwijderen.
5. Werk kleine lakbeschadigingen door
steenslag e.d. bij.
6. Zet alle gelakte oppervlakken in de was.
7. Laat de scooter volledig drogen alvo- rens te stallen of af te dekken.
WAARSCHUWING
DWA10943
Verontreini gin g van d e remmen of ban-
d en kan lei den tot verlies van de controle
over de machine.
Controleer of er g een olie of was op
d e remmen of ban den zit. Reini g d e
remschijven en remvoerin gen in-
d ien no dig met een normale rem-
schijfreinig er of aceton en spoel de
b an den schoon met lauw water en
een mil d reini gin gsmi ddel.
Test voor u de scooter in geb ruik
neemt eerst d e remwerking en het
we gge dra g in b ochten.
LET OP
DCAU0022
Bren g een gerin ge hoeveelhei d
oliespray en was aan en verwij der
overtolli ge hoeveelhe den.
Bren g nooit olie of was aan op ru b-
b er on der delen, kunststof on der de-
len of lenzen van koplamp,
achterlicht en meter, maar behan-
d el deze met een daartoe bestem d
verzor gin gsmi ddel.
Vermij d het g eb ruik van schuren de
poetsmi ddelen, deze tasten de lak
aan.
OPMERKING
Vraag een Yamaha dealer om advies
over de te gebruiken producten.
Door wassen, regenachtig weer of een
vochtig klimaat kan de koplamplens
beslagen raken. Inschakelen van de
koplamp gedurende een korte periode
zal helpen bij de verwijdering van het
vocht.
UB74D0D0.book Page 3 Tuesday, May 2, 2017 9:19 AM