Page 49 of 114

Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-34
1
234
5
6
7
8
9
10
11
12
DAU57940
Schokdemperunit afstellenDeze schokdemperunit is voorzien van een
stelring voor veervoorspanning en een stel-
schroef voor uitgaande demping.LET OP
DCA10102
Probeer nooit voorbij de maximum- of
minimuminstellingen te draaien om
schade aan het mechanisme te voorko-men.
Veervoorspanning
Draai om de veervoorspanning te verhogen
en zo de vering stugger te maken de stel-
ring in de richting (a). Draai om de veervoor-
spanning te verlagen en zo de vering
zachter te maken de stelring in de richting
(b).
Zet de gewenste inkeping in de stel-
ring tegenover de positie-indicator op
de schokdemper.
Verricht de afstelling met de speciale
sleutel met het verlengstuk in de
boordgereedschapsset. Uitgaande demping
Draai om de uitgaande demping te verho-
gen en zo de vering stugger te maken de
stelschroef in de richting (a). Draai om de
uitgaande demping te verlagen en zo de ve-
ring zachter te maken de stelschroef in de
richting (b).
1. Stelring veervoorspanning
2. Speciale sleutel
3. Verlengstuk
4. Positie-indicatorAfstelling veervoorspanning:
Minimum (zacht):1
Standaard: 4
Maximum (hard): 7
7654321
1(b) (a)
4
2
3
1. Stelschroef uitgaande dempingAfstelling uitgaande demping:
Minimum (zacht):3 slag(en) in de richting (b)*
Standaard: 1 1/2 slag(en) in de richting (b)*
Maximum (hard):
Stelschroef volledig gedraaid in de
richting (a)
* Met de stelschroef volledig gedraaid
in de richting (a)
1 (a)(b)
U2PPD3D0.book 34 ページ 2016年9月21日 水曜日 午後2時41分
Page 50 of 114

Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-35
1
23
4
5
6
7
8
9
10
11
12
OPMERKINGVoor een nauwkeurige afstelling is het raad-
zaam om het aantal slagen te controleren
waarmee het afstelmechanisme van de
demping kan worden gedraaid. Het kan
voorkomen dat dit afstelbereik vanwege
kleine productieverschillen niet exact over-eenkomt met de opgegeven specificaties.
WAARSCHUWING
DWA10222
Deze schokdemperunit is gevuld met
stikstofgas onder hoge druk. Lees de
onderstaande informatie zorgvuldig
door alvorens werkzaamheden uit te
voeren aan de schokdemperunit.
Probeer de gascilinder niet te ope-
nen en blijf er verder vanaf.
Stel de schokdemperunit niet bloot
aan open vuur of een andere hitte-
bron. Hierdoor kan de gasdruk zo
hoog oplopen dat de unit explo-
deert.
Voorkom vervorming of beschadi-
ging van de cilinder. Schade aan de
cilinder zal resulteren in slechte
dempingsprestaties.
Werp een beschadigde of versleten
schokdemperunit niet zelf weg.
Breng de schokdemperunit voor elk
onderhoud naar een Yamaha-dea-
ler.
DAU63080
BagagebandhoudersDe machine is voorzien van tien bagage-
bandhouders, acht onder het duozadel en
één op elke passagiersvoetsteun.1. Bagageriembevestiging
1
1
1
U2PPD3D0.book 35 ページ 2016年9月21日 水曜日 午後2時41分
Page 51 of 114

Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-36
1
234
5
6
7
8
9
10
11
12
DAU15306
ZijstandaardDe zijstandaard bevindt zich aan de linker-
zijde van het frame. Trek of druk de zijstan-
daard met uw voet omhoog of omlaag
terwijl u de machine rechtop houdt.OPMERKINGDe ingebouwde sperschakelaar voor de zij-
standaard maakt deel uit van het startsper-
systeem, dat in bepaalde situaties de
werking van het ontstekingssysteem blok-
keert. (Zie de volgende paragraaf voor eenuitleg over het st artspersysteem.)
WAARSCHUWING
DWA10242
Met de machine mag nooit worden gere-
den terwijl de zijstandaard omlaag staat
of niet behoorlijk kan worden opgetrok-
ken (of niet omhoog blijft), anders kan de
zijstandaard de grond raken en zo de be-
stuurder afleiden, waardoor de machine
mogelijk onbestuurbaar wordt. Het
Yamaha startspersysteem is ontworpen
om de bestuurder te helpen bij zijn ver-
antwoordelijkheid de zijstandaard op te
trekken alvorens weg te rijden. Contro-
leer dit systeem daarom regelmatig en
laat het repareren door een Yamaha dea-ler als de werking niet naar behoren is.
DAU54491
StartspersysteemHet startspersysteem (waarvan de zijstan-
daardschakelaar, de koppelingshen-
delschakelaar en de vrijstandschakelaar
deel uitmaken) heeft de volgende functies.
Het verhindert starten wanneer de ver-
snellingsbak in een versnelling is ge-
schakeld en de zijstandaard is
opgeklapt, terwijl de koppelingshendel
niet is ingetrokken.
Het verhindert starten wanneer de ver-
snellingsbak in een versnelling is ge-
schakeld en de koppelingshendel is
ingetrokken, terwijl de zijstandaard
nog omlaag staat.
Het schakelt een draaiende motor uit
wanneer de versnellingsbak in een
versnelling staat en de zijstandaard
omlaag wordt bewogen.
Controleer de werking van het startspersy-
steem regelmatig volgens de onderstaande
procedure.
U2PPD3D0.book 36 ページ 2016年9月21日 水曜日 午後2時41分
Page 52 of 114

Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-37
1
23
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Met de motor uit:
1. Beweeg de zijstandaard omlaag.
2. De startschakelaar/noodstopschakelaar moet op “ ” staan.3. Draai de sleutel naar aan.
4. Schakel de versnellingsbak in de vrijstand.
5. Druk op de “ ”-zijde van de startschakelaar/noodstopschakelaar.Start de motor?
Met de motor nog aan:
6. Beweeg de zijstandaard omhoog.
7. Knijp de koppelingshendel in en houd deze vast.
8. Schakel de versnellingsbak in een versnellingsstand.
9. Beweeg de zijstandaard omlaag.
Slaat de motor af?
Als de motor is afgeslagen:
10. Beweeg de zijstandaard omhoog.
11. Knijp de koppelingshendel in en houd deze vast.
12.
Druk op de “ ”-zijde van de startschakelaar/noodstopschakelaar.
Start de motor?
Het systeem is in orde. De motorfiets mag worden gebruikt. De vrijstandschakelaar werkt mogelijk niet goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
De zijstandaardschakelaar werkt mogelijk niet
goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
De koppelingsschakelaar werkt mogelijk niet
goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
JA NEE JA NEE JA NEE
●
Bij deze inspectie moet de machine op de
middenbok worden gezet.
●
Als zich een storing voordoet, vraag dan
alvorens te gaan rijden een Yamaha dealer
het systeem te controleren.WAARSCHUWING
U2PPD3D0.book 37 ページ 2016年9月21日 水曜日 午後2時41分
Page 53 of 114

Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-38
1
234
5
6
7
8
9
10
11
12
DAU49453
Gelijkstroom aansluitcontact
voor accessoires
WAARSCHUWING
DWA14361
Om een elektrische schok of kortsluiting
te voorkomen, dient u te controleren of
de dop op het gelijkstroom aansluitcon-
tact is aangebracht als het contact nietwordt gebruikt.LET OP
DCA15432
Het accessoire dat is aangesloten op het
gelijkstroom aansluitcontact voor ac-
cessoires mag niet worden gebruikt ter-
wijl de motor uit staat en de belasting
mag niet meer bedragen dan 24 W (2A),
anders kan de zekering doorbranden ofde accu ontladen raken.
Dit voertuig is uitgerust met een gelijk-
stroom aansluitcontac t voor accessoires.
Een 12V-accessoire dat is aangesloten op
dit gelijkstroom aansluitcontact voor acces-
soires, kan worden gebruikt wanneer de
sleutel in de stand “ON” staat, maar mag al-
leen worden gebruikt wanneer de motor
draait. Gebruiken van het gelijkstroom aan-
sluitcontact voor accessoires
1. Draai de sleutel naar “OFF”.
2. Verwijder het deksel van het aansluit- contact.
3. Zet het accessoire uit.
4. Plaats de stekker van het accessoire in het aansluitcontact. 5. Draai de sleutel naar “ON” en start de
motor. (Zie pagina 5-1.)
6. Zet het accessoire aan.
1. Dop gelijkstroom aansluitcontact
1
1. Gelijkstroom aansluitcontact voor accessoires
1
U2PPD3D0.book 38 ページ 2016年9月21日 水曜日 午後2時41分
Page 54 of 114
Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-39
1
23
4
5
6
7
8
9
10
11
12
DAU70641
Gelijkstroom kabelstekker voor
accessoiresDit voertuig is uitgerust met een gelijk-
stroom kabelstekker voor accessoires.
Raadpleeg uw Yamaha dealer voordat u
accessoires monteert.U2PPD3D0.book 39 ページ 2016年9月21日 水曜日 午後2時41分
Page 55 of 114

4-1
1
2
345
6
7
8
9
10
11
12
Voor uw veiligheid – controles voor het rijden
DAU15599
Inspecteer uw machine voor elk gebruik om te waarborgen dat deze in een veilige werkende staat is. Volg altijd de schema’s en p rocedures
voor inspectie en onderhoud in de gebruikershandleiding.
WAARSCHUWING
DWA11152
Onvoldoende inspectie of onderhoud van de machine vergroot het risico op ongeval of schade. Rijd niet met de machine als u
een probleem hebt gevonden. Als een probleem niet kan worden opgelost via de procedures in deze handleiding, laat de machi-ne dan nazien door een Yamaha dealer.
Controleer voor het gebruik van deze machine de volgende punten:
ITEM CONTROLES PAGINA
Brandstof Controleer het brandstofniveau in de brandstoftank.
Vul indien nodig brandstof bij.
Controleer de brandstofleiding op lekkage.
Controleer de tankbeluchtingsslang en overloopslang op obstakels, scheuren of
beschadiging en controleer de slangaansluitingen. 3-24, 3-26
Motorolie Controleer het olieniveau in de motor.
Vul indien nodig het aanbevolen type olie bij tot aan het voorgeschreven niveau.
Controleer de machine op olielekkage. 6-11
Koelvloeistof Controleer het koelvloeistofniveau in het reservoir.
Vul indien nodig de aanbevolen koelvloei
stof bij tot aan het voorgeschreven
niveau.
Controleer het koelsysteem op lekkage. 6-14
Voorrem Controleer de werking.
Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het
hydraulisch systeem te ontluchten.
Controleer de remblokken op slijtage.
Vervang indien nodig.
Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
Vul indien nodig het voorgeschreven type remvloeistof bij tot aan het voorgeschreven niveau.
Controleer het hydraulis ch systeem op lekkage. 6-22, 6-23
U2PPD3D0.book 1 ページ 2016年9月21日 水曜日 午後2時41分
Page 56 of 114

Voor uw veiligheid – controles voor het rijden
4-2
1
2
34
5
6
7
8
9
10
11
12
Achterrem Controleer de werking.
Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het
hydraulisch systeem te ontluchten.
Controleer de remblokken op slijtage.
Vervang indien nodig.
Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
Vul indien nodig het voorgeschreven type remvloeistof bij tot aan het voorgeschreven niveau.
Controleer het hydraulis ch systeem op lekkage. 6-22, 6-23
Koppeling Controleer de werking.
Smeer indien nodig de kabel.
Controleer de vrije slag van de koppelingshendel.
Stel indien nodig bij. 6-21
Gasgreep Controleer of de werking soepel is.
Controleer de vrije slag van de gasgreep.
Vraag indien nodig de Yamaha dealer om de vrije slag van de gasgreep af te
stellen en de kabel en het kabelhuis te smeren. 6-17, 6-27
Bedieningskabels Controleer of de werking soepel is.
Smeer indien nodig. 6-27
Aandrijfketting Controleer of de ketting correct is aangespannen.
Stel indien nodig bij.
Controleer de conditie van de ketting.
Smeer indien nodig. 6-25, 6-26
Wielen en banden Controleer op schade.
Controleer de conditie van de band en de profieldiepte.
Controleer de bandspanning.
Corrigeer indien nodig. 6-18, 6-20
Rem- en schakelpedalen Controleer of de werking soepel is.
Smeer indien nodig de pedaalscharnierpunten. 6-27
Rem- en koppelingshendels Controleer of de werking soepel is.
Smeer indien nodig de hendelscharnierpunten. 6-28
Middenbok, zijstandaard Controleer of de werking soepel is.
Smeer indien nodig de scharnierpunten. 6-29
ITEM CONTROLES PAGINA
U2PPD3D0.book 2 ページ 2016年9月21日 水曜日 午後2時41分