2574-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
4
Rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E
Gelijktijdig inschakelen ruiten-
sproeiers en ruitenwissers
De ruitenwissers maken automa-
tisch een aantal wisbewegingen
nadat de sproeier in werking
treedt.
Auto's met koplampsproeiers: Als
de koplampen aan zijn en u de
hendel naar u toe getrokken houdt,
werken de koplampsproeiers één
keer. Daarna werken de koplamp-
sproeiers elke vijfde keer dat u de
hendel naar u toe trekt.
■De ruitenwissers en ruitensproe iers kunnen worden bediend als
Het contact AAN staat.
■ Effecten van de rijsnelheid op de ruitenwisserwerking
Ook voor de andere standen zal, net als voor de stand AUTO, de tijd tot de
enkele slag om de laatste druppels te verwijderen na het gebruik van de rui-
tensproeier veranderen afhankelijk van de rijsnelheid.
■ Regensensor
●Als de ruitenwisserschakelaar in de stand AUTO wordt gezet terwijl het con-
tact AAN is, maken de ruitenwissers één wisbeweging om aan te geven dat
de stand AUTO is ingeschakeld.
● Als de temperatuur van de regensensor 90 °C of hoger is, of -15 °C of lager
is, werkt de automatische functie mogelijk niet. Zet de ruitenw isserschake-
laar in dat geval in een andere stand dan AUTO.
■ Als er geen ruitensproeiervloeist of op de voorruit terechtkomt
Controleer of er ruitensproeiervloeistof in het reservoir aanwe zig is en contro-
leer als dat het geval is of de sproeierkoppen niet verstopt zi jn.
7
●De regensensor registreert de hoeveel-
heid neerslag.
De auto is voorzien van een optische
sensor. Deze werkt mogelijk niet goed
als zonlicht van de opkomende of
ondergaande zon af en toe op de voor-
ruit valt of als er insecten o.i.d. op de
voorruit zitten.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E.b ook Page 257 Friday, September 9, 2016 12:21 PM
2584-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E
WAARSCHUWING
■Waarschuwing met betrekking tot h et gebruik van ruitensproeiervloei-
stof
Gebruik bij koud weer de ruitensproeiervloeistof pas wanneer de voorruit
warm is. De vloeistof kan anders op de voorruit bevriezen en zo het zicht
belemmeren. Dit kan leiden tot een ongeval waarbij ernstig lets el kan ont-
staan.
■ Waarschuwing met betrekking tot h et gebruik van de ruitenwissers in
de AUTO-modus
De ruitenwissers voor kunnen onverwacht in werking treden als d e sensor
wordt aangeraakt of als de voorruit aan trillingen wordt blootg esteld terwijl
de ruitenwissers in de stand AUTO staan. Let erop dat u zich niet kunt
bezeren als de ruitenwissers in werking treden.
OPMERKING
■ Als de voorruit droog is
Gebruik de ruitenwissers niet als de voorruit droog is omdat hierdoor de
voorruit beschadigd kan worden.
■ Als er geen ruitensproeiervloeistof uit de sproeierkoppen komt
Als u de hendel gedurende langere tijd naar u toe getrokken hou dt, kan de
sproeierpomp beschadigd raken.
■ Wanneer een sproeier verstopt raakt
Neem in dit geval contact op met een erkende Toyota-dealer of h ersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitger uste des-
kundige.
Probeer als een sproeierkop verstopt is geraakt deze niet schoon te maken
met een naald of iets dergelijks. Hierdoor kan de sproeierkop beschadigd
raken.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E.b ook Page 258 Friday, September 9, 2016 12:21 PM
2694-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E
Twee soorten sensoren, die zich achter de grille en de voorruit bevin-
den, signaleren informatie die nodig is voor de werking van de onder-
steunende systemen.
Radarsensor
Camerasensor
Sensoren
1
2
WAARSCHUWING
■Voorkomen van storingen in de radarsensor
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Als u dat niet doet, werkt de radarsensor mogelijk niet goed, hetgeen kan
leiden tot een ongeval waarbij ernstig letsel kan ontstaan.
● Houd de radarsensor en het grille-embleem te allen tijde schoon .
Radarsensor
Grille-embleem
Reinig de voorzijde van de radarsensor
of de voor- of achterzijde van het grille-
embleem als ze vuil zijn of als er water-
druppels, sneeuw, enz. op zit(ten).
Reinig de radarsensor en het grille-
embleem met een zachte doek zodat
er geen krassen of beschadigingen
ontstaan.1
2
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E.b ook Page 269 Friday, September 9, 2016 12:21 PM
2704-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E
WAARSCHUWING
●Bevestig geen accessoires, (doorzichtige) stickers of andere zaken op de
radarsensor, het grille-embleem of het omliggende gebied.
● Stel de radarsensor en de omgeving van de sensor niet bloot aan krach-
tige schokken.
Laat de auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of herstel ler/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige als de radarsensor, de grille of de voorbumper is blootgesteld aan
krachtige schokken.
● Haal de radarsensor niet uit elkaar.
● Breng geen verf aan en breng geen wijzigingen aan op de radarse nsor,
het grille-embleem of het omliggende gebied.
● Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/rep arateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun dige als
de radarsensor, de grille of de voorbumper moet worden verwijde rd en
geplaatst of vervangen.
■ Voorkomen van storinge n in de camerasensor
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Als u dat niet doet, werkt de camerasensor mogelijk niet goed, hetgeen kan
leiden tot een ongeval waarbij ernstig letsel kan ontstaan.
● Houd de voorruit te allen tijde schoon.
• Reinig de voorruit als deze vuil is of als er een dun olielaag je, water-
druppels, sneeuw, enz. op zit(ten).
• Als er een ruitencoating op de voorruit is aangebracht, moeten water-
druppels e.d. nog steeds met de ruitenwissers voor worden verwi jderd
van het gedeelte van de voorruit vóór de camerasensor.
• Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/re para-
teur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste d eskun-
dige als de binnenzijde van de voorruit waar de camerasensor is
geplaatst vuil is.
● Bevestig geen antenne, (doorzichtige)
stickers of andere zaken op het
gedeelte van de voorruit vóór de came-
rasensor (het gemarkeerde gebied in
de afbeelding).
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E.b ook Page 270 Friday, September 9, 2016 12:21 PM
2714-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E
WAARSCHUWING
●Als het gedeelte van de voorruit vóór de camerasensor is beslag en of
wanneer er condens of ijs op de voorruit zit, gebruik dan de voorruitver-
warming om de condens van de voorruit te verwijderen of de voorruit te
ontdooien. ( →Blz. 481)
● Vervang het ruitenwisserrubber of het ruitenwisserblad als waterdruppels
niet goed kunnen worden verwijderd van het gedeelte van de voor ruit vóór
de camerasensor met de ruitenwissers voor.
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/rep arateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun dige
indien de ruitenwisserrubbers of ruitenwisserbladen moeten word en ver-
vangen.
● Plak geen ruitfolie op de voorruit.
● Vervang de voorruit als deze beschadigd is of als er een barst in zit.
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/rep arateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun dige
indien de voorruit moet worden vervangen.
● Zorg ervoor dat de camerasensor niet nat wordt.
● Zorg ervoor dat er geen fel licht op de camerasensor schijnt.
● Zorg ervoor dat de camerasensor niet vuil wordt of beschadigd r aakt.
Zorg er bij het reinigen van de binnenzijde van de voorruit voo r dat er geen
glasreiniger op de lens terechtkomt. Raak de lens ook niet aan.
Neem, als de lens vuil of beschadigd is, contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behor en gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
● Stel de camerasensor niet bloot aan sterke schokken.
● Wijzig de montagepositie of -richting van de camerasensor niet en verwij-
der de sensor niet.
● Neem de camerasensor niet uit elkaar.
● Plaats geen elektronische apparaten of apparaten die sterke ele ktrische
golfsignalen versturen in de buurt van de camerasensor.
● Wijzig geen onderdelen van de auto rond de camerasensor (binnen spie-
gel, enz.) of het dak.
● Bevestig geen accessoires die de camerasensor mogelijk hinderen op de
motorkap, de grille of de voorbumper. Neem voor meer informatie contact
op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of ee n andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
● Zorg er als een surfplank of een ander lang voorwerp op het dak moet
worden geplaatst voor dat deze de camerasensor niet hindert.
● Breng geen wijzigingen aan de koplampen of andere lichten aan.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E.b ook Page 271 Friday, September 9, 2016 12:21 PM
2744-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E
PCS (Pre-Crash Safety-systeem)*
∗: Indien aanwezig
Het Pre-Crash Safety-systeem maakt gebruik van een radarsen-
sor en een camerasensor om voertuigen en voetgangers
* voor
uw auto te signaleren. Wanneer het systeem oordeelt dat een
aanrijding aan de voorzijde met een voertuig of een voetganger
waarschijnlijk is, wordt een waarschuwing geactiveerd om de
bestuurder aan te sporen om uit te wijken en wordt de potentiële
remdruk verhoogd om de bestuurder te helpen een aanrijding te
voorkomen. Wanneer het systeem oordeelt dat een aanrijding
aan de voorzijde met een voertuig of een voetganger zeer waar-
schijnlijk is, worden de remmen automatisch bekrachtigd om te
helpen een aanrijding te voorko men of om de impact van een
aanrijding te hel pen verminderen.
Het Pre-Crash Safety-systeem kan worden in-/uitgeschakeld en he t
waarschuwingstijdstip k an worden gewijzigd. (→Blz. 278)
*: Afhankelijk van de regio waarin de auto is verkocht, is de voe tganger-
detectiefunctie mogelijk niet beschikbaar. Neem voor meer infor matie
contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparate ur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E.b ook Page 274 Friday, September 9, 2016 12:21 PM
2774-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E
WAARSCHUWING
■Wanneer moet het Pre-Crash Saf ety-systeem uitgeschakeld worden
Schakel in de volgende situaties het systeem uit, omdat het mog elijk niet
juist werkt, hetgeen kan leiden tot een ongeval waarbij ernstig letsel kan
ontstaan:
● Als de auto wordt gesleept
● Als uw auto een andere auto sleept
● Bij het vervoeren van de auto op een vrachtwagen, boot, trein o f vergelijk-
baar transportmiddel
● Wanneer de auto wordt opgetakeld terwijl het hybridesysteem in werking
is en de wielen vrij kunnen draaien
● Tijdens controle van de auto met een rollentestbank, zoals een vermo-
gensbank of snelheidsmetertester, of bij gebruik van een wielst abilisator
● Als de voorbumper of grille wordt blootgesteld aan krachtige schokken ten
gevolge van een ongeval o.i.d.
● Als niet op een stabiele wijze kan worden gereden met de auto, bijvoor-
beeld als hij betrokken is geweest bij een ongeval of als er storingen zijn
● Als met een sportieve rijstijl of in het terrein wordt gereden
● Als de banden niet op de juiste spanning zijn
● Als de banden erg versleten zijn
● Als er een andere maat banden dan voorgeschreven is gemonteerd
● Als er sneeuwkettingen worden gebruikt
● Als er een compact reservewiel of een bandenreparatieset wordt gebruikt
● Als er tijdelijk uitrusting (sneeuwploeg, enz.) die de radarsen sor of de
camerasensor kan hinderen op de auto is geplaatst
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E.b ook Page 277 Friday, September 9, 2016 12:21 PM
2854-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E■
Situaties waarin het systeem mogelijk niet goed werkt
● In sommige situaties, zoals onderstaande, wordt een voertuig mogelijk niet
gesignaleerd door de radarsensor en de camerasensor, waardoor h et sys-
teem niet goed werkt:
• Als een tegenligger uw auto nadert
• Als een voorligger een voertuig op twee wielen betreft
• Als u de zijkant of voorzijde van een auto nadert
• Als een voorligger een smalle achterzijde heeft, zoals een onb eladen
vrachtwagen
• Als een voorligger lading vervoert die voorbij de achterbumper uitsteekt
• Als een voorligger ongelijkmatige vormen heeft, zoals een trac tor of een
zijspan
• Als de zon of ander licht rechtstreeks op een voorligger schij nt
• Als uw auto plotseling wordt gesneden of als een auto opeens vanachter
een andere auto opduikt
• Als de voorligger een abrupte beweging maakt (zoals plotseling uitwijken,
accelereren of decelereren)
• Wanneer u plotseling achter een voorligger invoegt • Als een voorligger een lage achter- zijde heeft, zoals een dieplader
• Als een voorligger een extreem grote bodemvrijheid heeft
• Als een voorligger zich niet direct voor uw auto bevindt
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E.b ook Page 285 Friday, September 9, 2016 12:21 PM