
1131-4. Antidiefstalsysteem
1
Veiligheid en beveiliging
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E
OPMERKING
■Ervoor zorgen dat de i nbraaksensor goed werkt
● Als  u  andere  accessoires  installeert  dan  originele  Toyota-onderdelen  of
wanneer u  voorwerpen  achterlaat tussen  de  bestuurdersstoel  en  d e  stoel
van de voorpassagier, werkt de inbraaksensor mogelijk minder go ed.
●Raak de sensoren niet aan en bedek ze
ook niet, omdat hierdoor de werking van
de  sensoren  in  negatieve  zin  beïnvloed
kan worden.
● Spuit  geen  luchtverfrisser  of  andere
producten rechtstreeks in de openingen
van de sensoren.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E.b ook  Page 113  Friday, September 9, 2016  12:21 PM 

1202. Instrumentenpaneel
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E
*1: Deze  lampjes  gaan  branden  als  het  contact  AAN  wordt  gezet  om  aan  te
geven dat er een systeemcontrole wordt uitgevoerd. Ze gaan uit  nadat het
hybridesysteem is ingeschakeld of na enkele seconden. Er kan ee n storing
in een systeem aanwezig zijn als een lampje niet gaat branden o f niet uit-
gaat.  Laat  de  auto  nakijken  door  een  erkende  Toyota-dealer  of  h ersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
Controlelampje Toyota Parking Assist-sensor 
(indien aanwezig) Blz. 352
Controlelampje S-IPA (indien aanwezig) Blz. 365
*1Controlelampje BSM (indien aanwezig) Blz. 335
*2BSM-indicator in de buitenspiegels 
(indien aanwezig)Blz. 335
Controlelampje RCTA (indien aanwezig) Blz. 335
Controlelampje antidiefstalsysteem (in het cen-
trale paneel) Blz. 99, 
106
*1, 3Controlelampje Traction Control Blz. 404
*1Controlelampje VSC OFFBlz. 405
*1, 4Waarschuwingslampje PCS (indien aanwezig) Blz. 278
*1Controlelampje PASSENGER AIRBAG (in het 
centrale paneel) (indien aanwezig) Blz. 57
ControlelampjesBlad-
zijde
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E.b ook  Page 120  Friday, September 9, 2016  12:21 PM 

1332. Instrumentenpaneel
2
Instrumentenpaneel
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E
● BSM (Blind Spot Monitor) ( →Blz. 335)*1
Hiermee kunt u de volg ende zaken instellen. 
• BSM-functie aan/uit
• RCTA aan/uit
*
*
: De  RCTA  kan  uitsluitend  worden  in-/uitgeschakeld  als  de  BSM-fu nctie
is ingeschakeld.
●  Toyota Parking Assist-sensor ( →Blz. 351)*1
Hiermee  kan  de  Toyota  Parking  As sist-sensor  worden  in-  of  uitge-
schakeld.
●  RSA (Road Sign Assist) ( →Blz. 301)
*1
Hiermee kunt u de RSA (Ro ad Sign Assist) instellen.
● Rijmodus selecteren ( →Blz. 328)
●  Verlichting instrumentenpaneel
Hiermee kunt u de helderheid v an de verlichting van het instrum en-
tenpaneel wijzigen.
● Voertuiginstellingen
Selecteer het menu om de vol gende zaken in te stellen.
•  Instellen RSA (Road Sign Assist) ( →Blz. 306)
*1
Hiermee kunt u de RSA (Ro ad Sign Assist) instellen.
•  Instellen bandenspanni ngswaarschuwingssysteem 
( → Blz. 544)
Hiermee kan het bandenspanningswaarschuwingssysteem worden
geïnitialiseerd.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E.b ook  Page 133  Friday, September 9, 2016  12:21 PM 

149
3
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Bediening van elk onderdeel
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E
Por tieren
◆Instapfunctie  (auto's  met  Smart  entry-systeem,  startknop  en
instapfunctie)
Zorg dat u de elektronische sleu tel bij u hebt om deze functie in te
kunnen schakelen.
Pak de voorportiergreep vast
om  alle  portieren  te  ontgren-
delen.
*
Zorg ervoor dat u de sensor aan
de  achterzijde  van  de  portier-
greep aanraakt.
De  portieren  kunnen  gedurende
3 seconden na het vergrendelen
niet worden ontgrendeld.
Raak  de  vergrendelsensor
(de uitholling in het oppervlak
van de voorportiergreep) aan
om  alle  portieren  te  vergren-
delen.
Controleer of het portier goed vergrendeld is.
*: De  instellingen  voor  het  ontgrendelen  van  de  portieren  kunnen  worden
gewijzigd. ( →Blz. 154)
Van buitenaf ontgrendelen en v ergrendelen van de portieren
1
2
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E.b ook  Page 149  Friday, September 9, 2016  12:21 PM 

1513-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
3
Bediening van elk onderdeel
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E■
Beveiligingsfunctie
Als  er  niet  binnen  ongeveer  30  seconden  na  het  ontgrendelen  van   de  auto
een  portier  wordt  geopend,  zorgt  de  beveiligingsfunctie  ervoor  dat  de  auto
weer automatisch wordt vergrendeld.
■ Wanneer het portier niet kan worden vergrendeld met de vergrend elsen-
sor  op  het  oppervlak  van  de  voorpo rtiergreep  (auto's  met  Smart entry-
systeem, startknop en instapfunctie)
■ Zoemer centrale vergrendeling
Als geprobeerd wordt de portieren te vergrendelen met de instap functie of de
afstandsbediening  wanneer  een  portier  niet  geheel  gesloten  is,  klinkt  er
gedurende  5  seconden  een  zoemer.  Sluit  het  portier  volledig  om  de  zoemer
uit te schakelen en vergrendel de portieren opnieuw.
■ Het alarm inschakelen (indien aanwezig)
Wanneer  de  portieren  worden  vergrendeld,  wordt  het  alarmsysteem   inge-
schakeld. ( →Blz. 106)
■ Wanneer  het  Smart  entry-systeem  met  startknop  of  de  afstandsbed ie-
ning niet goed werkt
● Gebruik  de  mechanische  sleutel  om  de  portieren  te  vergrendelen  en  ont-
grendelen. ( →Blz. 648)
● Vervang  de  sleutelbatterij  door  een  nieuw  exemplaar  als  deze  on tladen
raakt. ( →Blz. 561)
Raak  de  vergrendelsensor  aan  met  uw
handpalm.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E.b
ook  Page 151  Friday, September 9, 2016  12:21 PM 

1543-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E
■Instellen  van  de  ontgrendelfunct ie  (auto's  met  Smart  entry-systeem,
startknop en instapfunctie)
Het  is  mogelijk  om  in  te  stellen  welke  portieren  met  de  instapf unctie  via  de
afstandsbediening worden ontgrendeld. 
Zet het contact UIT.
Schakel  de  inbraaksensor  van  het  alarmsysteem  uit  om  tijdens  he t  veran-
deren  van  de  instellingen  het  alarm  niet  onbedoeld  te  activeren.  (indien
aanwezig) ( →Blz. 110)
Wanneer  het  controlelampje  in  de  sleutel  uit  is,  houd  dan  de  to ets 
ongeveer 5 seconden ingedrukt terwijl u tegelijkertijd de toets    ingedrukt
houdt.
De  instelling  verandert  telkens  wanneer  een  handeling  wordt  uit gevoerd,
zoals hieronder is aangegeven. (Als u de instelling opnieuw wil t wijzigen, laat
u  de  toetsen  los,  wacht  u  ten  minste  5 seconden  en  herhaalt  u  vervolgens
stap  .)
Voor auto's met een alarm: om te voorkomen dat het alarm onbedo eld wordt
geactiveerd, moet  u de  portieren ontgrendelen met  de afstandsbe diening en
een portier eenmaal openen en sluiten als de instellingen zijn  gewijzigd. (Als
er  binnen  30  seconden  nadat  op    is  gedrukt  geen  portier  wordt  geopend,
worden de portieren weer vergrendeld en wordt het alarm automat isch inge-
schakeld.)
Zet het alarm onmiddellijk uit wanneer dit wordt geactiveerd. ( →Blz. 106)
1
2
3
3
Multi-informatie-
displayOntgrendelfunctiePiepsignaal
(auto's met linkse 
besturing)
Als u de portiergreep 
van het bestuurderspor-
tier vasthoudt, wordt 
alleen het bestuurders-
portier ontgrendeld.
Exterieur:  3  keer  een
piepsignaal 
Interieur: Eén belsignaal
(auto's met 
rechtse besturing)
Als u de portiergreep 
van het voorpassagiers-
portier vasthoudt, wor-
den alle portieren 
ontgrendeld.
Als u een portiergreep 
vasthoudt, worden alle 
portieren ontgrendeld.Exterieur:  3  keer  een
piepsignaal
Interieur: Eén belsignaal
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E.b ook  Page 154  Friday, September 9, 2016  12:21 PM 

1673-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
3
Bediening van elk onderdeel
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E■
Aanwijzing voor de instapfunctie
●Zelfs  als  de  elektronische  sleutel  zich  binnen  het  detectiegebied  bevindt,
werkt het systeem in de volgende gevallen mogelijk niet juist:
• De  elektronische  sleutel  bevindt  zich  te  dicht  bij  de  ruit  of  buitenportier-
greep,  te  dicht  bij  de  grond  of  te  hoog  als  de  portieren  worden   vergren-
deld of ontgrendeld.
• De elektronische sleutel bevindt zich te dicht bij de grond of  op een hoge
plaats, of te dicht bij het midden van de achterbumper, als de achterklep
wordt geopend.
• De elektronische sleutel ligt op het dashboard, op de vloer of  in een por-
tiervak of het dashboardkastje wanneer het hybridesysteem wordt  gestart
of de stand van het contact wordt gewijzigd.
● Laat de elektronische sleutel niet boven op het dashboard of in  de buurt van
de  portiervakken  liggen  wanneer  u  de  auto  verlaat.  Afhankelijk  van  de  ont-
vangst  van  de  radiogolven  wordt  door  de  antenne  mogelijk  waarge nomen
dat  de  sleutel  zich  buiten  de  auto  bevindt  en  kunnen  de  portieren  worden
vergrendeld  vanaf  de  buitenzijde,  waardoor  de  elektronische  sle utel moge-
lijk in de auto wordt opgesloten.
● Zolang de elektronische sleutel zich binnen het detectiegebied  bevindt, kun-
nen de portieren door een willekeurige persoon worden ontgrende ld en ver-
grendeld.
● Zelfs als de elektronische sleutel zich buiten de auto bevindt,  kan het hybri-
desysteem  mogelijk  worden  gestart  als  de  elektronische  sleutel  zich  in  de
buurt van de ruit bevindt.
● De  portieren  worden  mogelijk  ontgrendeld  als  er  een  grote  hoeve elheid
water op de portiergreep terechtkomt, bijvoorbeeld tijdens een  zware regen-
bui  of  in  een  wasstraat,  wanneer  de  elektronische  sleutel  zich  binnen  het
detectiegebied bevindt. (Als de portieren niet worden geopend e n gesloten,
worden deze na ongeveer 30 seconden automatisch weer vergrendel d.)
●
Als  de  afstandsbediening  wordt  gebruikt  om  de  portieren  te  verg rendelen ter-
wijl  de  elektronische  sleutel  zich  in  de  nabijheid  van  de  auto  bevindt,  bestaat
de mogelijkheid dat de portieren niet ontgrendeld worden door d e  instapfunc-
tie. (Gebruik de afstandsbediening om de portieren te ontgrende len.)
●Wanneer  u  de  vergrendelsensor  aanraakt  terwijl  u  handschoenen  d raagt,
kan  de  reactie  van  het  systeem  trager  zijn  of  worden  de  portieren  mogelijk
niet  ontgrendeld.  Trek  de  handschoenen  uit  en  raak  de  vergrende lsensor
opnieuw aan.
● Als de portiergreep nat wordt terwijl de elektronische sleutel zich binnen het
werkzame gebied bevindt, kan het portier herhaaldelijk worden v ergrendeld
en  ontgrendeld.  Volg  in  dat  geval  de  correctieprocedure  hierond er bij het
wassen van de auto:
• Plaats  de  elektronische  sleutel  op  een  afstand  van  ten  minste  2  meter
van de auto. (Zorg ervoor dat de sleutel niet gestolen wordt.)
• Schakel  de  energiebesparende  functie  voor  de  batterij  in  om  het  Smart entry-systeem met startknop uit te schakelen. ( →Blz. 165)
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E.book  Page 167  Friday, September 9, 2016  12:21 PM 

1683-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E●
Als  de  elektronische  sleutel  zich  in  de  auto  bevindt  en  een  portiergreep
wordt  nat  tijdens  het  wassen  van  de  auto,  wordt  er  mogelijk  een   melding
weergegeven  op  het  multi-informatiedisplay  en  klinkt  er  een  zoe mer  buiten
de auto. Vergrendel alle portieren om het alarm uit te schakelen.
● De  vergrendelsensor  werkt  mogelijk  niet  goed  wanneer  deze  in  co ntact
komt  met  ijs,  sneeuw,  modder,  enz.  Maak  de  vergrendelsensor  sch oon  en
probeer deze nogmaals te bedienen.
● Bij  een  plotselinge  nadering  van  het  detectiegebied  of  de  porti ergreep  kan
het  voorkomen  dat  de  portieren  niet  ontgrendeld  worden.  Laat  in   dat  geval
de  portiergreep  los  en  controleer  of  de  portieren  worden  ontgrendeld  voor-
dat u opnieuw aan de portiergreep trekt.
● Als  er  zich  een  andere  elektronische  sleutel  binnen  het  detecti egebied
bevindt,  is  de  reactietijd  voor  het  ontgrendelen  van  de  portier en  nadat  een
portiergreep is vastgepakt, mogelijk langer.
● Bij het gebruik van de portiergreep kunnen uw nagels over het p ortier kras-
sen.  Zorg  ervoor  dat  uw  nagels  of  de  lak  van  het  portier  niet  b eschadigd
raken.
■ Als er gedurende langere tijd niet met de auto wordt gereden
●Bewaar, om diefstal van de auto te voorkomen, de elektronische  sleutel niet
binnen een afstand van 2 meter van de auto.
● Het  Smart  entry-systeem  met  startknop  kan  vooraf  worden  uitgesc hakeld.
( →Blz. 679)
■ Voor een juiste bediening van het systeem
Zorg  ervoor  dat  u  de  elektronische  sleutel  bij  u  hebt  als  u  het   systeem
bedient. Houd  de  elektronische sleutel niet te  dicht bij de auto  als u het sys-
teem van buitenaf bedient.
Afhankelijk  van  de  positie  en  de  conditie  waarin  de  elektronisc he  sleutel
wordt bewaard, wordt de sleutel mogelijk niet correct door het systeem gesig-
naleerd, waardoor het systeem wellicht niet juist functioneert. (Het alarm kan
per  ongeluk  afgaan  of  de  functie  die  voorkomt  dat  de  portieren  per  ongeluk
worden vergrendeld, werkt mogelijk niet.)
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E.b ook  Page 168  Friday, September 9, 2016  12:21 PM